VIP STUDENTEN-DEBATTEN VRIJHEID IDENTITEIT POLARISATIE DOCENTENTRAINING HIP HANDELEN IN PERSPECTIEF

Vergelijkbare documenten
van Zij naar Wij ons trainingsaanbod vo/mbo

Omgaan met pestgedrag voor leerlingen

Voorlichting voor scholen Over gelijke behandeling, discriminatie en vooroordelen

CKV Festival CKV festival 2012

Journalistiek en radicalisering Wat is het verband?

De uitdaging van de mentor in de leerlingenzorg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CIET. Centrum voor Islamitische Educatie De Toekomst VORMINGSAANBOD POSITIEVE IDENTITEITSONTWIKKELING

MINDFULNESS VOOR DE PROFESSIONAL. aandacht ontspanning zelfvertrouwen

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Collectief aanbod Jeugd Houten

Controversiële en emotionele onderwerpen in de klas

Leon Meijs adviseur/trainer Stichting School & Veiligheid Partner in Factor Veiligheid

MINDFULNESS IN MEDEZEGGENSCHAP. Training voor ondernemingsraadleden

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Datum 1 juli 2015 Beleidsreactie op onderzoek naar ervaringen leraren bij het gesprek in de klas over maatschappelijke thema's

1. Wat is een controverse? Praktijk en theorie. 2. Vaardigheden: empathie, denken vanuit meerdere perspectieven en een kritische houding

Veiligheid en schoolklimaat

Actief burgerschap en sociale integratie van De Wijde Blik

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

Jongerencoaching Raster

Visiedocument. Actief Burgerschap. Januari 2010

MINDFULNESS IN MEDIATION

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN 2017, NUMMER 09

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Actief Burgerschap op Eijkhagen

Vertrouwen in je klas

Vooroordelen blijf bij jezelf!

VELON conferentie 8 maart 2010 Ontwikkeling: Els Schellekens (Bureau ELS) Onderzoek: Dorian de Haan Marije de Hoogd

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra

FAQ lijst Hooghuisbreed

Radicalisering en polarisatie Noord-Nederland

12 augustus 2011 Aan : Van : Afdeling/functie : VTO, opleider Betreft. : OMA scholing leerlingen en stagiaires. Management samenvatting

De kracht van sociale media in het onderwijs

Actief burgerschap en sociale integratie

Maatschappelijke vorming

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

TRAINING LEVENSBESCHOUWELIJK DENKEN EN COMMUNICEREN

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel 1 november 2015

Ander Geluid. Burgerschapsonderwijs. De docent en het democratische gesprek. door Teun Dekker

Wijsneuzen in de klas

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel Mei 2014.

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders

Aanbod Trajekt januari 2013 T

Depolariseren begint bij de docent

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

Theorie in de praktijk: een kader voor zelfinzicht

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Reflecteren. op binnen- en buitenschoolse burgerschapservaringen

Les over gevoelige thema s VVOB 14 november 2017

Burgerschapsvorming LVGS

Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam

De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming

Arrangement VO-VSO, locatie SGL Informatie voor ouders.

SOCIAL MEDIA PROTOCOL

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training.

Introductie. Page 1. Beste ouder/verzorger,

Evaluatieverslag mindfulnesstraining

Loopbaanoriëntatie en begeleiding voor decanen en mentoren

De stem van ouders. succesvolle samenwerking. voor. Sardes Special

Meldpunt Discriminatie Gooi en Vechtstreek

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor

Handreiking kritische denkvaardigheden. Dr. Pieter Baay

Overzicht Groepsaanbod. Mindfulness Chronische pijn Instapgroep Kerngroep SOVA Weerbaarheid Angst en depressie

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje.

Wat is Samsam? SAMSAM, AMSTERDAM JULI 2015

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals

Actief burgerschap en sociale integratie

De interne communicatieadviseur

Deze nieuwsbrief is bestemd voor de professionals jonge kind van de Utrechtse basisscholen, peutercentra en kinderdagverblijven.

