&HOYRRKHW9ODDPV3RYLQFLDDO2QGHZLMV /((53/$1 H *5$$'6(&81'$,521'(5:,-6 H OHHMDDYDQGH H JDDG62 2SWLH6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH9RPLQJ 6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH9RPLQJ Copyright CVPO 4/CVPO/98-99
,1+28'67$)(/ *HEXLNVDDQZLM]LQJ /HVVHQWDEHO 9LVLHRSRQGHZLMV $OJHPHQHSRILOHLQJYRRGHRSWLH6RFLDOHHQ7HFKQLVFKHYRPLQJ 797RHJHSDVWHZHWHQVFKDSSHQ 790DDWVFKDSSHOLMNHHQ6RFLDOH9RPLQJ 395HDOLVDWLHWHFKQLHNHQ (YDOXDWLH %LEOLRJDILH p. 2 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
*(%58,.6$$1:,-=,1* +HWOHHSODQ Statuut Een school wordt door de overheid gesubsidieerd. In ruil daarvoor moet ze bewijzen dat ze een behoorlijk studiepeil nastreeft en bij de leerlingen bereikt. Het leerplan is een middel voor de overheid om na te gaan of de school aan deze kwaliteitseisen voldoet. Daarom dient ze van goedgekeurde leerplannen gebruik te maken. Het leerplan fungeert m.a.w. als een juridisch-inhoudelijk contract tussen de overheid en de school of de inrichtende macht. Het is het officieel en bindend basisdocument waarvan de leraar uitgaat bij het vormgeven van zijn onderwijspraktijk. Goedkeuring Het leerplan wordt ontwikkeld door de leerplancommissie in opdracht van de Cel voor het Vlaams Provinciaal Onderwijs. De leerplancommissies worden in september samengesteld en bestaan uit vakleraren en pedagogische medewerkers van CVPO. Het leerplan moet voldoen aan inhoudelijke en vormelijke criteria. We verwijzen hier naar het esluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen voor het secundair onderwijs (26 nov. 1996). *OREDDOFRQFHSWYDQKHWOHHSODQ Dit leerplan is uitgewerkt voor het 2 e leerjaar van de 1 e graad optie Sociale en Technische Vorming en bestaat uit drie delen: ¾ toegepaste wetenschappen ¾ Maatschappelijke en Sociale Vorming ¾ realisatietechnieken Er werd echter gekozen voor een geïntegreerde benadering, waarbij deze delen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Wanneer deze delen door verschillende leraren zouden behandeld worden, spreekt het voor zich dat overleg, zo mogelijk binnen een vakwerkgroep 6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH 9RPLQJ cruciaal is. Het is aan de vakwerkgroep accenten te leggen en keuzes te maken (bijvoorbeeld inzake de behandeling van de uitbreidingsdoelen), dit te verantwoorden en de realisatie van de doelstellingen te plannen in het schooljaar. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een geïntegreerd jaarwerkplan voor 6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH9RPLQJ, waarbij naast een duidelijke timing wordt aangeduid waar en wanneer welke doelstellingen aan bod zullen komen. In dit geïntegreerd jaarwerkplan kunnen ook verbanden gelegd worden met vakken als aardrijkskunde, biologie, fysica, geschiedenis, lichamelijke opvoeding, technologische opvoeding en wiskunde en met de vakoverschrijdende eindtermen. p. 3 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
Dit concept beoogt een dynamische benadering van 6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH9RPLQJ, waarbij overleg en communicatie onontbeerlijk zijn en waarbij eveneens maximaal kan rekening gehouden worden met de interessesfeer van de leerlingen. Het spreekt voor zich dat de leerlingen bepaalde keuzes dan ook mee kunnen sturen. Op deze manier kan een optie als 6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH9RPLQJ mee bijdragen tot leerlingenparticipatie op klasniveau. $OJHPHQHSRILOHLQJYDQGHRSWLH6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH9RPLQJ Hierin vindt de leraar een situering van de optie Sociale en Technische Vorming, de beginsituatie en de algemene doelstellingen voor de optie. 