WETBOEK INKOMSTENBELASTINGEN

Vergelijkbare documenten
ALGEMENE INHOUDSTAFEL

Titel I. Vennootschap en rechtspersoonlijkheid. Titel II. Definities... 1

Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

I. WIB92 1 I. WIB92. K.B. 10 april 1992 WIB Inhoudsopgave

Algemeen. Titel III. Voorafgaande beslissingen in fiscale

Algemeen. Wet van 24 december 2002 tot wijziging. tot wijziging van de vennootschapsregeling

Deel I Vennootschappen Boek III Wijze van eigendomsverkrijging... 33

INHOUDSOPGAVE Folio. Wetboek van Strafvordering - Nederlandse tekst vastgesteld bij de wet van 10 juli 1967, V.T. art. 24 en Boek I, art.

Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave

Koninklijke besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. BTW-Wetboek

Algemeen. Titel III. Voorafgaande beslissingen in fiscale

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

Vennootschappenrecht. Wetboek vennootschappen van 7 mei

Algemeen. Inkomstenbelastingen. Titel III. Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken

Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. BTW-Wetboek

Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen 23 november 1965

Algemene inhoud. Belgische wetgeving. Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde. Koninklijke besluiten

Wetgeving betreffende BIBF

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. Hoofdstuk XIX. Aan alle belastingen gemene bepalingen...

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. Wetboek van de belasting over de toegevoegde

INLEIDING: OVERGANGSREGELING EN INWERKINGTREDING DEEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN BOEK 1. Inleidende bepalingen... 22

Deel 1. Wetgeving betreffende het beroep

Deel 1. Wetgeving betreffende het beroep

Codex van de Accountant en van de Belastingconsulent

Algemeen. wet van 24 december 2002 tot wijziging. van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling

Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen. Deel 2. Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. Deel 3. Registratierechten.

Algemeen. wet van 24 december 2002 tot wijziging. van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling

Boekdeel I. Deel 1. Inkomstenbelastingen. Algemeen. Deel 2. Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. Deel 3. BTW. i v

Details. Short description. Table of contents. Table of contents (PDF) Basiswetteksten inzake handels- en economisch recht.

Deel 1. Algemeen. Deel 2. Inkomstenbelastingen

Algemeen Algemene wetsbepalingen......

Volledige Belgische wetgeving en Europese bepalingen Praktisch verduidelijkt Inclusief Intrastat

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

Inhoud. INLEIDING... v. 1. WETTELIJKE CONTEXT Europa België... 1

1. Wettelijke context Europa België Vennootschap... 3

Deel 1. Registratierechten

Deel 1. Registratierechten

TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 243, 243/1 EN 244, WIB 92: CATEGORIEËN VAN NIET-RIJKSINWONERS (AJ. 2015)

SOFISK Aangifte personenbelasting 2014 : stilte voor de storm van volgend jaar.

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015

blz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER

blz. 16 B. ANDERE DIVERSE INKOMSTEN. Vak XVI. - DIVERSE INKOMSTEN - VERVOLG. 1. Winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen

Vak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen.

I. WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN Wetboek van de inkomstenbelastingen april

Basisbedrag Geïndexeerd bedrag Artikel WIB 92 Omschrijving Aj. 2014

Deel I Arbeidsovereenkomsten Deel II Belasting over de Toegevoegde Waarde Deel III Beslag- en Uitvoeringsrecht... 42

INHOUD. Huwelijk en fiscus

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, , Art. 144/2, Art. 200, Art en Bijlage IIbis

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012

Artikel WIB. (16 - aj. 2005) 518

Titel 1. Inleidende bepalingen... 1 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen en definities.

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2

Wetboek Inkomstenbelastingen

DEEL I. BASISWETGEVING

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor de aanslagjaren 2015 en 2016

Ontbinding en vereffening

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

Boekdeel I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning. Dienst Reglementering

DAGELIJKS WERKBOEK DEEL #1

BASISWETTEKSTEN INZAKE HANDELS- EN ECONOMISCH RECHT

Vlaamse Gewest. Erf- en registratiebelastingen Decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit (Uittreksel)...

Vennootschapsrecht toegepast

BOEKDEEL I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen

Vlaamse Gewest. Erf- en registratiebelasting Titel 1. Inleidende bepalingen... 3 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen en definities.

