Jeugdcircus in Nederland



Vergelijkbare documenten
Jeugdcircus in Nederland

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

"Alle kinderen moeten kunnen genieten van kunst en cultuur"

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Kids United Inhoudsopgave. Kids United Voorwoord Henk Sijtsma. Inhoudsopgave 02 Voorwoord 03 Terugblik 04 Samenwerking 08 Hoofdsponsor 10

NIEUWSBRIEF augustus 2014

Van glasfusion tot streetdance in Deventer. Wiebren Buma over de Leeuwenkuil, Lowlands, sexy blokfluitles en Deventer als culturele stad.

Klanttest blok 3. Jaana Kaismo

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

OVER VITALITEIT; WAAROM PAMPEREN FIJN LIJKT MAAR MACHTELOOS MAAKT

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Hoe bouw ik een goede website?

Interview Han van der Maas


Samenwerken èn netwerken

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

Je motivatie vormt de basis om dingen te veranderen.

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

ÉÉN MET HET VELD DE ERVARINGEN VAN KWETSBARE MENSEN MET KAPITAAL EN IN- EN UITSLUITING IN DE SPORT

Een goed leven voor.

foto s sina willmann haar mannetje

Kees Boele DE DROOM VAN. De droom van Kees Boele

Jan de Laat OVERSTAG

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

1 Ben of word jij weleens gepest?

Nieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching. Jaargang 4: Nieuwsbrief 1 (januari 2015) In deze nieuwsbrief aandacht voor:

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Alle kinderen genieten van kunst en cultuur

SPECIAAL ONDERWIJS TALENTEN CAMPUS VENLO GELUKT! ELK TALENT TELT! EEN INKIJK BIJ

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Het gaf mij veel energie om een eigen evenement te organiseren.

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

Jaarprogramma 'Je eigen kinderkrant' Meest gestelde vragen en antwoorden

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Cultuureducatie in het basisonderwijs

Juridische medewerker

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

26 actieve leden van VET-Vught en ECSchijndel hebben de enquête ingevuld.

over de perfecte match met iemand

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Borstkanker ''Angst voor het onbekende''

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Plan Aanpak promotie en programmering Kulthus Wekerom

Tekst en Beeld Fotoverhaal En heel veel foto s! Even voorstellen... De redactie van HVT Nieuws Vakantieplannen

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

5 lessen voor maar 5!!!

WELKOM. Walter Groenen. Anneke van der Vaart. Directeur CJP. Account manager CJP

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

WERVINGSCIRKEL. De juiste persoon op de juiste plaats

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

WIJ en jij Wet investeren in jongeren

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Stageverslag Danique Beeks

Veelgestelde vragen Wet WIJ

JAARVERSLAG STICHTING GEEFEROM

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7

Aanvraag van onder de grens naar boven de grens

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Leren & Werken

JANUARI leerlingen nieuwe ervaringen kunnen opdoen. Vrijwilligers zullen vanuit school begeleid worden op vakinhoudelijk en didactisch gebied.

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

Ellen van Wijk - Ruim baan voor creatief talent B 3. Survey commitment van medewerkers

Welke krachten en drempels ervaren deelnemers door de workshops van Artability in Thessaloniki?

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Bronnenbank Onderwijstheorie Tessa van Helden. Inhoudsopgave Pagina. Bron 1 Design Marcel Wanders. 2. Bron 2 ADHD in de klas. 2

Charles den Tex VERDWIJNING

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Dharma DE WARME CHARME VAN

De beste basis voor je toekomst

Schrijf met meer impact

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

INTRO LOES THIERRY MARK

HET VERHAAL VAN KATRIN

ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN

25 jaar NIBE - Interview Mantijn van Leeuwen

ALLES DUBBEL. Survivalgids. voor startende tweelingmama s. Denise Hilhorst

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

STRATEGISCH PLAN Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

Coöperatief Vergaderen

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt.

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Jaarverslag activiteiten 2010

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

Onderzoeksdocument. Creatieve Bloeiplaats

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Transcriptie:

circus 1-10-2009 titel Jeugdcircus in Nederland Machteld Dicke Elk kind heeft een talent. Het is aan ons om dat te ontdekken. Verslag van 16 gesprekken met jeugdcircussen in opdracht van Kunstfactor Rotterdam, 1 oktober 2009 &Concept

circus 1-10-2009 2

circus 1-10-2009 voorwoord Voorwoord Alweer een onderzoek schijnt menigeen verzucht te hebben bij mijn aankondiging dat &Concept zou komen voor een interview. Wat hebben we zoal gehad? Als eerste het onderzoek van het gerenommeerde Kohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam naar Het Geheim van Elleboog wat maakt circus nou zo bijzonder? Vervolgens een kwantitatief onderzoek van Circomundo, een eerste inventarisatie van het Nederlandse jeugdcircuslandschap niemand wist dat er zoveel jeugdcircussen waren. Daarop volgde de enquête Laat je Kunsten Zien door Jantje Beton, Stichting Capriool en Circomundo wat wil het jeugdcircus? Oftewel: waar liggen de overeenkomsten en verschillen? En dan nu het onderzoek dat we hebben genoemd Jeugdcircus in Nederland het is een combinatie geworden van het eerdere cijfermateriaal en uitgebreide persoonlijke interviews over de dagelijkse praktijk, over de wensen en over de hobbels en kuilen op de weg die het jeugdcircus aflegt. Dan hebben we de wetenschap, cijfers en het gezicht van het Nederlandse jeugdcircus nu bij elkaar volgens mij precies wat je nodig hebt voor een flinke gezamenlijke stap voorwaarts in erkenning en ondersteuning. Ik ben trots dat ik nu al zeven jaar werk voor en met het jeugdcircus. Het is een kleurrijke, levendige wereld vol met mensen die veel te bieden hebben. Die stap komt hen toe. Kunstfactor, Utrecht, 20 november 2009, Eveline Alders

circus 1-10-2009 4

circus 1-10-2009 inhoud Inhoudsopgave 3 voorwoord 5 inhoudsopgave 7 inleiding 9 jeugdcircus in Nederland, samenvatting statistiek 1 doelen 18 19 interview met BuitenGewoon statistiek 2 doelgroep 23 24 interview met Circus Rotjeknor statistiek 3 aanbod 28 29 interview met Circus Elleboog statistiek 4 bereik 33 34 interview met Hannes en Co statistiek 5 werving 38 39 interview met Stichting CircusKunst statistiek 6 docenten 1 43 44 interview met Woenzini statistiek 7 docenten 2 48 49 interview met Circaso statistiek 8 organisatie 53 54 interview met Acrobatico statistiek 9 bronnen 58 59 interview met Circus Never Mind statistiek 10 inkomsten 63 64 interview met Poehaa statistiek 11 omzet 68 69 interview met Circus Amersfoort statistiek 12 zorgen 73 74 interview met Grote Broer statistiek 13 stellingen 1 78 79 interview met Il Grigio statistiek 14 stellingen 2 83 84 interview met Tubantino statistiek 15 factoren 1 88 89 interview met Gouden Ster statistiek 16 factoren 2 93 94 interview met Santelli 98 colofon