INHOUDELIJK JAARVERSLAG 2017 Stichting uitvoering Peer to peer Interventie (SPINT)

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

L8 Coachend leidinggeven binnen Huisartsenposten

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober

TIPS & TRICKS VOOR DOCENTEN

GROTE OPDRACHTEN (CONCEPT)

Jouw keuzes l Jouw talenten I Jouw toekomst I Jouw school

obs Jaarfke Torum CL Scheemda Postbus ZH Scheemda

HET DRAAIT M JOU Jouw keuzes Jouw talenten Jouw toekomst Jouw school

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap

NIEUWSBRIEF Basisschool De Springschans

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Uit bovenstaand gegeven leiden we een paar belangrijke uitgangspunten af:

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleid Kanjertraining op De Meeander

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Rubric Internationale competenties feb link

Resultaten onderzoek seksualiteit

GEREEDSCHAPSKIST. voor beter samenwerken met ouders

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Transcriptie:

VIP STUDENTEN-DEBATTEN VRIJHEID IDENTITEIT POLARISATIE EN DOCENTENTRAINING HIP HANDELEN IN PERSPECTIEF

VIP STUDENTEN-DEBATTEN VRIJHEID IDENTITEIT POLARISATIE EN DOCENTENTRAINING HIP HANDELEN IN PERSPECTIEF INHOUD 1. Inleiding 3 1.1 Scholen, samenlevingen in het klein 3 1.2 Leerlingen in dialoog 4 1.3 Docenten en de regierol 5 2. Handelen In Perspectief (HIP) 6 2.1 Handelen in perspectief 6 2.2 Doelstelling, doelgroep en bereik 7 2.3 Inhoud en opzet training HIP 8 2.4 Aanpak docententraining 9 3. Vrijheid, Identiteit en Polarisatie (VIP) 10 3.1 VIP-debatten 10 3.2 Doelstelling, doelgroep en bereik 11 3.3 Inhoud en opzet VIP-debatten 12 4. Resultaten Pilot 14 4.1 Pilot HIP-trainingen en VIP-debatten 14 4.2 HIP-training conclusies en aanbevelingen 15 4.3 VIP-debatten conclusies en aanbevelingen 17 2

1. INLEIDING 1.1 Scholen, samenlevingen in het klein Nederland is een klein, dichtbevolkt land met een bevolking die een enorme verscheidenheid aan religies en culturele achtergronden kent. Over het algemeen leven alle groepen in goede harmonie samen. Toch is de laatste twintig jaar het besef doorgedrongen dat het binnen een samenleving met zoveel diversiteit ook schuurt en dat dit tot ernstige spanningen kan leiden. Dat varieert van alledaagse irritaties tot vervreemding, polarisatie en radicalisering. Op scholen, samenlevingen in het klein worden dezelfde tendensen zichtbaar, wellicht zelfs in verhevigde vorm. Jongeren zijn, in vergelijking met andere leeftijdsgroepen, sterk gericht op het contact met leeftijdsgenoten. Ze zijn volop bezig hun identiteit te vormen en de peergroup speelt daarbij een belangrijke rol. Aan hun peergroup ontlenen jongeren hun identiteit, ze vinden er bevestiging en rolmodellen, terwijl ze zich tegen andere groepen afzetten. Dit proces van identiteits- en groepsvorming gaat van oudsher gepaard met radicale meningen en het opzoeken van confrontaties en werkt spanningen tussen groepen leerlingen in de hand. In het huidige klimaat van een overdaad aan berichtgeving over de islam, zie je kinderen zichtbaar in verwarring raken. Kinderen weten niet wat ze met de negatieve berichten aan moeten. Daarbij hebben jongeren het tij niet mee als het om identiteitsvorming gaat. Er wordt gediscrimineerd en jongeren zijn zich daarvan bewust. Veel jongeren voelen zich in meer of mindere mate gemarginaliseerd. Ze voelen zich niet echt verbonden met de samenleving en hebben het gevoel dat niemand op ze zit te wachten. De beeldvorming ten aanzien van moslims is negatief en jongeren weten niet wat ze met de negatieve berichten aan moeten. Tegen de achtergrond van de huidige actualiteit (Syrië, de aanslagen in Parijs) kunnen spanningen tussen groepen studenten een dreigende toon krijgen en kan een grimmige sfeer ontstaan. Het binnen een school naast elkaar bestaan van subgroepen is van alle tijden. Het gaat erom te voorkomen dat die groepen tegenover elkaar komen te staan. Door op zoek te gaan naar common ground en te laten zien waar de groepen elkaar raken, haal je de angel uit de verschillen en de spanningen die daarmee gepaard gaan. 3