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 3 REGELMATIGHEID VAN DE AANGIFTE...17

Inhoudstafel. Algemene inleiding

Tarieven personenbelasting

Inhoud. Voorwoord...v DEEL 1. AANGIFTE EN CONTROLE. Inleiding...3. Hoofdstuk 2. De aangifte als grondslag voor de btw-heffing...5

Algemene inhoudstafel

Deel I. Basiswetgeving. Deel III. Markten. Deel II. Wetgeving betreffende actoren. Wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

Vlaamse Gewest. Erf- en registratiebelastingen.. 3. Decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit (Uittreksel)...

Ten Geleide. Lijst van afkortingen

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Administratie van Fiscale Zaken

Inhoudstafel. Voorwoord... Hoofdstuk I. Btw: De Europese achtergrond van de btw Hoofdstuk II. De advocaat als belastingplichtige...

Deel I. Basiswetgeving. Deel III. Markten. Deel II. Wetgeving betreffende actoren. Wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Administratie van Fiscale Zaken

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Ten geleide... enkele cijfers...

Aftrek voor risicokapitaal

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing

Vlaamse Gewest. Erf- en registratiebelastingen Decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit (Uittreksel)...

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2015

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

1. Belastingschalen in de personenbelasting. Aanslagjaar 2018 in euro

HOOFDSTUK 1 Aangifte inzake PB, VenB, RPB en BNI 3

Inhoudstafel. Afdeling 2. Planningsmogelijkheden bij overnames in het licht van de antimisbruikregels... 5

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Deel I. Basiswetgeving. Deel III. Markten. Deel II. Wetgeving betreffende actoren. Wet van 3 augustus 2012 betreffende [de

Inhoudstafel. Voorwoord... 1 Inleiding... 3 Algemene bepalingen INKOMSTENBELASTING

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2014

Vlaamse Gewest. Erf- en registratiebelasting Titel 1. Inleidende bepalingen... 3 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen en definities...

Transcriptie:

