Publieksmonitor. Meting 3 Oktober 2010. Een onderzoek in opdracht van Wijzer in geldzaken

Vergelijkbare documenten
Publieksmonitor Wijzer in Geldzaken. Meting najaar 2012

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken

Publieksmonitor. Wijzer in geldzaken. Een onderzoek in opdracht van CentiQ, Wijzer in geldzaken Uitgevoerd door Veldkamp

Publieksmonitor Gebruik digitale huishoudboekjes & geld besteden aan leuke dingen

Publieksmonitor Juni 2010

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht. Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Onderzoek. Rapportage. September Pensioenmodule Publieksmonitor

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

3 Hoe pensioenbewust zijn we?

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

Publieksmonitor. & social media. Rapportage I. van Dijk 15 mei 2012

Monitor financieel gedrag 2019

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Vakantiegeldenquete 2010

Monitor financieel gedrag 2015

Onderzoek financiële goede voornemens

AFM Consumentenmonitor voorjaar 2013 Roodstand

Geldzaken in de praktijk

Hoofdstuk H 11. Financiële situatie

AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen. December 2011

Op eigen benen Onderzoek onder ouders over de financiën van kinderen die uit huis gaan

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December

GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS

Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april Towers Watson. All rights reserved.

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015

Monitor financieel gedrag. September 2014

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening

Goede Voornemens 2015

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening

AFM Consumentenmonitor najaar 2015 Beleggers November GfK 2015 AFM Consumentenmonitor November

19 maart Onderzoek: Korten pensioenen?

FINANCIERINGSBAROMETER

Resultaten Wijzer in geldzaken. Een onderzoek in opdracht van CentiQ, Wijzer in geldzaken Uitgevoerd door Market Response

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

betaalt nederland 2013 in het kort

FINANCIERINGSBAROMETER

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

Monitor financieel gedrag 2017

Vakantiegeld-enquête Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Financieel goed voorbereid naar de middelbare school?

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Wijzer in geldzaken - 10 jaar. Een onderzoek onder n = Nederlanders (18+) over het gemak van het regelen van geldzaken

Geld & relatie. Juni Marjan Verberk-de Kruik, Elise van den Biggelaar, Gea Schonewille

Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers. Rapportage november 2015

Flitspeiling begeleid wonen

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Oudedagsvoorziening in het MKB

Inhoudsopgave 1 Inleiding Onderzoeksresultaten Conclusies

Impact Crisis op Pensioen Gedrag

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Life event: Een nieuwe baan

Sparen voor een koopwoning

AFM Consumentenmonitor Q Kredietwaarschuwingszin

Geschonken in het verleden betekent eerder schenken in de toekomst Schenkingsregeling door vijfde van vermogenden actief in gebruik

HUMO enquête naar de koopkracht

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Vragenlijst Particulieren

Minder geld. Hoe huishoudens omgaan met een inkomensdaling. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Wijzer in geldzaken Junior Monitor Onderzoek onder kinderen uit groep 5 8 van de basisschool over de manier waarop zij omgaan met geld

Factsheet: financiële planning MBO-ers

Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

KLANTPROFIEL VOOR DHR. HYPOTHEEK

Koopkracht onderzoek Inkomens- en uitgavenzekerheid en belastingmoraal 2019

Eeckhout & Slegt financieel adviseurs. Wat is uw hoogste genoten algemene opleiding?

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers)

April 2012 Vakantiegeldenquête 2012

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Klantprofiel. Waaruit blijkt dat?

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

Pensioenmonitor 2014 Een onderzoek naar kennis, houding en gedrag rondom de oudedagsvoorziening onder de Nederlandse beroepsbevolking

Zicht op geld - Belastingteruggave Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Binnenkort hebt u een afspraak met één van onze adviseurs. Om u goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van u nodig.

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

Juni 2012 Geldzaken in de praktijk

Belastingaangifte over Nibud, maart 2011

AFM Consumentenmonitor voorjaar 2013 Beleggers

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen?

UW KLANTPROFIEL. Vult u onderstaande vragen nauwkeurig in. ALGEMEEN - DOEL

Onderzoek. Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs

Transcriptie:

Publieksmonitor Meting 3 Oktober 2010 Een onderzoek in opdracht van Wijzer in geldzaken

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 2 Wijzer in geldzaken (www.wijzeringeldzaken.nl) vertegenwoordigt meer dan 40 organisaties die hun krachten bundelen om de consument wijzer in geldzaken te maken. Zij zetten zich in om het financiële inzicht van de Nederlanders te vergroten, zodat consumenten beter in staat zijn financiële beslissingen te nemen. Platform Wijzer in geldzaken is een initiatief van het ministerie van Financiën, waarin partners uit de financiële sector, de overheid, onderwijs-, voorlichtings- en consumentenorganisaties en de wetenschap samenwerken. Publieksmonitor Wijzer in geldzaken Een onderzoek in opdracht van Wijzer in geldzaken Uitgevoerd door Veldkamp onder 780 Nederlanders Oktober 2010

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 1 Inhoud Samenvatting 4 Inleiding 7 1 Financiële situatie 9 1.1 Nederlanders zien nog geen licht aan het einde van de tunnel 9 1.2 Lagere inkomens hebben moeite met rondkomen 10 1.3 Financiële veerkracht van Nederlanders neemt licht af 12 2 Financieel overzicht en beheer 14 2.1 Bijna drie op de tien overschatten het overzicht over de eigen financiën 14 2.2 Financieel ongezonden kennen bestedingsmogelijkheden beter 16 3 Financiële kennis en informatie-zoekgedrag 17 3.1 Weinig kennis over pensioen- en beleggingsproducten 17 3.2 Rente op klantenkaarten en voor rood staan vaak onderschat 19 3.3 Lager opgeleiden denken minder baat te hebben bij financiële kennis 21 3.4 Moeilijker om betrouwbare informatie te vinden 22 4 Online huishoudboekjes 25 4.1 Huishouduitgaven worden vooral met internetbankieren bijgehouden 25 4.2 Een derde wil gebruik maken van online huishoudboekje 26 4.3 Consumentenorganisaties meest betrouwbare aanbieders 29 5 Pensioencommunicatie 30 5.1 Pensioenbegrip onder Nederlanders redelijk, leeftijd sterke voorspeller 30 5.2 Communicatie rondom pensioen overwegend positief ervaren 31 5.3 Positieve houding tegenover online pensioenregister 34 Bijlagen Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording 37