1.2 Leerlingen in dialoog De manier om dit te realiseren, is de dialoog aan te gaan. Om met elkaar in gesprek te kunnen gaan, moet je je mening kunnen verwoorden en onderbouwen. Bovendien moet je je in de ander kunnen verplaatsen, om diens mening te kunnen begrijpen en daarop inhoudelijk te kunnen reageren. Een dialoog of debat biedt leerlingen binnen een veilige omgeving de ruimte om kritische vragen te kunnen stellen, zonder dat die direct als een persoonlijke aanval worden opgevat. Over het algemeen brengt een dialoog of debat, mits goed geleid, deelnemers dichter bij elkaar doordat ze meer begrip krijgen voor elkaars standpunten. Het is een eenvoudige, maar beproefde methodiek die ingezet kan worden wanneer er sprake is van spanningen in de klas. Op de langere termijn draagt de vaardigheid om in gesprek te kunnen gaan ook bij aan de burgerschapsvaardigheden van de leerlingen zelf, de horizon van kinderen wordt opgerekt en ze leren hun gevoelens onder woorden te brengen. Veel leerlingen vinden het moeilijk om af te gaan op hun eigen gevoel en verstand, om zélf na te denken. Ze zijn het van huis uit niet gewend hun mening te geven. Ze hebben niet het gevoel dat iemand op die mening zit te wachten en al helemaal niet dat ze, door in gesprek te gaan, invloed kunnen uit oefenen op hun omgeving. Dit werkt door op de manier waarop ze naar de samenleving en hun rol daarin kijken: vaak voelen ze zich geen volwaardig onderdeel daarvan. Deze combinatie van zich buitengesloten voelen en zich niet bij machte voelen daar zelf verandering in te brengen - veel voorkomend onder jongeren die opgroeien in achterstandssituaties - maakt jongeren kwetsbaar. Deze kinderen kunnen thuis hun verhaal of vragen niet of moeilijk kwijt. Laat staan dat zij antwoorden krijgen op vragen die ze niet eens mogen stellen. De school is dus de uitgelezen plek voor dit soort gesprekken. Wie niet geleerd heeft om in gesprek te gaan, ervaart opmerkingen van anderen al snel als kritiek en voelt zich eerder bedreigd met heftige reacties tot gevolg. De vaardigheid om wel de dialoog aan te kunnen gaan met de omgeving, vergroot de weerbaarheid van deze groep leerlingen. Ze krijgen meer zelfvertrouwen, ervaren dat ze wel degelijk invloed kunnen uitoefenen en hun empatisch vermogen neemt toe. Bovendien oefenen ze op een praktische manier met concepten als democratisch burgerschap en vrijheid (van meningsuiting). 4

1.3 Docenten en de regierol Leerkrachten merken dat internationale gebeurtenissen zoals het conflict in Syrië of de aan slagen in Parijs en Brussel veel losmaken bij de leerlingen. De leerlingen reageren soms heftig, hebben radicale meningen of identificeren zich in sterke mate met de gebeurtenissen. Als leerkracht kun je daar moeilijk omheen en dat willen de meeste leerkrachten ook niet. Zij zien het als hun verantwoordelijkheid om met de leerlingen in gesprek te gaan, maar merken ook dat dit niet altijd eenvoudig is. Van docenten wordt verwacht dat zij dit soort spanningen kunnen wegnemen en studenten bovendien kunnen begeleiden in hun zoektocht naar betekenisgeving. Van docenten wordt verwacht dat zij de regie voeren: leerlingen de ruimte bieden om binnen een veilige omgeving met elkaar in gesprek te gaan. Het is dan grotendeels aan de docent om de grenzen te bewaken en te voorkomen dat er een onveilige sfeer ontstaat. Waar begint en eindigt je verantwoordelijkheid als docent? Hoe houd je je klas bij elkaar als er sprake is van gepolariseerde subgroepen, en hoe ga je om met kwetsbare en boze studenten die zich geen volwaardig onderdeel van de samenleving voelen? Het meest ingewikkeld vinden leerkrachten de omgang met leerlingen wier denken niet strookt met democratische normen en waarden. Hoe reageer je op een leerling die roept dat de aanslagen in Parijs hun verdiende loon is? Of een leerling die ervan overtuigd is dat homoseksualiteit vies en verwerpelijk is? Het valt niet mee om een open dialoog te voeren en begrip op te brengen voor een standpunt op het moment dat je geconfronteerd wordt met meningen die je persoonlijk tegen de borst stuiten. Hoe ga je op zo n moment om met je eigen grenzen? En in hoeverre overschrijd je de grenzen van de leerling wanneer je zijn/haar standpunt weerspreekt, heeft een leerling niet net zozeer recht op een eigen mening? Een ander onderwerp dat veel leerkrachten in de praktijk ook lastig vinden om te bespreken, is religie. Gesprekken hierover ontaarden vaak in theologische discussies, zonder dat er daarbij iemand aanwezig is die de nodige uitleg kan geven of verdieping aanbrengt. Het geloof is echter wel een onderwerp dat sterk leeft onder de leerlingen en een belangrijk onderdeel is van het referentiekader van velen. Om de regie te kunnen voeren, heb je een raamwerk nodig. In de praktijk ontbreekt dit vaak. Leerkrachten hebben behoefte aan een handelingsperspectief. Des te meer, vinden velen, omdat de actualiteit niet te voorspellen valt. Wat als er een aanslag gepleegd wordt in Nederland? Uit het verleden weten we dat dit grote impact kan hebben op de sfeer op school en dat dit een polariserende werking kan hebben op groepen leerlingen. 5