WETBOEK INKOMSTENBELASTINGEN Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 - aanslagjaar 2009 (Inkomsten 2008) 3 Titel I. De verschillende inkomstenbelastingen - definities.... 3 Titel II. Personenbelasting.......................... 4 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen personen......... 4 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting.................. 5 Afdeling I. Algemene bepaling van het belastbare inkomen...................................... 5 Afdeling II. Inkomen van onroerende goederen..... 5 Afdeling III. Inkomen van roerende goederen en kapitalen...................................... 6 Afdeling IV. Beroepsinkomen................... 10 Afdeling V. Diverse inkomsten.................. 29 Afdeling VI. Aftrekbare bestedingen.............. 32 Afdeling VII. Gemeenschappelijke aanslag voor echtgenoten en wettelijke samenwonenden........... 36 Hoofdstuk III. Berekening van de belasting................. 37 Afdeling I. Gewoon stelsel van aanslag............ 37 Afdeling II. Bijzondere stelsels van aanslag......... 52 Afdeling III. Bonificatie voor voorafbetaling van de belasting.................................... 55 Afdeling IV. Jaarlijkse indexatie.................. 55 Titel III. Vennootschapsbelasting...................... 56 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen vennootschappen... 56 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting.................. 57 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 57 Afdeling II. Belastinggrondslag.................. 59 Afdeling III. Vrijgestelde inkomsten............... 60 Afdeling IV. Vaststelling van het netto-inkomen..... 63 Afdeling V. Ontbinding en vereffening............ 71 Hoofdstuk III. Berekening van de belasting................. 74 Afdeling I. Gewoon stelsel van aanslag............ 74 Afdeling II. Afzonderlijke aanslagen.............. 75 Titel IV. Rechtspersonenbelasting..................... 75 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen rechtspersonen..... 75 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting.................. 75 Hoofdstuk III. Berekening van de belasting................. 76 Titel V. Belasting van niet-inwoners................... 77 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen personen......... 77 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting.................. 77 Afdeling I. Belastbare inkomsten................ 77 Afdeling II. Vrijgestelde inkomsten............... 79 Hoofdstuk III. Samenvoeging van sommige inkomsten......... 81 Afdeling I. Maatstaf van belastingheffing.......... 81 Afdeling II. Vaststelling van het nettobedrag van de samen te voegen inkomsten...................... 82 Afdeling III. Aftrekbare bestedingen.............. 83 Hoofdstuk IV. Berekening van de belasting................. 83 Titel VI. Aan de vier belastingen gemene bepalingen........ 85 Hoofdstuk I. Storting van de belasting door voorheffing........ 85 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 85 Afdeling II. Onroerende voorheffing.............. 85 Afdeling III. Roerende voorheffing............... 90 Afdeling IV. Bedrijfsvoorheffing................. 95 Hoofdstuk II. Verrekening van de voorheffingen............. 99 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 99 Afdeling II. Onroerende voorheffing............. 99 Afdeling III. Roerende voorheffing............... 100 Afdeling IV. Forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting...................................... 100 Afdeling IVbis. Belastingkrediet................. 101 Afdeling V. Mate van verrekening van de onroerende voorheffing, de roerende voorheffing en het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting en het belastingkrediet.................................... 103 Afdeling VI. Bedrijfsvoorheffing................. 104 Titel VII. Vestiging en invordering van de belastingen....... 104 Hoofdstuk I. Algemene Bepalingen...................... 104 Hoofdstuk II. Aangifte............................... 106 Afdeling I. Aangifte inzake personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting en belasting van niet-inwoners...................... 106 Afdeling II. Aangifte inzake roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing........................... 107 Afdeling III. Vrijstelling van de verplichting om bepaalde inkomsten uit kapitalen en bepaalde diverse inkomsten aan te geven............................ 107 Afdeling IV. Identificatie van de belastingplichtige... 107 Afdeling V: Bewijskracht van aangiften........... 109 Hoofdstuk III. Onderzoek en controle.................... 109 Afdeling I. Plichten van de belastingplichtige....... 109 Afdeling Ibis. Bijzondere plicht van collectieve beleggingsinstellingen............................ 110 Afdeling II. Plichten van derden................. 111 Afdeling III. Plichten van openbare diensten, instellingen en inrichtingen.......................... 111 Afdeling IV. Gemene bepalingen inzake recht van onderzoek ten aanzien van de belastingplichtige en van derden.................................... 112 Afdeling V. Aan alle belastingen gemene bepalingen. 113 Afdeling VI. Beroepsgeheim.................... 113 Afdeling VII. Wederzijdse bijstand............... 114 Hoofdstuk IV. Bewijsmiddelen van de administratie.......... 115 Hoofdstuk V. Aanslagprocedure........................ 117 Afdeling I. Wijziging van de aangifte............. 117 Afdeling II. Aanslag van ambtswege.............. 117 Hoofdstuk VI. Aanslag............................... 117 Afdeling I. Aanslagtermijnen................... 117 Afdeling II. Aanslagjaar en belastbaar tijdperk...... 119 Afdeling III. Aanslag in hoofde van de overnemende of verkrijgende vennootschap.................... 120 Hoofdstuk VII. Rechtsmiddelen......................... 121 Afdeling I. Administratief beroep................ 121 Hoofdstuk VIII. Invordering van de belasting............... 124 Afdeling I. Belastingschuldigen................. 124 Afdeling II. Werkzaamheden waarvoor een beroep moet worden gedaan op een geregistreerde aannemer 125 Afdeling III. Betwiste belastingen................ 127 Afdeling IV. Betaaltermijn van voorheffingen en belastingen.................................... 128 iii

