Uitvoeringsregeling OER HZ Bedrijfskunde MER

Vergelijkbare documenten
Bedrijfskunde MER voltijd

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S Klas: CE 2b

UITVOERINGSREGELING Onderwijs- en Examenreglement OER HZ

Bedrijfskunde voltijd

Uitvoeringsregeling OER HZ Bedrijfseconomie

Bijlage A: Competenties van de opleiding

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Uitvoeringsregeling OER HZ Bedrijfseconomie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bijlagen onderwijs- en examenregeling associate degree-opleiding. Bijzondere bepalingen

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Portfoliobegeleidingsbijeenkomst. Centrale vraag. Hoe kan ik het leren op mijn werkplek zo. inrichten, dat ik mijn beroepscompetenties

Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.

Bestuurskunde/Overheidsmanagement

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Bijlagen 3 t/m 6 bij OER Academie Voor Deeltijd opleiding Communicatie

De 6 Friesland College-competenties.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Body of Knowledge and Skills Domein Bedrijfskunde en Agribusiness, opleiding Associate Degree B&A

Management & Organisatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Uitvoeringsregeling OER HZ Bedrijfskunde MER deeltijd

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

MODULEHANDLEIDING BM- Succesvolle Organisaties

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60

Onderwijs- en examenregeling

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Onderwijs- en examenregeling

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Bijlage A Competenties van de opleiding

BASISGEGEVENS. Naam. Contactpersoon. Dr. E.W.M. Gielen. Portfoliomanager & Organisatieontwikkeling Adacademies. Functie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Bedrijfseconomie (BE)

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Bantopa Terreinverkenning

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Uitvoeringsregeling OER HZ Human Resource Management

Vacature Business Development & Sales

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving.

Onderwijs- en examenregeling

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 160

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

Welkom bij Bedrijfskunde

Trends en Ontwikkelingen in HBO Onderwijs

Uitvoeringsregeling OER HZ Bedrijfskunde MER

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

FUNCTIEBESCHRIJVING DIVISIEMANAGER (M/V)

Toelating. Toelatingsonderzoek en deficiëntietoetsing 2016

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Statistieken voor vraag 2 : Wat is de omvang van uw organisatie?

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Profiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA

Keuzedeel mbo. Lean en creatief. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0512

Oriëntatie op ondernemerschap

MMVP. 3 MMVP2SLB1 1 O V/O 15

Domeincompetenties en Illustraties Law (versie december 2005)

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Onderwijs- en examenregeling

BACHELOROPLEIDING DEELTIJD

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

BEDRIJFSECONOMIE

NL COACH CONGRES 01/12/2017

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Competenties directeur Nije Gaast

Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool)

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Examenprogramma bedrijfseconomie en ondernemerschap havo

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Portfoliobegeleidingsbijeenkomst. Welkom

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Medewerker onderwijsontwikkeling

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Transcriptie:

Uitvoeringsregeling OER HZ 2017-2018 Bedrijfskunde MER Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Uitvoeringsregeling OER HZ 1.1 algemeen 1.1.1 De onderwijs- en exameegeling (OER HZ) omvat de kern van het onderwijs binnen de HZ. Dat document geeft een algemeen beeld van alle opleidingen die door de HZ worden verzorgd. De OER HZ bevat instellingsspecifieke bepalingen, die dus voor de gehele HZ gelden. Voor elke opleiding wordt jaarlijks door het college van bestuur een opleidingsspecifieke Uitvoeringsregeling OER HZ (hierna: Uitvoeringsregeling) vastgesteld. 1.2 opleidingscommissie 1.2.1 De opleidingscommissie wordt in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de vaststelling van de betreffende Uitvoeringsregeling advies uit te brengen aan het college van bestuur. 1.2.2 De opleidingscommissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van de onderwijs- en exameegeling en de betreffende Uitvoeringsregeling. 1.3 academiedirecteur 1.3.1 De betrokken academiedirecteur is verantwoordelijk voor: a. de uitvoering van de OER HZ; b. invulling en uitvoering van de Uitvoeringsregeling; c. jaarlijkse evaluatie ten behoeve van het college van bestuur van de OER HZ en de Uitvoeringsregeling, waarbij hij het tijdsbeslag weegt voor de studenten, dat daaruit voortvloeit ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast (art. 7.14 WHW); d. voorbereiding van aanpassingen van de Uitvoeringsregeling. Hoofdstuk 2 Uitvoeringsregeling OER HZ 2.1 Inschrijving, vooropleidingseisen en toelatingsbeleid 2.1.1 Overzicht nadere vooropleidingseisen (art. 2.3 OER HZ in aanvulling op de eisen zoals verwoord in artikel 2.2 OER HZ) 1

2.1.1a Bijzondere nadere vooropleidingseisen N.v.t. 2.1.1b Deficiëntie-onderzoek (art. 2.4 OER HZ) Voor studenten met een havo- of vwo-diploma van wie het profiel niet overeenkomt met de wettelijk gestelde eisen voor hun studierichting wordt de Schakelcursus Economie aangeboden. Deze studenten moeten de afsluitende toets die behoort bij de schakelcursus (met een voldoende) halen. Dat is een voorwaarde om te worden toegelaten tot de opleiding. Ook is deze schakelcursus geschikt voor aankomende studenten die vinden dat ze extra lessen kunnen gebruiken of voor studenten voor wie een Schakelcursus Economie (met voldoende toetsresultaat) door de HZ wordt geadviseerd of als voorwaarde wordt gesteld om te worden toegelaten tot een studie. De studiebelasting van de cursus is 40 uur, inclusief de lessen. Onderwerpen van de Schakelcursus: 1. Prijsmechanisme (vraag en aanbod), prijs- en inkomenselasticiteit, relatie prijselasticiteit en omzet 2. Marktvormen (monopolie, oligopolie, monopolistische concurrentie, volledig vrije mededinging) en bedrijfsstrategie 3. Balans en resultateekening, solvabiliteit en liquiditeit, kosten en uitgaven, opbrengsten en ontvangsten 4. Indexcijfers, procentuele veranderingen, groeivoeten 5. Conjuncturele groei en structurele groei; begrotingsbeleid overheid 6. Berekening van toegevoegde waarde, BBP, BNP enz. 7. Onderwerpen uit basisrekenen (afhankelijk van de vaardigheden van de deelnemende studenten) Voor informatie over aanmelding (deadline) en het online inschrijfformulier: zie hz.nl. Wordt niet voldaan aan de toelatingseisen voor de opleiding, en is de student op 1 september 21 jaar of ouder, dan kan deelgenomen aan een toelatingsonderzoek (21+ toets). De toets wordt afgenomen door Aob Compaz, een onafhankelijk testbureau. De 21+ toets aan (colloquium doctum) kan worden aangevraagd door bij het inschrijvingsverzoek op Studielink bij vooropleiding de optie Anders aan te geven en vervolgens te kiezen voor colloquium doctum (00601) (toelatingsexamen). De student kan zich voor de opleiding aanmelden tot 1 mei, dit betekent dat ook uiterlijk 1 mei in Studielink moet zijn aangegeven dat de student een toelatingsonderzoek wil afleggen. De test kan uiterlijk tot 1 juni worden afgelegd bij AOB Compaz. Als de student geslaagd is, moet de student de rapportage die de student van AOB Compaz ontvangt uiterlijk voor 1 september bij het Studentenbureau van de HZ hebben ingeleverd. 2.1.2 Aanvullende eisen (art. 2.5 OER HZ) n.v.t. 2