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 2 Inhoud figuren en tabellen 1 Gerapporteerde financiële situatie en verwachtingen hierover 9 2 Gerapporteerde financiële situatie en verwachting hierover, per doelgroep 10 3 Tevredenheid over financiële situatie en rondkomen 10 4 Rondkomen per doelgroep 11 5 Personen met een niet-gezonde financiële situatie per doelgroep 12 6 Financiële veerkracht 12 7 Financiële veerkracht van uitkeringsgerechtigden 13 8 Mijn kennis over de financiële situatie van mijn huishouden is 14 9 Heeft u uw huidige financiële situatie onder controle? 14 10 Hoe precies weet u doorgaans hoeveel geld u heeft op uw betaalrekening? (naar zelfingeschatte kennis over financiële situatie) 15 11 Overschatten van kennis over de financiële situatie, per inkomensgroep en financiële situatie 15 12 Kennis over specifieke uitgaven 16 13 Heeft u voldoende kennis over... (alleen gevraagd voor producten die men bezit) 17 14 Antwoorden kennisvragen (% onjuist beantwoord) 18 15 Antwoorden kennisvragen, per doelgroep (% onjuist beantwoord) 19 16 Wordt er een rente in rekening gebracht over de aankopen die u met deze kaart doet? (N=256) 20 17 Ingeschatte en feitelijke rente van rood staan en van een persoonlijke lening 21 18 Op zoek naar financiële informatie 22 19 Zou u gebaat zijn bij extra informatie over financiën? (per doelgroep) 22 20 Heeft u wel eens moeite om goede en relevante financiële informatie te vinden? 23 (selectie: zoekt weleens informatie) 21 Aan welke kennis of informatie over financiën heeft u dan behoefte? 23 (selectie: is gebaat bij extra kennis/informatie) 22 Aan welke kennis of informatie over financiën heeft u dan behoefte? (selectie: is gebaat bij extra kennis/informatie, per doelgroep) 24 23 Op welke wijze houdt u overzicht over uw huishouduitgaven? 25 24 Hoe vaak houdt u uw huishouduitgaven bij via 26 25 Welke online huishoudboekjes kent u? (N=520) 27 26 Stel dat u de mogelijkheid krijgt om een online huishoudboekje te gebruiken. 27 Hoe groot is de kans dat u hier dan gebruik van gaat maken? (consumenten die geen gebruik maken van een online huishoudboekje; N=1029) 27 Waarom zou u (waarschijnlijk) wel gebruik willen maken van het online huishoudboekje? 28 (selectie: degenen die de kans groot achten om van het boekje gebruik te gaan maken N=339) 28 Waarom zou u (waarschijnlijk) geen gebruik willen maken van een online huishoudboekje? 28 (selectie: degenen die de kans klein achten om van het boekje gebruik te gaan maken N=461) 29 Betrouwbaarheid aanbieders online huishoudboekjes (N=1.046) 29 30 Bouwt u op dit moment pensioen op via uw werkgever? (N=1.046) 30 31 In hoeverre leest u uw jaarlijks pensioenoverzicht? 30 32 Stellingen inzicht in pensioensituatie 31 33 Heeft u de indruk dat de communicatie rondom uw pensioen het afgelopen jaar verbeterd, 32 gelijk gebleven, of verslechterd is? (selectie: allen die het pensioenoverzicht redelijk goed tot volkomen begrijpen n=452) 34 Beoordeling huidige pensioenverzekeraar- of fonds (N=1.046) 33 35 Beoordeling huidige pensioenverzekeraar of fonds, naar leeftijd (% (sterk) van toepassing) 33 36 Beoordeling pensioenregister 34

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 3 37 In hoeverre verwacht u dat dit pensioenregister uw inzicht in uw pensioensituatie 35 kan verbeteren? 38 Hoe groot is de kans dat u het online pensioenregister gaat gebruiken? (N=1.046) 35 39 De respons naar achtergrondkenmerken 38 40 Netto steekproefkenmerken voor en na weging (normcijfers zijn weergegeven tussen haakjes) 39

