Examentraining - Geschiedenis 2017
65% context (precieze beheersing) 35% kenmerkende aspecten (globaal) 180 min. - +/- 25 vragen (7 min.) - +/- 75 punten Vraag te herkennen aan: cijfer + aantal punten en vaak onderverdeeld met streepjes (zie volgende dia) Het aantal punten verraadt onderdelen antwoord
Tip 1: kenmerkende aspecten Volgorde: -Eerst Griekse dan Romeinse aspecten Vroege middeleeuwen: -Domein-/hofstelsel (autarkie) = economisch-sociaal -Feodalisme/leenstelsel (eed van trouw) = politiek-bestuurlijk Christelijke aspecten: -Expansie = laat middeleeuws + kruistochten Wetenschappelijke aspecten: -Renaissance (15 e /16 e eeuw), Wetenschappelijke revolutie (17 e eeuw) en de Verlichting (ratio) (17 e /18 e eeuw) -Multiculturele aspect: -Pas het multiculturele aspect UITSLUITEND toe in de 20 e eeuw in NL! Betrokkenheid burgerbevolking en verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal = totale oorlogsaspect
Tip 2: spiekbriefje voor aspecten https://www.youtube.com/watch?v=wg7wapoilum Je kunt deze tactiek uitbreiden door afkortingen te maken van alle aspecten of afkortingen te maken van de aspecten in de (voor jou) meest lastige tijdvakken. Voeg eventueel ook de eeuwen toe (1500-1600 = 16 e eeuw), Bijv: 1000-1500 S & S (Steden en staten) 5 HL ZB CS KS CE (Herleving landbouwstedelijk) (Zelfstandigheid burgers/steden) (Centralisatie & staatsvorming) (Strijd kerk en staat) (Christelijke expansie)
Tip 3: volgordevraag Vertaal de zinnen naar aspecten door het meest dominante woord te zoeken. > Gebruik vervolgens je lijst (zie vorige dia) om aspecten te ordenen.
Tip 4: denkrichting verkleinen Gebruik vervolgens je lijst om jezelf sneller naar het juiste aspect te leiden. Hier zie je dat eeuwen toevoegen aan je lijst zinvol is. Laat je niet verwarren door het doorlopen van de zin in de twee vragen.
Tip 5: kort en volledig antwoorden OPBOUW ANTWOORD BIJ BRONVRAGEN INTRO (niet verplicht): herhalen van de vraag in je antwoord BEWIJS: letterlijke woorden uit de bron (citeren = veilig) CONCLUSIE: waarom het bij het aspect/begrip past Antwoord: Het bijpassende middeleeuwse aspect is verspreiding van het christendom, omdat in de bron staat: Ferdinand gaf tot bekeren, uit deze zin blijkt dat Columbus de bewoners van het nieuwe land moest overhalen Christen te worden.
Tip 6: dominante begrippen uitleggen OPBOUW ANTWOORD BIJ BRONVRAGEN INTRO (niet verplicht): herhalen van de vraag in je antwoord BEWIJS: letterlijke woorden uit de bron (citeren = veilig) CONCLUSIE: (in dit geval) uitleg van het begrip Antwoord: De opstand is een burgeroorlog, omdat in de bron staat: dat de protestanten de katholieken aanvallen, uit deze zin blijkt dat twee bevolkingsgroepen binnen EEN land met elkaar strijden. Waarom nuttig? Ook al weet je de bronverwijzing niet, de definitie KAN punten opleveren.
Tip 7: het bijschrift verklapt veel Beeldbron + toelichten = uitleggen DUS: BEWIJS & CONCLUSIE BEWIJS: letter beschrijven wat je ziet (beeldelement) CONCLUSIE: jouw kennis over de situatie in 1928 waardoor je kunt verklaren dat het niet aansloeg. Antwoord: De boodschap die men wil overbrengen is dat het Dawesplan de Duitsers beperkt en ze er mee moeten stoppen, want in de bron is te zien dat de hand vast zit aan de kettingen en deze moet verbreken, dit sloeg niet aan omdat het Dawesplan juist voor economisch hestel zorgde en men er dus niet vanaf wilde.
Tip 8: stapelvragen Stapelvragen wekken vaak de suggestie dat de vragen samenhangen/doorwerken, maar vaak is dat niet het geval. Het zijn veelal losse vragen. Laat je niet misleiden!
Tip 9: de standaard laatste vraag Standaard examenopbouw, doe er je voordeel mee!!! Tip: de laatste vraag of twee vragen (na de Koude oorlog) gaan standaard over laatste niet contextgebonden aspecten van televisie en computers (tweede deel 20 e eeuw) Wordt er om een aspect gevraagd, denk dan standaard aan: -Dekolonisatie -Sociaal-culturele veranderingen vanaf de jaren 60 -Europese eenwording -Multiculturele samenleving Zie voorbeeld in het aangereikte examen
Tip 10: standaardvaardigheden Bruikbaarheid: geeft de bron info op de onderzoeksvraag Betrouwbaarheid Stap 1: primair of niet Primair = betrouwbaar Stap 2: achtergrond van de bron/maker van de bron hoe neutraler of representatiever hoe betrouwbaarder. Standplaatsgebonden: de kijk van de maker van de bron op de geschiedenis is beïnvloed door zijn achtergrond of eerdere ervaringen Zie vraag 24 in het aangereikte examen,
Einde training Laatste leertips: -Begrippenkennis is de basis! -Zorg dat je leidende vragen kunt beantwoorden -Verplichte voorbeelden aan de leidende vragen + kenmerkende aspecten kunt koppelen -Bekijk de site voor alle info + slimme antwoorden presentatie www.sprekendverleden.webklik.nl (5HAVO)