2.1.3 Toelatingseisen werkkring bij deeltijdopleiding (art. 2.6. OER HZ) n.v.t. 2.1.4 Toelatingseisen werkkring bij duale opleidingsvariant (art. 2.7. OER HZ) n.v.t. 2.2 Iichting opleiding en onderwijs 2.2.1 Opleidingsprofiel (art 3.2 OER HZ) Wij leiden studenten op tot pro-actieve beroepsbeoefenaars met een groot probleemoplossend vermogen. De bedrijfskundige handelingscyclus vormt in ons curriculum de rode draad. Het kunnen analyseren, diagnosticeren, verbeteren, implementeren en voortdurend meten van processen vormt hierbij het uitgangspunt. Het draait om procesoptimalisatie. Daarbij maken we gebruik van verschillende kennisdomeinen (zoals bijvoorbeeld organisatiekunde, (bedrijfs)economie en recht). Net zoals in de beroepspraktijk het geval is: problemen zijn al snel dusdanig complex van aard dat diverse kennisdomeinen nodig zijn om een oplossing te kunnen formuleren. Wij zien de bedrijfskundige als de bruggenbouwer die deze verschillende domeinen aan elkaar kan verbinden en die op het snijvlak van verschillende organisatieafdelingen partijen nader tot elkaar kan brengen. Gezien de (soms turbulente) ontwikkelingen in het beroepenveld waar wij voor opleiden, zijn in ons curriculum eerder rollen leidend die onze afgestudeerden aannemen, dan functies. Deze laatste zijn eerder aan veranderingen onderhevig. Bovendien past het bij een brede opleiding als BK MER om op te leiden voor het kunnen aannemen van meerdere rollen, en niet om op te leiden voor een beperkte set functies. We leiden op voor een divers beroepenveld: bedrijfsleven, overheid en maatschappelijke organisaties. We hebben hierbij, in samenspraak met vertegenwoordigers uit ons beroepenveld, de volgende rollen vastgesteld: de adviserende rol (waaronder de beleidsondersteunende rol) de leidinggevende/resultaatgerichte rol de onderzoeksrol Onderzoek is voor ons een dusdanig wezenlijk onderdeel dat dit ook bij de eerste twee genoemde rollen een belangrijke plaats inneemt. Wij bieden kleinschalig en persoonlijk onderwijs waarmee wij een hoge betrokkenheid bij het onderwijs nastreven van zowel studenten als docenten (HZ Instellingsplan 2013-2017). Om te ervaren hoe het is om te switchen tussen rollen en te schakelen tussen verschillende kennisdomeinen, werken we met authentieke bedrijfsopdrachten die vragen om een geïntegreerde benadering. Wij zijn ervan overtuigd dat door een geïntegreerde benadering van de verschillende kennisdomeinen we studenten beter toerusten voor hun rol(len) in het beroepenveld. Juist daarom hebben wij ervoor gekozen geen uitstroomprofielen op te nemen in ons curriculum. Door in te zetten op brede inzetbaarheid van onze studenten in een divers beroepenveld willen wij de kernbelofte uit het landelijk profiel waarmaken: Als student Bedrijfskunde MER ligt je focus op het verbeteren en vernieuwen van bedrijfsprocessen. Het beste uit organisaties en mensen halen is je passie. De opleiding leert je organisaties vanuit een brede visie te bekijken, waardoor je als bedrijfskundige, ondernemende en mensgerichte professional veelzijdig inzetbaar bent. Onderzoek 3

Om de bedrijfskundige handelingscyclus te kunnen doorlopen zijn onderzoeksvaardigheden en een onderzoekende houding onmisbaar. Wij hebben als doel dat onze studenten onderbouwd oplossingen kunnen formuleren voor een praktijkprobleem. Studenten moeten in een beroepssituatie kunnen participeren in een onderzoek en daarbij kritisch zijn op de producten (adviezen) die worden opgeleverd. Kennis vanuit onderzoek uitgevoerd door anderen moet door studenten aan een kritische reflectie worden onderworpen voordat deze in het eigen (onderzoeks)project wordt toegepast. De onderzoeksopdrachten concentreren zich op vraagstukken op het gebied van procesoptimalisatie. Daarbij ligt de nadruk bij Operations Management (kernvakgebied). Daarbij wordt de combinatie gezocht met de twee andere kernvakgebieden van Bedrijfskunde MER: Organisatiekunde (met name gericht op implementatievraagstukken) en MIS (als het gaat om het meetvraagstuk en het iichten van een bijbehorend informatiesysteem). Binnen onze opleiding is het zelfstandig kunnen opzetten en uitvoeren van een onderzoek geen doel op zich. Studenten moeten, op kleine schaal, wel zelfstandig onderzoek doen om te kunnen doorgronden hoe onderzoek gebruikt kan worden om praktijkproblemen op te lossen en te weten welke methoden in welke situatie toegepast kunnen worden. Voor ons is het principe Build Measure Learn cruciaal. We brengen studenten bij dat werken aan procesoptimalisatie een cyclus is. De bedrijfskundige handelingscyclus moet volledig uitgevoerd kunnen worden. Internationalisering Veel organisaties die deel uitmaken van ons beroepenveld opereren in meer of mindere mate op een internationaal speelveld of worden hierdoor beïnvloed. Dat kan zijn omdat ze klanten en/of toeleveranciers hebben in het buitenland of bedrijven adviseren die werken met internationale partners. Het kan ook zo zijn dat de organisatie deel uitmaakt van een concern met een hoofdkantoor in het buitenland. Ook geldt dat organisaties te maken hebben met internationale recht- en regelgeving. We willen studenten vertrouwd maken met deze internationale context. Zo moeten de studenten de Engelse taal in een beroepssituatie toe kunnen passen. Daarom vormt Engels een leerlijn in ons curriculum. Ook besteden wij aandacht aan globalisering en cultural awareness. Bovendien stimuleren we studenten deel te nemen aan een exchange programma met één van onze internationale partners. 2.2.2 Competenties (art 3.2 OER HZ) Met ingang van studiejaar 2017-2018 wordt gestart met een nieuw curriculum. Dit curriculum is gebaseerd op een andere set competenties dan de studenten die zijn ingestroomd in 2016-2017 of eerder. De set competenties die voor studenten geldt die starten in studiejaar 2017-2018 vertoont grote overlap met de set competenties die geldt voor studenten die eerder startten met de opleiding. Dit wordt aan het eind van deze paragraaf nader toegelicht. Competenties die gelden voor studenten die starten in studiejaar 2017-2018 De competenties zijn afkomstig uit het BK MER-competentieprofiel zoals opgesteld door het Landelijk Opleidingsoverleg Bedrijfskunde MER. We onderscheiden taakcompetenties en generieke competenties. Taakcompetenties De taakcompetenties zijn afgeleid van de bedrijfskundige handelingscyclus: 4