circus 1-10-2009 6

circus 1-10-2009 inleiding Inleiding Kunstfactor is het sectorintituut voor de Nederlandse Amateurkunst. Daarbij hoort sinds kort ook jeugdcircus. Om op een goede manier inhoud te kunnen geven aan het ondersteunen van de jeugdcircussen wil Kunstfactor meer inzicht in hun werkwijze, visie, ambitie, wensen en obstakels. Opdracht, doel Kunstfactor vroeg organisatiebureau &Concept om de bij Circomundo - de belangenorganisatie voor het Nederlandse jeugdcircus - aangesloten jeugdcircussen te interviewen. Doel van het onderzoek was het in kaart brengen van de werkwijze, (toekomst)visie en ambities van jeugdcircussen in Nederland om zodoende een kader te scheppen voor een mogelijke, toekomstige ondersteuningsaanpak. Laat je Kunsten zien Het onderzoek Laat je Kunsten zien - een initiatief van Jantje Beton, met medewerking van Capriool Circusprojecten (André Hoekstra) en Circomundo - bleek een goed vertrekpunt bij het voorbereiden van de interviews. Het leverde veel nuttige feiten op, waarover we onze vragen konden formuleren. Na het bestuderen van het onderzoek vonden we dat de uitkomsten nog niet de aandacht hebben gehad die ze verdienen. Een aantal daarvan presenteren we daarom als statistische omlijsting van dit rapport in de vorm van becommentarieerde tabellen. Het zijn de hoofdstukken Statistiek 1 t/m 13. Interviews Tussen 18 mei en 16 september 2009 interviewden we 16 jeugdcircussen. Het betreft de toenmalige leden van Circomundo (inmiddels zijn dat er meer). In alle gevallen is gesproken met de (of één van de) eindverantwoordelijke(n). Er is gesproken aan de hand van een vaste vragenlijst. Onderdeel was het beoordelen van een reeks stellingen. De resultaten hiervan zijn te vinden in de hoofdstukken: Statistiek 14 t/m 16. Resultaten Daar waar in de interviews naar kwantitatieve gegevens is gevraagd, moet de presentatie daarvan in dit rapport gezien worden als indicatief. Dit geldt ook voor de resultaten van het onderzoek Laat je Kunsten zien. De steekproef en de totale populatie van beide onderzoeken zijn te klein om van representativiteit te spreken. Leeswijzer De kern van dit rapport vormt de weergave van de interviews. Het zijn portretten geworden van 16 zeer verschillende organisaties. Daaromheen staan de statistiekhoofdstukken. In de samenvatting, voorafgaand aan de interviews, worden uitspraken gebruikt om over een aantal onderwerpen (doel, bereik, positie, professionalisering) een algemeen beeld van de Nederlandse jeugdcircussen te schetsen. Het hoofdstuk eindigt met de belangrijkste bevindingen. Veel leesplezier, &Concept.

circus 1-10-2009 8

circus 1-10-2009 sv p1 Jeugdcircus in Nederland samenvatting 1 de wereld van het jeugdcircus &Concept voelde zich direct thuis in de wereld van het jeugdcircus. Die heeft, zoals verder zal blijken, veel weg van die van de andere amateurkunsten: er is een gezonde dosis zelfredzaamheid, idealisme, geloof in resultaat, trots, maar ook relativeringsvermogen. Centraal staat de passie voor het eigen circus en die is groot, want er worden vele uren gewerkt en maar weinig vergoed. De gemiddelde jeugdcircusdirecteur heeft er een baan (in of buiten het eigen jeugdcircus) bij. Ik ben ook parttime gemeenteambtenaar. Mijn inkomen verdien ik vooral op een middelbare school met lessen techniek en informatica. Gelukkig heb ik flexibel werk, waarbij ik mijn eigen uren in kan delen; zo kan ik genoeg tijd voor het circus vrijmaken. Waar amateurkoren en orkesten soms al in de 19e eeuw zijn opgericht, bestaat het gemiddelde jeugdcircus pas een jaar of 25. Het oudste jeugdcircus bestaat 60 jaar, het jongste 3 jaar. We hebben dus vaak te maken met mensen die er vanaf het begin bij waren of de oprichters nog hebben meegemaakt. In de jaren 80 stopte de pastoor met het circus en nam mijn vader het over. Bij turnvereniging Hercules vroegen ze me om de kinderen wat circusnummers te leren. Dat was in 1992. Ik heb het circus in 1998 opgericht. Dat tekent ze: het zijn bevlogen pioniers. Geen alleskunners of ervaren managers maar gedreven doorzetters en - zoals gezegd - idealisten. Pioniers zijn ook ondernemende eenlingen. Ze doen veel zelf, ze zijn zwaar belast, er hangt veel van hen af - een positie die hen (en daarmee hun circus) kwetsbaar maakt. Het is erg gebonden aan ons, dat is een zwak punt. We hebben het te druk. We zouden wel wat meer werk uit handen willen geven, maar totnogtoe is het lastig om anderen te vinden die het net zo doen als wij. Het is moeilijk een geschikte opvolger te vinden. Als ik iets doe wil ik het goed doen, daarom werk ik hard en maak veel uren.

circus 1-10-2009 sv p2 Jeugdcircus in Nederland Er zijn in Nederland ongeveer 55 jeugdcircussen. Daarvan zijn er nu 20 lid van belangenvereniging Circomundo. Het blijkt een kleine wereld. Nadat ik Acrobatico in 1986 heb opgericht ben ik naar het oosten vertrokken. Daar heb ik Tubantino opgericht. Ik ben een paar keer in Amersfoort op cursus geweest bij Tejo Zadel. Ik geef ook nog les bij Circus Rotjeknor. Iedereen kent iedereen. 2 types In paragraaf 1 wordt over het gemiddelde jeugdcircus gesproken, maar dat bestaat natuurlijk niet en al helemaal niet in de ogen van de geïnterviewden. Ze zijn allemaal verschillend. Dat viel al op in 1) de enquête van 2007 : het meest gegeven antwoord in de categorie anders was: Deze vraag is op ons niet van toepassing omdat wij een afwijkend jeugdcircus zijn. Toch zien we, als we alle interviews achter de rug hebben, naast de voordehand liggende indeling in omvang (bereik, omzet, personeel, subsidie) een dekkende vier-deling: a) het voorstellingscircus b) de lesinstelling/club c) de artiest-onderneming d) de vrijwilligerspool De categorieën sluiten elkaar niet uit. Het zijn accentverschillen. In een aantal circussen zijn elementen van alle categorieën herkenbaar, andere zijn onderweg van de ene naar de andere categorie. De indeling is natuurlijk: hij verklaart veel van de in de interviews gegeven antwoorden. 10 3 doel en visie Onze doelstelling is het bevorderen van de motorische, emotionele en creatieve ontwikkeling van kinderen, ook uit achterstandsgroepen en beperkten, middels circus. Circus als middel! Of het nu de wijk, een groep achtergestelden of een individu betreft, de aanbieders weten zeker dat het beoefenen van circus bijdraagt aan de emotionele, sociale en motorische ontwikkeling. Andere waarden worden niet ontkend, maar circusbeoefening als middel voor ontwikkeling staat centraal. Het is een belangrijke reden waarom beleidsmakers bij de overheid jeugdcircus serieus moeten nemen, iets dat ze in de ogen van de geïnterviewden nu niet doen. Dat wij bij het huren van gymzalen altijd het commerciële tarief betalen, terwijl iedere sportclub veel minder betaalt, daarover hebben wij de gemeente al diverse keren benaderd, maar zonder resultaat. Een echt punt vind ik dat circus serieus genomen moet worden. 1) Het onderzoek Laat je Kunsten Zien, vanaf nu: de enquête van 2007.