'HGRHOVWHOOLQJHQ In de DOJHPHQHGRHOVWHOOLQJHQ staat vermeld welke competenties voor de optie 6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH 9RPLQJ gelden. ijzondere aandacht wordt besteed aan de attitudes. De VSHFLILHNHGRHOVWHOOLQJHQ zijn zo operationeel mogelijk geformuleerd. De EDVLVGRHOVWHOOLQJHQ moeten door zoveel mogelijk leerlingen bereikt worden. Zij vormen de criteria die de klassenraad ondermeer zal hanteren bij de eindbeoordeling van elke leerling. Dit betekent dat bij een juiste oriëntering van de leerling het onderwijs garant staat voor het bereiken van het vooropgestelde eindresultaat zoals geformuleerd in de basisdoelstelling. De basisdoelstellingen vormen met andere woorden het minimumprogramma. De XLWEHLGLQJVGRHOVWHOOLQJHQ zijn verrijkings-, extra-, verdiepings- of maximumdoelstellingen. Zij leiden tot gedifferentieerd werken. Niet alle leerlingen kunnen deze doelstellingen bereiken. Deze doelstellingen zijn dan ook niet verplicht aan alle leerlingen aan te bieden en bepalen niet of een leerling al of niet geslaagd is. Zij kunnen wel een aanwijzing zijn voor de verdere oriëntering van de leerling. 'HOHHLQKRXGHQ De leerinhouden worden opgesteld door de leerplancommissie. Er wordt op gelet dat er een evenwicht is tussen verplichting en eigen inbreng van de leraar. De leerplannen van CVPO stellen de doelen centraal. 'HGLGDFWLVFKHHQSHGDJRJLVFKHZHQNHQ In deze rubriek vindt de leraar hulpmiddelen om de doelstellingen te bereiken. Het zijn zowel didactische werkvormen, didactisch materiaal, audiovisuele middelen, De wenken zijn een hulp voor de leraar, maar verplichten hem/haar geenszins om ze aan te wenden. De school en de leraar zijn autonoom bij het concretiseren van de specifieke doelstellingen en de leerinhouden. 'HHYDOXDWLH In deze rubriek vindt de leraar een concept over de wijze waarop hij/zij de beoordeling van de leerling kan verantwoorden. 'HELEOLRJDILH De leraar vindt in de bibliografie een lijst van vaktijdschriften, handboeken, schoolboeken, handleidingen, standaardwerken, naslagwerken, didactische pakketten, die hem/haar kunnen helpen bij het voorbereiden van de lessen of die hij kan gebruiken als didactisch materiaal. p. 4 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
%HVOXLW CVPO opteert waar mogelijk voor: ¾ open leerplannen, met veel ruimte voor de eigen inbreng van het lerarenteam en veel didactische en pedagogische tips ter ondersteuning; ¾ een hechte horizontale en verticale samenhang. In de leerplannen van de eerste graad worden waar mogelijk de vakoverschrijdende eindtermen / ontwikkelingsdoelen aangegeven. p. 5 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
/(66(17$%(/ H OHHMDDYDQGHHJDDG62 OHHMDD *HPHHQVFKDSSHOLMNH%DVLVYRPLQJ AV Katholieke godsdienst 2 AV Niet-confessionele zedenleer AV Protestantse godsdienst AV Islamitische godsdienst AV Aardrijkskunde 1 AV iologie 1 AV Engels 2 AV Frans 3 AV Fysica 1 AV Geschiedenis 1 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Muzikale Opvoeding 1 AV Nederlands 4 AV Wiskunde 4 TV Technologische Opvoeding 2 %DVLVRSWLH TV Toegepaste Wetenschappen 2 TV Maatschappelijke en Sociale 1 Vorming PV Realisatietechnieken 4/6 5HVWHHQGRSWLRQHHOJHGHHOWH AV Engels 0/1 AV Frans 0/1 AV Lichamelijke Opvoeding 0/1 AV Nederlands 0/1 AV Plastische Opvoeding 0/1 AV Wiskunde 0/1 TV Dactylografie 0/1 TV Mechanica 0/1 p. 6 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
9,6,(2321'(5:,-6 %DVLVHIHHQWLHNDGH Het basisreferentiekader van waaruit onderwijs wordt verstrekt, vinden we terug in KHWSHGDJRJLVFK SRMHFW Dit is het geheel van onderwijskundige en opvoedkundige uitgangspunten die vanuit een bepaald mens- en wereldbeeld door de inrichtende macht worden vastgelegd. Door de ondertekening van de Gemeenschappelijke Verklaring inzake een non-discriminatiebeleid in het onderwijs en de onderschrijving van de Standpuntbepaling CVPO in het kader van de opvolging van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind vormen volgende inhoudelijke principes een RGH GDDGLQKHWSHGDJRJLVFKSRMHFWYDQHONHLQLFKWHQGHPDFKWYDQKHWSRYLQFLDDORQGHZLMV het provinciaal onderwijs is open onderwijs, toegankelijk voor iedereen, vertrekkend vanuit de idee van een