Figuur 1: Koppeling competenties aan de bedrijfskundige handelingscyclus (Landelijk Opleidingsoverleg Bedrijfskunde MER (LOO BKM), 2014) 1 Bedrijfskunde MER kent vijf taakcompetenties. Deze taakcompetenties zijn vervolgens uitgeschreven op drie niveaus: beginner, gevorderd en competent. De niveaus zijn gekoppeld aan de piramide van Miller 2 waarin beroepsbekwaamheid in vier lagen worden weergegeven: Beginner - Vakkennis, vakvaardigheid (Weten) en kennis toepassen in theoretisch probleem of praktische routine vaardigheid (Weten hoe). Zelf basiskennis kunnen opzoeken en toepassen op cognitief niveau in relatief eenvoudige opdrachten, in een beheersbare en voorspelbare context. Theoretische begrippen kennen en aan elkaar kunnen relateren. Gevorderd Laten zien van competent gedrag in realistische, maar voorspelbare situatie (Tonen). Verworven én niet parate, maar opspoorbare basiskennis, kunnen toepassen in verschillende praktijksituaties. Competent Laten zien van competent gedrag in de onvoorspelbare beroepspraktijk (Doen). Verworven én niet parate, maar opspoorbare basiskennis zelfstandig kunnen toepassen in complexe praktijksituaties. Passend bij de situaties (modellen), eigen zelfstandige toepassingen kunnen geven. 1 Landelijk Opleidingsoverleg BK MER (LOO BK MER). (2014). Opleidingsprofiel van de Bacheloropleiding Bedrijfskunde MER. Competentieprofiel van de HBO-Bacheloropleiding. Arnhem: Auteur. 2 Miller, G.E. (1990). The assessment of clinical skills/competence/performance. Academic Medicine, 65 (9, September Supplement), 63-67. 5

De leidraad voor ons curriculum vormen de vijf taakcompetenties uitgeschreven op de hiervoor aangegeven drie niveaus: Taakcompetentie 1: probleemherkenning De bedrijfskundige is in staat om problemen van organisatorische aard te herkennen, te formuleren en consistent operationeel uit te werken tot een organisatievraagstuk en dit bij beslissers onder de aandacht te brengen. Beginner Gevorderd Competent Je kunt een eenvoudig bedrijfskundig probleem onderkennen. Je beoordeelt of er voldoende informatie is. Je kunt een bedrijfskundig probleem onderkennen. Je gaat hierbij op zoek naar aanvullende informatie. Je betrekt hierbij meerdere informatiebronnen. Je kunt een complex bedrijfskundig probleem vanuit integraal perspectief onderkennen. Je maakt hierbij gebruik van gevalideerde (wetenschappelijke) bronnen. Taakcompetentie 2: diagnose De bedrijfskundige is door onderzoek in staat een diagnose te stellen over de effectiviteit van een organisatie en de achtergronden, oorzaken en samenhangen van het disfunctioneren. Beginner Gevorderd Competent Je kunt voor een eenvoudig bedrijfskundig probleem mogelijke oorzaken identificeren en beoordelen. Je maakt hierbij gebruik van een eenvoudige bedrijfskundige analysetechniek en je werkt vooral met routines en krijgt instructies. Je kunt voor een bedrijfskundig probleem mogelijke oorzaken en dwarsverbanden identificeren en beoordelen. Je werkt daarbij met meerdere bedrijfskundige analysetechnieken, volgens richtlijnen en procedures in complexe situaties. Je past bekende methoden aan wisselende situaties aan. Je kunt voor een complex bedrijfskundig probleem vanuit integraal perspectief mogelijke oorzaken en dwarsverbanden identificeren, ontleden en tot de kernpunten terugbrengen met behulp van meerdere bedrijfskundige analysetechnieken. Je analyseert zelfstandig problemen, vragen en knelpunten in complexe situaties, ontwikkelt nieuwe procedures of aanpakken, gebruikt creativiteit in het aanpakken en uitvoeren van opdrachten. 6

Taakcompetentie 3: (her)ontwerpen De bedrijfskundige is in staat om de effectiviteit van een organisatie te verbeteren door op basis een programma van eisen en evidence based practice bedrijfsprocessen te (her) ontwerpen. Beginner Gevorderd Competent Je kunt met gegeven technieken en methoden voorstellen doen ter verbetering en vernieuwing van bedrijfsprocessen en structuren beschrijven. Je kunt creatieve ideeën genereren en selecteren, waardoor oplossingen worden ontwikkeld en je kunt deze toepassen om bedrijfsprocessen en structuren te verbeteren, rekening houdend met kwaliteitscriteria. Taakcompetentie 4: veranderen De bedrijfskundige is in staat om (complexe) veranderingsprocessen vorm te geven en te (bege)leiden, waardoor de gewenste situatie voor de organisatie wordt gecreëerd. Hij hanteert hierbij een integrale en op draagvlak gerichte aanpak. Je kunt (een combinatie van) nieuwe kennis en mogelijkheden toepassen om bedrijfsprocessen en structuren op organisatieniveau te verbeteren en te vernieuwen, zodanig dat de organisatie haar doelstellingen nu en in de toekomst kan bereiken. Beginner Gevorderd Competent Je kunt een eenvoudige bedrijfskundige verandering planmatig opzetten met gegeven methodes. Je kunt slaag- en faalfactoren identificeren en maatregelen benoemen. Je draagt verantwoording voor het eigen takenpakket en formuleert doelen. Je legt over de voortgang verantwoording af. Je kunt een bedrijfskundige verandering planmatig opzetten en begeleiden. Je kunt diverse passende veranderstrategieën formuleren en onderbouwen. Je zet eigen trajecten uit en onderhandelt over de trajecten. Je legt verantwoording af over keuzes en resultaten (weegt deze af met een termijnperspectief). Je kunt pro-actief een complexe bedrijfskundige verandering planmatig opzetten en begeleiden, waarbij tegenstrijdige belangen een rol spelen. Je draagt zorg voor de implementatie en borging van de oplossing. Je verantwoordt op professionele wijze de informatieverzameling, theoriekeuze/ vorming en de gekozen oplossingen naar de opdrachtgever en naar collega s. Taakcompetentie 5: evalueren De bedrijfskundige is in staat om door onderzoek de effectiviteit van verbeteracties te beoordelen en advies te geven over eventueel vervolgonderzoek. De evaluatie is gericht op de juistheid van de diagnose, oplossingsrichting (ontwerp) en de implementatie. Beginner Gevorderd Competent Je kunt een verbeteractie/ maatregel/ beleid/project beoordelen volgens een gegeven bedrijfskundig model en aanbevelingen doen ter verbetering. Je kunt een verbeteractie/ maatregel/ beleid/project beoordelen met toepassing van bedrijfskundige modellen en aanbevelingen doen voor vervolgonderzoek. Je kunt een verbeteractie/ maatregel/beleid/project beoordelen en stelt een integraal advies op ter verbetering inclusief vervolgonderzoek. In paragraaf 2.2.4 wordt in de tabellen verwezen naar bovenstaande taakcompetenties met TC1, TC2, TC3, TC4 en TC5. 7