2 HANDELEN IN PERSPECTIEF (HIP) 2.1 Handelen in Perspectief Voor veel docenten is het bespreken in de klas van taboeonderwerpen lastig. In de praktijk worden gevoelige onderwerpen (religie, holocaust, fundamentalisme, antisemitisme en integratieproblemen) vaak vermeden. Docenten zien hun les niet als de plek waar dit soort onderwerpen aan de orde moeten komen, ze weten niet hoe ze het gesprek moeten aangaan of zijn bang dat de discussie escaleert en gaan haar daarom liever uit de weg. Docenten missen de handvatten om moeilijke gesprekken in de klas aan te gaan. Het gevolg is dat er op veel scholen structureel te weinig aandacht is voor dit soort onderwerpen. Jongeren hebben burgerschapsonderwijs echter hard nodig. Nog niet eens zozeer vanwege de hierboven genoemde taboe-onderwerpen, maar ook vanwege de vaardigheden die ze ontwikkelen door het met elkaar in dialoog gaan. Leerlingen leren voor hun mening uitkomen, naar elkaar te luisteren en zich in een ander te verplaatsen, om te gaan met commentaar en hun eigen mening in twijfel te trekken essentiële vaardigheden die zij ook later op de werkvloer nodig hebben. Het regelmatig (onder goede begeleiding) in dialoog gaan draagt bovendien bij aan de sfeer in de klas. Leerlingen voelen zich gekend, begrijpen elkaar beter en zullen zich over het algemeen meer met elkaar verbonden voelen als zij het gevoel hebben dat zij zichzelf kunnen zijn in de groep. Burgerschapsonderwijs draagt bij aan zelfrespect, wederzijds begrip en een grotere maatschappelijke betrokkenheid. In het burgerschapsonderwijs moeten onderwerpen als vrijheid van meningsuiting, grondrechten, godsdienstvrijheid en recht op gelijke behandeling aan de orde komen. Ook voor de leerlingen relevante onderwerpen als discriminatie, uitsluiting en polarisatie moeten in de klas besproken worden. Hoe kijken de leerlingen naar die thema s? Welke ervaringen hebben ze ermee? Wat lezen ze in de krant, wat horen ze thuis, en hoe zijn die verschillende opvattingen met elkaar te rijmen? Voor veel leerlingen vormen dit soort gesprekken hun venster op de wereld. De school moet docenten toerusten om deze gesprekken te kunnen voeren. Door vast te stellen wanneer ze gevoerd worden en door wie, maar ook door docenten handvatten te geven. Hen perspectief bieden en leren te handelen; handelingsverlegenheid wegnemen. Om burgerschapsonderwijs te kunnen geven en de regie te kunnen nemen, moeten docenten bovendien met collega s in gesprek. Docenten die worstelen of negatieve ervaringen hebben moeten zich veilig genoeg voelen om met andere collega s of met de schoolleiding in gesprek te gaan. 6