Afdeling IVbis. Onbeperkt uitstel van de invordering van directe belastingen....................... 129 Afdeling V. Interesten........................ 129 Hoofdstuk IX. Rechten en voorrechten van de Schatkist inzake invordering......................................... 131 Afdeling I. Door sommige belastingschuldigen te stellen waarborg............................... 131 Afdeling II. Voorrecht van de Schatkist........... 132 Afdeling III. Wettelijke hypotheek............... 132 Afdeling IV. Aansprakelijkheid en plichten van sommige ministeriële officieren, openbare ambtenaren en andere personen............................ 133 Afdeling V. Verplichtingen van kredietinstellingen of - inrichtingen................................ 137 Hoofdstuk IXbis. Verjaring van de rechten van de schatkist..... 137 Hoofdstuk X. Strafbepalingen.......................... 138 Afdeling I. Administratieve sancties.............. 138 Afdeling II. Strafrechtelijke sancties.............. 139 Titel VIIbis. Aanvullende Crisisbijdrage................. 140 Titel VIII. Toekenningen aan de provincies, de agglomeraties en de gemeenten.................................... 141 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...................... 141 Hoofdstuk II. Aanvullende belastingen.................... 141 Titel IX. Het kadastraal inkomen van onroerende goederen... 142 Hoofdstuk I. Bepaling van het kadastraal inkomen........... 142 Hoofdstuk II. Vaststelling van het kadastraal inkomen........ 142 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 142 Afdeling II. Aangifte van de belastingplichtigen en recht van onderzoek van de administratie......... 142 Afdeling III. Gebouwde onroerende goederen...... 142 Afdeling IV. Ongebouwde onroerende goederen.... 143 Afdeling V. Materieel en outillage............... 143 Afdeling VI. Referentietijdstip.................. 144 Hoofdstuk III. Tijdstip van vaststelling en invoegetreding van de kadastrale inkomens................................... 144 Afdeling I.Algemene perekwatie van de kadastrale inkomens................................... 144 Afdeling II. Herzieningen van de kadastrale inkomens 144 Afdeling III. Schatting en herschatting van de kadastrale inkomens........................... 144 Hoofdstuk IV. Betekening van de kadastrale inkomens........ 145 Hoofdstuk V. Bezwaar tegen het kadastraal inkomen......... 145 Afdeling I. Recht van bezwaar.................. 145 Afdeling II. Voorwaarden van geldigheid van het bezwaar.................................... 145 Afdeling III. Procedure bij het onderzoek van de bezwaren................................... 145 Afdeling IV. Uitwerking van de bezwaren.......... 146 Hoofdstuk VI. Bewaring en bijhouding van de kadastrale bescheiden............................................. 146 Titel X. Overgangsbepalingen........................ 146 KONINKLIJK BESLUIT WIB 1992 Koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 157 Hoofdstuk I. Grondslag en berekening van de belastingen...... 157 Afdeling I. Kadastraal inkomen - Revalorisatiecoëfficiënt...................................... 157 Afdeling Ibis. Bepaling van het percentage per jaar met het oog op het berekenen van het belastbaar inkomen uit rechten van deelneming in bepaalde instellingen voor collectieve beleggingen als de rentecomponent niet vastgesteld is. (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 19bis, 2, eerste lid)......... 157 Afdeling II. Fiscale voorwaarden inzake spaardeposito's....................................... 157 Afdeling III. Forfaitaire raming van de kosten die aftrekbaar zijn van het bruto-inkomen uit verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen en auteursrechten........................... 158 Afdeling IV. Vaststelling van het nettobedrag van de beroepsinkomsten........................... 158 Afdeling V. Optiestelsel van landbouwvennootschappen....................................... 159 Afdeling VI. Bezoldigingen van volledig, hoofdzakelijk of bijkomend met fooien bezoldigde werknemers - Belastbare minimumbezoldiging.................. 159 Afdeling VII. Forfaitaire raming van anders dan in geld verkregen voordelen van alle aard............... 159 Afdeling VIII. PC-privé-plannen................. 162 Afdeling VIIIbis. Vrijstelling van de meerwaarden gerealiseerd op bepaalde bedrijfsvoertuigen......... 162 Afdeling VIIIter. Vrijstelling van de meerwaarden gerealiseerd op bepaalde binnenvaartuigen.......... 163 Afdeling IX. Grenzen en voorwaarden voor belastingvrijstelling van waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's en kosten..................... 163 Afdeling X. Forfaitaire aftrek voor uitzonderlijke beroepskosten ten gevolge van de afstand tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling........ 164 Afdeling XI. Interesten van obligaties, leningen, schulden, deposito's en andere effecten ter vertegenwoordiging van leningen............................ 164 Afdeling XII. Verantwoording van sommige beroepskosten.................................... 164 Afdeling XIII. Werkgeversbijdragen en -premies bedoeld in artikel 52, 3, b...................... 164 Afdeling XIV. Degressieve afschrijvingen........... 166 Afdeling XIVbis. Beroepskosten met betrekking tot de verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling................................ 166 Afdeling XV. Vrijstelling voor bijkomend personeel dat voor technologisch potentieel, uitvoer en integrale kwaliteitszorg wordt tewerkgesteld in België........ 166 Afdeling XVbis. Stage in de onderneming.......... 167 Afdeling XVI. Investeringsaftrek................. 167 Afdeling XVII. (...)........................... 170 Afdeling XVIII. Belastingvrijstelling van prijzen en subsidies betaald of toegekend aan geleerden, schrijvers of kunstenaars.............................. 170 Afdeling XIX. Meerwaarden op onroerende goederen. 171 iv

