Basiskennis en Basisvaardigheden II (245)

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Basiskennis en Basisvaardigheden II (245)"

Bart ter Linde
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 ASISKENNIS EN ASISVAARDIGHEDEN II 245 asiskennis en asisvaardigheden II (245) SCHEIKUNDE De kandidaat kan de belangrijkste scheikundige en natuurkundige verschijnselen onderscheiden De kan didaat kan de eigenschappen van mengsel, zuivere stof, verbin ding, elem ent, molecuul en atoom noemen De kandidaat kan de belangrijkste scheidingsmethodes van mengsels noemen De kandidaat kan het periodiek systeem en chemische notaties interpreteren De kandidaat kan de principes van verschillende chemische reacties beschrijven De kandidaat kan een chemisch reactieschema uitleggen De kandidaat kan de belangrijkste eigenschappen en toepassingen van oxiden, zuren, basen en zouten noemen De kandidaat kan het verband tussen ph ben zuurgraad beschrijven De kandidaat kan de oplosbaarheid van zouten in oplosbaarheidstabellen opzoeken De kandidaat kan eigenschappen van de covalente en de ionbinding noemen De kandidaat kan de volgende grootheden: volume, concentratie, molaire massa, stofhoeveelheid in mol en dichtheid beschrijven De kandidaat kan benodigde fysische constanten in hand- of tabellenboeken opzoeken De kandidaat kan de belangrijkste functionele groepen van organische stoffen herkennen en benoemen De kandidaat kan eenvoudige laboratoriumbenodigdheden hanteren. Rpm/c De kandidaat kan elementaire chemische experimenten uitvoeren. Rpm/c De kandidaat kan meetgegevens van eenvoudige experimenten administreren De kan didaat kan volgens standa ard voo rschrift eenvoudig e berekeningen die onderdeel zijn van de gebruikelijke meetprocedures uitvoeren De kandidaat kan accuraat, betrouwbaar en volgens analysevoorschrift werken. Rpm/c NATUURKUNDE

245.06 De kandidaat kan een chemisch reactieschema uitleggen. 245.07 De kandidaat kan de belangrijkste eigenschappen en toepassingen van oxiden, zuren, basen en zouten noemen. 245.08 De kandidaat kan het verband tussen ph ben zuurgraad beschrijven.

2 De kandidaat kan op de correcte wijze natuurkundige grootheden, eenheden en afgeleide eenheden hanteren De kandidaat kan volgens een nauwkeurig omschreven eenvoudige opdracht diverse fysische grootheden met de goede nauwkeurigheid bepalen. /pm De kandidaat kan de resultaten van fysische experimenten noteren De kandidaat kan de volgende natuurkundige grootheden: tijd, massa, dichtheid, kracht, druk, arbeid, vermogen, energie, warmte en temperatuur hanteren en in de juiste eenheden weergeven De kandidaat kan de algemene eigenschappen van geleiders en isolatoren beschrijven De kandidaat kan de algemene eigenschappen van vloeistoffen, gassen, dampen beschrijven De kandidaat kan met behulp van een voorschrift met betrekking tot dichtheid, vloeistoffen, gassen, dampen, warmte, uitzetting eenvoudige berekeningen uitvoeren De kandidaat kan met de wet van Ohm eenvoudige berekeningen uitvoeren De kandidaat kan het principe van enkele veel voorkomende elektrische schakelingen beschrijven De kandidaat kan spannings-, stroom- en ph-meters op de juiste wijze in een elektrisch circuit opnemen en correct aflezen. /pm De kandidaat kan met elektrische schakelingen en apparatuur veilig werken. Rpm/c WISKUNDE De kandidaat kan eenvoudige rekenkundige berekeningen, ook met behulp van een rekenmachine, uitvoeren De kandidaat kan met breuken, machten en wortels rekenen De kandidaat kan eerstegraads vergelijkingen oplossen en grafieken van eerstegraads functies correct aflezen De kandidaat kan met regelmatige vlakke figuren berekeningen uitvoeren De kandidaat kan omtrek en inhoud van regelmatige ruimtelijke objecten berekenen. KWA LITEIT, ARO, VEILIGHEID EN MILIEU