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 4 Samenvatting Nederlanders zien nog geen licht aan het einde van de tunnel De (beleefde) financiële situatie van de Nederlanders is gelijk gebleven: de groep die in de afgelopen twaalf maanden een achteruitgang constateert, is ook in september 2010 groter dan de groep die een vooruitgang ziet. Dit zagen we ook in de metingen in mei 2010 en september 2009. In mei 2009 was de groep die verbetering constateerde nog even groot als de groep die verslechtering constateerde, en was de financiële situatie dus stabieler. Er zijn grote verschillen per doelgroep. De financiële situatie van hoger opgeleiden is verbeterd, maar die van lager opgeleiden en gepensioneerden is achteruit gegaan. Een sterke verslechtering van de financiële situatie zien we bij de huishoudens zonder inkomen uit arbeid. Van hen rapporteert maar liefst 55% een verslechtering in de afgelopen 12 maanden, terwijl maar 17% een verbetering constateert. Bij de meeste Nederlanders heeft de achteruitgang in de financiële situatie geen consequenties voor het kunnen rondkomen. Voor de groep zonder inkomen uit arbeid geldt dit wel: in september 2009 gaf 30% van deze groep aan moeilijk tot zeer moeilijk te kunnen rondkomen. Nu geldt dit voor 56% van deze groep. In september 2010 is van 20% van de Nederlanders de financiële situatie niet gezond. Dit percentage is niet significant hoger dan in september 2009 (19%) en mei 2009 (18%). Er is sprake van een financieel ongezonde situatie als men: òf aangeeft moeilijk of zeer moeilijk te kunnen rondkomen; òf in de afgelopen 12 maanden minimaal 7 keer voor het einde van de maand geen geld meer had om rond te komen; òf aangeeft soms, zelden of nooit in staat te zijn rekeningen op tijd te betalen. Vooral mensen zonder inkomen uit arbeid zijn vaker in een financieel ongezonde situatie terecht gekomen: in september 2009 was bij 39% van deze groep de situatie ongezond, nu is dat 64%. Daarnaast zien we dat bij lager tot middelbaar opgeleide eenverdieners (27%) de situatie relatief vaak niet gezond is. Ondanks dat veel gepensioneerden een achteruitgang hebben ervaren in het afgelopen jaar, is de financiële situatie van deze groep, naar eigen zeggen, opvallend gezond. Bijna drie op de tien overschatten het overzicht over de eigen financiën Net als bij de voorgaande metingen geeft 82% van de Nederlanders aan goed tot zeer goed op de hoogte te zijn van de huishoudfinanciën. Maar een aanzienlijk deel van deze groep (35%) weet niet preciezer dan op 500 euro nauwkeurig wat men op de betaalrekening heeft staan. Omgerekend komt dit neer op 29% van alle ondervraagden. Deze 29% lijkt het overzicht over de financiën te overschatten. Het gaat hierbij relatief vaak om mensen met een gezonde financiële situatie. Personen die financieel ongezond zijn, kennen hun bestedingsmogelijkheden in de regel beter. Echter, ook van deze groep overschat een vijfde de eigen kennis. Dit is bij uitstek een groep bij wie meer kennis over de huishoudfinanciën een verdere achteruitgang in de financiële situatie zou kunnen voorkomen.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 5 Kennis over pensioenen is nog steeds beperkt, maar neemt wel toe Hebben Nederlanders voldoende kennis van de financiële producten die zij afnemen? Als het gaat om spaarrekeningen, leningen, hypotheken of verzekeringen, geeft een meerderheid aan hier voldoende kennis over te hebben. Vooral van pensioenopbouw en beleggingen is de kennis beperkt. Wel geeft men vaker dan een jaar geleden aan voldoende kennis van pensioenen te hebben. Ongetwijfeld zal de berichtgeving in de media hierin een rol spelen; in de afgelopen maanden waren de reserves van de Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars immers regelmatig in het nieuws. Rente op klantenkaarten en voor rood staan vaak onderschat Hoeveel weet men over deze klantenkaarten? Veel winkels in Nederland hebben tegenwoordig hun eigen klantenkaart, waaronder bijvoorbeeld Wehkamp, Gamma, de Bijenkorf en de Ikea. Dit zijn kaarten waarmee consumenten aankopen op rekening kunnen doen, vaak kan men dan in termijnen terugbetalen. 24% van de Nederlanders geeft aan een klantenkaart in bezit te hebben. Over betalingen met klantenkaarten worden vaak forse rentes verrekend (vaak hoger dan 15% van het aankoopbedrag). Aan degenen die aangeven dat ze rente betalen over aankopen met hun klantenkaart, is gevraagd of men weet hoe hoog deze rente is. De helft van deze groep weet niet hoe hoog de rente is. De overigen schatten de rente gemiddeld op 10%. Dus als men de rente al weet, lijkt men deze vaak te onderschatten. Eenzelfde beeld zien we bij rood staan. Personen die weleens rood staan, denken dat ze 7,3% rente hierover moeten betalen, terwijl de actuele rentestand hiervoor rond de 13% ligt. Vorig jaar lag de actuele rente wat hoger, en ook toen werd deze vaak onderschat. Betrouwbaarheid van financiële informatie moeilijk in te schatten Het aandeel Nederlanders dat actief op zoek gaat naar financiële informatie neemt met de tijd licht af. In september 2010 is dit 28%, in mei 2009 was dit nog 34%. De behoefte aan extra informatie over de financiën is nog steeds aanzienlijk, al is deze licht afgenomen, van 31% naar 27%. Aan personen die weleens naar financiële informatie zoeken, is gevraagd of men moeite heeft te vinden wat men zoekt. Net als vorig jaar is het meest genoemde probleem dat men moeilijk kan beoordelen hoe betrouwbaar en/of onafhankelijk aangeboden informatie is. Ook hebben veel mensen moeite om wegwijs te worden in de hoeveelheid aangeboden financiële informatie. Interessant zijn de verschillen in informatiebehoeften tussen personen met een gezonde financiële situatie en een niet gezonde financiële situatie. Personen met een ongezonde financiële situatie zijn vaker gebaat bij informatie over inkomensondersteuning en hoe men met schulden kan omgaan. Personen met een gezonde financiële situatie zijn vaker geïnteresseerd in informatie over de aanbieders van financiële producten, de beurs, aandelen en beleggen. Een derde wil gebruik maken van een online huishoudboekje Op welke manier houden Nederlanders hun huishouduitgaven bij? Meestal gebeurt dit via internetbankieren. Vooral gepensioneerden bekijken relatief vaak hun papieren rekeningafschriften (27%). Een op de tien houdt geen overzicht bij over de uitgaven.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 6 Een relatief nieuwe manier om de huishoudfinanciën te beheren zijn online huishoudboekjes. Dit zijn online tools, waarmee consumenten via hun bankrekening inzicht krijgen in hun inkomsten en uitgaven. Een online huishoudboekje kan uitgaven categoriseren, vergelijken met andere huishoudens, budgetten instellen en ervoor zorgen dat de consument automatisch spaart. Ongeveer de helft van de Nederlanders is bekend met het bestaan van dergelijke huishoudboekjes. Het bekendst zijn TIM (9%), Cashflow Online (8%), Yunoo (8%) en simpelhuishoudboekje.nl (7%). Het gebruik van online huishoudboekjes is vooralsnog beperkt: 2% maakt hier gebruik van. Maar er is wel potentieel: een derde van de niet-gebruikers acht de kans groot tot redelijk groot dat men gebruik zou maken van een online huishoudboekje. Het boekje spreekt vooral groepen aan die dit het meest nodig hebben: mensen die ontevreden zijn over hun huidige financiële situatie en die moeilijk rond kunnen komen. Waarom zou men een online huishoudboekje willen gebruiken? Mensen met een gezonde financiële situatie geven vooral als reden meer controle te willen over de financiën of meer te willen sparen. Mensen met een ongezonde financiële situatie geven ook als reden dat men minder wil uitgeven, om moet gaan met minder inkomsten of hogere vaste lasten of schulden moet aflossen. Positieve houding tegenover online pensioenregister We zagen al dat de kennis over pensioenen is toegenomen. Dit is ook terug te voeren op de pensioenfondsen en pensioenverzekeraars: de groep die vindt dat de communicatie rondom het pensioen in het afgelopen jaar is verbeterd, is veel groter (32%) dan de groep die vindt dat deze is verslechterd (6%). Daarnaast vindt een ruime meerderheid van de Nederlanders dat het pensioenfonds goed informeert over het pensioen (75%) en begrijpelijk communiceert (71%). In februari 2010 is ingestemd met een wetsvoorstel van het Ministerie van Sociale Zaken dat het nieuwe online pensioenregister mogelijk gaat maken. Met het online pensioenregister moet iedere burger vanaf januari 2011 online kunnen checken hoeveel AOW en aanvullend pensioen men heeft opgebouwd. Ook als men voor verschillende werkgevers heeft gewerkt, staan de verschillende pensioenaanspraken in dit overzicht vermeld. De plannen voor het online pensioenregister zijn bij ongeveer een op de vijf Nederlanders bekend (18%). Men is zeer positief over de plannen voor het register: slechts 2% spreekt zich duidelijk negatief uit. Ruim de helft (56%) verwacht dat een online pensioenregister het inzicht in de pensioensituatie kan verbeteren. Ruim vier op de tien Nederlanders achten de kans groot dat men het online pensioenregister gaat gebruiken.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 7 Inleiding Achtergrond en doelstelling De financiële situatie in het Nederlandse huishouden is de afgelopen jaren complexer geworden. Van mensen wordt verwacht dat zij zelf keuzes maken voor financiële producten, bijvoorbeeld voor zorgverzekeringen of voor pensioenen. Daarnaast worden financiële producten steeds ingewikkelder, en zijn de werking en risico s vaak onbekend. Ook is er bij bepaalde groepen in de samenleving sprake van een toename van schulden. Om mensen meer handvatten te bieden bij het nemen van financiële beslissingen is in 2007 het Platform Wijzer in geldzaken opgericht. Wijzer in geldzaken wil als wegwijzer dienen in geldzaken. Wijzer in geldzaken richt zich niet alleen op het bijbrengen van kennis over geldzaken, maar ook op het vergroten van de interesse, het zelfvertrouwen en het innemen van een actieve rol van personen in hun financiële huishouding, met als doel dat mensen uiteindelijk weloverwogen financiële beslissingen kunnen nemen. Ten behoeve van het platform Wijzer in geldzaken volgt Veldkamp de ontwikkeling van de financiële verantwoordelijkheid van Nederlanders in de tijd. Dit monitoronderzoek heeft als doel inzicht te verschaffen in de financiële verantwoordelijkheid van Nederlanders. Het gaat hierbij om de financiële kennis, houding en het gedrag van consumenten. Uitvoering van het onderzoek De publieksmonitor is een kwantitatief onderzoek, dat periodiek wordt uitgevoerd. Dit onderzoek betreft de derde meting. Omdat veel vragen ongewijzigd zijn en de steekproef hetzelfde is opgebouwd, is het mogelijk vergelijkingen in de tijd te maken. De meting die in dit rapport wordt beschreven is uitgevoerd onder een representatieve steekproef van n=1.046 personen van 18 jaar en ouder. Het veldwerk is uitgevoerd met behulp van de steekproefbron TNS NIPObase, waarbij de enquêtes online zijn ingevuld. Het veldwerk vond plaats van 15 tot en met 21 september 2010. Een uitgebreide onderzoeksverantwoording is als bijlage bij dit rapport opgenomen. Opbouw van dit rapport Allereerst gaan we in hoofdstuk 1 in op de financiële situatie van Nederlanders, hoe die zich in het afgelopen half jaar heeft ontwikkeld, hoe personen hierin verschillen en wat de invloed van de financiële crisis is. In hoofdstuk 2 beschrijven we het financiële overzicht en het financiele beheer van Nederlanders: hoe goed vindt men zichzelf op de hoogte van de financiën? In hoofdstuk 3 gaan we in op de vraag hoeveel kennis Nederlanders hebben over financiën en hoe die kennis kan worden vergroot. In hoofdstuk 4 gaan we in op online huishoudboekjes; hoe groot is de bekendheid, het gebruik en de wil om de huishoudboekjes te gaan gebruiken? Tot slot beschrijven we in hoofdstuk 5 hoe men de communicatie rondom pensioenen ervaart. Als bijlagen zijn de onderzoeksverantwoording (bijlage 1), de vragenlijst (bijlage 2).