Afdeling XX. Aftrek van uitgaven voor onderhoud en restauratie van beschermde onroerende goederen... 172 Afdeling XXI. Aanrekening van de van het totale nettoinkomen aftrekbare bestedingen................. 172 Afdeling XXII. Instellingen die giften ontvangen..... 172 Afdeling XXIII. Aftrek van uitgaven voor kinderoppas. 176 Afdeling XXIV. Aftrek voor enige woning (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 115, 3).... 176 Afdeling XXV. Aanrekening van de verliezen van één van de echtgenoten op de inkomsten van de andere echtgenoot................................. 177 Afdeling XXVbis. Persoonlijke bijdragen en premies betaald door de werkgever of de onderneming........ 177 Afdeling XXVter. Voorwaarden en wijze waarop de vermindering voor het lange termijnsparen wordt toegepast met betrekking tot premies van individuele levensverzekeringen en betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van hypotheekleningen........ 177 Afdeling XXVquater. Vermindering voor pensioensparen - Maximumbedrag - Inlichtingen te verstrekken betreffende betalingen voor pensioensparen (artikelen 21, 8, 145/8, tweede lid, 145/10, tweede lid, 145/ 12, zesde lid en 263, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)................. 177 Afdeling XXVquinquies. Voorwaarden tot toekenning en behoud van de erkenning van pensioenspaarfondsen....................................... 178 Afdeling XXVsexies. Vermindering voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en voor prestaties betaald met dienstencheques................... 179 Afdeling XXVsepties. Vermindering voor energiebesparende uitgaven en voor passiefhuizen............. 179 Afdeling XXVocties. Vermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid.................... 180 Afdeling XXVnonies. ( )....................... 180 Afdeling XXVdecies. Vermindering voor uitgaven gedaan voor vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen................. 180 Afdeling XXVundecies. Vermindering voor uitgaven voor beveiliging van een woning tegen inbraak of brand..................................... 180 Afdeling XXVduodecies. Vermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag................... 181 Afdeling XXVI. Voorafbetalingen - Belastingvermeerdering - Bonificatie............................. 181 Afdeling XXVII. Omzetting in rente van kapitalen en afkoopwaarden............................... 182 Afdeling XXVIIbis. Voorwaarden en grenzen van de vrijstelling van de technische voorzieningen........... 183 Afdeling XXVIIter. Investeringsmodaliteiten in het kader van de investeringsreserve ingeval van inbreng van een tak van werkzaamheid of een bedrijfsafdeling of van een algemeenheid van goederen of ingeval van fusie of splitsing............................... 183 Afdeling XXVIIquater. Definitief belaste inkomsten... 183 Afdeling XXVIIquater/1. Aftrek voor risicokapitaal... 184 Afdeling XXVIIquinquies. Erkenningsvoorwaarden waaraan een gecentraliseerd systeem voor het lenen en ontlenen van financiële instrumenten dat geïntegreerd is in een betalings- en afwikkelingssysteem van effectenverrichtingen moet voldoen en periode gedurende dewelke de erkenning kan worden verleend........ 184 Afdeling XXVIII. Vaststelling van het belastbare inkomen inzake vennootschapsbelasting............. 186 Afdeling XXIX. Opcentiemen op de belasting van nietinwoners (natuurlijke personen)................ 187 Hoofdstuk II. Voorheffingen en verrekening van voorheffingen... 188 Afdeling I. Roerende voorheffing................ 188 Afdeling II. Bedrijfsvoorheffing................. 188 Afdeling IIbis. Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing............................ 191 Afdeling III. Roerende voorheffing op inkomsten van roerende goederen en kapitalen en op sommige diverse inkomsten............................... 192 Afdeling IV. Verrekening van voorheffingen........ 204 Hoofdstuk III. Vestiging en invordering van de belasting....... 205 Afdeling I. Aangiften......................... 205 Afdeling II. Kohieren......................... 206 Afdeling III. Betalingen en kwitanties............. 206 Afdeling IV. Verjaring......................... 207 Afdeling V. Vervolgingen...................... 207 Afdeling VI. Opsporing van inbreuken............ 209 Afdeling VII. Vestiging en invordering door de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen, van de belasting van niet-inwoners op meerwaarden op onroerende goederen.. 209 Afdeling VIII. Vrijstelling van aangifteplicht in de personenbelasting............................. 209 Afdeling IX. Aanwijzing van derden om mededeling te verkrijgen van informatiegegevens voor de uitvoering van een opdracht van algemeen belang........... 210 Afdeling IXbis. Aanwijzing van ambenaren van andere fiscale administraties die bevoegd zijn om onderzoekingen uit te voeren.......................... 210 Afdeling XII. Bepaling van het belastbare tijdperk voor de personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting, belasting van niet-inwoners en voorheffingen, en van de inkomsten die daartoe behoren..................................... 211 Afdeling XIII. Hoofdelijke aansprakelijkheid voor de belastingschulden van een aannemer............. 211 Afdeling XIIIbis. Inning door de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen, van de bedrijfsvoorheffing op meerwaarden verwezenlijkt op onroerende goederen door nietinwoners in het kader van hun beroepswerkzaamheid 212 Afdeling XIV. Zakelijke zekerheid en persoonlijke borgstelling.................................... 213 Afdeling XV. Verplichtingen van kredietinstellingen of - inrichtingen................................ 214 Afdeling XVI. Schaal van de belastingverhogingen... 214 Hoofdstuk IV. Belastingwezen van de provincies, de agglomeraties en de gemeenten.................................... 215 Afdeling I. Provinciale belastingen............... 215 Afdeling II. Aanvullende agglomeratie- en gemeentebelastingen................................ 215 v