circus 1-10-2009 sv p3 Jeugdcircus in Nederland Ieder kind zou naar circusles moeten kunnen. Daar is iedereen het over eens, circus is voor iedereen. Gemiddeld krijgt de stelling van de geïnterviewden een 4,75 (1 = niet mee eens, 5 = volledig mee eens). Het sluit aan op de geldende visie op kunsteducatie: het is belangrijk voor de ontwikkeling van de burger en dus een basisvoorziening. Dat geldt ook voor circus: waarom zou je wel naar de muziekschool moeten kunnen en niet naar het jeugdcircus? Maar de stelling verwoordt nog een andere notie: ook kinderen met problemen zijn welkom. Voor iedereen is een plekje. Ook deze kinderen groeien als ze iets goed kunnen of als ze daar waardering voor krijgen. Er komen op de reguliere lessen veel kinderen met een beperking of met een speciale problematiek. Die worden vaak naar ons doorverwezen, door artsen, scholen of sportverenigingen. Kinderen die bijvoorbeeld vanuit turnen op circus komen, waren daar meestal te druk of te speels. Elk kind heeft een talent, het is aan ons om dat te ontdekken. Ook de stelling circus is kunst krijgt veel bijval. De stelling eindigt als derde met een gemiddelde waarde van 4,67 in het stellingenklassement. In de gesprekken vragen we om aan te geven in hoeverre er sprake is van nouveau cirque. Slechts een enkel circus zegt zich daar niet mee bezig te houden, de rest volgt deze ontwikkeling met belangstelling of rekent zich ertoe. De opvattingen over wat dat precies inhoudt verschillen. Steeds is er sprake van een meer theatrale aanpak, meer aandacht voor presentatie, maar de invulling varieert van het kiezen van een thema voor de voorstelling tot het inhuren van een regisseur. Maar ook... Ik heb altijd een regisseuse bij de voorstellingen, dat is een vriendendienst, ik doe weer dingen voor haar. Een voorstelling heeft altijd een thema, een raamvertelling waarbinnen alle acts zich afspelen. Ons hart ligt meer bij het nouveau cirque dan bij het traditionele, maar onze voorstellingen bevinden zich ongeveer halverwege. Veel voorstellingen, die ik elders zie, kloppen dramaturgisch niet: er wordt een verhaal begonnen dat niet wordt afgemaakt. Dan denk ik: Had er even een theaterregisseur bij betrokken. Een tijdje hebben we geprobeerd meer de theaterkant op te gaan. We wilden weleens wat anders, we hadden al jarenlang de formule spreekstalmeester - nummer - spreekstalmeester - nummer. Meer theater, dat beviel ons niet zo. Het gaat er toch gewoon om dat de kinderen en de toeschouwers het leuk vinden. En die willen acts. Slechts een enkel circus noemt talentontwikkeling als expliciet doel. Bij navraag wordt het meestal een secundair product genoemd. Het vinden en/of begeleiden van kinderen met talent is geen doel op zich. Maar als talent zich aandient We hebben ze ruimte ter beschikking gesteld om te oefenen en we helpen ze bij de acts die ze voor de auditie moeten doen.

circus 1-10-2009 sv p4 Jeugdcircus in Nederland We hebben een groep getalenteerde jongeren, die zelf acts maken en een extra stimulans krijgen om de open dagen van Codarts te bezoeken. We willen ze nergens toe dwingen, maar wel stimuleren. 4 bereik De omvang van de Nederlandse jeugdcircussen wordt niet in eerste instantie bepaald door de vraag. Er zijn docenten, er is een organisatie, een ruimte, materiaal, tijd, samen bepalen ze de grenzen van de groei. Groter worden is een veel gehoorde toekomstvisie. Maar er zijn altijd beperkingen. De belangrijkste zijn geld en docenten. Als we meer docenten zouden hebben, zouden we kunnen groeien. We proberen low profile docenten te werven. We willen wel groeien en de wachtlijsten korter maken, maar onze docenten zijn vrijwilligers, die kun je niet zomaar vragen om meer te gaan werken. We zullen ze eerst moeten betalen, dan pas zien we groei voor ons als mogelijkeid. Een zwak punt van ons is dat we nog te weinig docenten hebben, we zijn op zoek. Omdat de omvang niet door de vraag bepaald wordt, hoeft er zelden te worden geworven. Dat is bijzonder als je het jeugdcircus met andere amateurkunstdisciplines vergelijkt. Sterker nog We werven nooit maar toch hebben we altijd een wachtlijst. Die is vrij lang: anderhalf jaar wachten is heel lang als je acht bent. Er gaan weinig kinderen af, de meeste blijven. Dit jaar waren er maar 15 plekken vrij. Voor de clubs wordt geen publiciteit gevoerd. Als we dat zouden doen zouden we een wachtlijst krijgen. Het hebben van een wachtlijst heeft een groot nadeel: het wordt op termijn onderdeel van je reputatie. Mensen denken: Het heeft geen zin om je daar voor op te geven. Ze hebben daar een lange wachtlijst. Een tweede effect is, zoals gezegd, dat er weinig energie in het werven van deelnemers wordt gestopt. In de enquête van 2007 wordt mond-tot-mond-reclame door veel circussen als enig wervingsinstrument genoemd. Dat heeft gevolgen voor de deelname: met activiteiten in het onderwijs wordt vaak een brede laag van de bevolking bereikt. Voor de lessen, clubs en voorstellingsgroepen geldt dit minder. Ons lukt het slecht om niet-nederlandse kinderen en Nederlandse kinderen uit lagere sociale klassen te bereiken; ze komen gewoon niet. Er zijn op de clubs niet alleen weinig kinderen van niet-nederlandse afkomst, er zijn ook weinig Nederlandse kinderen uit de lagere sociale klassen. Hoewel de drempel bij ons laag is want we hebben een lage contributie. En voor mensen met een laag inkomen is er ook nog de kortingspas. Ondanks het feit dat er hier achterstandswijken zijn, zijn de kinderen op de reguliere circuslessen wit. Er zijn wel relatief veel kinderen van de Vrije School.

circus 1-10-2009 sv p5 Jeugdcircus in Nederland We hebben toevallig veel Havo- en VWO-kids. In de projecten worden de kinderen van niet-nederlandse afkomst overigens meestal goed bereikt. Circus is ook meer een meisjes- dan een jongensding. Op het schoolplein klinkt het voor jongens nu eenmaal stoerder om te zeggen dat je voetbalt. Al met al lijkt het jeugdcircus, net als de rest van de amateurkunst, maar een beperkt deel van de samenleving te vinden. Daartegenover staat die ene doelgroep die als geen ander door het jeugdcircus wordt bediend: We vinden het geen enkel probleem dat we relatief veel probleemgevallen hebben. Er komen ook vaak kinderen die alle sporten al gedaan hebben en daar niet te handhaven waren. Die komen bij ons gewoon in de reguliere groepen. Onze aanpak is heel anders dan bij een voetbalvereniging. Ik geloof in de kracht van ieder individu. Ik zal nooit iemand weigeren op circusles. Het is niet een specifiek gezochte groep, maar een direct gevolg van de toegankelijkheid van het jeugdcircus. Dat is een sterk punt. Ik geloof in de kracht van ieder individu. Ik zal nooit iemand weigeren op circusles. 5 positie Het jeugdcircus in Nederland beschrijft de eigen positie als ondergewaardeerd. Er wordt hard gewerkt voor weinig vergoeding, de accommodatie voldoet niet, er is geen opleiding voor docenten. Kortom circus wordt door de beleidsmakers niet serieus genomen, zo vindt meer dan 60% van de geïnterviewden. Ik denk dat wij ons voor de gemeente eerst een paar jaar moeten bewijzen, dat ze dan pas zien wat circus kan betekenen. Circus heeft (ondanks de populariteit bij de doelgroep) ook nog eens geen best imago. Er is nog steeds het beeld van volksvermaak en charlatans die steeds weer verder trekken. En circus hoort nergens bij. Een eventuele gemeentelijke bijdrage kan uit de kunstbegroting komen maar ook uit sport (en recreatie) of maatschappelijke ontwikkeling. Vaak krijgen jeugdcircussen te horen dat ze bij een subsidie-pot aan het verkeerde adres zijn. Ze worden van het kastje naar de muur gestuurd. Andere krijgen voor verschillende activiteiten uit verschillende potten financiële ondersteuning. Subsidie is overigens geen must. Je krijgt geld om een bijdrage te leveren aan het beleid van een ander. Dat valt niet altijd samen met wat je zelf wilt bereiken. Het gaat dan ten koste van de onafhankelijkheid. En daar hechten jeugdcircussen zeer aan. We zijn wel van plan om bij de gemeente aan te kloppen voor subsidiemogelijkheden. Maar we zijn ons er van bewust dat we dan ook een stukje van onze onafhankelijkheid kunnen verliezen.