pluralistische samenleving, waarbij mensen met verschillende overtuigingen en achtergronden met elkaar positief kunnen omgaan, zonder daarom hun identiteit te verliezen; het provinciaal onderwijs is gericht op de maximale ontplooiing van de persoonlijkheid, talenten en ontwikkelingskansen van alle leerlingen en op de voorbereiding van een beroepsleven; het provinciaal onderwijs is gericht op het bijbrengen van eerbied voor de rechten van de mens en op het beleven en toepassen van mensenrechten in de geest van de niversele Verklaring van de Rechten van de Mens en inzonderheid het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Jongeren worden, ongeacht de capaciteiten waarover ze beschikken, erkend als medeburgers en worden aangesproken om verantwoordelijkheid op te nemen voor en mee vorm te geven aan de kwaliteit van (het leven op) de school. Geënt op de basisbeginselen van het pedagogisch project stuurt de school haar onderwijskundig en opvoedkundig beleid en formuleert ze haar VFKRROYLVLH In de schoolvisie expliciteert de school haar pedagogisch referentiekader in de vorm van concrete opvoedingsdoelen, waarden en normen en beschrijft ze hoe ze haar socialisatie-opdracht wil realiseren. De schoolvisie vormt de basis voor schoolwerkplanontwikkeling. 2QWZLNNHOLQJVEHJHOHLGLQJ Ontwikkelingsbegeleiding omvat alle lesgebonden en lesoverstijgende onderwijsactiviteiten en/of methodes die gericht zijn op waardensocialisatie. Aandacht gaat hierbij zowel uit naar leerlinggerichte activiteiten als naar het scheppen van randvoorwaarden voor een leefbare school en schoolomgeving voor alle onderwijsparticipanten. In een school is het bijvoorbeeld onmogelijk om gezondheidszorg en gezondheidseducatie van elkaar te scheiden omdat de organisatie van de zorg het eerste element van de opvoeding is èn een basisvoorwaarde voor de kwaliteit van de opvoeding. Dezelfde redenering geldt voor alle andere educatievormen. p. 7 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
Hiertoe rekenen we: relatiebekwaamheid en sociale vaardigheden We verwijzen hiervoor naar de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen in de eerste graad. ijvoorbeeld het organiseren van leefsleutels op school, kennismakingsdagen, klasactiviteiten gericht op leren samenwerken, gezondheidseducatie Het uitwerken van een gezondheids- en/of drugbeleid op school. ijvoorbeeld het organiseren van activiteiten rond gezonde voeding, roken., Verkeerseducatie, bijvoorbeeld bij het verkennen van de omgeving rondom de school We verwijzen naar de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen in de eerste graad. opvoeden tot burgerzin ijvoorbeeld het oprichten van een leerlingenraad, leerlingen betrekken bij de herinrichting van de speel-plaats, leerlingen inzicht bijbrengen in de werking van het provinciebestuur, milieueducatie Deze educatievorm vindt men beschreven bij de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen. ijvoorbeeld het organiseren van een milieuproject. leren leren Het doel van leren op school is in de eerste plaats het leerproces en niet het cijfer. Leerkrachten moedigen hun leerlingen aan om te slagen en begeleiden hen bij dit proces. We verwijzen hier eveneens naar de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen in de eerste graad. interculturele vorming ij de vorming van interculturele competentie gaat het om inzichten, vaardigheden en houdingen die integraal deel uitmaken van een sociaalvaardige houding en die we nastreven bij de leerlingen èn bij onszelf om optimaler in onze multiculturele samenleving te kunnen functioneren evenals in de context van internationalisering. culturele en esthetische vorming Voor veel leerlingen is de school de enige introductie in de culturele wereld. Deze leerlingen dienen in hun leerplichtonderwijs kennis te maken met cultuur en een basis op te bouwen die hen levenslang mogelijkheden biedt voor verdere ontwikkeling. Cultuur als instrument speelt een rol bij het verwezenlijken van brede vormingsdoelen als sociale cohesie, tolerantie en maatschappelijke betrokkenheid. p. 8 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
