PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING EU-ACS. Commissie sociale zaken en milieu

Vergelijkbare documenten
PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

Op 24 mei 2005 heeft de Raad (RAZEB), in zijn samenstelling van ministers van Ontwikkelingssamenwerking, de conclusies in bijlage I aangenomen.

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

Armoedebestrijding in ontwikkelingslanden (onderwijs en scholing)

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2005 (09.06) (OR. en) 9806/05 SAN 101 DEVGEN 106

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

15571/17 ons/cle/ia 1 DG C 1

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

Zittingsdocument B7-2011/0000 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 januari 2009 (20.01) (OR. en) 5365/09 DEVGE 9 RELEX 36 ACP 14 AGRI 16 ALIM 1 PROBA 2 FAO 1

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI))

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

10279/17 PAU/ev 1 DG C 1

Commissie ontwikkelingssamenwerking ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016

... /... van de voorwaarden voor vraag en aanbod ; hij is voorts van mening

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

AANGENOMEN TEKSTEN. Tenuitvoerlegging van het Bolognaproces stand van zaken en follow-up

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) Ontwerpadvies Corina Creţu (PE v01-00)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

AANGENOMEN TEKSTEN. Follow-up en stand van zaken van de Agenda 2030 en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507

*** ONTWERPAANBEVELING

AANGENOMEN TEKSTEN DEEL III. van de vergadering van. donderdag 23 april 2009 P6_TA-PROV(2009)04-23 VOORLOPIGE UITGAVE PE

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

3. Meer dan de helft van de 57 miljoen niet-schoolgaande kinderen leeft in Afrika bezuiden de Sahara. Juist Bron:

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2092(BUD)

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

Resolutie van het Europees Parlement over wereldaidsdag

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

MDG. Eerst en tweede graad. Te lezen zinnen (in willekeurige volgorde!)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

16891/14 GAR/sv 1 DG B 4A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2006 (24.11) (OR. en) 15258/06 SAN 240. NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC)

Gendermainstreaming in de externe betrekkingen van de EU en haar vredesopbouw/natievorming

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00

Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG

2. De Raad wordt verzocht de ontwerp-conclusies in bijlage dezes aan te nemen, en nota te nemen van het bijbehorende verslag in addendum 1.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

Committee / Commission CONT. Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zittingsdocument B7-0493/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

12950/17 van/asd/dp 1 DG B 2B

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0328/2017

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. GEEN ARMOEDE 2. GEEN HONGER. Armoede uitroeien, in al zijn vormen en overal. Honger beëindigen, betere voeding en duurzame landbouw promoten

AANGENOMEN TEKSTEN. Kwijting 2013: Europese Stichting voor opleiding (ETF)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B8-0000/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B8-0000/2014

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking

ACP-EU JOINT PARLIAMENTARY ASSEMBLY. Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG

*** ONTWERPAANBEVELING

15573/17 van/gra/fb 1 DG C 1

AANGENOMEN TEKSTEN. Meerjarig financieel kader en eigen middelen

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B7-0000/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2014

AANGENOMEN TEKSTEN. Resolutie van het Europees Parlement van 15 maart 2018 over "doden uit mededogen" in Oeganda (2018/2632(RSP))

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

10512/16 van/zr/as 1 DG E 1A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs

EUROPEES PARLEMENT. Commissie politieke zaken

Zittingsdocument B8-0000/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B8-0000/2015

16185/1/03 REV 1 CS/lm DG G II

Transcriptie:

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING EU-ACS Commissie sociale zaken en milieu 19.01.2005 WERKDOCUMENT over de geboekte vooruitgang bij de verwezenlijking van primair onderwijs voor allen en gendergelijkheid in de ACS-landen in het kader van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling Corapporteurs: María Elena Valenciano Martínez-Orozco Donald Ramotar (Guyana) DT\554191.doc APP/3744 Externe vertaling