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 8 Doelgroepen Bij de beschrijving van de resultaten van dit onderzoek wordt een aantal doelgroepen onderscheiden. Deze doelgroepen zijn gekozen omdat deze indeling meer verschillen tussen de financiële situatie van mensen verklaart dan de traditionele kenmerken als sekse, leeftijd en opleiding. De groepen zijn als volgt gedefinieerd: Naam groep Definitie: in het huishouden van de ondervraagde Omvang Geen inkomen uit arbeid is er geen inkomen uit arbeid 7% MBO één inkomen is er één inkomen uit arbeid en heeft men maximaal een MBO-opleiding 20% MBO twee inkomens zijn er twee inkomens uit arbeid (hoofdkostwinner en partner) en men heeft 26% maximaal een MBO opleiding HBO+ één inkomen is er één inkomen uit arbeid en men heeft minimaal een HBO-opleiding 11% HBO+ twee inkomens zijn er twee inkomens uit arbeid (hoofdkostwinner en partner) en men heeft 12% minimaal een HBO-opleiding Gepensioneerd is er minimaal één persoon (hoofdkostwinner of partner) gepensioneerd 23% Ten geleide Alle gepresenteerde resultaten zijn enquêteresultaten waarbij de steekproefkenmerken herwogen zijn naar populatiekenmerken. De resultaten zijn weergegeven in afgeronde percentages. Wanneer er door afronding totalen ontstaan van meer of minder dan 100%, zijn deze niet gecorrigeerd. De titels van figuren en tabellen betreffen (behoudens bij enkele uitsplitsingen) de exacte vraagteksten die aan de respondenten zijn voorgelegd. Wanneer in de tekst wordt gesproken over verschillen tussen groepen betreft het getoetste significante verschillen.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 9 1. Financiële situatie 1.1 Nederlanders zien nog geen licht aan het einde van de tunnel De (beleefde) financiële situatie van de Nederlanders is gelijk gebleven: de groep die in de afgelopen twaalf maanden een achteruitgang constateert, is ook in september 2010 groter dan de groep die een vooruitgang ziet. Dit zagen we ook in de metingen in mei 2010 en september 2009. In mei 2009 was de groep die verbetering constateerde nog even groot als de groep die verslechtering constateerde, en was de financiële situatie dus stabieler. 1 Gerapporteerde financiële situatie en verwachtingen hierover De financiële situatie van mijn huishouden is de laatste 12 maanden Ik verwacht dat de financiële situatie van mijn huishouden in de komende 12 maanden % 100 80 60 3 18 4 18 5 17 6 21 % 100 80 60 4 20 3 21 4 16 3 21 40 20 50 49 52 46 40 20 49 53 53 61 0-20 -40 23 6 september 2010 (N = 1.046) 22 7 mei 2010 (N = 779) 21 5 september 2009 (N = 1.137) 23 4 mei 2009 (N = 1.013) 0-20 -40 23 4 september 2010 (N = 1.046) 18 3 mei 2010 (N = 779) 23 4 september 2009 (N = 1.137) 13 2 mei 2009 (N = 1.013) hetzelfde gebleven iets verbeterd hetzelfde blijft iets verbetert duidelijk verbeterd iets verslechterd duidelijk verbetert iets verslechtert duidelijk verslechterd duidelijk verslechtert De groep die in de komende twaalf maanden een verslechtering ziet, schommelt enigszins in de tijd. Op dit moment is de groep die een verslechtering verwacht niet significant groter dan de groep die een verbetering verwacht. Er zijn grote verschillen per doelgroep. Het meest opvallend is de groep zonder inkomen uit arbeid. Van hen rapporteert maar liefst 55% een verslechtering in de afgelopen 12 maanden. Ook verwacht 37% van deze groep er in de aankomende twaalf maanden op achteruit te gaan. De gepensioneerden zijn evenmin positief over de financiële situatie en maar liefst 44% van hen verwacht er op achteruit te gaan in het aankomende jaar.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 10 Lager tot middelbaar opgeleiden hebben het afgelopen jaar ook vaker een verslechtering dan een verbetering van de financiële situatie ervaren. De MBO ers met één inkomen verwachten het aankomende jaar vaker verslechtering dan verbetering, de MBO ers met twee inkomens zijn positiever. 2 Gerapporteerde financiële situatie en verwachting hierover, per doelgroep geen MBO één MBO HBO+ één HBO+ gepen- totaal inkomen inkomen twee in- inkomen twee sioneerd N=1.046 uit arbeid N=209 komens N=118 inkomens N=236 N=77 N=276 N=128 financiële situatie % % % % % % % afgelopen 12 maanden verbeterd 17 18 22 30 37 10 21 verslechterd 55 30 29 23 18 27 29 verwachting aankomende 12 maanden verbetering 22 19 30 38 38 6 24 verslechtering 37 29 15 13 20 44 26 Hoger opgeleiden hebben vaker een verbetering dan een verslechtering gezien van de financiële situatie in het afgelopen jaar. Ook zijn deze groepen positiever wat betreft de verwachting voor het aankomende jaar. 1.2 Lagere inkomens hebben moeite met rondkomen Van de ondervraagden geeft 64% aan tevreden te zijn over de huidige financiële situatie, maar slechts 44% kan gemakkelijk rondkomen. Dit beeld is gelijk gebleven sinds mei 2010. 3 Tevredenheid over financiële situatie en rondkomen Hoe tevreden bent u over de huidige financiële situatie van uw huishouden? Hoe kan uw huishouden in het algemeen met uw huidige gezinsinkomen rondkomen? % 100 80 10 12 9 10 % 100 80 7 9 9 9 60 40 54 52 56 60 60 40 37 38 37 38 20 23 22 24 22 20 43 39 42 43 0-20 10 2 september 2010 (N = 1.046) 10 3 mei 2010 (N = 780) 9 1 september 2009 (N = 1.137) 9 1 mei 2009 (N = 1.013) 0-20 11 2 september 2010 (N = 1.046) 11 2 mei 2010 (N = 780) 10 2 september 2009 (N = 1.137) 10 1 mei 2009 (N = 1.013) noch tevreden/ontevreden tevreden noch moelijk/ gemakkelijk gemakkelijk zeer tevreden ontevreden zeer gemakkelijk moeilijk zeer ontevreden zeer moeilijk

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 11 Personen zonder inkomen uit arbeid hebben de meeste moeite om rond te komen. Het kunnen rondkomen is bij deze groep in het afgelopen jaar moeilijker geworden: in september 2009 gaf 30% van deze groep aan in het algemeen moeilijk tot zeer moeilijk te kunnen rondkomen. Nu geldt dit voor 56% van deze groep. Ook de MBO-huishoudens met één inkomen hebben regelmatig geen geld meer aan het eind van de maand, en hebben af en toe moeite met het betalen van rekeningen. Het kunnen rondkomen is bij deze groep echter niet sterk veranderd in het afgelopen jaar. 4 Rondkomen per doelgroep Percentage dat in het algemeen moeilijk tot zeer moeilijk met het huidige gezinsinkomen kan rondkomen Percentage dat 7 keer of vaker aan het einde van de maand geen geld meer had om rond te komen % 100 % 100 80 80 60 56 60 40 30 40 38 20 17 10 9 2 7 21 6 11 7 5 20 19 11 15 10 5 24 19 14 13 14 6 0 0 september 2010 september 2009 september 2010 september 2009 geen inkomen uit arbeid MBO 1 inkomen geen inkomen uit arbeid MBO 1 inkomen MBO 2 inkomens HBO 1 inkomen MBO 2 inkomens HBO 1 inkomen HBO 2 inkomens gepensioneerden HBO 2 inkomens gepensioneerden Hoger opgeleiden en gepensioneerden hebben de financiële situatie over het algemeen goed onder controle. We kunnen een onderscheid maken tussen personen met een gezonde financiële situatie en personen van wie de financiële situatie niet gezond is. De financiële situatie van een persoon wordt aangemerkt als niet gezond, wanneer aan minstens één van de volgende voorwaarden is voldaan: Men geeft aan moeilijk of zeer moeilijk te kunnen rondkomen. Men had in de afgelopen 12 maanden minimaal 7 keer voor het einde van de maand geen geld meer om rond te komen. Men geeft aan soms, zelden of nooit in staat te zijn rekeningen op tijd te betalen. In september 2010 is van 20% van de Nederlanders de financiële situatie niet gezond. Dit percentage is niet significant hoger dan in september 2009 (19%) en mei 2009 (18%).