$/*(0(1(352),/(5,1*9225'( 237,( 62&,$/((17(&+1,6&+(9250,1* De basisoptie Sociale en Technische Vorming bereidt rechtstreeks voor op de studierichting Sociale en Technische Wetenschappen en op andere toegepaste wetenschappelijke en technische studierichtingen. Sociale en Technische Vorming (Wetenschappen) is een technische, polyvalente studierichting met als belangrijkste aandachtspunt de gerichtheid naar de mens als socio-cultureel en socio-economisch wezen. De toepassingen zijn dan ook gericht naar de behoeften van de mens in zijn biologische, psychologische, relationele, maatschappelijke en ecologische dimensies. 0RGDOLWHLWHQYDQGHEDVLVRSWLH6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH9RPLQJ Het aantal in te richten uren bedraagt 7 of 9 te verdelen als volgt: Realisatietechnieken: Toegepaste Wetenschappen: Maatschappelijke en Sociale Vorming: 4 of 6 uur 2 uur 1 uur Voor Realisatietechnieken kunnen 4 of 6 uur worden ingericht: iedereen volgt voor 4 uur het leerplan Realisatietechnieken aansluitend aan Toegepaste Wetenschappen en Maatschappelijke en Sociale Vorming; voor de 2 bijkomende uren wordt het leerplan uitgebreid met variaties naar materialen, werkstukken en technieken. p. 9 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
%HJLQVLWXDWLH De leerlingen bestudeerden het PHWLHNVWHOVHO in de basisschool en in het 1 e graad in het vak wiskunde leerjaar van de 1 e De leerlingen kwamen in het 1 e leerjaar A reeds in contact met WHFKQRORJLH in het vak technologische opvoeding. Sommigen kregen via het keuzegedeelte een praktische initiatie (doeactiviteiten in Realisatietechnieken en/of technologische opvoeding). Alle leerlingen volgen in het 2 e leerjaar het gemeenschappelijk vak T.O.(informatietechnologie en wonen) De leerlingengroep in het 2 e leerjaar is eerder heterogeen. Men kan slechts uitgaan van een minimum aan technische kennis. Het is absoluut noodzakelijk dat de leerkracht die de vakken van de optie Sociale en Technische Vorming onderwijst, zeer goed op de hoogte is van het vak technologische opvoeding en dat de leerkrachten Technologische Opvoeding zeer goed op de hoogte zijn van de vakken binnen de optie Sociale en Technische Vorming. $OJHPHQHGRHOVWHOOLQJHQYRRGHRSWLH6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH9RPLQJ De ontwikkeling van het wetenschappelijk inzicht bevorderen door: - het verwerven van wetenschappelijke basiskennis; - het ontleden en uitvoeren van technologische toepassingen. De ontwikkeling van sociale vaardigheden bevorderen met nadruk op: - samen werken; - communicatievaardigheden; - respect en zorg voor elkaar; - aandacht voor kwaliteit. De ontwikkeling van vaardigheden en attitudes van een kritisch onderzoeker, uitvoerder en verbruiker stimuleren door op een objectieve en eerlijke wijze: - nauwkeurig te observeren; - experimenten te verrichten; - eenvoudige metingen uit te voeren; - uit observaties en experimenten gegevens te noteren en te verwerken; - te zoeken naar en te werken met het juiste materiaal en middelen:. het gebruik van tabellen, folders, informatief documentatiemateriaal, etiketten,. het opsporen en doornemen van literatuur; - uit de beschikbare gegevens, conclusies te trekken en een veralgemening te formuleren; - zichzelf te bevragen en een genomen beslissing te durven herzien. p. 10 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