INHOUD PROCEDUREVERLOOP...3 ONTWERPRESOLUTIE...4 Blz. APP/3744 2/14 DT\554191.doc

PROCEDUREVERLOOP DT\554191.doc 3/14 APP/3744

ONTWERPRESOLUTIE over de geboekte vooruitgang bij de verwezenlijking van primair onderwijs voor allen en gendergelijkheid in de ACS-landen in het kader van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling De Paritaire Parlementaire Vergadering, bijeengekomen te Bamako (Mali) van 18 tot 21 april 2005, gelet op artikel 26 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (onderwijs als fundamenteel recht), gelet op artikel 25, lid 1 van de Overeenkomst van Cotonou, gezien de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling (ICPD), gehouden te Caïro in 1994, en de Vierde Wereldvrouwenconferentie, gehouden te Peking in 1995, gezien de Wereldtopconferentie voor kinderen in Jomtien in 1990, de Sociale Topconferentie van de VN in 1995 en het Wereldonderwijsforum te Dakar (Senegal) in 2000, gezien de Millenniumverklaring, aangenomen door de wereldleiders op de Millenniumtop van 2000 1, gezien de mededeling van de Commissie inzake de rol van onderwijs en scholing in de armoedebestrijding in ontwikkelingslanden (COM(2002) 116 C5-0333/2002 2 ), gezien Verordening (EG) nr. 806/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van gelijkheid tussen mannen en vrouwen in het kader van de ontwikkelingssamenwerking 3, gezien de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over kinderen, gehouden te New York in 2001, gezien de Internationale conferentie over financiering van de ontwikkeling in Monterrey in 2002, gezien de Wereldtopconferentie over duurzame ontwikkeling in Johannesburg in 2002, gezien het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, in 1979 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, 1 Resolutie 55/2 van de Algemene Vergadering. 2 Niet gepubliceerd in het PB. 3 PB L 143 van 30.4.2004. APP/3744 4/14 DT\554191.doc

gezien het rapport van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties van 27 augustus 2004 over de uitvoering van de VN-Millenniumverklaring, gezien de rapporten van UNICEF over de toestand van de kinderen in de wereld (2004) en het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind van 1989, gezien het rapport uit 2003 van het Ontwikkelingsprogramma van de VN, getiteld 'The Millennium Development Goals: Progress, Reversal and Challenges' en het 'Rapport over Menselijke Ontwikkeling' van 2003, gezien de drie rapporten van de UNFPA: Status van de wereldbevolking 2004 - de consensus van Caïro na tien jaar: bevolking, reproductieve gezondheid en de internationale bestrijding van de armoede; Internationale conferentie over bevolking en ontwikkeling, Caïro, 5-13 september 1994; en Investeren in mensen - Internationale conferentie over bevolking en ontwikkeling - 1994/2004 ('ICPD at 10'), gezien het jaarverslag 2004 over het ontwikkelingsbeleid en de EG-hulp aan derde landen van oktober 2004, gezien het verslag van de Commissie van november 2004 over de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling 2000-2004, gezien de mededeling van de Commissie over gendermainstreaming in het externe samenwerkingsbeleid, gezien het EG-actieprogramma van Peking (EG 806/2004, 21 april 2004), gezien de verklaring over het ontwikkelingsbeleid van de EG van 10 november 2000, gezien het Global Monitoring Report 2004 - Policies and Actions for Achieving the Millennium Development Goals and Related Outcomes (maart 2004), gezien het jaarverslag 2004 over het ontwikkelingsbeleid en de externe bijstand van de EG, gezien de resolutie, aangenomen op 6 september 2001, over het fundamenteel onderwijs in de ontwikkelingslanden in verband met de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over kinderen, gehouden in september 2001 1, gezien het verslag van het Europees Parlement over het fundamenteel onderwijs in ontwikkelingslanden in verband met de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over kinderen in september 2001 (A5-0278/2001), gezien het verslag van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake de rol van onderwijs en beroepsvorming in de armoedebestrijding in ontwikkelingslanden (A5-0126/2003), 1 PB C 72 E van 21.3.2002, blz. 244. DT\554191.doc 5/14 APP/3744