circus 1-10-2009 sv p6 Jeugdcircus in Nederland Ik vind zelfstandigheid en onafhankelijkheid heel erg belangrijk. Bij circus hoort vrijheid. Ik zou niet graag afhankelijk willen zijn van de grillen van subsidiënten, dan weer moet je dit doen, dan weer dat, dat is niets voor ons. Dan maar wat minder geld! Ik ben trots op wat wij zelfstandig hebben bereikt. Zo wordt er ook behoedzaam naar het plaatselijk centrum voor de kunsten gekeken. Zij hebben circuslessen in hun aanbod opgenomen, we worden ingehuurd om ze te geven. Dat was één van de voorwaarden van de gemeente om subsidie te krijgen. Het centrum voor de kunsten, biedt ook circuscursussen aan voor jonge kinderen. We willen wel samenwerken, maar totnogtoe kwam dat financieel niet rond. We behouden graag onze eigen identiteit en het centrum voor de kunsten is een moloch. Wij gaan zeker niet naar de pijpen van het centrum dansen. De stelling We willen graag meer samenwerken met het centrum voor de kunsten bevindt zich met 2) een score van 2,56 in de onderste regionen. Willen de jeugdcircussen dan met niemand samenwerken? Jawel: met elkaar. Die stelling scoort een unaniem mee eens. Het beeld is vertekend, we hebben ten slotte de leden van Circomundo geïnterviewd. Maar toch. Men zoekt kennelijk eerder steun bij/contact met gelijkgestemden in andere gemeenten dan lokale partners. Het blijkt leerzaam om naar elkaar te kijken bij het oplossen van problemen (docenten, protocollen, veiligheid). De jeugdcircussen zien elkaar niet als concurrent. We verwijzen naar elkaar door, we doen soms samen workshops en we vervangen elkaars docenten als er iemand ziek is. De eigen club, Circomundo, wordt gezien als een nuttig netwerk. Onderwerpen die daar op de agenda moeten staan zijn imago, opleiding, subsidie en uitwisseling. Het bezoeken van Circomundo activiteiten blijkt dé manier om op de hoogte te blijven van wat er landelijk speelt. Daar is, getuige de stelling daarover, grote behoefte aan. 6 toekomst, ambitie Het lijkt wel alsof veel jeugdcircussen in dezelfde fase zijn. Ze verschillen niet veel in leeftijd en ze kennen elkaar goed, dus zo gek is dat niet. We staan voor een aantal belangrijke keuzes, klinkt het steeds. Die keuzes hangen met elkaar samen. Ze hebben te maken met de ambitie van de jeugdcircussen. Men wil zich verder ontwikkelen. Men streeft naar groei en kwaliteitsverbetering. En daarvoor is een professionaliseringsslag gewenst. Huisvesting is daarin een belangrijke factor. Nieuwbouw, samenvoegen, verhuizen, opknappen, voor de helft (!) van de geïnterviewden is er net verandering in de huisvesting gekomen of gebeurt dat binnenkort. De nieuwe lokatie is 500 meter verderop. Het is een oude school met een gymzaal, niet ver van de huidige locatie. Het is twee keer zo groot. Voor anderen is het een knelpunt. 14 2) Zie pagina 83: slechts 7 van de 42 stellingen krijgen minder bijval.

circus 1-10-2009 sv p7 Jeugdcircus in Nederland Op een termijn van drie tot vijf jaar hopen we een eigen accommodatie te kunnen realiseren. Als we dat hebben, kunnen we ons verder ontwikkelen. Dan kunnen we ook overdag activiteiten aanbieden. Een eigen plek is niet noodzakelijk voor ons voortbestaan, maar als het lukt zou het wel een hoop extra mogelijkheden creëren, dan zouden we ook kinderfeestjes en dergelijke kunnen gaan doen. Na huisvesting, zo blijkt onder andere uit de enquête van 2007, is docenten het grootste knelpunt bij het realiseren van de ambities: de kwaliteit van de docenten, het betalen van docenten, beschikbaarheid en opleiding. In bijna alle gesprekken komt het gebrek aan opgeleide docenten aan de orde. Of er zijn wel docenten maar er is geen ruimte voor een redelijke vergoeding. Het werven van docenten is lastig omdat er geen opleiding is. Docenten hebben vaak didactische kennis maar gebrek aan circuservaring of andersom. Niet alle artiesten kunnen ook lesgeven. We onderzoeken of het mogelijk is om meer financiële middelen te krijgen, zodat onze docent (deels) betaald kan worden. Onze docenten ontvangen de maximale vrijwilligersbijdrage. Docenten werven en betalen en het realiseren van huisvesting, dat zijn grote stappen die je niet kunt zetten zonder een stevig bestuur en een goed beleidsplan. Daar schort het in de wereld van het jeugdcircus nog weleens aan: dan is er (nog) geen beleidsplan of wel een plan maar (nog) niet op papier. Dan is er (nog) geen bestuur, of wel een bestuur maar een met daarin alleen ouders en docenten. Even zoveel jeugdcircussen hebben wel een beleidsplan en een adequaat bestuur. Ook op dit punt bestaat er geen gemiddeld jeugdcircus. Bij professionalisering hoort ook het nadenken over veiligheid (en aansprakelijkheid). In de enquête van 2007 is veiligheid door meer dan de helft van de jeugdcircussen een knelpunt genoemd en door enkelen zelfs zeer urgent. Het punt is sindsdien zichtbaar opgepakt. Risico s zijn in het circus nooit helemaal uit te bannen, net als elders. Als er in zo n geval maar een handelingsprotocol is. De Circomundowerkgroep veiligheid doet daar aanbevelingen over. De werkgroep komt in de interviews een aantal keer ter sprake. Maar men is er ook zelf op alle fronten mee bezig: Als een trainer zelf iets toevoegt aan een act wat niet is afgesproken en gekeurd, dan zeggen we nee tot de keuring heeft plaatsgevonden. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid bij het paardennummer ligt bij het circus, wij moeten ervoor zorgen dat deze act veilig gebeurt. We hebben allemaal een EHBO-diploma, speciaal voor sportblessures. Je kunt veel doen om de veiligheid te optimaliseren, door deugdelijk materiaal te gebruiken bijvoorbeeld. We zorgen altijd voor een tweede persoon; voor-het-geval-dat. Wij leggen alle constructies ter controle voor aan een technisch constructiebedrijf.