Generieke competenties Bij de uitoefening van zijn/haar taken doet de bedrijfskundige ook een beroep op de volgende generieke competenties. Deze generieke competenties dekken tevens de BBA-Standaard. Generieke competentie 1: Methodisch handelen Je bent in staat in een (multidisciplinaire) omgeving methoden en technieken op het gebied van onderzoek en projectmanagement te selecteren en toe te passen voor het doelgericht aanpakken van organisatievraagstukken. Generieke competentie 2: Schakelen en verbinden Je bent in staat om bij de aanpak van bedrijfskundige vraagstukken te schakelen tussen en verbindingen te maken tussen de verschillende functionele gebieden en niveaus. Je hanteert hierbij een integrale aanpak en werkt multi- en interdisciplinair vanuit verschillende rollen. Generieke competentie 3: Adviseren Je bent in staat veranderingen of verbeteringen aan te bevelen, waarmee de opdrachtgever en de overige stakeholders geholpen zijn, gericht op de effectiviteit van de organisatie. Generieke competentie 4: Innoveren Je bent in staat met een onderzoekende en nieuwsgierige geest nieuwe en originele ideeën te signaleren, genereren en uit te voeren bij de vernieuwing van strategie, producten, processen en markten. Generieke competentie 5: Samenwerken/netwerken Je kunt (internationale) samenwerkingscontacten aangaan gericht op het behalen van gemeenschappelijke doelstellingen en profileert en legitimeert zich binnen die contacten. Je kunt relaties, allianties en coalities binnen en buiten de eigen organisatie ontwikkelen en bestendigen en deze benutten voor het verkrijgen van informatie, steun en medewerking. Generieke competentie 6: Communiceren De bedrijfskundige kan, zowel in de Nederlandse als Engelse taal, ideeën, meningen, standpunten en besluiten begrijpelijk mondeling verwoorden en afstemmen op de toehoorder en in begrijpelijke en correcte taal op schrift stellen en afstemmen op de lezer. Generieke competentie 7: Verantwoord handelen De BKM-professional is zich bewust van de ethische aspecten van de context waarin hij opereert, en signaleert maatschappelijk, cultureel en moreel gevoelige punten en past zijn gedrag en/of zijn adviezen hierop aan. Generieke competentie 8: Professionaliseren De bedrijfskundige is in staat via de weg van reflectie zich professioneel te blijven ontwikkelen en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de organisatie en de beroepsgroep door opgedane kennis te borgen, over te dragen en te verspreiden. Generieke competentie 9: ICT-vaardig De bedrijfskundige is in staat om ICT-applicaties en ICT-toepassingen effectief en efficiënt in te zetten in de uitvoering van zijn professionele taken en/of toe te passen bij het verbeteren van bedrijfsprocessen. In paragraaf 2.2.4 wordt in de tabellen verwezen naar bovenstaande generieke competenties met GC1, GC2, GC3, GC4, GC5, GC6, GC7, GC8 en GC9. 8

Competenties die gelden voor studenten die gestart zijn in studiejaar 2016-2017 of eerder De opgestelde Business Administration (BA) domeincompetenties liggen ten grondslag aan het BK MERcompetentieprofiel. Elke BK MER-bachelor beheerst na afronding van zijn opleiding de volgende BA-domeincompetenties: Beroepscompetenties Niveau 1 2 3 1 Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken * en ketens. 2 Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. 3 Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. * * 4 Iichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. 5 Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. 6 Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. * * * De niveau-aanduiding houdt het volgende in: Competentieniveau Complexiteit Verantwoordelijkheid 1 e niveau 2 e niveau 3 e niveau Werkt met routines Krijgt instructies, volgt aansturing door leidinggevende. Werkt met richtlijnen en procedures in complexe situaties Verdiept zich in vraagstukken van complexiteit in het werk. - Analyseert problemen, vragen en knelpunten in complexe situaties - Ontwikkelt zelf nieuwe procedures of nieuw plan van aanpak; gebruikt creativiteit in het aanpakken van opdrachten. Draagt verantwoording voor eigen takenpakket, formuleert doelen Legt over voortgang verantwoording af. Zet eigen trajecten uit, onderhandelt over de trajecten Legt over verantwoording af over keuzes en resultaten (weegt deze af met een termijnperspectief). Werkt proactief Verantwoordt op professionele wijze de informatieverzameling, theoriekeuze/ vorming en de gekozen oplossingen naar de opdrachtgever en naar collega s (staat daarbij open voor kritisch oordeel). Naast de zes hiervoor belichte domeincompetenties (competentie 1 t/m 6) kent BA nog twee niet vakinhoudelijk getinte competenties (competentie 7 en 8). Daar wordt de (HZ) onderzoekscompetentie (competentie 9) nog aan toegevoegd. De competenties zijn als volgt uitgewerkt: 9

Competentie 1: Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 1. Uitwisselen van kennis en visies met relaties binnen de relevante netwerken en ketens om te komen tot nieuwe visies op activiteiten of ideeën om bestaande activiteiten te verbeteren. 2. en van het strategisch beleid aan de eisen vanuit de omgeving en het voorstellen van aanpassingen van het beleid aan de (maatschappelijke en wettelijke) eisen. 3. Vertalen van ontwikkelingen, trends in de externe omgeving naar het strategisch beleid van de organisatie, het netwerk of de keten. 4. Ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en bijstellen van strategisch beleid en operationele beleidsplannen voor de organisatie. 5. Communiceren met de interne en externe belanghebbenden, gericht op het bevorderen van toekomstgericht denken, in alle niveaus in de organisatie/binnen relevante netwerken en ketens. Competentie 2: Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. 1. Vertalen van het strategische of politieke beleid van de organisatie naar tactisch beleid voor een organisatie of functionele eenheid daarvan, en van daaruit adviseren naar het management. 2. Evalueren van beleid en voorstellen doen voor het bijstellen van beleid, plannen en maatregelen voor de organisatie of voor de functionele eenheid. 3. Consulteren van en communiceren met interne en externe stakeholders, zoals politieke ambtsdragers, tactisch en operationeel management, werknemersvertegenwoordigingen, financiers, aandeelhouders, burgers, klanten en belangenorganisaties of andere belanghebbenden. 4. Participeren in diverse interne en externe overlegsituaties of optreden als penvoerder of directiesecretaris. Competentie 3: Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. 1. Meewerken aan het Human Resource Management (HRM-) beleid van organisaties: consequenties kunnen aangeven van organisatieveranderingen voor het personeel. 2. Toepassen van HRM- instrumenten, waaronder het afnemen van interviews en het voeren van sollicitatie-, resultaat-, ontwikkelings- en exitgesprekken met medewerkers. 3. Maken van een personeelsplan met hierin aangegeven de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan personeel. 10