gelet op artikel 17, lid 1 van haar Reglement, A. overwegende dat in artikel 26 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens het onderwijs als een fundamenteel mensenrecht wordt beschouwd, en dat het als zodanig een universeel en ondeelbaar recht is, dat geen ruimte laat voor enige vorm van discriminatie op grond van geslacht, handicap, etnische of raciale afkomst, godsdienst of cultuur, B. gezien de Millenniumverklaring, aangenomen door de wereldleiders op de VN- Millenniumtop in 2000, C. overwegende dat tot de millenniumdoelstellingen bij de Millenniumverklaring onder andere de verwezenlijking van primair onderwijs voor allen behoort (doelstelling 2), met als streefdoel ervoor te zorgen dat tegen 2015 alle kinderen ter wereld het primair onderwijs kunnen genieten, D. overwegende dat tot de millenniumdoelstellingen bij de Millenniumverklaring ook de bevordering van gendergelijkheid en de autonomie van vrouwen behoort (doelstelling 3), met als streefdoel de uitbanning van genderongelijkheid in het primair en secundair onderwijs, bij voorkeur tegen 2005, en op alle onderwijsniveaus tegen eind 2015, E. overwegende dat het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen in artikel 10 stelt dat alle deelnemende staten passende maatregelen moeten nemen om discriminatie van vrouwen uit te bannen teneinde vrouwen rechten te verzekeren die op het gebied van het onderwijs gelijk zijn aan die van mannen, F. overwegende dat de Verklaring en het actieprogramma van Peking (1995) de noodzaak aanhaalt van een bevordering van duurzame ontwikkeling die op mensgerichte leest is geschoeid, met inbegrip van duurzame economische ontwikkeling via fundamenteel onderwijs, onderwijs voor het leven, alfabetisering en beroepsvorming, en gezinsgerichte gezondheidszorg voor kinderen en vrouwen, G. overwegende dat de Commissie het EG-actieprogramma van Peking - EG 806/2004 (21 april 2004) 1, heeft aangenomen, waarbij zij zich verbindt tot het financieren van specifieke maatregelen op het gebied van de toegankelijkheid voor vrouwen van verschillende hulpbronnen en diensten, met name op de gebieden van onderwijs en beroepsvorming, gezondheid, economische en maatschappelijke activiteiten, werkgelegenheid en infrastructuur, en participatie in alle politieke besluitvormingsprocessen, H. overwegende dat de Internationale conferentie van de Verenigde Naties over bevolking en ontwikkeling (ICPD) in Caïro (5-13 september 1994) heeft verklaard dat het onderwijs een van de belangrijkste middelen is om vrouwen in het bezit te stellen 1 PB L 143 van 30.4.2004. APP/3744 6/14 DT\554191.doc

van de kennis, de vaardigheden en het zelfvertrouwen die noodzakelijk zijn voor hun deelname aan het ontwikkelingsproces, I. overwegende dat de mondiale ontwikkeling van het onderwijs een van de meest effectieve beschikbare strategieën vormt voor het doorbreken van de armoedecyclus; tevens overwegende dat dit een sleutelelement is van duurzame menselijke ontwikkeling evenals van alle acties gericht op de verwezenlijking van de menselijke ontwikkelingsdoelstellingen zoals deze binnen de internationale gemeenschap voor 2015 zijn overeengekomen, J. overwegende dat de gezamenlijke verklaring van de Commissie en de Raad van november 2000 de noodzaak bevestigt van een wereldwijde inspanningsbereidheid ten behoeve van primair onderwijs voor allen, en het onderwijs kenschetst als een van de ontwikkelingsprioriteiten, K. overwegende dat 113 miljoen kinderen nooit onderwijs hebben genoten en dat nog eens 150 miljoen kinderen wel naar de lagere school gaan, maar deze verlaten voordat zij kunnen lezen en schrijven, terwijl 860 miljoen mensen in de ontwikkelingslanden analfabeet zijn, L. overwegende dat 65 miljoen meisjes nog steeds niet naar school gaan, en dat het schoolverzuimpercentage, evenals het schoolverlatingspercentage, bij meisjes nog steeds hoger ligt dan bij jongens, M. overwegende dat het nationale onderwijsbeleid alle kinderen, en vooral meisjes, in staat moet stellen naar school te blijven gaan en hun opleiding af te maken, en tevens oplossingen moet bieden voor kinderen die van school zijn gegaan, N. overwegende dat bijzondere aandacht moet worden geschonken aan het primair onderwijs voor meisjes, aangezien goed opgeleide meisjes kleinere, gezondere en beter te onderhouden gezinnen stichten, wat leidt tot een hogere productiviteit en een vermindering van de armoede, O. overwegende dat scholen 'meisjesvriendelijk' moeten worden en dichter bij de leefwerelden van meisjes moeten aansluiten, met hulp en participatie vanuit de gemeenschap, flexibele lesroosters en liefst vrouwelijke leerkrachten, evenals curricula die aangepast zijn aan de leefomgeving van kinderen, P. gezien het cruciale belang van onderwijs en beroepsvorming, met name voor meisjes en vrouwen, voor de bestrijding van armoede en ziekte; daarom haar steun betuigend aan de politieke intentie van de internationale gemeenschap om in haar maatregelen voor ontwikkelingssamenwerking de financiering voor onderwijs en beroepsvorming uit te breiden, Q. overwegende dat de getroffen maatregelen in ernstige mate worden ondermijnd door de HIV/aids-epidemie, ten gevolge waarvan in de ergst getroffen landen in Afrika naar verwachting 10% van de leerkrachten gedurende de komende vijf jaar zullen overlijden, en overwegende dat het aantal aids-wezen naar schatting zal stijgen tot DT\554191.doc 7/14 APP/3744

