A17.06.3a Concept verslag vergadering Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (AB VrZW) - nr. 5/2017 Deelnemers: J. Hamming, D. Bijl, L. Sievers, L. Wagenaar-Kroon, R. Meerhof, P. Tange, J. van Beek, H. Raasing (directeur VrZW / secretaris), F. Strijthagen (directeur Publieke Gezondheid), H. Fokkens (districtschef politie), J. Pijning (provincie Noord-Holland), S. Keukens (strategisch adviseur VrZW) Afwezig: A. Nienhuis, N. van Ginkel (gemeentesecretaris Waterland), L. Kohsiek (dijkgraaf Hollands Noorderkwartier), J. Steenbrink (plv. hoofdofficier parket Noord-Holland) Datum: 20 oktober 2017 Notulen: S. Keukens A17.05.1 A17.05.2 Opening, mededelingen en vaststelling agenda a. Voordracht benoeming voorzitter veiligheidsregio b. Termijnagenda a. Ingekomen en uitgaande stukken (overzicht en bijlagen t.k.n.) b. Conceptverslag Dagelijks Bestuur 4 oktober 2017 c. Terugkoppeling Bestuurlijke Adviescommissies / Veiligheidsberaad D. Bijl opent de vergadering om 9.00 uur. Hij meldt dat A. Nienhuis later is. Dit heeft te maken met haar voordracht voor het burgemeesterschap van Heemstede. D. Bijl heet J. Hamming, burgemeester van Zaanstad welkom in Zaanstreek- Waterland Het Algemeen Bestuur besluit de Minister van Veiligheid & Justitie te verzoeken de burgemeester van Zaanstad, J. Hamming voor te dragen als voorzitter Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. D. Bijl geeft aan dat het een Kroonbenoeming betreft, en dat de benoeming terugwerkt tot 20 oktober 2017. Dat betekent dat J. Hamming vanaf heden optreedt als voorzitter Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. J. Hamming leidt de rest van de vergadering. Geen opmerkingen. Geen opmerkingen. Het Algemeen Bestuur neemt kennis van het conceptverslag van het Dagelijks Bestuur van 4 oktober 2017. J. Hamming koppelt terug uit het Veiligheidsberaad van 6 oktober jl. Op de agenda stonden onder andere de evaluatie naar het functioneren van het Veiligheidsberaad en de LMO. De conclusies en aanbevelingen uit de evaluatie worden verder uitgewerkt. Maar komen erop neer dat het Veiligheidsberaad zich op een beperkt aantal (strategische) onderwerpen focust, waarop ook daadwerkelijke inzet en betrokkenheid van de leden gevraagd wordt. Zodra het 1
evaluatierapport openbaar is wordt dit gedeeld. Ten aanzien van de LMO heeft het Veiligheidsberaad gesproken over de ontstane situatie in de Bestuurlijke Regiegroep LMO, waar geen overeenstemming is bereikt door de LMO-partijen over de reikwijdte van de multi-intake. Multi-intake is voor het Veiligheidsberaad altijd een noodzakelijke voorwaarde geweest voor de totstandkoming van een landelijke meldkamerorganisatie. Besloten is dat met de ondertekenaars van het Transitieakkoord het gesprek plaatsvindt over de hardheid van de gemaakte afspraken in het akkoord. Tot die tijd wordt niet deelgenomen aan overleggen op landelijk niveau met de andere partijen. Naar aanleiding van de ontstane situatie heeft de heer Lenferink de portefeuille LMO neergelegd. J. van Beek meldt dat de vaste kamercommissie uitgenodigd was om de BAC Brandweer bij te wonen. Het was teleurstellend te constateren dat er geen leden van de commissie gekomen waren, terwijl ze in de kamercommissie altijd het hoogste woord voeren over de brandweer. In de BAC is verder het proces rondom het belevingsonderzoek besproken, maar dat komt later op de agenda nog aan de orde. R. Meerhof meldt dat de BAC Informatievoorziening niet doorging. A17.05.3 a. Conceptverslag Algemeen Bestuur 7 april 2017 Het conceptverslag van het Algemeen Bestuur van 30 juni 2017 wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag vraagt L. Wagenaar- Kroon of terugkoppeling gegeven is aan de raden over de besluitvorming over de begroting. Nb. Inmiddels is gebleken dat de gemeenteraden op 4 juli jl. door middel van een brief geïnformeerd zijn over vaststelling van de Begroting VrZW 2018 en de wijze waarop de ontvangen zienswijzen verwerkt zijn. b. Actiepuntenlijst AB 20 oktober 2017 Geen opmerkingen. A17.05.4 Bestuurlijke