2.2 Doelstelling, doelgroep en bereik Om met de klas in gesprek te kunnen gaan, heeft een leerkracht een aantal fundamentele vaardigheden nodig. Ten eerste is het belangrijk dat een leerkracht adequate (open) vragen weet te stellen. Ten tweede dient een leerkracht zich te kunnen verplaatsen in een leerling; je moet op zoek durven gaan naar hoe bovengenoemde onderwerpen, leerlingen persoonlijk raken. Ten derde is het belangrijk dat een leerkracht zijn/haar eigen mening goed kan verwoorden, onderbouwen en weet te verbinden. Een dialoog of debat biedt leerlingen en de leerkracht de ruimte om ook kritische vragen te kunnen stellen, zonder dat die direct als een persoonlijke aanval worden opgevat. Hiervoor is het belangrijk dat de leerkracht een veilige setting weet te creëren. Over het algemeen brengt een dialoog of debat, mits goed geleid, deelnemers dichter bij elkaar doordat ze meer begrip krijgen voor elkaars standpunten. Het is een eenvoudige, maar beproefde methodiek die ingezet kan worden wanneer er sprake is van spanningen in de klas. Deze methodiek biedt docenten een handelingsperspectief. Studenten helpt hij controle te krijgen over hun eigen gevoelens en zich bewust te worden van de standpunten en positie van anderen. Wie geleerd heeft in dialoog te gaan, heeft bovendien een uitlaatklep, waardoor spanningen minder hoog oplopen en situaties niet hoeven te escaleren. Met de docententraining beogen wij de volgende doelen: leerkrachten maken kennis met de dialoog als methodiek en krijgen verschillende gesprekstechnieken aangeleerd; leerkrachten krijgen handvatten aangereikt om gesprekken te kunnen voeren over gevoelige onderwerpen in hun eigen klas en leren adequaat in te spelen op actuele kwesties en maatschappelijke onrust; leerkrachten leren hoe zij een veilige omgeving kunnen creëren om leerlingen (kritisch) te kunnen bevragen over hun drijfveren; leerkrachten leren in te spelen op spanningen tussen groepen leerlingen en/of individuele leerlingen die extreem gedrag vertonen/extreme meningen uiten. Doelgroep: De doelgroep van de docententraining zijn leerkrachten van groep 8 van de basisschool, scholen voor voortgezet en hoger onderwijs. Door de flexibele opzet is de training geschikt voor docenten van alle niveaus van VMBO en MBO, alsmede HAVO, WWO en HBO. Aan een training doen ongeveer 10-15 leerkrachten mee. 7

2.3 Inhoud en opzet training HIP De leerkrachten volgen een training die 2 uur duurt en plaatsvindt op school. De inhoud van de training krijgt interactief vorm, in samenspraak met de docenten worden problemen vast gesteld en antwoorden en handvatten gezocht. De training begint dan ook met een open gesprek, waarin de verschillende opvattingen - van school, van leerlingen, van ouders, van de leerkracht zelf - centraal staan. De nadruk ligt gedurende de hele training op het uitwisselen van ervaringen. Leerkrachten hebben elkaar nodig, ze kunnen leren van elkaar en het is in de eerste plaats belangrijk dat ze met elkaar in gesprek blijven. Het is belangrijk om, als docentencorps, een lijn te trekken en je gesteund te weten, maar leerkrachten kunnen ook bij elkaar terecht voor antwoorden op moeilijke situaties. Het eerste uur heeft een inventariserend karakter. Hierin brengen de docenten situaties uit hun onderwijspraktijk in. Onderwerpen die bijvoorbeeld aan de orde kunnen komen, zijn provocatiegedrag, dreigende radicalisering of een ruzie met een sterk polariserend karakter. Een acteur beeldt vervolgens deze situaties uit, waarbij de aanwezige docenten aanwijzingen geven om de scènes te verdiepen. Er is ruimte om met twee casussen aan de slag te gaan. Het uitbeelden van casussen biedt de mogelijkheid situaties uit te diepen en de eigen rol van de docent daarbinnen zichtbaar te maken, zonder dat hij/zij zich direct bloot hoeft te geven. Het uitbeelden van casussen biedt de mogelijkheid situaties uit te diepen en de eigen rol van de leerkracht daarbinnen, zonder dat hij/zij zich direct bloot hoeft te geven. Bovendien houdt deze opzet de training levendig, ondanks het feit dat er zware onderwerpen besproken worden. Aan het eind van het eerste uur is er een inzicht in de situaties - en de aspecten daarbinnen - die leerkrachten het lastigst vinden. Het tweede deel van de training begint met een half uur theorie, waarbij de leerkrachten leren over een aantal gesprekstechnieken. Er wordt teruggegrepen op de situaties die in het eerste uur de revue zijn gepasseerd. Hierna gaan de leerkrachten zelf aan de slag met deze situaties. In interactie met de trainingsacteur worden antwoorden en handvatten gezocht in de aanpak van deze kwesties. Er wordt direct geoefend met de gesprekstechnieken uit het theoretische blok. Hierdoor ervaren docenten hoe de gesprekstechnieken in de praktijk in te zetten. 8