Competentie 4: Iichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. 1. Managen van projecten en verbeteren van bedrijfsprocessen. 2. Onderzoeken, analyseren, vaststellen en verbeteren van bedrijfsprocessen, kwaliteitseisen en criteria. 3. Adviseren met betrekking tot kwaliteitsverbetering. 4. Beheersbaar maken van organisatieprocessen, bijvoorbeeld door: het ontwikkelen van procedures en door regelgeving vast te leggen (vanuit een integraal juridisch, economisch en management perspectief), het maken van organisatie-en procesbeschrijvingen. 5. Gebruik maken van formele en informele communicatienetwerken als informatiebron ter ondersteuning van besluitvorming. 6. Ontwikkelen van een duurzame relatie met interne en externe klanten. 7. Vervullen van brugfunctie tussen de verschillende (hiërarchische) niveaus en afdelingen, bijvoorbeeld door belangentegenstellingen tussen afdelingen voor de organisatie productief maken, creëren van synergie in de samenwerking tussen afdelingen. Competentie 5: Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. 1. Opstellen van een omgevingsanalyse, uitgewerkt in kwaliteitsrapporten, financiële en juridische risicoanalyses. 2. Het opstellen en bewaken van budgetten. 3. Adviseren over aanpassingen in kostenstructuur, vermogenspositie, contractsbeheer. 4. Implementeren van verbetervoorstellen op het terrein van bedrijfsprocessen rondom inkoop, acquisitie, productie, dienstverlening, klantcontacten, bedrijfscommunicatie, verkoop, interne organisatie, etc. 5. Leiden van kwaliteitsprojecten. 6. Optreden als spin in het web in de eigen organisatie, en als intermediair tussen de eigen organisatie en externe organisaties, afnemers en aanbieders. Competentie 6: Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. 1. Onderzoeken van de veranderingsbehoeften en -noodzaak (bewustwording en bewustmaking). 2. Vaststellen van de gewenste uitkomsten van het veranderproces. 3. Diagnosticeren van de veranderingsbereidheid. 4. Ontwikkelen van een veranderstrategie, een interventieplan en de communicatiestrategie. 5. Opstellen van een veranderplan met fasering, activiteiten, tijdspad. 6. Iichten van de projectorganisatie en van de communicatiekanalen. 7. Begeleiden van het veranderingsproces. 8. Evalueren en zo nodig bijstellen van het proces. 11

Competentie 7: Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). Onderdeel 1: Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en iichting van de organisatie. 1. Multidisciplinariteit en interdisciplinariteit. 2. Klantgerichtheid. 3. Collegialiteit. 4. Leidinggeven. Onderdeel 2: Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. 1. Het opstellen en schrijven van plannen en notities. 2. Informeren. 3. Overleg voeren. 4. Draagvlak creëren. 5. Stimuleren. 6. Motiveren. 7. Overtuigen. 8. Verwoorden van besluiten. Competentie 8: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 1. Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken. 2. Initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit. 3. Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen dit wijst op betrokkenheid en op kritische zelfbeoordeling. 4. Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen. 5. Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. 12

Competentie 9: De bedrijfskundige stelt een onderzoeksvraag op, bedenkt een methode om daarop een antwoord te krijgen, verzamelt en analyseert gegevens, formuleert een antwoord op de onderzoeksvraag en doet verslag aan derden van het gehaal aan activiteiten en bevindingen. Deeltaak 1 Onderzoek voorbereiden: Een voorstel doen voor (toegepast) onderzoek en een onderzoek opzetten voor het oplossen van problemen in praktijksituaties. 1.1 Je kunt een probleemstelling formuleren (het geheel van probleemschets, onderzoeksvraag en doelstelling). 1.2 Je kunt bronnenonderzoek uitvoeren. Deeltaak 2 Deeltaak 3 Deeltaak 4 1.3 Je kunt een onderzoek opzetten en dit vastleggen in een onderzoeksvoorstel (= plan van aanpak voor onderzoek). Onderzoek uitvoeren: Onderzoek uitvoeren zoals beschreven in het onderzoeksvoorstel, voortgang en kwaliteit monitoren en waar nodig bijsturen. 2.1 Je kunt de benodigde data verzamelen en de verzamelde gegevens op geschikte wijze verwerken tot informatie, zodat zinvolle interpretatie mogelijk wordt. 2.2 Je kunt voortgang en kwaliteit van de uitvoering monitoren en bijsturen indien nodig en de kwaliteit van het resultaat toetsen aan de gestelde eisen. Onderzoek afronden: De verzamelde en gestructureerde gegevens interpreteren en conclusies trekken ten aanzien van de onderzoeksvraag. Resultaten en het proces evalueren en hiervan verslag doen. Leerdoel 3.1 Leerdoel 3.2 Onderzoekshouding Leerdoel 4.1 Je kunt betekenis verlenen aan de gevonden en verwerkte gegevens. Je kunt over onderzoek rapporteren. Je kunt je gedrag aanpassen aan bij onderzoek horende normen, beroepsethiek, attitude en verantwoordelijkheden. Overlap competentieprofiel behorend bij het curriculum dat start in 2017-2018 en eerdere curricula In feite is competentie 4 (operations management) uit het oude competentieprofiel nu de leidraad voor de taakcompetenties (TC 1 t/m TC 5) van het nieuwe competentieprofiel waar de bedrijfskundige handelingscyclus en het verbeteren van processen centraal staat. Competentie 1 en 5 (management informatie(systemen)) en competentie 6 (organisatiekunde) uit het oude curriculum zijn verweven in TC 1 t/m TC 5 omdat informatie en kennis over opstellen en begeleiden van veranderplannen onontbeerlijk zijn bij een procesoptimalisatieproces. 13

2.2.3 Iichting opleiding (art 3.3, 3.13, OER HZ) Iichting van de opleiding: Nationale Bedrijfskunde MER naam: Internationale Business Management Studies naam: Verleende Bachelor, Bc graad: Verleende titel: Bachelor of Business Administration Studieduur: 4 jaar Studielast 60 EC propedeutische fase: Studielast 180 EC hoofdfase: Variant: Voltijd Croho-code: 34139 Locatie: Vlissingen Voertaal: Nederlands Datum begin 01-01-2011 accreditatie: Vervaldatum 31-12-2016 accreditatie: Datum 01-01-2019 verlenging: Associate n.v.t. degree: Gezamenlijke n.v.t. opleiding: Versneld HBO n.v.t. (Vwo) traject 14