aangelegenheden a. Visitatie VrZW 2018 Het Algemeen Bestuur stemt in met het voorstel om de voorzitter (J. Hamming), portefeuillehouder BAC Brandweer (J. van Beek) en portefeuillehouder BAC GHOR (L. Wagenaar-Kroon) te vragen aan de visitatie deel te nemen. b. Voortgang Meldkamer Noord-Holland H. Raasing meldt dat in aanvulling op de terugkoppeling van J. Hamming over de LMO uit het Veiligheidsberaad, de vernieuwing van C2000 vertraging opgelopen heeft. C2000 is een meldkamersysteem waarmee hulpverleners onderling en met de meldkamer kunnen communiceren. De vertraging heeft tot gevolg dat de datum van operationeel gaan van Meldkamer Noord-Holland op 1 juli 2018 niet langer realistisch is. H. Fokkens vult aan dat de capaciteitsproblemen van de politie op de meldkamer Zaanstreek-Waterland dusdanig groot zijn, dat het voor de politie niet houdbaar is de samenvoegingsdatum uit te stellen. In samenspraak met VrZW zal nader onderzoek gedaan worden of het mogelijk is de meldkamer Zaanstreek-Waterland (politie en brandweer) uiterlijk 1 juli 2018 toch te verhuizen naar Haarlem. J. van Beek vraagt zich af wie opdraait voor de extra kosten als gevolg van de vertraging. H. Raasing antwoordt dat het Ministerie van VenJ in principe de 2
frictiekosten dekt. D. Bijl ziet het als een risico doordat we nu op eigen initiatief afwijken van de reguliere planning, wil VenJ wellicht de extra kosten op ons verhalen. Hij adviseert alle stappen goed te documenteren en laten bevestigen door VenJ. Het Algemeen Bestuur neemt kennis van de voortgang van de realisatie van Meldkamer Noord-Holland, en verzoekt geïnformeerd te blijven over de ontwikkelingen binnen de LMO en Meldkamer Noord-Holland. A17.05.5 c. Aanwijzing Coördinerend gemeentesecretaris Financiën a. Huisvestingsfoto Het Algemeen Bestuur stemt in met de aanwijzing van: 1. mevrouw G. Blom, gemeentesecretaris Purmerend als Coördinerend gemeentesecretaris en lid Veiligheidsdirectie (als bedoeld in de Organisatieregeling VrZW, art 4. lid 2); 2. de heer N. van Ginkel, gemeentesecretaris Waterland als plaatsvervangend gemeentesecretaris en plaatsvervangend lid Veiligheidsdirectie; 3. mevrouw F.H.M. Apeldoorn, gemeentesecretaris Zaanstad als tweede plaatsvervanger voor de functie van Coördinerend gemeentesecretaris (en lid Veiligheidsdirectie). D. Bijl licht het voorstel toe. L. Wagenaar-Kroon reageert dat de foto wat haar betreft inzichtelijk maakt dat geen sprake is van een evenwichtige verdeling van de kosten. Ten aanzien van de bijdrage van gemeenten aan de begroting van VrZW geldt dat de verdeelsleutel is gebaseerd op de bijdrage die gemeenten zelf ontvangen binnen het Gemeentefonds. L. Wagenaar-Kroon geeft aan dat dit voor landelijke gemeenten een grotere bijdrage aan gebouwen tot gevolg heeft. Uit de foto blijkt dat vooral Zaanstad, maar ook Waterland relatief hogere huisvestingskosten hebben. Het gaat wat Waterland betreft om een aanzienlijk bedrag op de gemeentelijke begroting. L. Wagenaar-Kroon is tevens van mening dat er rekening gehouden moet worden met investeringen in duurzaamheid. De investeringen worden gedaan door de eigenaar van het pand (de gemeente), terwijl de voordelen voor de gebruiker (VrZW) zijn. Verdere aandachtspunten zijn het oefencentrum bij het Prins Bernhardplein en de leegstand als gevolg van het vertrek van de meldkamer. Ten aanzien van het oefencentrum dient naar de meest efficiënte oplossing gekeken te worden wellicht samen met andere regio s in plaats van een eigen oefencentrum. Ten aanzien van het vertrek van de meldkamer, vraagt ze zich af bij wie het risico ligt. L. Sievers geeft aan dat de foto goed inzicht biedt, maar dat het wat haar betreft van belang is de foto periodiek te actualiseren. Ten aanzien van het beheer van de panden stelt ze voor dit te koppelen aan de zelforganiserende posten. Ze is voorstander het beheer decentraal te beleggen, ook in relatie tot de uitkomsten van het belevingsonderzoek. P. Tange onderschrijft de opmerkingen van L. Wagenaar-Kroon ten aanzien van duurzame investeringen en het oefencentrum. Hij begrijpt ook de gevoeligheid bij L. Wagenaar-Kroon bij de verdeelsystematiek, maar waarschuwt niet één component eruit te halen. Er moet breder gekeken worden. J. van Beek stelt dat de foto duidelijkheid biedt. Ook gemeente Beemster heeft duurzame investeringen in de brandweerpost gedaan. Ze stelt geen moeite te 3