meer dan 20% van alle kinderen in de schoolgaande leeftijd, R. overwegende dat seksuele voorlichting en toegang tot reproductieve gezondheidszorg via het onderwijs de beste waarborgen zijn voor HIV/aids-preventie, S. overwegende dat de culturele tradities van vele ontwikkelingslanden in sterke mate in het patriarchaat wortelen en daarom aan vrouwen een ondergeschikte rol in de maatschappelijke orde toekennen, T. overwegende dat vrouwen essentieel zijn voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling; overwegende dat het investeren in het onderwijs voor meisjes en vrouwen een integraal onderdeel moet worden van ontwikkelingsplannen en van strategieën voor armoedebestrijding in de ontwikkelingslanden, U. overwegende dat vele regeringen ten gevolge van de economische ongelijkheid in de wereld en de schuldenlast de middelen ontberen die nodig zijn om onderwijs voor alle kinderen te bekostigen en overwegende dat structurele aanpassingsprogramma's de regeringen hebben genoopt de overheidsuitgaven terug te schroeven, met nadelige gevolgen, in het bijzonder voor meisjes, V. overwegende dat het gezien de beperkte mogelijkheden van ontwikkelingslanden belangrijk is realistische planningen te maken voor de nationale plannen voor onderwijsdeelname, W. overwegende dat kinderarbeid vele kinderen van school houdt, omdat het door hen ingebrachte loon essentieel is voor het overleven van de betrokken gezinnen, X. overwegende dat er middelen moeten worden gevonden om het lesgeld te vergoeden aan diegenen die het onderwijs van hun kinderen niet kunnen betalen, Y. overwegende dat tot de noodmaatregelen die worden genomen ten behoeve van de vele kinderen die ontheemd raken of getroffen worden door conflicten, droogte, honger of natuurrampen, ook passende vormen van onderwijs moeten behoren als essentieel onderdeel van rehabilitatie met name in gevallen van langdurige ontheemdheid of instabiliteit, Z. verheugd over het Education For All Fast Track Initiative alsmede over de verklaring van de Commissie dat zij dit in beginsel steunt, AA. betreurende dat er sinds de Conferentie van Dakar minimale vooruitgang is geboekt, ondanks het Education For All Fast Track Initiative, en dat er een gebrek aan belangstelling bestaat voor de coördinatie van het internationale streven om de onderwijscrisis aan te pakken; voorts betreurende dat, indien de huidige trends zich voortzetten, niet zal kunnen worden voldaan aan de doelstellingen voor 2005 inzake gendergelijkheid in het onderwijs, met name in Zuid-Azië en het gebied ten zuiden van de Sahara, en dat de doelstellingen voor 2015 voor algemeen fundamenteel onderwijs globaal gesproken niet zullen worden gehaald, gezien het feit dat 75 miljoen kinderen nog steeds geen onderwijs volgen, APP/3744 8/14 DT\554191.doc