Geldend voor studenten die starten in studiejaar 2017-2018: Jaar 4 Jaar 3 Jaar 2 Jaar 1 Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Value management Sociale innovatie & Afstuderen: Accounting, Economie, organisatieontwikkeling Procesoptimalisatie Kwantitatieve methoden, Organisatiekunde MIS, Operations management, Organisatiekunde Strategisch management, MIS, TC 2, TC 3 en TC 4 (competent) TC 3 + TC 1, TC 2, TC 4 en/of TC 5 (competent) Operations management TC 1, TC 2 en TC 5 (competent) 15 EC 15 EC 30 EC Meewerkstage of Minor 30 EC Ondernemerschap Corporate Finance, Bedrijfsethiek, Marketing, Recht, Strategisch Management, Organisatiekunde TC 1 t/m TC 5 (gevorderd) 15 EC Big data, kenniseconomie & innovatie Economie, Marketing, MIS, Organisatiekunde TC 1, TC 2 en TC 3 (gevorderd) 15 EC Integrale kwaliteits- en verbetercyclus (CU20873) Operations management, Organisatiekunde, Corporate finance, Accounting TC 1 t/m TC 5 (beginner) 13,75 EC Business English 1 (CU10640) 1,25 EC Zicht op jezelf en de (bedrijfs)omgeving (CU20874) Economie, Marketing, Strategisch management, Recht, Kwantitatieve methoden TC 1 en TC 2 (beginner) 13,75 EC Business English 2 (CU10641) 1,25 EC Globalisation & cultural awareness Bedrijfsethiek, Economie, Recht, Strategisch Management, Organisatiekunde TC 1, TC 2 en TC 4 (gevorderd) 15 EC Ontwerpen van bedrijfsprocessen (CU20875) Operations management, Organisatiekunde, MIS, Accounting TC 3 (beginner) 13,75 EC Business English 3 (CU10642) 1,25 EC Meewerkstage of Minor 30 EC SMART Services Advies: Risicobeheersing, governance & compliance Corporate Finance, Accounting, Kwantitatieve methoden, Recht, MIS, Operations management TC 1, TC 2 en TC 5 (gevorderd) 15 EC Organisaties in beweging (CU22331) Organisatiekunde, Bedrijfsethiek, Accounting TC 4 en TC 5 (beginner) 13,75 EC Business English 4 (CU10643) 1,25 EC 15

Geldend voor studenten die zijn gestart in het schooljaar 2016-2017: 16

Geldend voor studenten die zijn gestart in het schooljaar 2015-2016: 17

Geldend voor studenten die zijn gestart in studiejaar 2014-2015 of eerder: 18

2.2.4 Cursussen propedeutische fase (art 3.5, 3.11 OER HZ) Semester 1 / Blok 1 CU20873 Titel: Integrale Kwaliteits- en Verbetercyclus Aantal EC: 13,75 Aantal contacturen: 90 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Een afgestudeerde Bedrijfskunde MER-student kan in heel veel soorten organisaties werken: een profit- of een non-profitorganisatie, eenvoudig of complex. Ongeacht in welke organisatie je gaat werken en in welke functie, je krijgt te maken met verschillende werkprocessen. Als goede professional kun je deze werkprocessen herkennen, diagnosticeren, ontwerpen, veranderen en evalueren. Hiervoor heb je kennis en vaardigheden nodig op het gebied van organisatiekunde, operations management, accounting, corporate finance en onderzoek. Om een adviesrapport te kunnen uitbrengen moet je schriftelijk taalvaardig zijn en kunnen omgaan met het programma Word. Vorm Inhoud 3 Wegings factor na ontvangs 1 X X Schriftelijke toets Spelling & Grammatica GC 6 10% 5,0 39 41 44 46 2 X X Schriftelijke toets Financiële Overzichten TC 1 25% 5,0 40 41 44 46 (beginner) 3 X X X Criterium gericht interview (n.a.v. portfolio) TC 1 t/m TC 5 (beginner) + GC 1, GC 3 en GC 9 65% 5,5 41 41 44 46 3 De vermelde nummers verwijzen naar de deeltaken die horen bij de competenties die gelden voor studenten die zijn gestart in studiejaar 2017-2018 (deze zijn te vinden op pagina 6 t/m 8). 19

Semester 1 / Blok 1 CU10640 Titel: Business English 1 Aantal EC: 1,25 Aantal contacturen: 12 Verplicht: Ja Voertaal: ENG Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus wordt aandacht besteed aan: 1. Het lezen en begrijpen van algemene economische en opleidingsgerelateerde teksten en documenten. 2. Het bijhouden van een blog over de eigen studie en opleiding. 3. Het verwerven van relevante woordenschat en bijhouden van een logboek hiervan. Het vervolg op deze cursus is 10641. Vorm Inhoud Wegingsfactor na ontvangst 1 X X Schriftelijke eindtoets lezen, schrijven en woordenschat GC 6 50% 5,5 43 43 44 44 2 X X X Blog writing GC 6 40% 6,0 DL 4 DL DL DL 3 X X Reading portfolio GC 6 10% 6,0 DL DL DL DL 4 DL = doorlopend 20

Semester 1 / Blok 2 CU20874 Titel: Zicht op jezelf en op de (bedrijfs-)omgeving Aantal EC: 13,75 Aantal contacturen: 120 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus leert de student de bedrijfsomgeving kennen en leert over de invloed van deze omgeving op het bedrijf. Hierbij wordt ook de basis gelegd voor de juridische context waarin in bedrijf opereert. De technieken om inzicht in de bedrijfsomgeving te krijgen, worden ook toegepast in het kijken naar zichzelf en naar het functioneren van de groep waarvan de student deel uitmaakt. Vorm Inhoud Wegings factor 1 X X Casustoets contracteecht en aansprakelijkheidsrecht 2 X X Paper integrale bedrijfstakanalyse inclusief onderzoek 3 X X Macro-economische omgeving inclusief beschrijvende statistiek 4 X X Portfolio assessment van groepsdynamica en zicht op jezelf (inclusief plan HZ Personality) na ontvangs TC 1 (beginner) 15% 5,5 48 50 4 6 TC 1 en TC 2 (beginner) 25% 5,5 49 51 4 6 TC 1 (beginner) 30% 5,5 2 3 4 6 + GC 1 GC 5 en GC 8 30% 5,5 2 3 4 6 21