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 12 5 Personen met een niet-gezonde financiële situatie per doelgroep geen inkomen uit arbeid N=77 MBO één inkomen N=209 MBO twee inkomens N=276 HBO+ één inkomen N=118 HBO+ twee inkomens N=128 gepensioneerd N=236 totaal N=1.046 % % % % % % % niet gezond 64 27 17 19 12 9 20 wel gezond 36 73 83 81 88 91 80 Wel zien we ook hier dat vooral bij personen zonder inkomen uit arbeid de financiële situatie verslechtert. In september 2009 was bij 39% van deze groep de situatie ongezond, nu is dat 64%. Daarnaast zien we dat bij lager tot middelbaar opgeleide eenverdieners (27%) de situatie relatief vaak niet gezond is. Ondanks dat veel gepensioneerden een achteruitgang hebben ervaren in het afgelopen jaar, is de financiële situatie van deze groep opvallend gezond (91%). 1.3 Financiële veerkracht van Nederlanders neemt licht af De buffer om een inkomensachteruitgang op te vangen, is sinds vorig jaar licht afgenomen; 18% is niet in staat om een inkomensachteruitgang van meer dan 25% langer dan één maand op te vangen (september 2009: 15% ), en 31% kan dit maximaal drie maanden opvangen (september 2009: 28% ). Vooral grotere uitgaven (boven 2.500 euro) zouden nu vaker een probleem worden dan een jaar geleden. 6 Financiële veerkracht Wanneer kan men een inkomensdaling van 25% of meer niet meer opvangen? Percentage voor wie een uitgave boven het vermelde bedrag een probleem wordt % 100 100 na 12 maanden na 6 maanden na 3 maanden na 1 maand 66 65 45 43 31 28 18 15 0 20 40 60 80 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 8 0 8 elk bedrag 100 80 62 67 78 51 64 59 41 36 48 25 40 18 35 14 26 19 14 100 250 500 1.000 1.500 2.500 5.000 7.500 10.000 > 10.000 september 2010 (N=1.046) september 2009 (N=1.137) september 2009 (N=1.137) september2010 (N=1.046) N.B. De percentages in beide figuren zijn cumulatief verschil is indicatief verschil is indicatief

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 13 De verandering doet zich ook hier vooral voor bij personen in huishoudens zonder inkomen uit arbeid en bij lager opgeleide eenverdieners. Met name bij personen zonder inkomen uit arbeid is de veerkracht sinds een jaar sterk afgenomen: 68% kan nu een inkomensdaling van 25% niet meer opvangen na 3 maanden, vorig jaar was dit 55%. 7 Financiële veerkracht van uitkeringsgerechtigden september 2009 geen inkomen uit arbeid N=93 september 2010 geen inkomen uit arbeid N=77 % % Wanneer kan men een inkomensdaling van 25% of meer niet meer opvangen? na 12 maanden 74 87 na 6 maanden 64 75 na 3 maanden 55 68 na 1 maand 38 58 Percentage voor wie een uitgave boven het vermelde bedrag een probleem wordt > 7.500 83 82 > 2.500 75 75 > 1.000 63 71 > 250 47 56 Dit geldt ook voor uitgaven boven bepaalde bedragen. Nu zou voor 56% van de groep zonder eigen inkomen een bedrag boven 250 euro een probleem worden (2009: 47%), en voor 71% een bedrag van boven de 1.000 euro (2009: 63%). Gezien de kleine groepsgrootten zijn deze verschillen echter indicatief.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 14 2. Financieel overzicht en beheer 2.1 Bijna drie op de tien overschatten het overzicht over de eigen financiën Net als bij de voorgaande metingen zegt bijna niemand slecht of zeer slecht op de hoogte te zijn van de huishoudfinanciën. In deze zelfkennis zijn ook geen opmerkelijke verschillen tussen groepen zichtbaar. 8 Mijn kennis over de financiële situatie van mijn huishouden is september 2010 (n=1.046) september 2009 (n=1.137) mei 2009 (n=1.013) % % % zeer goed 28 28 20 goed 54 53 55 noch goed, noch slecht 15 17 19 slecht 2 2 2 zeer slecht 1 1 2 Een ruime meerderheid geeft aan de financiële situatie onder controle te hebben. Dit beeld is gelijk aan september 2009. 9 Heeft u uw huidige financiële situatie onder controle? 33 46 15 6 1 september 2010 (N=1.046) september 2009 (N=1.137) 32 50 12 5 1 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% altijd soms meestal nooit soms wel en soms niet Van degenen met een ongezonde financiële situatie geeft 49% aan de financiële situatie nooit, soms, of soms wel en soms niet onder controle te hebben. Dit is een stuk hoger dan gemiddeld (22%).