AB. AC. AD. overwegende dat de begroting van de Commissie voor primair onderwijs niet ruim genoeg is en dat de middelen slechts langzaam en op ondoelmatige wijze worden vrijgemaakt, overwegende dat in 2003 de toewijzingen door de Commissie aan het onderwijs in de landen die door de CvO worden bestreken, slechts 6,24 % van het totaal van de begrotingen van Commissie en EOF bedroegen; overwegende dat dit veel minder is dan was toegezegd en evenmin strookt met de officiële doelstellingen die eerder door de Commissie zijn bekendgemaakt, overwegende dat de politieke toezeggingen door de internationale gemeenschap voor een verhoging van de financiering voor onderwijs en opleiding in haar maatregelen voor ontwikkelingssamenwerking niet tot een wezenlijke stijging van de financiering voor onderwijsprogramma's hebben geleid, 1. Wijst erop dat de millenniumdoelstellingen, zoals door de internationale gemeenschap, aanvaard, de verwezenlijking van primair onderwijs voor allen en de bevordering van gendergelijkheid en van autonomie van vrouwen als universele streefdoelen stellen; 2. Wijst erop dat tot de millenniumdoelstellingen zoals vastgesteld door de internationale gemeenschap ook het streefdoel behoort dat tegen 2015 alle kinderen ter wereld het primair onderwijs zullen hebben afgerond, en het streefdoel van de uitbanning van genderongelijkheid, in het primair en secundair onderwijs liefst tegen 2005 en op alle onderwijsniveaus tegen eind 2015; 3. Wijst erop dat nog altijd 65 miljoen meisjes niet naar school gaan en benadrukt de essentiële noodzaak van praktische maatregelen door overheden, hulporganisaties en internationale organisaties om hun situatie te veranderen; 4. Vraagt speciale aandacht te schenken aan het primair onderwijs voor meisjes, gegeven dat goed opgeleide meisjes kleinere, gezondere en beter te onderhouden gezinnen stichten, wat leidt tot hogere productiviteit en vermindering van de armoede; 5. Benadrukt het belang van voorlichting aan meisjes en vrouwen voor verbetering van de gezondheid, inclusief aspecten als seksuele en reproductieve gezondheid, SOA's zoals HIV/aids en aandoeningen in verband met de watervoorziening en de hygiënische omstandigheden zoals tuberculose, malaria, cholera en diarree; 6. Is van mening dat het cruciaal is, gegeven het belang van vrouwen in de sociale en gezinseconomie, om opleidingsprogramma's voor vrouwen en meisjes te ontwikkelen die hen de kwalificaties verschaffen om aan banen te komen of zelfstandig werkzaam te worden, als stimulans voor de economische ontwikkeling met behulp waarvan de betrokken vrouwen en hun gezinnen de vicieuze cirkel van armoede en ziekte zullen kunnen doorbreken; 7. Overweegt dat informatie over de bestaande onderwijs- en opleidingsprogramma's een sleutelfactor is voor een geslaagde uitvoering ervan en roept de Commissie op zich DT\554191.doc 9/14 APP/3744