2.4 Aanpak docententraining HIP In de aanloop naar, en tijdens de uitvoering van de training, worden de volgende stappen doorlopen. Voorbereidend gesprek school Er vindt een voorbereidend gesprek plaats met de directeur van de school en eventueel één of twee leerkrachten. Hierin wordt aandacht besteed aan de situatie op school, zodat daar wat betreft de invulling van de training bij kan worden aangehaakt. Er worden tevens organi satorische afspraken gemaakt. Eventueel kan ook relevant beleid of lopende projecten worden toegelicht. In dit gesprek worden afspraken gemaakt over de uitvoering van de training en de monitoring en evaluatie. De verwachtingen van de school ten aanzien van de training worden vastgesteld, zodat daar in de evaluatie op kan worden teruggekomen. Inhoudelijke voorbereiding training Per school wordt, op basis van de gesprekken, een training op maat opgesteld. Uitvoering training De training vindt plaats op school en duurt 2 uur. In overleg met de school wordt een geschikt tijdstip vastgesteld. Evaluatie Aan het eind van de training wordt geëvalueerd wat de docenten van de training vonden en of ze het gevoel hebben daadwerkelijk handvatten aangereikt te hebben gekregen. 9

3. VIP STUDENTEN-DEBATTEN VRIJHEID IDENTITEIT POLARISATIE 3.1 VIP-debatten De debatten bestaan uit twee onderdelen: een workshop en, aansluitend, het debat. De workshop moet de leerlingen discussievaardigheden, redeneren, argumenteren en presenteren leren. In de workshop is ook ruimte voor inhoudelijk voorbereiding op het debat, maar de nadruk ligt op discussievaardigheden. De workshop kent een zeer interactieve opzet - van de leerlingen wordt een actieve rol verwacht. Tijdens de workshop komt naar voren wat er bij de leerlingen leeft. Welke onderwerpen of thema s raken de leerlingen? Wat houdt hen het meest bezig? Hun inbreng tijdens de workshop vormt de basis voor het debat. Ook wordt tijdens de workshop het kader voor het debat vormgegeven: hoe gaan we tijdens het debat met elkaar om, wat zijn de spelregels? De voorbereidende workshop duurt ongeveer een uur. Vervolgens start het debat/discussie. Aan de hand van filmpjes en van stellingen gaan de leerlingen met elkaar in discussie. Voorbeelden van vragen die aan de orde kunnen komen, zijn: Wat is vrijheid? Wanneer ben je vrij? Verder kunnen onderwerpen als grond- en mensenrechten, discriminatie, dubbele moraal, uitsluiting, vrijheid (van meningsuiting), identiteit en polarisatie aan de orde komen. Daarnaast wordt ingegaan op incidenten op school en actuele kwesties die sterke emotionele reacties oproepen bij de leerlingen, bijvoorbeeld de oorlog in Syrië, IS of de aanslagen in Parijs en Brussel. De precieze inhoudelijke invulling wordt in samenspraak met de school bepaald. We sluiten aan bij onderwerpen die leven bij de leerlingen, die spelen binnen de school, wat betekent dat geen twee debatten hetzelfde zullen zijn. We leveren maatwerk per school 10