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 15 Hoewel 82% aangeeft goed op de hoogte te zijn van de huishoudfinanciën, weet 35% van deze groep niet preciezer dan op 500 euro nauwkeurig wat men op de betaalrekening heeft staan. Omgerekend komt dit neer op 29% van alle ondervraagden. 10 Hoe precies weet u doorgaans hoeveel geld u heeft op uw betaalrekening? (naar zelfingeschatte kennis over financiële situatie) 80 70 60 50 35% 40 36 30 20 26 29 19 13 22 29 17 10 3 7 0 kennis is (zeer) goed (N=859) kennis is gemiddeld tot zeer slecht (N=219) geen flauw idee binnen een marge van 500 euro binnen een marge van 50 euro kan er meer dan 500 euro naast zitten binnnen een marge van 100 euro Deze 29% lijkt het overzicht over de financiën te overschatten. Het gaat hierbij vaker om personen met een totaal huishoudinkomen van hoger dan 1.800,-, en in lijn daarmee, huishoudens met een gezonde financiële situatie. 11 Overschatten van kennis over de financiële situatie, per inkomensgroep en financiële situatie netto huishoudinkomen per maand financiële situatie totaal tot 1.800 N=318 1.800 tot 2.900 N=375 meer dan 2.900 N=279 niet gezond N=221 wel gezond N=916 N=1.137 % % % % % % overschat kennis over financiën 20 33 34 18 32 29 overschat kennis niet 80 69 66 82 68 71 Toch zien we dat 20% van de personen met lagere inkomens en 18% van de personen met een ongezonde financiële situatie hun financiële zelfkennis overschatten. Bij deze groepen zou een betere zelfinschatting van de financiële kennis er wellicht voor kunnen zorgen dat de financiële problemen hen niet boven het hoofd groeien.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 16 2.2 Financieel ongezonden kennen bestedingsmogelijkheden beter Van de ondervraagden weet 30% niet nauwkeuriger dan binnen een marge van 500 euro wat men vrij te besteden heeft van het inkomen na aftrek van alle vaste lasten. Ook weet 32% niet nauwkeuriger dan binnen een marge van 200 euro wat men maandelijks uitgeeft aan boodschappen en 30% niet wat men uitgeeft aan de auto. Vorig jaar zagen we een vergelijkbaar beeld. Personen die financieel ongezond zijn, kennen hun bestedingsmogelijkheden beter: voor zowel het vrij te besteden inkomen, de uitgaven aan maandelijkse boodschappen en de auto, geldt dat men veel vaker binnen een marge van 50 euro weet wat men uitgeeft of kan uitgeven. 12 Kennis over specifieke uitgaven gezonde financiële situatie (n=836) ongezonde financiële situatie (n=210) totaal (n=1.046) Weet u wat u vrij te besteden heeft na aftrek van uw vaste lasten van uit inkomen/uitkering? % % % geen flauw idee/ binnen marge van 500 euro 31 22 30 binnen marge van 200 euro 22 16 21 binnen marge van 100 euro 26 30 26 binnen marge van 50 euro 21 32 23 Weet u wat u per maand uitgeeft aan boodschappen? % % % geen flauw idee/binnen marge van 200 euro 33 27 32 binnen marge van 100 euro 30 27 29 binnen marge van 50 euro 36 46 38 Weet u wat u per maand uitgeeft aan uw auto? (selectie: autobezitters, n=847) % % % geen flauw idee/binnen marge van 200 euro 32 21 30 binnen marge van 100 euro 26 23 25 binnen marge van 50 euro 42 58 45 Globaal geldt: hoe slechter de financiële situatie, des te beter men de uitgaven kent. Maar ook onder de groep met een ongezonde financiële situatie is een aanzienlijk deel slecht op de hoogte van de inkomsten en uitgaven. Zo weet 22% niet binnen een marge van 500 euro hoeveel men maandelijks kan uitgeven en weet 27% niet binnen een marge van 200 euro wat men maandelijks aan boodschappen uitgeeft.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 17 3. Financiële kennis en informatie-zoekgedrag 3.1 Weinig kennis over pensioen- en beleggingsproducten Van een aantal financiële producten is gevraagd of men die afneemt. Van de producten die men afneemt, is gevraagd of men hierover voldoende kennis heeft. Als het gaat om spaarrekeningen, leningen, hypotheken of verzekeringen, geeft een meerderheid aan hier voldoende kennis over te hebben. Vooral over pensioen opbouw en beleggingen is de kennis beperkt. 13 Heeft u voldoende kennis over... (alleen gevraagd voor producten die men bezit) spaarrekening (2010: N=938) 3 10 87 (2009: N=1004) 1 10 89 lening/doorlopend krediet (2010: N=176) 4 14 82 (2009: N=193) 5 15 81 hypotheek (2010: N=536) 6 17 77 (2009: N=612) 6 18 76 verzekering (2010: N=757) 5 21 73 (2009: N=914) 5 22 74 pensioenopbouw (2010: N=377) 15 28 57 (2009: N=437) 21 31 49 beleggingen (2010: N=178) 17 30 53 (2009: N=211) 21 29 50-60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% noch voldoende / noch onvoldoende onvoldoende (ruim) voldoende