krachtig in te spannen om te zorgen dat vrouwen en meisjes goed worden geïnformeerd, omdat onderwijs hen kan helpen zichzelf te beschermen tegen elke vorm van uitbuiting; 8. Roept op tot het instellen van een nationaal onderwijsbeleid dat alle kinderen, en met name meisjes, de mogelijkheid biedt naar school te blijven gaan en hun opleiding te voltooien, en dat tevens oplossingen biedt voor kinderen die voortijdig de school verlaten; 9. Roept scholen op 'meisjesvriendelijk' te worden en dichter bij de leefwerelden van meisjes aan te sluiten, met hulp en participatie vanuit de gemeenschap, flexibele lesroosters, bij voorkeur vrouwelijke leerkrachten en curricula die zijn aangepast aan de leefomgeving van kinderen; 10. Benadrukt de noodzaak dat alle onderwijsinstellingen democratische waarden meegeven met het oog op de bevordering van actief burgerschap, maatschappelijke verantwoordelijkheid en respect voor verschillen in geslacht en godsdienst; 11. Benadrukt nogmaals de noodzaak dat de Commissie en de lidstaten voorrangssteun geven aan die landen die kiezen voor onderwijsstrategieën met gratis en universeel primair onderwijs, gendergelijkheid, brede toegankelijkheid, hoge kwaliteit, decentralisatie van hervormingen en speciale bijstand voor de armste en meest kansarme bevolkingsgroepen; 12. Benadrukt dat het onderwijs tot de fundamentele bevoegdheden van de staat moet blijven behoren en moet worden gezien als een openbare dienst en een fundamenteel recht van het individu; 13. Roept de nationale autoriteiten op in hun overheidsprogramma's bewustwordingsacties op te nemen waardoor ouders het belang van onderwijs voor hun kinderen gaan onderkennen; 14. Benadrukt dat voltijdonderwijs voor iedereen de noodzaak inhoudt van een effectieve bestrijding van kinderarbeid en een onderwijsstelsel dat strategieën omvat om kinderen in het voltijdonderwijs op te nemen die nu werken of om andere redenen niet naar school gaan; roept de Gemeenschap op te zorgen dat alle door haar gefinancierde onderwijsprogramma's een breed pakket aan strategieën bevatten, inclusief cursussen voor maatschappelijke motivatie en bijscholing aan oudere kinderen; 15. Roept de Commissie, de ontwikkelingslanden en de particuliere sector op een systeem te creëren voor het tegengaan en uitbannen van kinderarbeid, dat ongeacht de omstandigheden mede betrekking moet hebben op deeltijdonderwijs; 16. Verzoekt nationale autoriteiten na te denken over manieren om het lesgeld te vergoeden aan diegenen die het onderwijs van hun kinderen niet kunnen betalen; 17. Benadrukt dat noodhulp, zowel in het algemeen als specifiek gericht op het te boven komen van de afschuwelijke gevolgen van de tsunami in Azië, ook passende vormen APP/3744 10/14 DT\554191.doc

van onderwijs moet bevatten, als sleutelfactor voor maatschappelijke en emotionele rehabilitatie; spreekt haar waardering uit voor de in dit verband gedane oproepen door internationale organisaties als UNICEF; 18. Roept de Raad op tot het instellen van een tijdschema voor een uitbreiding van de door de lidstaten te geven onderwijshulp, voorzover niet reeds geschied, met het oog op het vervullen van de toezeggingen van Dakar en de millenniumdoelstellingen; 19. Wijst erop dat in de begrotingsonderhandelingen voor 2001 en 2002 het Europees Parlement tezamen met de Raad heeft benadrukt dat de door de Gemeenschap gegeven onderwijshulp moet worden verhoogd en daarnaast heeft opgemerkt dat in de begrotingshoofdstukken op regionaal gebied concrete doelstellingen voor de onderwijsuitgaven waren opgenomen; 20. Doet een beroep op alle geïndustrialiseerde landen om 10% van de officiële hulp te oormerken voor het fundamenteel onderwijs en om de door hen gedane toezeggingen na te komen door ten minste 0,7% van het BBP aan hulp toe te wijzen en 0,15% aan de minst ontwikkelde landen; benadrukt het belang van uitbreiding van het Fast Track Initiative naar meer landen en van het waarborgen van een prompte financiering van de vereisten van dat initiatief; 21. Roept de Commissie op een maatstaf te formuleren voor het bewaken van de communautaire en bilaterale onderwijshulp, in het licht van de toezeggingen van Dakar en de toezeggingen van de lidstaten om de door hen gegeven hulp voor onderwijs te verhogen; 22. Spreekt haar waardering uit voor het voorstel van de Commissie om budgettaire bijstand strikt afhankelijk te stellen van de voorwaarde dat het ontvangende land een algemeen Education For All-plan moet hebben; roept de Commissie op wettelijke waarborgen te verschaffen om de budgettaire bijstand aan te vullen met controles op de openbare bestedingen en om de budgettaire bijstand vooraf toe te kennen onder handhaving van het eigendomsbeginsel; 23. Benadrukt ten aanzien van de noodzakelijke meting van de voortgang naar de millenniumdoelstellingen het belang van betrouwbare statistieken en informatie over onderwijs in het algemeen en onderwijs aan meisjes en vrouwen in het bijzonder; betuigt haar steun aan de inspanningen van de Verenigde Naties in dit verband; 24. Verzoekt de Commissie om één jaar na goedkeuring van deze resolutie een voortgangsverslag aan de Paritaire Parlementaire Vergadering te doen toekomen; 25. Verzoekt haar beide voorzitters deze resolutie te doen toekomen aan de ACS-EU- Raad, de Commissie, de Raad van Ministers van de EU, de secretaris-generaal van de VN en de Afrikaanse Unie. DT\554191.doc 11/14 APP/3744