7972(*(3$67(:(7(16&+$33(1 797RHJHSDVWH:HWHQVFKDSSHQX $OJHPHQHGRHOVWHOOLQJHQ Elementaire kennis verwerven aangaande: - lengtemetingen; - massa- en volumemetingen; - temperatuurmetingen; - tijdmetingen; - elektriciteit in functie van handelingen gericht naar de mens en zijn milieu; - kwaliteitsmetingen. eseffen dat meettechnieken gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis en inzien dat afspraken met betrekking tot meten nodig zijn voor een eenduidige communicatie. Het leren exact meten en interpreteren van meetresultaten en cijfergegevens in diverse sectoren, hoofdzakelijk in: - activiteiten van het dagelijkse leven; - de huishouding, maar ook reeds aandacht voor activiteiten in: - de distributiesector; - de bedrijfswereld; - de verzorgende sector. Inzien dat voor metingen een correct gebruik van grootheden, eenheden en meetinstrumenten belangrijk is en tevens een bijdrage levert tot kwaliteit. Het belang inzien van elektriciteit in het dagelijkse leven. Inzien dat voor het veilig gebruik van elektriciteit het noodzakelijk is de basisbegrippen van elektriciteit en het werkingsprincipe van een aantal elektrische toestellen te kennen. Ervan bewust zijn dat alle toepassingen steeds gericht zijn op de behoeftebevrediging van de mens en dat ze steeds de mens en zijn milieu ten goede moeten komen. Streven naar kwaliteit. p. 11 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
63(&,),(.('2(/67(//,1*(1 /((5,1+28'(1 3('$*2*,6&+((1','$&7,6&+( :(1.(1 p. 12 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
H OHHMDDYDQGH H JDDG62 6RFLDOHHQ7HFKQLVFKH9RPLQJ 7972(*(3$67( :(7(16&+$33(1 6SHFLILHNHOHHSODQGRHOVWHOOLQJHQ %8 /HHLQKRXGHQ 'LGDFWLVFKHHQSHGDJRJLVFKHZHQNHQ Het onderscheid tussen schatten en meten verwoorden. Op lange termijn zelfstandig kunnen bepalen wanneer een exacte meting nodig is en wanneer er kan en mag geschat worden. De juiste benaming en het correct gebruik van enkele veel voorkomende meetinstrumenten voor lengtemetingen kennen. /HQJWHPHWLQJHQ 0HWHQYDQOHQJWH 1.1.1. Schatten en meten - Instrumenten verschil tussen schatten en meten; juiste benaming, juiste keuze en correct gebruik van enkele belangrijke instrumenten voor lengtemetingen in functie van verschillende doeleinden; stappen te nemen bij elke meting; meten van kleine en grote afmetingen. Illustreren met voor leerlingen herkenbare voorbeelden. ij de lengtemetingen wordt concreet gewerkt met enkele veel gebruikte meetinstrumenten: meetlat, geodriehoek, stokmeter, duimstok of vouwmeter, meetlint, stalen rolmeter, meetband. De 3 stappen die bij elke meting belangrijk zijn opsommen en toepassen. De begrippen grootheid en eenheid correct gebruiken. De 7 grondgrootheden van het SI-stelsel met de overeenkomstige eenheden en symbolen kennen. 1.1.2. Grootheden - Eenheden - erekeningen grondgrootheden van het SI-stelsel met respectievelijke grondeenheden. Aandacht besteden aan correcte schrijfwijze van symbolen voor grootheden en vooral voor eenheden! Afspraken maken met leerkrachten wetenschappen en technologische opvoeding. LER1 p. 14 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
6SHFLILHNHOHHSODQGRHOVWHOOLQJHQ %8 /HHLQKRXGHQ 'LGDFWLVFKHHQSHGDJRJLVFKHZHQNHQ Het hoofddoel van ijken omschrijven. Enkele voorbeelden opnoemen van toestellen die geijkt moeten worden. 1.1.3. IJken van meetinstrumenten doel van ijken; meetinstrumenten die moeten worden geijkt; nauwkeurigheidsklassen van meetinstrumenten. Weten dat de toegelaten fout wettelijk bepaald wordt en dat deze verschillend kan zijn naargelang het meettoestel. Herkennen, benoemen en lezen van voorstellingen van meetresultaten, o.a. tabellen, grafieken en diagrammen. Aan de hand van concrete voorbeelden aantonen dat de mens maatgevend is voor de dingen die hem omringen en dat alles zo ontworpen wordt, dat de mens er zich goed bij voelt. De 4 factoren die de lichaamslengte mee bepalen, vermelden en illustreren met voorbeelden. De begrippen rekenkundig gemiddelde, mediaan, percentiel en normale verdeling omschrijven. 