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 18 Wat betreft de kennis over pensioenopbouw zien we wel een verschuiving ten opzichte van vorig jaar; men geeft vaker aan hier voldoende kennis over te hebben. Ongetwijfeld zal de berichtgeving in de media hierin een rol spelen; in de afgelopen maanden waren de reserves van de Nederlandse Pensioenfondsen en verzekeraars immers regelmatig in het nieuws. Vooral de volgende groepen geven aan relatief weinig kennis te hebben over de genoemde financiële producten die zij afnemen: Jongeren (18 t/m 24 jaar) hebben minder kennis over de verschillende financiële producten. Personen met een financieel ongezonde situatie hebben minder kennis over pensioenopbouw (40%) dan personen met een financieel gezonde situatie (61%). Personen tussen 50 en 65 jaar weten het meeste van financiële producten af. 14 Antwoorden kennisvragen (% onjuist beantwoord) % Onjuist beantwoord Kennisvraag Correcte antwoord 2009 2010 % % Stel dat u 100 euro op een spaarrekening heeft, en de rente is 20% per jaar en u neemt nooit geld of rente op. Hoeveel zou u dan na vijf jaar in totaal op de rekening hebben? Stel dat uw inkomen in het jaar 2010 is verdubbeld, en dat ook de prijzen van alle goederen zijn verdubbeld. Bent u in 2010 in staat om meer, hetzelfde of minder dan vandaag te kopen met uw inkomen? Is de volgende uitspraak volgens u waar of niet waar? Aandelen zijn normaal gesproken risicovoller dan obligaties. Welk antwoord is niet correct? Als je in aandelen belegt kun je geld verdienen door koerswinst, dividend, rente? Is de volgende uitspraak waar of niet waar? Werknemers die geen pensioen opbouwen, krijgen na hun pensionering alleen AOW. meer dan 200 euro 29 29 hetzelfde 31 29 waar 46 49 rente 50 48 waar 13 11 Ook bij de vragen over de financiële feitenkennis zien we relatief weinig kennis over beleggen en pensioenen. Bij huishoudens zonder inkomen uit arbeid en lager en middelbaar opgeleide huishoudens is de financiële feitenkennis lager dan bij de hoger opgeleide huishoudens en gepensioneerden.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 19 15 Antwoorden kennisvragen, per doelgroep (% onjuist beantwoord) Kennisvraag geen inkomen uit arbeid N=77 MBO één inkomen N=209 MBO twee inkomens N=276 HBO+ één inkomen N=118 HBO+ twee inkomens N=128 gepensioneerd N=236 % onjuist % onjuist % onjuist % onjuist % onjuist % onjuist Stel dat u 100 euro op een spaarrekening heeft, en de rente is 20% per jaar en u neemt nooit geld of rente op. Hoeveel zou u dan na vijf jaar in totaal op de rekening hebben? Is de volgende uitspraak volgens u waar of niet waar? Aandelen zijn normaal gesproken risicovoller dan obligaties. Welk antwoord is niet correct? Als je in aandelen belegt kun je geld verdienen door koerswinst, dividend, rente. 35 41 36 13 11 27 61 61 55 43 37 36 52 57 51 41 35 47 3.2 Rente op klantenkaarten en voor rood staan vaak onderschat Een klantenkaart is een mogelijkheid om aankopen op rekening te doen, vaak kunnen consumenten dan in termijnen terugbetalen. Veel winkels in Nederland hebben tegenwoordig hun eigen klantenkaart, waaronder bijvoorbeeld Wehkamp, Gamma, de Bijenkorf en de Ikea. 24% van de Nederlanders geeft aan een klantenkaart in bezit te hebben. Hoewel in de vraagstelling een duidelijke definitie van een klantenkaart is gegeven, is het de vraag of men daadwerkelijk heeft begrepen wat een klantenkaart inhoudt. Dit blijkt uit de antwoorden op de (open) vraag van welke winkel of instelling is deze klantenkaart?. Vaak worden hier kortingskaarten in plaats van klantenkaarten aangehaald (zoals de bonuskaart van Albert Heijn, of de Ikea Familycard). Daarnaast geeft bijna de helft (47%) aan dat er geen rente wordt gerekend over aankopen met de klantenkaart. Ondanks deze verwarring, kunnen we stellen dat de rente op klantenkaarten vaak onbekend is. Van de 30% die weet dat er rente in rekening wordt gebracht, weet bijna de helft niet hoe hoog deze rente is. En als men de rente denkt te weten, lijkt deze vaak te worden onderschat. Over betalingen met klantenkaarten worden vaak forse rentes verrekend (vaak hoger dan 15% van het aankoopbedrag). De gemiddelde ingeschatte rente ligt echter op 10%.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 20 16 Wordt er een rente in rekening gebracht over de aankopen die u met deze kaart doet? (N=256) ja, altijd 13 alleen als ik binnen een bepaalde termijn aflos 17 Hoe hoog is de rente van uw klantenkaart? (N=77) - 48 %: 'weet niet' - de rest: 10,3% gemiddeld nee, nooit 47 dat weet ik niet 16 anders, namelijk (open) 7 meest genoemd: 'ik gebruik de kaart nooit' 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ook onderschatten veel mensen de hoeveelheid rente die men moet betalen bij rood staan op een betaalrekening. Personen die weleens rood staan, denken dat ze hierover 7,3% rente moeten betalen, terwijl de actuele rentestand hiervoor rond de 13% ligt. Vorig jaar lag de actuele rente wat hoger, en schatte men ook een hogere rente in.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 21 17 Ingeschatte en feitelijke rente van rood staan en van een persoonlijke lening Wat is volgens u de gemiddelde rente die u moet betalen bij roodstaan op uw betaalrekening? % 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 september 2009 15 8,6 schatting rente door feitelijke rente (circa) personen die wel eens rood staan (N=291) september 2010 13 7,3 schatting rente door feitelijke rente (circa) personen die wel eens rood staan (N=268) Wat is volgens u de gemiddelde rente die u moet betalen bij een persoonlijke lening / consumptief krediet? % 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 september 2009 9,1 7 schatting rente door feitelijke rente (circa) personen die wel eens rood staan (N=291) september 2010 8,8 7 schatting rente door feitelijke rente (circa) personen die wel eens rood staan (N=268) Bij kennis van een lening of doorlopend krediet zien we een omgekeerd effect, men schat de hoogte van de rente vaak hoger in dan deze vaak daadwerkelijk is. Deze constatering vereist echter enige nuancering: er is een licht renteverschil tussen persoonlijke leningen en consumptieve kredieten, en daarbij hangt de hoogte van het rentepercentage van een krediet of lening af van de tijd van afsluiten. Wanneer dit bijvoorbeeld een paar jaar geleden is gebeurd, kan het rentepercentage sterk verschillen. 3.3 Lager opgeleiden denken minder baat te hebben bij financiële kennis Het aandeel Nederlanders dat actief op zoek gaat naar financiële informatie neemt met de tijd licht af. In september 2010 is dit 28%. Ook de behoefte aan extra informatie over de financiën is licht afgenomen, van 31% naar 27%.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 22 18 Op zoek naar financiële informatie Zoekt u weleens actief naar financiële informatie? Zou u gebaat zijn bij extra informatie over financiën? % % 80 80 70 72 71 66 70 60 50 60 50 56 53 40 30 28 29 34 40 30 27 31 20 20 17 17 10 10 0 0 ja nee ja nee weet niet september 2010 (N=1.046) mei 2009 (N=1.013) september 2009 (N=1.137) september 2010 (N=1.046) september 2009 (N=1.137) Het zoekgedrag staat in verband met opleidingsniveau: lager opgeleiden zoeken veel minder vaak naar financiële informatie (17%) dan hoger opgeleiden (45%). Lager opgeleiden zeggen ook minder vaak baat te hebben bij financiële informatie (16%) dan hoger opgeleiden (38%). In vergelijking met vorig jaar zijn personen met een niet gezonde financiële situatie vaker onzeker of men wel gebaat zou zijn bij extra financiële informatie. Degenen die wel een gezonde financiële situatie hebben, denken in vergelijking met vorig jaar minder gebaat te zijn bij financiële informatie. 19 Zou u gebaat zijn bij extra informatie over financiën? (per doelgroep) financiële situatie 2009 financiële situatie 2010 niet gezond N=221 wel gezond N=906 niet gezond N=210 wel gezond N=836 % % % % ja 35 30 30 26 nee 48 54 44 59 weet niet 17 16 26 15 3.4 Moeilijker om betrouwbare informatie te vinden Aan personen die weleens naar financiële informatie zoeken, is gevraagd of men moeite heeft te vinden wat men zoekt. Het grootste probleem is dat men niet weet welke informatie betrouwbaar en/of onafhankelijk is. Ook hebben relatief veel mensen moeite met de hoeveelheid aangeboden financiële informatie.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 23 20 Heeft u wel eens moeite om goede en relevante financiële informatie te vinden? (selectie: zoekt weleens informatie) ik weet niet welke informatie betrouwbaar en/of onafhankelijk is 24 30 31 ik vind te veel informatie en zie door de bomen het bos niet meer 17 21 23 ik vind tegenstrijdige informatie 16 19 23 de gevonden informatie is moeilijk te begrijpen 12 19 19 ik kan de informatie die ik zoek niet vinden 5 5 10 ik weet niet waar ik moet zoeken 5 7 9 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 % september 2010 (N=293) september 2009 (N=325) mei 2009 (N=338) De tegenstrijdigheid van de informatie en de vindbaarheid van de informatie vormen minder vaak een probleem dan bij de vorige meting. Aan personen die aangeven gebaat te zijn bij extra informatie over financiën, is gevraagd aan welke informatie men dan behoefte heeft. 21 Aan welke kennis of informatie over financiën heeft u dan behoefte? (selectie: is gebaat bij extra kennis/informatie) belastingen 53 64 de werking van bepaalde financiële produten 49 53 hoe ik met mijn geld en vermogen kan omgaan 37 43 vergelijkende informatie (vergelijkingssites) 40 39 inkomensondersteuning zoals toeslagen of financiële regelingen de aanbieders van bepaalde financiële producten beurs, aandelen en beleggen 21 20 25 27 30 35 hoe ik met mijn schulden kan omgaan 12 14 0 1 0 2 0 3 0 4 0 5 0 6 0 7 0 % september 2010 (N=284) september 2009 (N=348)

