Cervisia Brittanica (Nazomers snoepreisje, versie 2008). Beste vrienden van het bier, dit jaar trok de hele bups van het Bierkeurmeesters Gilde voor de verandering eens Het Kanaal over om aan gene zijde nieuwe kennis betreffende het bier op te doen. Het land van lauw en schuimloos bier om meteen maar eens een vooroordeel erbij te pakken. Dat de realiteit een geheel andere is, zul je waarschijnlijk na het lezen van dit artikel kunnen beamen. Maar goed, ik loop vooruit op de zaken. Jan van Schaik, Frans Moonen, Nico Vonk en Bert Maessen hadden de nodige voorbereidende werkzaamheden verricht en een puik studieweekend in elkaar gezet. Verbleven ging worden in een Hostel in het zuid Engelse Kent van waaruit diverse brouwerijen bezocht zouden gaan worden. Maar goed, hoe in Engeland te geraken? De tunnel is dan de meest voor de hand liggende optie, maar daar mocht ik met mijn auto rijdend op lpg niet in. Gelukkig kon ik de auto van mijn vader gebruiken (Espace) hetgeen bepaald niet als een straf gevoeld werd. Samen met nog drie mede keurmeesters togen we richting Engeland. Met auto en al de trein in, zaakje op de handrem en in de versnelling en na een half uurtje treinen sta je op Engels grondgebied. Terug denkend aan lange overtochten per boot in het verleden, is die tunnel een hele verbetering. Even een tip, boek van tevoren je reis via internet. Is namelijk goedkoper dan ter plekke een kaartje kopen. Ik had het andersom ingeschat, werd even een gevalletje Oeps.
Eenmaal in Engeland even voorzichtig aan, want die sukkels rijden allemaal aan de verkeerde kant van de weg. Al vrij snel konden we de snelweg af en binnendoor naar Doddington, onze bestemming. Dat binnendoor moet je letterlijk nemen. Al meteen kwamen we op wegen die de Espace in zijn eentje al geheel vulde en waar je Miss Marple of Inspector Morse bij wijze van spreken zomaar kon tegenkomen. Een hele belevenis kan ik zeggen. Om een uur of zes in de middag Greenwich Meantime arriveerden we heelhuids in het Hostel (www.palacefarm.com). Onthouden mocht je ooit met een groep die kant uit willen. s Avonds was een gast van de Ramsgate Brewery uitgenodigd, maar er verscheen niemand. Telefonische navraag leverde op dat de man in de pub zat en waarschijnlijk een geheugen dan wel een agendaprobleem had. Niet getreurd, in het naburige dorp was een pub. De avond daar doorbrengen met real ale en eens lekker bijpraten met deze en gene, vulde wat mij betreft uitstekend de avond. Who needs the Ramsgate Brewery? Al werd de uitbater wel een beetje overvallen door twintig plots arriverende klanten en was hij aan het einde van de avond door zijn voorraad heen. De volgende ochtend ging na een full english breakfast (worstjes, spek, witte bonen, toast, maar helaas zonder black pudding) de studie dan echt van start. Of om Shakespeare ( een tikje vrij) te citeren: The game was afoot. Op weg naar de eerste brouwerij. Van buiten zag het er niet uit. Een loods ergens in een naburig dorpje opgetrokken uit asbest. Schijn kan bedriegen, zo leerde ik al snel.
De brouwer (www.hopdaemon.com) afkomstig uit het Nieuw Zeelandse Hamilton trok naar Engeland om het brouwvak te leren. Een brouwopleiding volgde hij niet. Het vak leerde hij al doende en volgens mij heeft hij ondertussen goed opgelet. Hij brouwt een drietal bieren; Green Daemon Helles (pilsner type), Skirmshander (India Pale Ale) en Leviathan (brown ale). We proefden ter plekke de Helles en de IPA die getapt werden direct uit het vat the English way. Geen CO2 maar pure gravity. De brouwinstallatie nam hij over uit een brouwcafe dat zijn deuren sloot. Een installatie die er niet
super technologisch uitzag, maar vooral praktisch was vorm gegeven. (Foto Martin Jaspers) Opvallend was de houten isolatie van de diverse vaten in de brouwerij, iets wat ik in andere Engelse brouwerijen eveneens tegenkwam. Wat mij vooral van de brouwerij en brouwer is bijgebleven is de hoge mate van vakmanschap. Deze man wist wat hij deed. Met name het brouwen van een bier als de Green Daemon Helles is bepaald geen geringe opgave. Een licht bier waarin fouten direct zullen opvallen. Ik heb ze niet kunnen vinden in zijn bieren. Ik heb bieren geproefd uit installaties die waarschijnlijk vele malen meer state of the art waren, maar beslist niet beter waren dan wat deze brouwer produceerde. Heb ik dan niets te zeuren over deze brouwerij? Jawel de etiketten, het logo. Als die bekijkt, denk je in het honk van een obscure motorclub terecht te gaan komen. Een tikkeltje lelijk zal ik maar zeggen. Het hindert hem overigens niet, want hij hoeft zijn bier niet of nauwelijks te bezorgen. Zijn klanten komen het gewoon zelf aan de brouwerij ophalen. Kijk dan maak je goede spullen.
Hans W. (noot van de redactie: tot zover deel één van het verslag van de studiereis van het BKG door Hans Warning. De rest van zijn uitvoerige en zeer leerzame verslag volgt in de komende aflevering(-en) van De Koperen Tsjettel)