hebben dat de voordelen terugvloeien naar de regio. Uiteindelijk komen ze ten goede aan ons allemaal. R. Meerhof benadrukt het belang van het up-to-date houden van de foto, en onderschrijft het punt van L. Wagenaar-Kroon over duurzame investeringen. Als burgemeester van Purmerend stelt D. Bijl geen behoefte te hebben aan nieuwe discussie over de verdeelsystematiek. Aanvankelijk was Purmerend ook een nadeelgemeente. Door allerlei landelijk ontwikkelingen, waarop de regio s geen invloed hebben is dat veranderd. Ook in de toekomst kunnen ontwikkelingen positief danwel negatief uitvallen. Als portefeuillehouder vindt hij het een prima voorstel om naar het vraagstuk van duurzaamheid te kijken. De overige punten van L. Wagenaar-Kroon over het oefencentrum en de meldkamer worden al meegenomen in lopende trajecten. J. Rozendal vult aan dat het risico voor het vertrek van de meldkamer bij gemeente Zaanstad ligt. VrZW en gemeente Zaanstad acteren op dit risico. H. Raasing geeft aan dat het risico voor het oefencentrum ook bij gemeente Zaanstad ligt. Zowel landelijk als regionaal wordt hierop geacteerd. Zo gaat VrZW samen met regio s Amsterdam-Amstelland, Kennemerland en Noord-Holland Noord een Brandweerschool oprichten. Een voorstel hiervoor komt nog naar het Algemeen Bestuur. D. Bijl geeft aan dat de verdeelsystematiek al vaak onderwerp van gesprek is geweest. Hij stelt voor de twee varianten met elkaar te vergelijken: 1) op basis van inwonertal en 2) op basis van bijdrage aan Gemeentefonds. Hij is geen voorstander om één component eruit te halen. J. Hamming geeft aan dat solidariteit in de regio van groot belang is. Daarom moet een grote gemeente als Zaanstad ook meer bijdragen. Hij is voorstander om een streep onder de discussie te zetten en verder te gaan. L. Wagenaar-Kroon reageert dat voor haar geen sprake is van solidariteit. Ze wil graag een bestuurlijke discussie over de verdeelsystematiek. D. Bijl stelt voor een overzicht te bieden op het gebied van de kostenverdeling, waarbij de systematiek op basis van Gemeentefonds vergeleken wordt met de systematiek op basis van inwonertal. 1. dat de gemeenten eigenaar blijven van de panden, maar dat er nieuwe overeenkomsten voor het gebruik en beheer worden gesloten waarbij gebruik en beheer in belangrijke mate bij VrZW worden belegd en de administratieve last tot een minimum wordt beperkt; 2. het pand Prins Bernardplein (PBP) per 1/1/18 terug te leveren aan de gemeente Zaanstad waarbij Zaanstad zorg draagt voor de exploitatie en de bijbehorende risico s; 3. een nieuw meerjarig huurcontract op het pand PBP af te sluiten voor het gebruik van de kantoorruimten en het gebruik van een deel van de capaciteit van het oefencentrum tegen de huidige kosten (+ indexatie); 4. gemeentesecretarissen en VrZW opdracht te geven tot een definitief voorstel te komen om een en ander langs bovenstaande lijnen in te regelen. Met daarbij specifieke aandacht voor de balans tussen 4
investeringen en opbrengsten in het kader duurzaamheid en het meenemen van een doorkijk op het oefencentrum. 5. Een overzicht te bieden op het gebied van de kostenverdeling, waarbij de systematiek op basis van Gemeentefonds vergeleken wordt het de systematiek op basis van inwonertal. b. Weerstandsvermogen 1. Dat het wenselijk is dat de gemeenschappelijke regeling VrZW beschikt over een weerstandsvermogen; 2. Dat VrZW dient te beschikken over een algemene reserve (gekoppeld aan een jaarlijkse actualisatie van risico s); 3. Met ingang van de Jaarrekening 2017 in te stemmen met een aanpassing van de omvang van het weerstandsvermogen van een waardering van B (ruim voldoende) naar C (voldoende), waardoor het ratio weerstandsvermogen