Semester 1 / Blok 2 CU10641 Titel: Business English 2 Aantal EC: 1,25 Aantal contacturen: 12 Verplicht: Ja Voertaal: ENG Voorwaarden voor deelname: Voldoende resultaat bij CU10640 of aantoonbaar B1 niveau Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus wordt aandacht besteed aan: 1. Het lezen en begrijpen van advertenties voor functies in het beroepenveld. 2. Het schriftelijk uitwerken en mondeling presenteren van een passend beroepsprofiel. 3. Het voeren van beroepsgerichte conversaties met inachtneming van basale sociale omgangsvormen.4. Het verwerven van relevante woordenschat en bijhouden van een logboek hiervan. Het vervolg op deze cursus is CU10642. Vorm Inhoud (op basis va de synopsis) Wegingsfactor na ontvangst 1 X X Schriftelijke eindtoets vocabulaire GC 6 30% 5,5 2 3 4 4 2 X X X Mondelinge eindtoets conversation + job description GC 6 50% 5,5 2 3 4 4 3 X X Homework Assignments GC 6 20% 6,0 2 Nvt 4 Nvt 22

Semester 2 / Blok 3 CU20875 Titel: Ontwerpen van processen Aantal EC: 13,75 Aantal contacturen: 80 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Als veelzijdige professional ligt je focus op het verbeteren en in sommige gevallen zelfs vernieuwen van bedrijfsprocessen. Je weet hoe je bedrijfsprocessen moet ontwerpen en hoe je deze, door middel van informatie, kunt beheersen. Doordat processen dwars door de hele organisatie lopen, krijg je te maken met verschillende afdelingen. Je bent constant op zoek naar manieren om processen effectiever en efficiënter te laten verlopen. Je onderzoekt hoe je de verschillende afdelingen hierbij kunt ondersteunen door aan te geven welke overbodige stappen (die geen waarde toevoegen) geschrapt kunnen worden en welke andere verbeteringen doorgevoerd kunnen worden. Je helpt de organisatie de processen beter beheersbaar te maken. Vorm Inhoud Wegings factor 1 X X X Portfolio Assessment TC 3 (beginner) + GC 1, GC 3, GC 4, GC 5 en GC 9 na ontvangst 100% 5,5 13 13 15 15 23

Semester 2 / Blok 3 CU10642 Titel: Business English 3 Aantal EC: 1,25 Aantal contacturen: 12 Verplicht: Ja Voertaal: ENG Voorwaarden voor deelname: Voldoende resultaat bij CU10640 en CU10641 of aantoonbaar B1 niveau Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus wordt aandacht besteed aan: 1. Het lezen, interpreteren en begrijpen van business trends. 2. Het gedetailleerd beschrijven en mondeling presenteren van business trends. 3. Het verwerven van relevante woordenschat. Het vervolg op deze cursus is CU10643. Vorm 1 X X Schriftelijke eindtoets - Describing Trends + Vocabulary Inhoud (op basis van de synopsis) Wegingsfactor na ontvangst GC 6 100% 5,5 14 14 15 15 24

Semester 2 / Blok 4 CU22331 Titel: Organisaties in beweging Aantal EC: 13,75 Aantal contacturen: 120 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus leert de student hoe organisaties zich aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Organisaties worden soms gedwongen om snel te veranderen. In dat geval is er meestal sprake van een top-down verandering, waarbij de directie de richting en het einddoel aangeeft. Is een verandering niet dringend, dan kan deze worden ingezet als een zoekproces, waarbij alle stakeholders een bijdrage leveren voor wat betreft richting en resultaat. Vorm Inhoud Wegings factor 1 X X Intake en Analyse TC 4 (beginner) GC 2, GC 6 en GC 7 2 X X Intakegesprek TC 4 GC 2, GC 6 en GC 7 3 X X Adviesrapport TC 4 en TC 5 (beginner) GC 1, GC 3, GC 5, GC 6 en GC 7 4 X X Effectuering HZ Personality GC 2, GC 5 en GC 8 na ontvangs 15% 5.5 17 19 25 26 25% 5.5 20 21 25 26 50% 5,5 23 24 26 27 10% 5,5 23 24 26 27 25

Semester 2 / Blok 4 CU10643 Titel: Business English 4 Aantal EC: 1,25 Aantal contacturen: 12 Verplicht: Ja Voertaal: ENG Voorwaarden voor deelname: Voldoende resultaat bij CU10640, CU10641 en CU010642, of aantoonbaar B1 niveau Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus wordt aandacht besteed aan: 1. Het lezen en begrijpen van complexe algemeen economische en beroepsgerelateerde teksten. 2. Het schriiven van korte zakelijk emails, memo s en brieven. 3. Het geven van een eenvoudige zakelijke presentatie met inachtneming van de taalkundige en culturele conventies. 3. Het verwerven van relevante woordenschat. Vorm Inhoud (op basis van de synopsis) Wegingsfactor na ontvangst 1 X X Schriftelijke eindtoets schrijven: email, memo, brief GC 6 65% 5,5 24 24 25 26 2 X X Mondelinge eindtoets - presentatie GC 6 35% 5,5 24 24 25 26 3 26

2.2.4a Aanvulling voor de opleidingen die zijn betrokken bij de sectorbrede conversie in de sector Techniek N.v.t. 2.2.5. Cursussen hoofdfase (art 3.6, 3.11 OER HZ) Semester 3 CU14226 Titel: Match! Verwerving passende stage Aantal EC: 1,25 Aantal contacturen: 30 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Het actief aanwezig zijn tijdens alle onderdelen van de project Den Haag is een voorwaarde voor toekenning van studiepunten voor de cursus CU14226. Een verslag van deze wordt tevens opgenomen in het portfolio. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Doordat organisaties zich beter willen kunnen onderscheiden van concurrerende bedrijven verschuift het zwaartepunt in het selectieproces meer van hard (diploma s) naar zacht (sociale vaardigheden). Sollicitanten (ook stagiairs) worden niet alleen beoordeeld op hun kennis, maar er wordt in toenemende mate beoordeeld of zij in staat zijn de combinatie aan kennis, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen toe te passen om aan hen voorgeschotelde probleemsituaties adequaat op te lossen. Je moet dus opvallen en boven de andere kandidaten uit steken. Dat wil zeggen: aantoonbaar competenter zijn dan je concurrenten. Het stageverlenende bedrijf of je toekomstige werkgever is je klant. Hij neemt je in dienst als hij gelooft dat je voor hem van nut kunt zijn. Om je klant ervan te overtuigen dat hij je in dienst neemt, moet je precies weten wat je hem te bieden hebt. Met andere woorden: welke competenties je bezit. Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) Inhoud 5 koppeling met deeltaken Wegings factor na ontvangst 1 X X X Portfoliopresentatie 8.1, 8.2 & 8.3 100% 5,5 2 7 13 19 5 De vermelde nummers verwijzen naar de deeltaken die horen bij de competenties die gelden voor studenten die zijn gestart in studiejaar 2016-2017 of eerder (deze zijn te vinden op pagina 10 t/m 13). 27

Semester 3 CU19276 Titel: Onderzoek 3 AvEM Kwantitatief Onderzoek Aantal EC: 3,75 Aantal contacturen: 18 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De totale onderzoekscyclus is onderdeel van deze cursus met bijzonder aandacht voor kennis en inzicht op het gebied van basisbegrippen die bij onderzoek horen. De focus ligt op het verzamelen en analyseren van kwantitatieve data door middel van een online enquête. Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) Inhoud koppeling met deeltaken Wegings factor na ontvangst 1 X X X X Werkstuk 9.1, 9.2, 9.3 & 9.4 100% 5.5 2 7 13 19 28