21 De kandidaat kan de resultaten van fysische experimenten noteren. 245.

3 ASISKENNIS EN ASISVAARDIGHEDEN II De kandidaat kan de belangrijkste voorschriften en achtergronden op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden conform de ARO-wet en andere richtlijnen beschrijven. - relevante onderwerpen uit de veiligheids- en gezondheidswetgeving kan noemen; - de begrippen risico, preventie en beheersmaatregelen kan beschrijven; - de oorzaken van een ongeval en methoden van ongevalpreventie kan beschrijven; - de belangrijkste aspecten van het gebruik van werkvergunningen kan noemen De kandidaat kan veiligheidssymbolen, chemiebladen, p-waarden en MACwaarden toepassen De kandidaat kan preventieve maatregelen met betrekking tot brandbare, giftige, bijtende en oxiderende stoffen beschrijven. - de risico's en beheersmaatregelen voor het omgaan met gevaarlijke stoffen kan beschrijven De kandidaat kan de werking en toepassing van blusstoffen en brandbestrijdingsmiddelen verklaren. - de risico's en beheersmaatregelen voor brand en explosies kan beschrijven De kandidaat kan de verschillende persoonlijke beschermingsmiddelen en hun toepassing beschrijven. - het juiste gebruik en de toepassingsgebieden van persoonlijke beschermingsmiddelen kan beschrijven De kandidaat kan met elektrische apparatuur veilig werken. /pm De kandidaat kan de effecten en preventieve maatregelen van straling beschrijven De kandidaat kan de belangrijkste meet- en controlegereedschappen ten behoeve van metingen van brandbaarheid, explosiegrenzen en vergiftigingsgevaar gebruiken. /pm De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen toepassen op zijn werkplek. /pm De kandidaat kan bij calamiteiten de voorschriften van het rampenplan uitvoeren. /pm De kan didaat kan actie ondernem en wan neer de arbeidsom standigheden niet in overeenstemming zijn met de ARO-wet of andere geldende regelingen. /i De kandidaat kan een aantal veiligheidsmiddelen demonstreren. /pm De kandidaat kan kwaliteitszorg in het laboratorium toepassen De kandidaat kan methoden en procedures ter voorkoming en bestrijding van milieuverontreiniging in het laboratorium toepassen De kandidaat kan de noodzaak van het zorgvuldig toepassen van milieuvoorschriften beargumenteren.

- relevante onderwerpen uit de veiligheids- en gezondheidswetgeving kan noemen; - de begrippen risico, preventie en beheersmaatregelen kan beschrijven; - de oorzaken van een ongeval en methoden van

4 De kandidaat kan het effect van beroepswerkzaamheden op het milieu beschrijven De kan didaat kan maatregelen die milieubelastende gevolgen bij beroepswerkzaamheden beperken, noemen.

245.51 De kan didaat kan maatregelen die

5 ASISKENNIS EN ASISVAARDIGHEDEN II De kandidaat kan voor materialen die door de beroepsgroep worden gebruikt alternatieven die het milieu minder belasten, noemen De kandidaat kan de milieuaanduidingen op verpakkingen herkennen

worden gebruikt alternatieven die het milieu minder belasten,

Vergelijkbare documenten

Basiskennis en Basisvaardigheden III (304)

Basiskennis en Basisvaardigheden III (304) ASISKENNIS EN ASISVAARDIGHEDEN III 304 asiskennis en asisvaardigheden III (304) SCHEIKUNDE 304.01 De kandidaat kan de belangrijkste scheikundige en natuurkundige verschijnselen onderscheiden. 304.02 De