Hoofdstuk IVbis. Bijzondere invorderingsregels inzake de toekenningen aan de provincies, de agglomeraties en de gemeenten.... 215 Hoofdstuk V. Overgangsbepalingen...................... 215 Afdeling I. Inhouding van een gedeelte van de roerende voorheffing................................ 215 Afdeling II. Herschatting voor de berekening van de afschrijving van bepaalde activa die zijn verkregen of tot stand gebracht vóór de normale datum van afsluiting van de laatste jaarbalans opgemaakt vóór 31 december 1940 en die nog in gebruik waren op de normale datum van afsluiting van de laatste jaarbalans opgemaakt vóór 31 december 1946................. 216 Afdeling III. Aftrek van interest van hypothecaire leningen aangegaan voor het vernieuwen van een woning 217 Afdeling IV. Voorwaarden en wijze waarop de vermindering voor het lange termijnsparen wordt toegepast met betrekking tot premies van individuele levensverzekeringen en betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van hypotheekleningen............. 218 Afdeling I. Maandelijkse referteïndexen voor hypothecaire leningen, toegestaan vanaf 1 januari 1995, waarin een veranderlijke rentevoet is bedongen......... 218 Afdeling II. Maandelijks lastenpercentage voor niethypothecaire leningen gesloten tijdens de jaren 1981 tot 1984 met een vaste looptijd van meer dan 60 maanden.................................. 222 Afdeling III. Forfaitair geraamd voordeel van alle aard voortvloeiend uit het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig (artikel 18, 3, punt 9, eerste lid, KB/WIB 92).................. 222 Hoofdstuk I. Voorafgaande begrippen.................... 226 Afdeling 1. Grondslag........................ 226 Afdeling 2. Verminderingen wegens gezinslasten.... 227 Afdeling 3. Afronding........................ 228 Hoofdstuk II. Bezoldigingen van werknemers en ermede gelijkgestelde inkomsten.................................... 228 Afdeling 1. Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500 EUR................................ 228 Afdeling 2. Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500 EUR................................ 230 Afdeling 3. Bijzondere regels................... 230 Hoofdstuk III. Pensioenen, renten, kapitalen, afkoopwaarden en ermede gelijkgestelde inkomsten........................ 234 Afdeling 1. Maandelijkse pensioenen of renten tot 7.500 EUR................................ 234 Afdeling 2. Maandelijkse pensioenen of renten boven 7.500 EUR................................ 234 Afdeling 3. Bijzondere regels................... 235 Hoofdstuk IV. Bezoldigingen van bedrijfsleiders............. 236 Afdeling 1. Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500 EUR................................ 236 Afdeling 2. Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500 EUR................................ 237 Afdeling 3. Bijzondere regels................... 237 Hoofdstuk V. Bezoldigingen en brugpensioenen betaald of toegekend aan andere niet-inwoners dan diegenen vermeld in de nrs. 11, B en C en 45, B en C............................. 237 Afdeling 1. Bezoldigingen van werknemers en ermede gelijkgestelde inkomsten...................... 