1.1.4. Noteren van meetresultaten belangrijke manieren van noteren: tabellen grafieken - diagrammen; genoteerde meetresultaten lezen en interpreteren; gemeten resultaten zelf noteren. /HQJWHPHWLQJHQLQIXQFWLHYDQKDQGHOLQJHQ JHLFKWQDDGHPHQVHQ]LMQPLOLHX 1.2.1. De mens is de maat der dingen alles wordt ontworpen op mensenmaat factoren die de lichaamsmaten mee bepalen: leeftijd - geslacht - land en ras - tijd 1.2.2. epalen van percentielen normale verdeling; mediaan; rekenkundig gemiddelde. Het is de bedoeling dat bij de volgende metingen het gebruik van tabellen, grafieken en diagrammen veelvuldig wordt ingeoefend. Met het schetsen van extreem grote en extreem kleine situaties de verhouding tot de mens aangeven. De afstemming op de lichaamsmaten verduidelijken met het nameten van de uitrusting van het vak- of klaslokaal. Overleg met leraar wiskunde. LER6 p. 15 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
6SHFLILHNHOHHSODQGRHOVWHOOLQJHQ %8 /HHLQKRXGHQ 'LGDFWLVFKHHQSHGDJRJLVFKHZHQNHQ estaande groeicurven lezen en interpreteren. Met gegeven (of gemeten) lichaamsmaten groeicurven opstellen. Het verband leggen tussen gemiddelde en uiterste lichaamsmaten enerzijds en het ontwerpen van gebruiksvoorwerpen anderzijds Het begrip PDVVD en de grootheid en eenheid van massa correct gebruiken. 1.2.3. Groeicurven bestaande groeicurven voor jongens en meisjes, voor baby s, peuters en adolescenten analyseren; groeicurven opstellen. besluit: verband tussen gemiddelde en extreme lichaamsmaten en het ontwerpen van gebruiksvoorwerpen 0DVVDHQYROXPHPHWLQJHQ 0HWHQYDQPDVVD 2.1.1. egrip PDVVD - Grootheid - Eenheid De cijfers gebruiken van de eigen groeicurven uit het boekje van Kind en Gezin en deze van het Medisch Schooltoezicht. Met gegevens van de verschillende lengten van de klasgenoten een normale verdeling opstellen. Niet enkel de totale lichaamslengte bestuderen maar ook de maten van andere lichaamsdelen. Op het verschil tussen massa en gewicht niet ingaan. Wel strikt de juiste terminologie gebruiken. LER5 LER7 LER1 De begrippen meetgebied of meetbereik - meetbreedte - gevoeligheid - traagheid - nauwkeurigheid correct gebruiken i.v.m. de werking van balansen. De juiste balans kiezen voor een bepaald doel. De verschillende werkingsprincipes van balansen onderscheiden, beschrijven en de voor- en nadelen bij gebruik aanduiden. 2.1.2. Meetinstrumenten voor massametingen en toepassingen basisbegrippen in verband met balansen meetgebied of meetbereik - meetbreedte gevoeligheid - traagheid - nauwkeurigheid; werkingsprincipes van balansen; mechanische balansen elektronische balansen. Met de leerlingen het aanbod van balansen in de handel inventariseren. Er dienen verschillende typen balansen voorradig te zijn in het vaklokaal. In het vak toegepaste wetenschappen en realisatietechnieken wordt voornamelijk gewerkt met huishoudelijke balansen. Precisiebalansen uit het labo chemie of fysica kunnen echter tijdens deze lesuren ook worden gebruikt. p. 16 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
6SHFLILHNHOHHSODQGRHOVWHOOLQJHQ %8 /HHLQKRXGHQ 'LGDFWLVFKHHQSHGDJRJLVFKHZHQNHQ Door inschatten en na controle door weging zich een idee vormen van de massa van veel gebruikte voorwerpen uit het dagelijks leven. Het onderscheid tussen volume en inhoud verwoorden. Het volume of de inhoud van voorwerpen kunnen inschatten en bepalen. 2.1.3. Meetinstrumenten voor volumemetingen en toepassingen inhoudsbepalingen van voorwerpen ; instrumenten voor volumemetingen; nauwkeurige volumemetingen met labo materiaal volumemetingen met huishoudmiddelen, o.a. lepels - kopjes - maatbekers - kookpannen Vooral de nadruk leggen of leren inschatten en kunnen controleren van het volume van veel gebruikte huishoudelijke recipiënten. Het gebruik van labo-instrumenten beperken tot de maatcilinder en de meetspuit. LER7 De inhoud van veel gebruikte huishoudelijke recipiënten kennen. estaande massacurven lezen en interpreteren. Met gegeven (of gemeten) lichaamsmassa s massacurven opstellen. De relatie tussen de toename van lichaamsmassa en voeding eenvoudig verwoorden. 0DVVDHQYROXPHPHWLQJHQLQIXQFWLHYDQ KDQGHOLQJHQJHLFKWQDDGHPHQVHQ]LMQ PLOLHX 2.2.1. Lichaamsmassa (massacurven) bestaande massacurven voor jongens en meisjes, voor baby s, peuters en adolescenten analyseren; massacurven opstellen; relatie tussen toename van lichaamsmassa en voeding. De gegevens gebruiken van met Medisch Schooltoezicht en Kind en Gezin. Ook aandacht besteden aan massacurven voor kinderen uit ontwikkelingslanden. LER7 SOC16 De begrippen lichaamsweefsel, cellen, energie en grondstoffen correct gebruiken. Weten dat de massa van sommige producten wettelijk bepaald is. 2.2.2. Voedsel bereiden houdt in: weten en rekenen p. 17 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