BIJLAGE I De aanbevelingen van de conferenties van Jomtien en Dakar onderstreepten het belang van een specifieke definitie voor het fundamenteel onderwijs als vervanging voor de eerdere te beperkte of te technische definities (vgl. OESO/CvO) en om te komen tot een bredere definitie die toepasbaar is op alle regio's en onderwijsstelsels. Daarom is het wellicht relevant om de in die conferenties gegeven definities van het fundamenteel onderwijs hier kort weer te geven, evenals die van de OESO/CvO voor de overige categorieën of deelsectoren. Fundamenteel onderwijs: dit begrip moet opnieuw worden gedefinieerd in relatie tot de volgende begrippen: 'technisch', 'gespecialiseerd', 'hoger', 'tertiair' en 'levenslang'. Onderwijs dat gezien wordt als 'fundamenteel' omvat allereerst het formele primaire onderwijs, maar daarnaast ook het complete scala aan vaardigheden, kennis, attitudes, waarden en motivaties dat nodig is, wil een persoon behoorlijk kunnen lezen en schrijven en zich zo de noodzakelijke basis kunnen verschaffen om met het leerproces te beginnen dat een leven lang voortduurt. Fundamenteel onderwijs kan zowel door middel van formele als informele middelen en instellingen worden geboden. De duur en aard van het onderwijstraject dat als 'fundamenteel' wordt gedefinieerd, loopt van land tot land uiteen: van een minimum van drie tot vier jaar primair onderwijs tot een curriculum van negen jaar of zelfs de afronding van het secundair onderwijs. Kleuteronderwijs: deze term heeft betrekking op een gestructureerde verzameling activiteiten, die plaatsvinden in een formele instelling of als onderdeel van een informeel programma gericht op kinderen. Deze activiteiten worden in het algemeen aangeboden aan kinderen van drie jaar oud en omvatten ook georganiseerde leeractiviteiten, die echter slechts een gedeelte uitmaken van het totale aangeboden programma. Primair onderwijs: deze term heeft betrekking op onderwijsprogramma's die in het algemeen worden geconcipieerd teneinde kinderen een solide basis mee te geven in het lezen, schrijven en rekenen, evenals enig begrip van andere onderwerpen. In de meeste landen beslaat dit niveau circa zes jaar formele voltijdse scholing. Secundair onderwijs: scholing in de secundaire fase. Beroepsvorming: beroepsvorming is erop gericht jongeren en volwassenen voor te bereiden op de arbeidsomgeving en te zorgen dat zij in hun fundamentele levens- en bestaansbehoeften kunnen voorzien. Dit omvat: fundamentele en technische beroepsvorming op secundair niveau, permanente opleiding en het leerlingwezen, met inbegrip van informele beroepsvorming. Hoger onderwijs en opleiding: deze term heeft betrekking op programma's van universitair niveau, die uitmonden in een academisch diploma, met inbegrip van hogescholen en instituten van het technische type; hieronder vallen tevens beurzen die aan studenten worden toegekend. APP/3744 12/14 DT\554191.doc

DT\554191.doc 13/14 APP/3744