circus 1-10-2009 sv p8 Jeugdcircus in Nederland We zijn ons er van bewust dat we er alles aan moeten doen. Ouders vertrouwen ons tenslotte hun kinderen toe. Steeds weer blijkt dat een aantal circussen in een beslissende fase verkeert. Je voelt de ambitie in de gesprekken. Niet dat het nu niet goed gaat, maar het kan altijd beter en circusmensen zijn meesters in het waarmaken van hun dromen. Ondersteuning, juist in deze fase, kan, gezien het enthousiasme en de inzet van de sector, veel opbrengen. 7 bevindingen 1Veel jeugdcircussen zien zichzelf als een effectief middel om maatschappelijke doelen te realiseren. Vaak zijn ze dat, maar het benadrukken ervan zorgt er voor dat de jeugdcircussen niet altijd als kunstorganisatie gezien worden. 3 2 4 5 6 7 9 8 Jeugdcircus is uniek in zijn laagdrempeligheid. Het staat als geen andere vorm van vrijetijdsbesteding open voor kinderen met sociale, motorische en/of cognitieve problemen. Afgemeten aan de ondersteuning wordt circus in de meeste gemeenten niet gekend of serieus genomen. Het Nederlandse jeugdcircus vernieuwt zich. Er wordt goed gekeken naar, en geleerd van internationale ontwikkelingen. Tegelijkertijd is er bij een aantal circussen een minstens even waardevolle focus op het behoud van de circustraditie. Het merendeel van de jeugdcircussen is met een professionaliseringsslag bezig. Grootste knelpunten daarbij zijn voldoende geschoolde docenten, geschikte huisvesting en veiligheid. Met name het ontbreken van een opleiding tot circusdocent en bijscholingsfaciliteiten zijn een remmende factor. Jeugdcircussen hechten aan hun onafhankelijkheid en eigenheid. Daarnaast heeft zich, vanuit de wens om met elkaar samen te werken en elkaar te versterken, de afgelopen jaren een sterk netwerk ontwikkeld. Er is, ondanks stevige onderlinge verschillen, sprake van grote solidariteit. Het Nederlandse jeugdcircus heeft de ambitie om te groeien, in omvang en kwaliteit. Om te kunnen groeien zijn een kundig bestuur, een goed opgeleide docentenstaf en een stevige organisatie van groot belang. De smalle basis waarop velen nu moeten opereren maakt hen kwetsbaar. De ambities en middelen (tijd en geld) zijn daarbij niet met elkaar in balans. Er is weinig aandacht voor het expliciet werken aan talentontwikkeling, dat toch een eerste stap is in het proces, dat uiteindelijk leidt tot meer docenten. Er is een tweedeling in het bereik: met projecten bereikt het circus de achterstandwijken, in de lespraktijken zien we vooral blanke kinderen. Ook zien we meer meisjes dan jongens. De jeugdcircuspopulatie meldt zichzelf aan, er gebeurt weinig aan werving. 16

circus 1-10-2009 sv p9 Jeugdcircus in Nederland 8 aanbevelingen De Nederlandse jeugdcircussen verdienen het om serieus genomen te worden. Ze bieden een activiteit waarin motorische, sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling worden gecombineerd en dragen zo bij aan het realiseren van belangrijke maatschappelijke doelen. Jeugdcircus moet net als andere vormen van kunsteducatie gezien worden als basisvoorziening. Het is belangrijk dat de jeugdcircussen, begeleid of anderszins ondersteund, werk maken van het versterken van de organisatie. De vaak smalle basis (beheersmatig en bestuurlijk) en het ontbreken van beleidsplannen, remmen de ontwikkeling. Er moet meer aandacht komen voor het werven van deelnemers. Niet werven (bijvoorbeeld omdat er al een wachtlijst is) leidt op termijn tot een uniform bereik. Er moet in Nederland de mogelijkheid komen om opgeleid of bijgeschoold te worden tot circusdocent. 1 2 5 43 6 7 8 Ook moet het besef groeien dat het herkennen en begeleiden van talent een eerste stap is in het proces dat uiteindelijk tot meer docenten moet leiden. Het verdient daarom een prominentere plek in het beleid van de jeugdcircussen. Ondersteun het gezamenlijk werken aan veiligheid. Moedig onderzoek naar samenwerkingsverbanden aan, met behoud van de zelfstandigheid en eigen identiteit. Ondersteun een jaarlijks festival als podium, bron van inspiratie, uitdaging en promotie.

circus 1-10-2009 statistiek 1 statistiek 1 doelen Jeugdcircus wordt door de meesten gezien als middel, als bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het enkele circus dat niet op de ontwikkelingsdoelstellingen scoort, verkiest het maken van een artistiek interessante voorstelling als hoofddoel. De aangeboden doelstellingen waren behoorlijk dekkend. Slechts een enkele keer is gebruik gemaakt van de anders-categorie. Daarin worden genoemd: kinderen liefde voor het circus bijbrengen, het stimuleren van sociale cohesie en een zinvolle vrije tijdsbesteding bieden. In de gesprekken blijkt dat de meeste (maar niet alle) jeugdcircussen de doelstellingen op papier hebben. Minder dan de helft heeft een beleidsplan op papier. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% nee enigzins ja bijdragen aan kunstzinnige ontwikkeling bijdragen aan emotioneel - sociale ontwikkeling bijdragen aan motorische ontwikkeling maken van een artistiek interessante voorstelling circus als positief middel voor mensen in achterstandssituatie circus als therapeutisch middel voortzetten traditie opleiden tot artiest 18 Geldigheid van doelstellingen als percentage van alle jeugdcircussen. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.

circus 1-10-2009 buitengewoon 1 BuitenGewoon uit Doetinchem We ontmoeten Hans-Peter in zijn modern ingerichte werkruimte in het centrum van Doetinchem. 17 jaar geleden kwam hij vanuit Delft in Doetinchem wonen. Daar heb je de Mooi Weer Spelen, een straattheaterfestival, iets dergelijks wilde ik hier ook. Het festival Hans Peter nam het initiatief en organiseert sinds 1994, in 2009 voor de 16e keer, Buiten- Gewoon: een driedaags zomerspektakel, waar jaarlijks zo n 40 gezelschappen uit binnen- en buitenland, met name Spanje, optreden. De meeste acts zijn professioneel, maar er zijn ook altijd amateuracts. En er doen altijd één of twee circusscholen mee. BuitenGewoon speelt zich af in het centrum van Doetinchem en op diverse buitenlocaties eromheen; van kerktorens tot verlaten fabrieken. Het is geen 13 in een dozijn festival, zegt Hans- Peter, zelf verantwoordelijk voor de programmering, de vormgeving en de technische productie. Hans-Peter heeft een communicatiebureau, Abel. Zijn werkzaamheden voor BuitenGewoon doet hij onbetaald. Tijdens het festival krijgt hij hulp van 50 vrijwilligers, met name afkomstig van de scouting. BuitenGewoon is ondergebracht in Stichting Straattheater Doetinchem. Er zijn vijf bestuursleden. Bijzonder Enkele jaren geleden haalde BuitenGewoon als eerste een Spaans vuurwerkspektakel naar Nederland, een Mascletá; in Spanje een begrip, hier nog onbekend: De on-alledaagse beelden zijn voedsel voor de geest Het Spaanse vuurwerkspektakel Mascletá vormt volgende maand de knallende uitsmijter van het Doetinchemse straattheaterfestival BuitenGewoon. Een primeur voor Noord- Europa, want dit bombardement van ritmisch grondvuurwerk is nog niet eerder buiten Spanje te zien geweest, kopte De Gelderlander destijds. Geweldig was het, zegt Hans-Peter. Zoiets moet je meemaken, ik kan dat niet beschrijven. Zijn ogen glimmen. Hoewel het erg lastig was de vergunningen rond te krijgen. Publiek Publiek is erg belangrijk, ik wil graag draagvlak creëren voor straattheater, acrobatiek en circus. BuitenGewoon trekt jaarlijks 20.000 bezoekers. Het hoeft niet groter te worden, vindt Hans-Peter. 60% van het publiek komt uit Doetinchem, 40% uit de regio. Bezoekers van ver komen met name uit het westen des lands en - onverklaarbaar - Friesland. BuitenGewoon laat alle bezoekers ieder jaar hun postcode invullen. Als er een publiciteitscampagne in Duitsland is Interview met Hans-Peter Helder, artistiek directeur