Het gehele programma duurt 2 uur. Daarmee is de opzet kernachtig genoeg om de leerlingen erbij te houden. Zowel de workshop als het debat vindt plaats op school, in een voltallige bijeenkomst. De groep bestaat uit een schoolklas, dus ongeveer vijfentwintig leerlingen en een leerkracht. De leerkracht heeft de rol van observator en levert didactische ondersteuning. Het programma vindt onder schooltijd plaats; de praktische organisatie krijgt vorm in nauwe samenspraak met de school. Het VIP-debat levert ook materiaal voor de HIP-training voor docenten. Uit de gesprekken met de leerlingen, in welke vorm die ook gevoerd worden, komt naar voren wat er leeft in de klassen en hoe de leerlingen de situatie ervaren. Hoewel de thema s vaak in grote lijnen hetzelfde zijn, kunnen er grote verschillen tussen klassen en individuele leerlingen zijn in de manier waarop zij de thema s ervaren. In de HIP-training, maar eventueel ook in individuele gesprekken met docenten, kan het materiaal uit de VIP-debatten geanalyseerd worden. Met de docent(en) wordt gezocht naar handreikingen, aanpakken en oplossingen voor de specifieke situatie in de groep. Op die manier wordt de docent toegerust om in de klas aan de slag kan. 3.2 Doelstelling, doelgroep en bereik Doelstelling De VIP-debatten hebben tot doel spanningen tussen groepen leerlingen te verminderen. Doordat de leerlingen met elkaar in dialoog gaan, neemt het wederzijds begrip toe. De leerlingen ontdekken hun stem; ze leren hun mening formuleren en merken dat die serieus genomen wordt. Daarnaast kunnen de debatten ook bijdragen aan het zelfcorrigerend vermogen binnen de groep en de toename van het incasseringsvermogen van de deelnemers. Ten slotte willen we met de VIP-debatten bijdragen aan de weerbaarheid van de leerlingen zelf, door hen de middelen te geven om zelf in dialoog te gaan met hun omgeving. Wij zien de VIP-debatten als een ijsbreker - in de eerste plaats omdat zij het ijs breken tussen groepen binnen de school, maar ook doordat ze op de langere termijn de opmaat vormen naar meer. De debatten breken ijs doordat ze gevoelige kwesties die leven in de school, bespreekbaar maken en leerlingen laten kennismaken met een methode die breder inzetbaar is, zowel op school als daarbuiten. Doelgroep Leerlingen en studenten uit het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en het hoger onderwijs. Het format van de debatten is zo opgezet dat er maatwerk geleverd wordt per school/klas. Daarmee zijn de VIP-debatten geschikt voor verschillende onderwijsniveaus VMBO (alle niveaus), MBO (alle niveaus), HAVO en VWO en HBO. 11

3.3 Inhoud en opzet VIP-debatten De organisatie van de VIP-debatten krijgt vorm aan de hand van de volgende stappen: Verkennend gesprek school Het traject start met een verkennend gesprek. Met de school wordt een intakegesprek gevoerd, met de directeur en eventueel de leerkrachten van de klassen die gaan deelnemen. Hierin wordt de vraag verder toegelicht. Er wordt aandacht besteed aan de situatie op school, zodat daar wat betreft de invulling van de workshop en het debat bij kan worden aangehaakt. In dit gesprek worden afspraken gemaakt over de uitvoering, de monitoring en evaluatie. De verwachtingen van de school ten aanzien van de onderwijsdebatten worden vastgesteld, zodat daar in de evaluatie op kan worden teruggekomen. Er worden tevens organisatorische afspraken gemaakt. Inhoudelijke ontwikkeling VIP-debatten De workshop en het debat worden inhoudelijk voorbereid. De workshop kent een aantal vaste onderdelen, zoals het leren argumenteren en debatteren, die op elke school aan bod komen. Daarnaast worden per school inhoudelijke accenten gelegd die aansluiten bij de situatie op school. De onderwerpen die in de debatten aan bod komen, kunnen dus per school verschillen. Uitvoering Vip-debatten De debatten vinden plaats in klassenverband en duren ongeveer 2 uur. In overleg met de school wordt een geschikt tijdstip vastgesteld. Evaluatiegesprekken Er worden evaluatiegesprekken gevoerd met de betrokkenen (directeur en betrokken leerkrachten). In beide gesprekken staan de verwachtingen centraal - zijn die in overeenstemming met de resultaten? Evaluatieverslag In een evaluatieverslag worden de voornaamste bevindingen vastgelegd. Zowel de directeur als de docenten ontvangen een exemplaar van het verslag. 12

in opdracht van: ROC Mondriaan en Gemeente Den Haag 42