Semester 3 CU15115 Titel: Student Company 1 Aantal EC: 5,0 Aantal contacturen: 20 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Deelname door de Student Company aan de directeurendag is noodzakelijk voor het verkrijgen van de studiepunten. Datzelfde geldt voor het behalen van 1 certificaat Mooc Circulaire economie per company. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Student company 1 is het eerste deel van de cursus Student company die een heel studiejaar beslaat. Student company 1 wordt uitsluitend in het eerste semester aangeboden, Student company 2 uitsluitend in het tweede semester. Beide cursussen kunnen niet los van elkaar gevolgd worden of in omgekeerde volgorde. In combinatie met de cursus Student company 1 en 2 kun je afhankelijk van je opleiding aanvullende cursussen volgen. Als ondernemer ben je in staat om een onderneming op te zetten. Van het schrijven van een adequaat ondernemingsplan ter verkrijging van een financiering, het samenstellen van de organisatie waarin mensen gemotiveerd worden om te werken tot het realiseren van ondernemingsdoelstellingen rekening houdend met de gevolgen van eigen handelen. De onderneming voldoet vanzelfsprekend aan de voorwaarden die vanuit ethisch, innovatief en duurzaam perspectief worden gesteld. Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) Inhoud koppeling met deeltaken Wegings factor na ontvangst 1 X X Businessplan 1.3, 1.4, 1.5 & 7.2 35% 5,5 48 49 51 02 2 X X Company Launch 2.3, 2.4, 4.6, 7.2 & 8.2 3 X X Functioneringsgesprek 3.2, 7.1 & 8.1 t/m 8.3 4 X X Vergadervaardigheid 4.5, 4.7, 7.1, 7.2 & 8.3 5 X X Halfjaarverslag 1.4, 1.5, 2.2, 2.3 & 7.2 10% 4,0 50 - - - 30% 4,0 3 - - - 10% 4,0 42 t/m 50 - - - 15% 5,5 3 4 6 8 29

Semester 3 CU10642 Titel: Business English 3 Aantal EC: 1,25 Aantal contacturen: 12 Verplicht: Ja Voertaal: ENG Voorwaarden voor deelname: Voldoende resultaat bij CU10640 en CU10641 of aantoonbaar B1 niveau Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus wordt aandacht besteed aan: 1. Het lezen, interpreteren en begrijpen van business trends. 2. Het gedetailleerd beschrijven en mondeling presenteren van business trends. 3. Het verwerven van relevante woordenschat. Het vervolg op deze cursus is CU10643. Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) 1 X X Schriftelijke eindtoets - Describing Trends + Vocabulary Inhoud koppeling met deeltaken Wegings factor na ontvangst 7.2 100% 5,5 44 47 4 7 30

Semester 3 CU10643 Titel: Business English 4 Aantal EC: 1,25 Aantal contacturen: 12 Verplicht: Ja Voertaal: ENG Voorwaarden voor deelname: Voldoende resultaat bij CU10640, CU10641 en CU010642, of aantoonbaar B1 niveau Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus wordt aandacht besteed aan: 1. Het lezen en begrijpen van complexe algemeen economische en beroepsgerelateerde teksten. 2. Het schriiven van korte zakelijk emails, memo s en brieven. 3. Het geven van een eenvoudige zakelijke presentatie met inachtneming van de taalkundige en culturele conventies. 3. Het verwerven van relevante woordenschat. Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) 1 X X Schriftelijke eindtoets schrijven: email, memo, brief Inhoud koppeling met deeltaken Wegings factor na ontvangst 7.2 65% 5,5 3 7 15 19 2 X X Mondelinge eindtoets presentatie 7.2 35% 5,5 4 NVT 15 NVT 31

Semester 3 CU15358 Titel: Internationaal Recht Aantal EC: 2,5 Aantal contacturen: 14 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus leer je aan de hand van juridische cases de mogelijkheden die de Europese markt aan bedrijven biedt kennen. Eén van de belangrijkste onderdelen daarvan is het vrij verkeer van goederen op grond waarvan alle belemmeringen van de handel binnen de EU verboden zijn. Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) Inhoud koppeling met deeltaken Wegings factor na ontvangst 1 X X Schriftelijke toets 1.2 & 1.3 100% 5,5 3 7 15 19 32

Semester 3 CU13536 Titel: Kwaliteitsmanagement Aantal EC: 5 Aantal contacturen: 19 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: Cursus CU13533 Organisatie en Management moet zijn gevolgd. Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Voorwaarden om het cijfer voor het adviesrapport te effectueren is dat er een logboek wordt aangeleverd waarin elke student individueel verantwoordt wat zijn bijdrage aan het verslag geweest is, met vermelding van tijdsinvestering. Een tweede voorwaarde is dat elke student in een portfolio aangeeft aan welke competentie hij gewerkt heeft tijdens deze cursus. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus bestaat uit een theoretisch en een empirisch gedeelte. In de theoretische inleiding, die door de docent wordt gegeven in interactieve hoor -werkcolleges wordt kwaliteitszorg allereerst in een historische context geplaatst en wordt de link gelegd naar de cursus Organisatie en Management. Vervolgens wordt door de docent stilgestaan bij wat kwaliteit eigenlijk is, wat kwaliteitszorg nu maakt tot integrale kwaliteitszorg (IKZ). Vervolgens wat de plaats is van IKZ in de organisatie, welke kwaliteitszorgtechnieken er zijn om processen binnen organisaties te beheersen. Een belangrijk onderdeel van de theoretische en van verbetermanagement naar innovatiemanagement. Kwaliteitsmanagement is een belangrijkrijke managementmethode om de kwaliteit van onder andere de werkprocessen te optimaliseren Met andere woorden: vandaag de dag is kwaliteit een belangrijk onderwerp in elk type organisatie. Het empirische gedeelte van de course bestaat uit het doen van een zogenaamde 0-meting naar kwaliteit in een bestaande organisatie en op basis hiervan een adviesrapport te schrijven voor het optimaliseren van IKZ binnen de organisatie. Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) 1 X X Schriftelijke tussentoets Theorie Integrale Kwaliteitszorg Inhoud koppeling met deeltaken Wegings factor na ontvangst 4.1, 4.2, 4.3 & 4.4 50% 5,5 44 47 4 7 2 X X Startdocument maken 4.2 & 9.1 2% 5,5 41 43 47 48 3 X X Onderzoeksvoorstel maken 4.2 & 9.1 3% 5,5 47 48 49 50 4 X X Praktijkonderzoek uitmondend in een adviesrapport 3.1, 4.1 t/m 4.7 & 5.1 9.2 t/m 9.4 45% 5,5 2 7 13 19 33