6SHFLILHNHOHHSODQGRHOVWHOOLQJHQ %8 /HHLQKRXGHQ 'LGDFWLVFKHHQSHGDJRJLVFKHZHQNHQ Weten dat de massa-aanduiding op verpakking van sommige waren wettelijk bepaald is. 2.2.3. Maten en massa s van voedingswaren massa-aanduidingen op voedingswaren wetgeving voor bepaalde voedingswaren; tabellen voor maten en massa s ; massa of inhoud van belangrijke voedingswaren; controle van massa of inhoud van voedingswaren. Controleren van de massa van verpakte voedingswaren en van brood met precisiebalansen Gebruik maken van de wettelijke bepalingen i.v.m. de massa van brood. Raadpleeg hiervoor de Voedingswarenwetgeving. LER7 Het eetbaar gedeelte berekenen. De 4 factoren die de hoeveelheid afval van voedingsmiddelen bepalen, kennen. Het eetbaar gedeelte van voedingsmiddelen bepalen, vertrekkende van bruto- en nettowegingen. 2.2.4. erekenen van eetbaar gedeelte bepalen van eetbaar gedeelte afhankelijk van: de grondstof; het gebruikte materiaal of apparatuur; de methode; de handigheid. De praktische uitvoering van het bepalen van het eetbaar gedeelte gebeurt in de lessen realisatietechnieken (ijvoorbeeld: aardappelen schillen). De leerlingen moeten nog geen voedingsmiddelentabellen kunnen lezen, de leerkracht deelt de gegevens over het eetbaar gedeelte mee. LER6 De aanbevolen porties basisvoedingsmiddelen per dag voor jongeren tussen 12 en 18 jaar kennen. 2.2.5. Portionering van voedingsmiddelen portie voedingsmiddelen per persoon en per maaltijd De praktische uitvoering van de portionering gebeurt in de lessen realisatietechnieken. GEZ2 LER7 Het begrip WHPSHDWXX en de grootheid en eenheid van temperatuur correct gebruiken. Het onderscheid omschrijven tussen warmte en temperatuur. 7HPSHDWXXPHWLQJHQ 0HWHQYDQWHPSHDWXX 3.1.1. egrip WHPSHDWXX - Grootheid - Eenheid verschil tussen warmte en temperatuur; eenheden van temperatuur. Het subjectieve van temperatuurmetingen met de huid duidelijk doen aanvoelen. LER7 De eenheden Celcius en Kelvin correct gebruiken en omrekenen. p. 18 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
6SHFLILHNHOHHSODQGRHOVWHOOLQJHQ %8 /HHLQKRXGHQ 'LGDFWLVFKHHQSHGDJRJLVFKHZHQNHQ Het verschil tussen continue en discontinue metingen omschrijven. 3.1.2. Registreren van temperatuurmetingen discontinue en continue metingen; opstellen van temperatuurcurven. Discontinue temperatuurgegevens noteren in tabelvorm en grafisch weergeven. Het principe van vloeistofthermometers uitleggen. Een gepaste keuze maken tussen alcohol- en kwikthermometers i.f.v. de te meten temperatuur. De belangrijkste verschillen tussen een kwikkoortsthermometer en een gewone kwikthermometer omschrijven. 3.1.3. Meetinstrumenten + toepassingen vloeistofthermometers; principe aflezen van vloeistofthermometers soorten vloeistofthermometers kwik- en alcoholthermometers kwikkoortsthermometers Er moet in het vaklokaal een gevarieerd aanbod van thermometers aanwezig zijn. De 3 grote onderdelen van een elektronische thermometer opsommen en omschrijven. elektronische thermometers; principe soorten chemische thermometers. voorbeelden ij de bespreking van het principe van elektronische thermometers de leerinhoud uit Informatietechnologie integreren. Het principe van chemische thermometers wordt niet uitgelegd, wel gedemonstreerd. ijvoorbeeld: koortsstrook. De mens als homeotherm wezen omschrijven. De relatie tussen de verbranding van voedsel en de lichaamstemperatuur eenvoudig omschrijven. 7HPSHDWXXPHWLQJHQLQIXQFWLHYDQ KDQGHOLQJHQJHLFKWQDDGHPHQVHQ]LMQ PLOLHX 3.2.1. De lichaamstemperatuur en aangepaste omgevingstemperatuur de mens is een homeotherm wezen; op peil houden van lichaamstemperatuur. Met het schetsen van extreem koude en extreem warme situaties de invloed op de mens aangeven. ijvoorbeeld: weerberichten noteren van binnen- en buitenland. p. 19 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