circus 1-10-2009 buitengewoon 2 gevoerd is het resultaat daarvan direct meetbaar op deze manier, legt Hans-Peter uit. Circuslessen De voorstellingen die ik bij BuitenGewoon van de jeugdcircussen zag waren het net niet, vertelt Hans-Peter. Het was technisch niet goed en er ging altijd van alles mis. Dat kan beter, dacht ik. Ik vind het zonde van de tijd, energie en geld die de jeugdcircussen in hun acts steken en dat ik dan, als publiek, denk: Het is het net niet. Van het één kwam het ander. Hans- Peter besloot jonge talenten te gaan begeleiden in de weken voorafgaand aan BuitenGewoon. Dat was in 2007. De dochter van Hans-Peter was ondertussen zeer geïnteresseerd geraakt in de horizontale dans die Spaanse artiesten uitvoerden bij BuitenGewoon, aan de kerktoren van Doetinchem. Ze mocht het proberen van haar vader en was meteen verkocht. Hans-Peter nam contact op met een Zwitserse circusartiest die hierin gespecialiseerd is en in Nederland woont en enige tijd later werd er getraind met dochter en drie andere kinderen. Hij huurde voor de vier getalenteerde kinderen een gymzaal. Samen met jeugdcircus Poehaa uit Arnhem werd er getraind tot er een voorstelling van zeven minuten was die gespeeld kon worden op BuitenGewoon. Het publiek vond het geweldig, het was een groot succes! De kinder-act werd niet vermeld op het stembiljet voor de publieksprijs, maar men schreef hem er gewoon bij. Aan de veiligheid besteedt Hans-Peter veel aandacht. Dat vind ik uitermate belangrijk; daar schort het nogal eens aan. twee keer een volle zaal, maar het was eigenlijk nog te vroeg om in een andere setting op te treden. We hadden er ook te weinig voor getraind. Daar was ik niet tevreden over. Werkwijze Nu zijn het 12 kinderen, drie docenten en wordt er 30 z a t e r d a g e n gerepeteerd. Acht kinderen waren er vorig jaar al, vier zijn er nieuw. Er is een wachtlijst, volgend jaar kunnen er 16 kinderen aan de slag. Het concept is ruiken aan alles, dan specialiseren in één of twee dingen en intensief trainen zodat ze er echt goed in worden. Zodat je kwaliteit kunt leveren bij de voorstelling, zegt Hans-Peter. Andere jeugdcircussen doen alles een beetje. Hij zegt hierbij inderdaad meer vanuit het publiek te denken dan vanuit de kinderen, maar hij ziet de kinderen ook groeien als ze iets steeds beter kunnen. Dat geeft veel zelfvertrouwen en een kick! Kinderen komen naar ons toe, omdat ze elders niet verder komen Sommige kinderen komen daarom ook juist naar ons toe, omdat ze elders niet verder komen. Inmiddels zijn we zo goed als uit de gymzaal gegroeid; het plafond is niet hoog genoeg, we hebben een ruimte van tien meter of meer nodig. Het is ook lastig dat we elke keer alles moeten leegruimen en de volgende keer weer alles opbouwen. Ik hou van inventief, van nieuwe dingen doen. Ik wil graag origineel zijn. Wij waren de eerste met een slackline (plat koord) en de eerste met een bungy-act, die we zelf hebben ontwikkeld, en de eerste met een Chinese paal. Verder doen we veel luchtwerk. 20 Het jaar daarop werd er met tien kinderen en drie - door Hans-Peter zelf ingehuurde - docenten gestart. De kinderen waren voornamelijk van een turnvereniging afkomstig. Ze maakten de voorstelling Diepwater, die ook weer een groot succes op BuitenGewoon was. Later werd de voorstelling ook gespeeld op Circo Circolo. We hadden wel Ik vind dat we artistiek gezien nog niet goed genoeg zijn, het artistieke is bij ons minder sterk dan bijvoorbeeld bij Elleboog. Wij gaan meer voor het mooie plaatje dan voor het verhaal. De voorstelling maken we samen, de docenten met de kinderen. Soms huren we een gastdocent in. We leveren maatwerk aan de kinderen.

circus 1-10-2009 buitengewoon 3 Ik vind het heel erg mooi om jongeren met een passie te zien zegt Hans-Peter. Het is bloed zweet en tranen om ergens te komen en dat zonder te pushen, want daar ben ik tegen. Ik zie ze van timide kinderen veranderen in artiesten. Daar doe ik het voor! Ik wil alle talent benutten. Zo zie ik een jongen van 13 bij Poehaa, die met zeven ballen jongleert, die het verdient om eruit gehaald en apart getraind te worden. Hij wordt echt heel goed! Ik ben ervan overtuigd dat als jongeren in hun pubertijd hiermee in aanraking komen, je ze iets meegeeft voor de rest van hun leven. Veiligheid is voor ons een heel belangrijk onderwerp. Zoals het nu gaat in de circuswereld - iedereen moet maar zelf het wiel uitvinden; we doen allemaal ons best, maar toch - weet ik zeker dat er iets gebeurt, de vraag is alleen wanneer en bij wie. Op de hoogte blijven Ik ga regelmatig naar het buitenland om artiesten en voorstellingen te spotten. Meestal naar Spanje, onder andere in Tárrega (Catalonië) is een jaarlijks festival, daar ontmoet ik ook veel mensen. Ook wel eens naar Frankrijk en België. Niet buiten Europa, het is wel gemeenschapsgeld; je kunt geen voorstellingen gaan spotten in Australië en de artiesten vervolgens afschepen met een broodje kaas en ranja. Om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de circussector bezoekt hij conferenties (on- Ik vind het heel erg mooi om jongeren met een passie te zien der andere van Circomundo) en festivals als Circo Circolo in Nederland. Verder haalt Hans-Peter veel informatie van internet, vooral van buitenlandse acrobatieksites of sites van leveranciers van circusmaterialen. Ik Google regelmatig en zoek op diverse circusonderwerpen, dat levert soms complete beschrijvingen op van workshops. En onze eigen docenten brengen soms weer andere docenten mee die gespecialiseerd zijn op een bepaald onderdeel. Een snelle manier om uitstekende scholing te krijgen. Geld Het straattheaterfestival BuitenGewoon wordt gefinancierd door de gemeente Doetinchem, de Provincie Gelderland en diverse fondsen, zoals het Anjerfonds, het VSB Fonds en de Fortis Bank. Daarnaast hebben we een eigen Business Club. De leden zijn een soort vrienden van, die elk goed zijn voor 1.000,- per jaar. Hiervan komt de helft in de kas van BuitenGewoon, de andere helft wordt ge-herinvesteerd in de Business Club members. Ze krijgen tijdens het festival een VIP arrangement met diner enzo. De Business Club betekent voor ons ook een goed netwerk, bijna alle members zijn ondernemer. De één assisteert met een hijskraan, de ander is notaris en helpt ons op die manier. De inkomsten zijn niet voldoende, zo worden Hans-Peter en de andere medewerkers niet betaald voor de gemaakte uren. Bij de huidige editie was er voor het eerst geld begroot voor personeel, voor twee dagen per week. Dat is helaas weer wegbezuinigd. Ik realiseer me dat het zo niet door kan gaan, dit is echt niet leuk meer. Vlak voor het festival zit hier fulltime vier of vijf man op kantoor aan BuitenGewoon te werken maar ja je gaat toch door. Enkele tientallen vrijwilligers, met name afkomstig van de scouting, steken de handen uit de mouwen tijdens het festival zelf. BuitenGewoon is voor bezoekers gratis. Op onze vraag waarom zegt Hans-Peter: Ik vind het ongelofelijk belangrijk dat je - en dan bedoel ik dus iedereen - in staat wordt gesteld met niet voor de hand liggende beelden in aanraking te komen. Het is voedsel voor de geest, het geeft kraak en smaak aan het leven. Er zijn voorstellingen bij waar mensen staan te huilen, zo mooi vinden ze het. Daar doe ik het voor. Voor de circuslessen betalen de jongeren 300,- voor 30 ochtenden les. De huidige constructie - dat de opleiding voor jongeren financieel is ondergebracht in het straatthea-