voor VrZW tussen 1,0 < x > 1,4 komt te liggen. c. Inkoop- en aanbestedingsbeleid L. Sievers vult aan dat het van belang is de ontwikkeling van het weerstandsvermogen meerjarig in de gaten te houden. Het Algemeen Bestuur stelt het geactualiseerd Inkoop- en aanbestedingsbeleid vast, in lijn met de herziene Aanbestedingswet 2012. A17.05.6 GHOR a. Positionering GHOR in Zaanstreek- Waterland L. Wagenaar-Kroon leidt het onderwerp in. Als gevolg van een aantal externe ontwikkelingen is het zinvol de positie van de GHOR in Zaanstreek-Waterland tegen het licht te houden en te beoordelen op de toekomstbestendigheid. Om die reden heeft de directeur Publieke Gezondheid het voorliggende advies opgesteld. Het vraagstuk kent evenwel ook een onderstroom gelet op de relatie met Amsterdam. Momenteel worden de GHOR-taken voor Zaanstreek-Waterland onder verantwoordelijkheid van de directeur Publieke Gezondheid door GHOR Amsterdam-Amstelland uitgevoerd.. Het vigerende convenant kent een opzegtermijn van één jaar. Om ongebonden de oriëntatie op de positionering van de GHOR Zaanstreek-Waterland aan te gaan, zou dat convenant wel pro forma per 1 januari 2018 moeten worden opgezegd.. F. Strijthagen duidt de externe ontwikkelingen. Allereerst benadrukt hij het belang van een goede verbinding tussen GGD en GHOR. Daarnaast is de regionale meldkamer voor veiligheidsregio s Kennemerland, Noord-Holland Noord en Zaanstreek-Waterland in Haarlem aanleiding om de uitvoering van GHOR-taken opnieuw te bekijken. Ook het BTW-vraagstuk gaf aanleiding om opnieuw naar het huidige construct te kijken. Hij benadrukt dat een andere organisatie van de GHOR-taken geen afbreuk doet aan de samenwerking met Amsterdam- Amstelland. Vandaar dat hij voorstelt een eigenstandige GHOR-organisatie in Zaanstreek-Waterland in te richten. D. Bijl vindt dat sprake is van doelredenering in de notitie, gericht op het doorsnijden van de relatie met Amsterdam-Amstelland. De gerechtelijke kaart lijkt aanleiding voor dit voorstel, terwijl de maatschappelijke samenhang met Amsterdam groter is dan met Haarlem of Alkmaar. Daarnaast is hij tevreden over de huidige invulling van GHOR-taken. Ook J. van Beek is niet ontevreden over de huidige constructie, maar is het wel eens om naar optimalisatie te kijken. R. Meerhof geeft aan dat we geen invloed hebben op de gerechtelijke kaart. 5
Binnen dat gegeven moeten we naar de meest optimale inrichting van de GHORorganisatie kijken. Hij steunt daarom dit voorstel. L. Sievers vindt de voorgestelde stap naar een eigenstandige GHOR binnen Zaanstreek-Waterland een te kleine stap. Gezien maatschappelijke ontwikkelingen naar samenvoeging en schaalvergroting, lijkt het een tegengestelde stap om nu zelfstandig iets te organiseren. Waarom kijken we niet naar een grotere stap voorwaarts, van bovenregionale samenwerking? Dat vraagt om een bredere toekomstvisie op de GHOR. F. Strijthagen reageert dat de inrichting van de GHOR Zaanstreek-Waterland een tussenstap kan zijn naar een GHOR in breder verband in Noord-Holland met Kennemerland en Noord-Holland Noord en is enthousiast over het oppakken van deze vraag. J. Hamming stelt voor de notitie aan te passen. Zodat duidelijker de visie op een toekomstbestendige GHOR naar voren komt, en op basis daarvan kan een aantal scenario s met elkaar vergeleken worden: 1) behoud huidige construct, 2) eigenstandige GHOR Zaanstreek-Waterland en 3) GHOR Noord-Holland. D. Bijl wijst op het onderzoek dat eerder door PwC hierover is uitgevoerd. H. Raasing stelt dat de doorontwikkeling van de GHOR binnen de doorontwikkeling van de veiligheidsregio past. Beiden komen in december terug in het Algemeen Bestuur. F. Strijthagen benadrukt dat er sprake van urgentie is, met name in relatie tot de realisatie van Meldkamer Noord-Holland. J. Hamming geeft aan in ieder geval het contract met Amsterdam-Amstelland pro forma op te zeggen. L. Sievers vraagt behalve een visie en scenario s ook een tijdsplanning toe te voegen. 