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 24 In vergelijking met vorig jaar is de behoefte aan informatie over concrete financiële zaken minder sterk. De interesse is nog steeds het grootst voor informatie over belastingen. Interessant zijn de verschillen in informatiebehoeften tussen personen met een gezonde financiële situatie en een niet gezonde financiële situatie. 22 Aan welke kennis of informatie over financiën heeft u dan behoefte? (selectie: is gebaat bij extra kennis/ informatie, per doelgroep) financiële situatie 2010 niet gezond N=62 wel gezond N=221 % % belastingen 55 52 de werking van bepaalde financiële producten 41 51 hoe ik met mijn geld en vermogen kan omgaan 40 37 vergelijkende informatie (vergelijkingssites) 33 42 inkomensondersteuning, zoals toeslagen of financiële regelingen 52 24 de aanbieders van bepaalde financiële producten 15 28 beurs, aandelen en beleggen 6 25 hoe ik met mijn schulden kan omgaan 37 5 Personen met een ongezonde financiële situatie zijn vaker gebaat bij informatie over inkomensondersteuning en hoe men met schulden kan omgaan. Personen met een gezonde financiële situatie zijn vaker geïnteresseerd in informatie over de aanbieders van financiële producten, de beurs, aandelen en beleggen.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 25 4. Online huishoudboekjes 4.1 Huishouduitgaven worden vooral met internetbankieren bijgehouden De meeste Nederlanders houden overzicht op de huishouduitgaven via internetbankieren. Een op de vijf bekijkt de uitgaven via papieren rekeningafschriften. Uit onderstaande tabel blijkt dat 11% geen overzicht bijhoudt over de uitgaven. 23 Op welke wijze houdt u overzicht over uw huishouduitgaven? geen in- MBO MBO HBO+ HBO+ gepen- totaal komen één twee één in- twee sio- uit inko- inko- komen inko- neerd arbeid men mens mens N=77 N=209 N=276 N=118 N=128 N=236 N=1.046 % % % % % % % ik bekijk mijn uitgaven via mijn online rekeningafschrift 69 70 69 74 81 61 69 ik bekijk mijn uitgaven via mijn papieren 19 21 17 19 17 27 20 rekeningafschrift ik sorteer mijn bonnen en rekeningen 21 21 14 17 11 15 16 ik verwerk mijn uitgaven in een Excelbestand 12 10 9 24 20 14 14 ik schrijf mijn uitgaven op in een boekje 12 10 7 4 7 9 8 ik maak gebruik van een offline boekhoudprogramma - 3 4 4 5 5 4 ik maak gebruik van een online huishoudboekje - 2 1 1 3 2 2 anders 11 5 5 6 8 5 6 ik heb geen overzicht over mijn uitgaven 12 10 15 8 5 10 11 Gepensioneerden bekijken relatief vaak hun uitgaven via papieren rekeningafschriften en minder vaak via internetbankieren. Hoger opgeleiden gebruiken vaker het internetbankieren en verwerken relatief vaak hun uitgaven in een Excelbestand. Degenen die hun huishouduitgaven opschrijven in een boekje, zijn het actiefst in het bijhouden van de uitgaven: 32% houdt de uitgaven dagelijks bij in het boekje, en 51% minimaal één keer per week. Van degenen die internetbankieren en hun bonnen en rekeningen sorteren, doet ook een ruime meerderheid dit minimaal één keer per week.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 26 24 Hoe vaak houdt u uw huishouduitgaven bij via opschrijven van uitgaven in een boekje (N=84) 32 51 3 12 2 internetbankieren (N=727) 12 57 21 9 1 sorteren van bonnen en rekeningen (N=169) 11 50 18 18 2 verwerken in een excelbestand (N=144) 13 38 12 28 8 offline boekhoudprogramma gebruiken (N=39) 16 27 24 19 13 bekijken papieren rekeningafschriften (N=212) 0 15 27 54 4 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% iedere dag > 1x per week > 1x per 2 weken > 1x per maand zelden of nooit Degenen die papieren rekeningafschriften bekijken en een offline boekhoudprogramma gebruiken, zijn het minst actief in het bijhouden van de huishouduitgaven. 4.2 Een derde wil gebruik maken van online huishoudboekje Verschillende instanties bieden tegenwoordig online huishoudboekjes aan. Dit zijn online tools, waarmee consumenten via hun bankrekening inzicht krijgen in hun inkomsten en uitgaven. Een online huishoudboekje kan uitgaven categoriseren, vergelijken met andere huishoudens, budgetten instellen en ervoor zorgen dat de consument automatisch spaart. Voorbeelden van online huishoudboekjes zijn TIM van ING en de Cashflow Manager van het Nibud. Ongeveer de helft van de Nederlanders is bekend met het bestaan van dergelijke huishoudboekjes. Voor driekwart van hen zijn concrete voorbeelden van online huishoudboekjes echter niet bekend. Online boekjes die het bekendst zijn, zijn TIM (9%), Cashflow Online (8%), Yunoo (8%) en simpelhuishoudboekje.nl (7%).

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 27 25 Welke online huishoudboekjes kent u? (N=520) % 100 TIM 9 90 Cashflow Online 8 80 70 Yunoo 8 60 50 50 % Simpelhuishoudboekje.nl ViewOnCash 2 7 40 30 Familyware 1 20 Familiekompas 1 10 0 algemene bekendheid online huishoudboekjes geen van deze 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 % 73 Momenteel maakt ongeveer 2% gebruik van een online huishoudboekje. Men geeft hierbij aan het boekje te gebruiken om na te gaan hoeveel geld men heeft besteed aan verschillende uitgaven. Het huidige gebruik is niet groot, maar hoe groot is de bereidheid om een online huishoudboekje te gaan gebruiken? 26 Stel dat u de mogelijkheid krijgt om een online huishoudboekje te gebruiken. Hoe groot is de kans dat u hier dan gebruik van gaat maken? (consumenten die geen gebruik maken van een online huishoudboekje; N=1029) tevredenheid huidige moeilijk/makkelijk kennis huidige totaal financiële situatie rondkomen financiële situatie tevreden ontevreden makkelijk moeilijk goed gemiddeld tot slecht % % % % % % % (heel) groot 30 50 29 39 45 28 33 noch groot, noch klein 20 27 19 24 25 31 22 (heel) klein 51 24 52 37 30 41 45 Een derde van de niet-gebruikers acht de kans groot tot redelijk groot dat men gebruik zou maken van een online huishoudboekje, wanneer men de mogelijkheid hiervoor krijgt. Het aandeel dat het boekje waarschijnlijk niet gaat gebruiken is echter groter (45%). Positief is wel dat het boekje doelgroepen lijkt aan te spreken die het boekje het meest nodig hebben: degenen die ontevreden zijn over hun huidige financiële situatie en degenen die moeilijk rond kunnen komen. Voor deze groepen zou het huishoudboekje als nuttige interventie kunnen fungeren. Minder positief is dat degenen die aangeven voldoende kennis van hun huidige financiële situatie te hebben, de kans groter achten het boekje te gaan gebruiken dan degenen die hier weinig kennis van hebben.

Publieksmonitor Wijzer in geldzaken 28 Daarnaast geven hoger opgeleiden (39%) en volwassenen tussen 25 en 49 jaar (40%) vaker aan waarschijnlijk gebruik te gaan maken van het online huishoudboekje. Gepensioneerden zijn minder gemotiveerd: 19% acht de kans (redelijk) groot dat men een dergelijke tool zal gebruiken. Waarom zou men een online huishoudboekje gebruiken? De voornaamste reden is dat men meer controle over de huishoudfinanciën wil. Ook spaarzin en het idee dat men te veel uitgeeft zijn veel genoemde redenen. In het antwoordpatroon zien we grote verschillen tussen personen met een gezonde financiële situatie en een ongezonde financiële situatie. 27 Waarom zou u (waarschijnlijk) wel gebruik willen maken van het online huishoudboekje? (selectie: degenen die de kans groot achten om van het boekje gebruik te gaan maken N=339) gezonde financiële situatie (n=255) ongezonde financiële situatie (n=84) totaal (n=339) % % % ik wil meer controle over mijn financiën 58 71 61 ik wil meer gaan sparen 32 35 33 ik heb het idee dat ik te veel uitgeef 17 32 20 mijn vaste lasten zijn hoger geworden 7 21 10 ik heb minder inkomsten 6 18 9 ik moet schulden aflossen 3 26 9 anders 21 5 17 Personen met een ongezonde situatie hebben meer redenen dan personen met een gezonde financiële situatie. Ze willen vaker controle over de financiën, en geven vaker aan te veel uit te geven, hogere vaste lasten te hebben en schulden te moeten aflossen. Bij de categorie anders vinden we geen significante eenduidige antwoorden terug. De voornaamste reden om het boekje niet te gaan gebruiken, is dat men al voldoende inzicht heeft in het uitgavenpatroon. Ook heeft ongeveer een kwart geen zin om het boekje te gebruiken en geeft 17% aan zich zorgen te maken om de schending van privacy (bang dat gegevens worden doorgegeven). 28 Waarom zou u (waarschijnlijk) geen gebruik willen maken van een online huishoudboekje? (selectie: degenen die de kans klein achten om van het boekje gebruik te gaan maken N=461) kennis huidige financiële situatie gemiddeld tot slecht (n=85) goed (n=376) totaal (n=461) % % % ik heb voldoende inzicht in mijn uitgavenpatroon 21 70 61 ik heb daar geen zin in 12 5 22 ik maak me zorgen om de schending van mijn privacy 13 7 17 ik heb daar geen tijd voor 14 6 8 ik vind dat te ingewikkeld 42 17 7 ik vind het niet nodig 16 18 6