circus 1-10-2009 buitengewoon 4 terfestival kan natuurlijk helemaal niet en moet niet voortduren! Om die reden ging Hans-Peter op zoek naar subsidie, zowel bij xx Wij gaan meer voor het mooie plaatje dan voor het verhaal fondsen (onder andere het Fonds Cultuurparticipatie) als bij de gemeente. Voor het aanvragen ervan koos Hans-Peter ooit voor de omschrijving productiehuis. Het leek een goede term, je moet toch wat, maar hiermee vallen we dus tussen de wal en het schip. Er moet een uitgebreid leerplan geschreven worden, je moet aan 100 regels voldoen, ik zie er het nut niet van in. Ik begrijp wel dat het gemeenschapsgeld is en dat er verantwoording afgelegd moet worden, maar dat staat in geen verhouding tot het verleende subsidie. Hans-Peter zegt dat hij nu zou kiezen voor de omschrijving gezelschap. Hij is teleurgesteld waar het om subsidie gaat. Droom en landelijk beleid Mijn droom is een bruggetje te zijn tussen onze leerlingen - talent in de regio - en de opleiding in Tilburg, niet tussen de reguliere circusscholen en de Hbo-beroepsopleidingen. Ik wil in ieder geval zelf niet met een gestructureerd leerplan werken. Tot slot: Ik vind het geweldig dat Kunstfactor iemand aanstelt voor het jeugdcircus, maar ik vind het onnadenkend dat diegene vervolgens maar heel weinig tijd en middelen ter beschikking krijgt, zodat ze eigenlijk alleen de administratie kan doen. 22 Opleidingen Bij dans en muziek kan je carrière - voor zover daar bij kinderen überhaupt sprake van is - vloeiend verlopen, je hebt de Havo voor muziek en dans, je hebt pré-conservatorium-opleidingen. Bij circus is dit er allemaal niet. Ik heb niet persé behoefte aan een docentenopleiding, ik vind dat er nu ook voldoende goed gekwalificeerde artiesten met lesbevoegdheid bij circusgezelschappen te vinden zijn. Ik heb eerder behoefte aan een verbetering van het artistieke gehalte van de voorstellingen, dat vind ik een minder sterk punt. Het zijn leerlingen die van turnverenigingen komen, dat zijn hele goede acrobaten, maar ze kunnen (nog) niet acteren. De Gruitpoort, het centrum voor de kunsten van Doetinchem, biedt ook circuscursussen voor jonge kinderen. We willen wel samenwerken, maar totnogtoe kwam dat financieel niet rond. Wordt vervolgd.

13 t/m 21 jaar circus 1-10-2009 statistiek 2 statistiek2 doelgroep 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Jeugdcircus is een lokale voorziening. Hoewel veel circussen af en toe buiten de eigen gemeente optreden, komt het merendeel van de deelnemers uit de directe omgeving. De jeugdcircussen beschouwen elkaar (ook al zijn er soms twee in dezelfde gemeente) nooit als concurrent. Een aantal jeugdcircussen heeft aanbod voor kinderen onder de zes jaar een aantal voor volwassenen (meestal workshops). Het aantal circussen dat zich op probleemgroepen richt, valt tegen in het licht van de genoemde doelen. Uit de gesprekken blijkt dat de jeugdcircussen die zich op probleemgroepen richten, daar zelden speci iek aanbod voor hebben. De gedachte is dat circusactiviteiten bij voorbaat een geschikt instrument zijn in achterstandssituaties. uit de buurt uit de gemeente 6 t/m 9 jaar 10 t/m 12 jaar Percentage van de jeugdcircussen met specifiek aanbod voor genoemde doelgroep. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32. achterstandswijken lichamelijke problemen psychische problemen vluchtelingen/nieuwkomers eenouder gezinnen 23

circus 1-10-2009 rotjeknor 1 Circus Rotjeknor uit Rotterdam In een oud pand in Kralingen, met een rood-geel-blauwe gevel, huist Circus Rotjeknor. Het moet nodig opgeknapt worden en staat te koop. Binnen is het rommelig en ligt het vol met circusspullen. Het kantoortje heeft een wand vol boeken over circus, ook kinderboeken en romans. We hebben even tijd om de boel te bestuderen, we zijn te vroeg, Ben is er nog niet. Ben is voor drie dagen per week zakelijk directeur van Rotjeknor, voorheen was hij hoofdleider bij het schippersinternaat in Dordrecht en directeur van Scouting Zuid-Holland. Johan (Both) is artistiek directeur, al vindt ie dat niet lekker klinken directeur. Zo zijn de taken verdeeld. En er is een bestuur. Dat bestuurt; het zet de lijnen uit en fungeert als denktank. Twee bestuursleden zijn afkomstig uit het onderwijs, één is een ouder, én vermeldenswaard: één van de bestuursleden is de achterkleinzoon van de oprichter van het eerste Nederlandse circus: Pieter Magito. De eerste circusdirecteur was de Haagse koorddanser Pieter Magito. Hij reisde in de achttiende eeuw met een groep clowns, jongleurs en paardrijders langs de kermissen in Nederland. Magito was koorddanser. Hij balanceerde met Friese doorlopers (schaatsen) en houten klompen op het slappe koord in een houten zaal met een dak van zeildoek. Toen hij in 1796 in Delft met het circus begon was hij al ruim zeventig jaar. zo vertelt internet ons (www.volkscultuurplein.nl) Die eerste knul is nu professioneel artiest! Rotjeknor wordt bijgestaan door een trouwe groep vrijwilligers. Het zijn voornamelijk ouders of ex-ouders, zegt Ben. Om eraan toe te voegen: Ja, ik bedoel niet dat hun kinderen Werkgebied & activiteiten dood zijn ofzo, maar er zijn veel ouders die blijven als de kinderen allang geen les meer volgen. Rotjeknor heeft een regionale functie. Ons werkgebied bestaat niet alleen uit de stad Rotterdam, maar beslaat de hele regio Rijnmond. Als we op alle aanvragen in zouden gaan zouden we landelijk kunnen werken, maar aanvragen van buiten de regio spelen we door aan andere jeugdcircussen. We noemen ons circus uit Rotterdam, niet van Rotterdam, dat geeft onze visie hierin weer. Globaal zijn de activiteiten in tweeën te verdelen: de clubs (de lessen aan kinderen en jongeren van zes t/m 20 jaar) en de projecten (activiteiten in het onderwijs, deelname aan festivals, workshops op maat en - incidenteel - verjaardagen). Wekelijks 24 Interview met Ben Rubingh, zakelijk directeur