6SHFLILHNHOHHSODQGRHOVWHOOLQJHQ %8 /HHLQKRXGHQ 'LGDFWLVFKHHQSHGDJRJLVFKHZHQNHQ De nood aan warmteafgifte door het lichaam omschrijven. Het verband leggen tussen thermisch comfort, kleding en activiteit. Een aantal nadelen van onaangepaste temperatuur voor de mens omschrijven. 3.2.2. Omgevingstemperatuur begrip thermisch comfort; invloed van kleding en activiteit op thermisch comfort; gevolgen van aangepaste temperaturen voor de mens. Verwijzen naar of integreren van leerstof technologische opvoeding (wonen). GEZ1 Na herhaaldelijke waarnemingen, schattingen, controles of na opzoeken in documenten de temperatuur bij voedselverwerking aangeven voedsel bewaren voedsel bereiden voedsel serveren. 3.2.3. Temperatuur bij voedselverwerking temperatuur bij voedselbewaring; temperatuur bij voedselbereiding; temperatuur bij voedselservering. Temperaturen i.v.m. voedselverwerking in de lessen toegepaste wetenschappen slechts kort aanhalen. Deze leerstof wordt in de lessen realisatietechnieken concreet toegepast. Op lange termijn de verschillende temperatuurmetingen bij alle verdere realisatietechnieken toepassen. LER7 Het begrip WLMG en de grootheid en eenheid van tijd correct gebruiken. De relatie tussen natuurlijke periodieke verschijnselen en tijdsbepalingen verwoorden. 7LMGPHWLQJHQ 0HWHQYDQWLMG 4.1.1. egrip WLMG - Grootheid - Eenheid verschil tussen tijd schatten en meten; relatie tussen tijd en periodieke verschijnselen in de natuur. LER7 Praktische toelichtingen geven bij het meten van de tijd gebruikt in de huishouding. 4.1.2. Meetinstrumenten + toepassingen zandloper; huishoudklokje timer minuterie; programmeerklok. De verschillende soorten uurwerken worden niet besproken. Zich beperken tot de typische huishoudelijk instrumenten voor tijdmeting. p. 20 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO
6SHFLILHNHOHHSODQGRHOVWHOOLQJHQ %8 /HHLQKRXGHQ 'LGDFWLVFKHHQSHGDJRJLVFKHZHQNHQ Inzien dat kennis van feiten uit het verleden helpt om de wereld en de mensen van nu te begrijpen. 7LMGPHWLQJHQLQIXQFWLHYDQKDQGHOLQJHQ JHLFKWQDDGHPHQVHQ]LMQPLOLHX 4.2.1. Tijd en leeftijd de mens en zijn verleden; invloed van het verleden op het denken en handelen van de mens. Met concrete voorbeelden aantonen dat tijd (wat duurt lang, wat duurt kort) een relatief begrip is. De begrippen VRFLDDOen ELRORJLVFKLWPH kunnen definiëren. 4.2.2. Tijd en het biologisch ritme van de mens over 24 uur begrip sociale ritmen; begrip biologisch ritme - biologische klok; GEZ14 Het effect van sociale ritmen op het biologische ritme van de mens omschrijven. Enkele manieren om lichamelijke en geestelijke vermoeidheid te herstellen, opsommen. Een aantal factoren geven die de slaapbehoeften beïnvloeden. 4 fasen van de slaap opnoemen en hun typische kenmerken aangeven. De voordelen van lichaamsbeweging omschrijven.. Tijd voor rust en ontspanning herstellen van lichamelijke vermoeidheid; herstellen van geestelijke vermoeidheid: tijd voor rust; tijd voor ontspanning: lichaamsbeweging; andere ontspanning. Afspreken met leerkrachten LO i.v.m. meten van prestatie-, uithoudings- en recuperatievermogen (Cooper test). In de lessen realisatietechnieken inventarisatie maken van verschillende ontspanningsmogelijkheden voor jongeren in eigen streek. GEZ11 Een aantal lichaamsfuncties die de conditie bepalen, vermelden. Het prestatie-, uithoudings- en recuperatievermogen omschrijven en meten. p. 21 Leerplan Sociale en Technische Vorming 2 e leerjaar van de 1 e graad SO