1. Het huidige convenant met betrekking tot de uitvoering van GHOR-taken van Zaanstreek-Waterland door GHOR Amsterdam-Amstelland per 1 januari 2019 pro forma op te zeggen; 2. De directeur Publieke Gezondheid te verzoeken de notitie Naar een toekomstbestendige GHOR Zaanstreek-Waterland aan te passen door een toevoeging van: a. Toekomstvisie GHOR b. Vergelijking drie scenario s: 1) behoud huidige construct, 2) GHOR Zaanstreek-Waterland en 3) GHOR Noord-Holland 3. De aangepaste notitie te agenderen voor het Algemeen Bestuur van 8 december 2017. A17.05.7 Risicobeheersing a. Beheersmaatregelen en prioritering Brandrisicoprofiel VrZW b. Productencatalogus Brandveilig Het Algemeen Bestuur: 1. Stemt in met de notitie Beheersmaatregelen en prioritering Brandrisicoprofiel VrZW, waarin beheersmaatregelen beschreven staan om overschrijdingen van de normtijd zo veel mogelijk te compenseren. Met deze maatregelen wordt het niveau van brandveiligheid verder verhoogd. 2. Geeft de directeur opdracht één en ander per gemeente af te stemmen en uit te werken. 1. Kennis te nemen van de productencatalogus Brandveilig leven, waarin de 6
leven activiteiten die VrZW uitvoert op het gebied van Brandveilig leven opgenomen zijn; 2. De productencatalogus Brandveilig leven uit te breiden naar de productencatalogus Veilig leven; 3. De Veiligheidsdirectie te verzoeken een advies op te stellen met betrekking tot het proces om te komen tot de productencatalogus Veilig leven. L. Sievers is van mening dat brandveilig leven een succesvolle beweging binnen Brandweer Nederland is. Het is een belangwekkend onderwerp om mee te nemen in de doorontwikkeling van de organisatie. Het is een uitdaging om als veiligheidsregio maatschappelijk relevant te blijven. De bestuurders hebben daar zelf ook een opgave in. Wellicht is het goed om Brandweer over Morgen weer eens onder de aandacht van het bestuur te brengen. A17.05.8 A17.05.9 Informatievoorziening a. Archiefverordening en Besluit informatiebeheer Communicatie besluitvorming Algemeen Bestuur / informatievoorziening gemeenteraden 1. de Archiefverordening VrZW 2017 vast te stellen; 2. de archivaris van de gemeente Zaanstad aan te wijzen als archivaris van VrZW onder voorbehoud van instemming door het college van gemeente Zaanstad; 3. het gemeentearchief van de gemeente Zaanstad aan te wijzen als archiefbewaarplaats van VrZW. D. Bijl geeft aan dat er geen behoefte is om zijn raad aanvullend te informeren. Het verslag van het Algemeen Bestuur volstaat. Bovendien hebben gemeenteraadsleden meer interesse in een presentatie of werkbezoek. A17.05.10 Rondvraag en sluiting H. Raasing neemt het Algemeen Bestuur kort mee in de resultaten van het Belevingsonderzoek repressief brandweerpersoneel binnen Zaanstreek- Waterland. De respons binnen Zaanstreek-Waterland was hoog, 53% heeft gereageerd. Uit het belevingsonderzoek blijkt men trots is op het brandweervak zowel landelijk als in Zaanstreek-Waterland. In het algemeen zijn de respondenten uit Zaanstreek-Waterland kritischer dan in de meeste andere regio s: men ervaart een vervreemding van de organisatie en een kloof tussen management en de werkvloer. De hoofdlijnen uit het onderzoek zijn onderdeel van de doorontwikkeling van de organisatie en komen in december terug in het Algemeen Bestuur. L. Wagenaar-Kroon vindt de resultaten deels te verklaren vanuit de implementatie van het dekkingsplan, desalniettemin zijn de signalen duidelijk. Het wordt tijd om serieus werk van de signalen te maken. Als bestuurders en management moeten we in gesprek met onze posten, om boven tafel te krijgen wat de aanleiding voor het kritische geluid is. Uit de raadsinformatiebrief moet dit ook duidelijker spreken. H. Raasing geeft aan de raadsinformatiebrief hierop aan te passen, en deze vandaag te versturen naar de griffies. J. van Beek vraagt aandacht voor het schenken van afgeschreven materieel aan goede doelen, zoals Brandweer zonder Grenzen. H. Raasing zegt toe dat VrZW hiervoor een voorstel voor het Algemeen Bestuur van 8 december voorbereid. J. Hamming sluit de vergadering om 10.35 uur. 7
8