circus 1-10-2009 rotjeknor 2 volgen zo n 370 Rotterdamse kinderen na schooltijd circuslessen bij Rotjeknor, zo schetst Ben trots de omvang van het circus. Per jaar worden 18.000 kids bereikt, dat is inclusief publiek; als we alleen de actieve beoefening mee tellen worden jaarlijks 15.000 kinderen bereikt. Die 370 kinderen vallen onder clubs, de 15.000 zijn de projecten. De activiteiten in het onderwijs vallen overigens bijna nooit onder Kunst Menu of CKV, maar zijn vaak onder sport en recreatie te rangschikken, bijvoorbeeld onder het lesprogramma Lekker Fit. Rotjeknor neemt ieder jaar in de zomervakantie, net als veel Rotterdamse kunst- en cultuurinstellingen, deel aan het Jeugdvakantiepaspoort, waarbij kinderen tegen gereduceerd tarief kennis mogen maken met het cultureel aanbod in de stad en tegelijk iets leuks te doen hebben in die lange zomervakantie. De SKVR biedt soms ook circusactiviteiten voor kinderen aan. Wanneer dat zo is huren ze Rotjeknor in, vertelt Ben, over de samenwerking met s lands grootste centrum voor de kunsten. kunnen pas weer verder in groei en ontwikkeling als we beschikken over een eigen ruimte. Rotjeknor droomt van een eigen gebouw waar kan worden geoefend en opgetreden. Op de kast staat een maquette, die studenten architectuur ooit voor het circus maakten. Het gebouw zou half in het water verzonken hebben moeten komen te liggen in een nabijgelegen haven. Dat plan is achterhaald, maar we zijn We gaan altijd uit van de mogelijkheden van de kinderen alweer met iets nieuws bezig, zegt Ben. Een aantal leerlingen van Rotjeknor is doorgestroomd naar het professionele circuit, waaronder ook Rubingh s eigen dochter Jasmijn. Zij doet bij Codarts de specialisatie partner-acrobatiek. De contacten met Codarts zijn goed. Dat kan ook niet anders, want het idee voor een circusopleiding is in eerste instantie ontstaan bij Circus Rotjeknor. We zagen leerlingen van ons naar het buitenland vertrekken omdat ze hier nergens terecht konden. Ja, dan ben je ze kwijt. Er wordt regelmatig samengewerkt. We moeten elkaar aanvullen, vindt Ben. Geschiedenis Circus Rotjeknor werd in 1992 opgericht door Johan Both; hij woont boven, we horen hem saxofoon spelen en we horen kindervoetjes hollen. Hij studeerde aan de Pedagogische Academie en werd daar destijds door een leraar gevraagd of hij muziek wilde maken bij een voorstelling voor kinderen met een beperking, vertelt Ben. Bij die voorstelling werd gejongleerd. De vlam sloeg over op Johan en zo is t gekomen. Johan ging in eerste instantie zelf jongleren, later deed hij het als docent op de basisschool ook samen met de kinderen. Hij werd steeds enthousiaster. Zo werd hij op een dag benaderd door een vader die vroeg of hij diens zoon wilde leren jongleren. Hij stemde daarmee in mits de man meer kinderen zou regelen. Die eerste knul is nu professioneel circusartiest! Na tien jaar waren er 250 kids. Na 15 jaar bereikte Rotjeknor de huidige omvang. We Financiën Globaal kennen we drie geldbronnen: de gemeente, de contributies en de projecten, zegt Ben. De gemeente geeft jaarlijks één ton, 50% daarvan is afkomstig van Sport en Recreatie, 50% van Kunst en Cultuur. Rotjeknor valt bij de gemeente Rotterdam, anders dan in de meeste andere gemeenten, niet onder sociaal cultureel werk, maar wordt beschouwd als een fenomeen tussen sport en kunst in. De totale inkomsten bedragen drie ton per jaar. Aanvankelijk, in de beginjaren, wilde de gemeente niets van financiële ondersteuning weten, memoreert Ben. Maar Johan had veel contact met Elleboog, dat veel eerder opgericht is en in een relatief betere financiele positie verkeert; en wist dus dat het ook anders kon. Sinds 1995 ontvangt Rotjeknor structurele

circus 1-10-2009 rotjeknor 3 subsidie. Sinds 2001 ook uit het kunst- en cultuurbudget. Daartoe moet het circus steeds een vier-jarenplan maken. Je moet op de hoogte zijn van alle beleidsmatige ontwikkelingen - het beleid verandert en daar moet je voor een deel in meegaan - het is niet moeilijk, maar wel veel werk, aldus Rubingh. Er is ook een Stichting Vrienden van Rotjeknor, maar die draagt niet bij aan de dagelijkse activiteiten, de vriendenstichting spaart voor het nieuwe onderkomen en springt bij in bijzondere activiteiten die niet gesubsidieerd worden. Huisvesting mee kan doen, zegt Ben. We sluiten niemand uit, maar we bevoorrechten ook niemand; behalve dan dat mensen met een laag inkomen korting kunnen krijgen op het lesgeld via de Rotterdam Pas. Voor kinderen met een beperking (lichamelijk of geestelijk) is er speciaal aanbod. We hebben voor deze groep geen aparte folder, ze melden zichzelf aan, vaak via hun school. We hebben de Club Speciaal voor kinderen met het syndroom van Down. Johan is één van de docenten. We gaan altijd uit van de mogelijkheden van de kinderen. Bij de optredens reageert het publiek razend enthousiast op de Club Speciaal! 26 De oefenruimte was lange tijd een gymzaal aan de Blaak, sinds 1 januari wordt er getraind in een gymzaal aan de Slaak. De gymzaal is door de dienst JOS van de gemeente voor één ton verbouwd, er zit nu speciaal een verhoogd plafond in. Overdag is de zaal het domein van het Cosmicus College, een school die zich afficheert als Wereldschool, na schooltijd is het Rotjeknor s domein. Voor Rotjeknor biedt het niet genoeg mogelijkheden. Het betekent dat we pas in de namiddag aan de slag kunnen en dat we steeds alles moeten opruimen zodat overdag de reguliere gymlessen kunnen plaatsvinden. Missie en visie Circus Rotjeknor heeft als doelstelling het bevorderen van de sociale, emotionele, creatieve en mo- torische ontwikkeling van kinderen van 6 tot 18 jaar door middel van het circusspel, zo staat in het beleidsplan. Om deze doelstelling te bereiken wil Rotjeknor een geschikte omgeving creëren voor kinderen, deelname aan de circusactiviteiten bereikbaar maken voor een zo breed mogelijke groep kinderen uit de samenleving, deskundige begeleiding bieden en hieraan bekendheid geven. We leveren maatwerk, zonder het zo te benoemen We vinden het heel belangrijk dat iedereen We vragen naar het bereik van de activiteiten. De clubs zijn over het algemeen wit, de projecten over het algemeen zwart; zelfs in een stad als Rotterdam, waar driekwart van de jeugd van niet-nederlandse afkomst is. We zouden zo graag de kinderen uit de projecten, na de éénmalige confrontatie op school, op de clubs terugzien. Ze vinden het even leuk, maar de drempel blijkt toch in de meeste gevallen te hoog. Voor de clubs wordt geen publiciteit gevoerd. Als we dat zouden doen zouden we een wachtlijst krijgen, aldus Ben. In de clubs maken de kinderen kennis met alle disciplines. Het kiezen van specialisaties wordt niet gestimuleerd. Soms vindt een kind het ene onderdeel veel leuker dan het andere, dan kan hij of zij ervoor kiezen om dat vaker te doen, er wordt vaak in één ruimte aan diverse dingen tegelijk gewerkt. Mijn dochter hield altijd erg van acrobatiek bij de lessen en helemaal niet van jongleren, hetgeen je leuk vindt ga je vanzelf meer doen. Ja, daar heeft ze nu nog een probleem, want bij Codarts moet je ook goed kunnen jongleren, dus nu moet ze wel, vertelt Ben met enig leedvermaak. We willen alles aanreiken, als kinderen daarna willen specialiseren vinden we dat prima. Alles is mogelijk, docenten kunnen alles aanbieden, we gaan altijd uit van de mogelijkheden en wensen van het kind. Zonder het zo te benoemen leveren we in feite maatwerk.