237 Afdeling 2. Brugpensioenen................... 238 Afdeling 3. Bezoldigingen van bedrijfsleiders....... 238 Hoofdstuk VI. Presentiegelden.......................... 239 Hoofdstuk VII. Prijzen, subsidies, renten of pensioenen vermeld in artikel 90, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992............................................ 239 Hoofdstuk VIII. Onderhoudsuitkeringen en kapitalen vermeld in artikel 90, 3 en 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, die aan niet-rijksinwoners worden betaald......... 239 Hoofdstuk IX. In artikel 87, 5, a tot c en e, van dit besluit vermelde inkomsten, betaald of toegekend aan niet-inwoners vermeld in die bepaling........................................ 239 Hoofdstuk X. Inkomsten van podiumkunstenaars en sportbeoefenaars die niet-inwoners zijn............................ 240 Hoofdstuk XI. Winst en baten van niet-inwonende vennoten of leden van burgerlijke vennootschappen of van verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, vermeld in artikel 229, 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992................... 240 Hoofdstuk XII. In artikel 87, 8, van dit besluit vermelde meerwaarden, verwezenlijkt door niet-inwoners in het kader van hun beroepswerkzaamheid................................ 240 Hoofdstuk XIII. Inkomsten van sportbeoefenaars............. 240 Hoofdstuk XIV. Aanvullende inhoudingen.................. 241 MET DE INKOMSTENBELASTINGEN GELIJKGESTELDE BELASTINGEN Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen........... 265 Titel I. Gemeenschappelijke bepalingen................. 265 Titel II. Verkeersbelasting op de autovoertuigen........... 265 Hoofdstuk I. Belastbare voertuigen....................... 265 Hoofdstuk II. Vrijstellingen............................. 266 Hoofdstuk III. Belastingschuldigen....................... 267 Hoofdstuk IV. Belastbare grondslag...................... 267 Hoofdstuk V. Bedrag der belasting of belastingvoet........... 267 Hoofdstuk VI. Aanvullende verkeersbelasting............... 271 Hoofdstuk VII. Verminderingen......................... 271 Hoofdstuk VIII. Ontstaan van de belastingschuld............ 271 Hoofdstuk IX. Dagelijkse belasting....................... 272 Hoofdstuk X. Vestiging en invordering..................... 272 Hoofdstuk Xbis. Bijzondere bepalingen.................... 272 Hoofdstuk XI. Uitvoerings- en controlemaatregelen........... 273 Hoofdstuk XII. Sancties............................... 273 Hoofdstuk XIII. Bevoegdheid van de provincies, de agglomeraties en de gemeenten.................................... 273 Titel III. Belasting op de spelen en de weddenschappen...... 273 Hoofdstuk I. Grondslagen en belastingvoeten............... 273 Hoofdstuk II. Belastingschuldigen........................ 276 Hoofdstuk III. Aangifte............................... 277 Hoofdstuk IV. Controlemaatregelen...................... 277 Hoofdstuk V. Betaling van de belasting.................... 277 Hoofdstuk VI. Borgtochten............................. 277 vi

Hoofdstuk VII. Afwijkende bepalingen.................... 277 Hoofdstuk VIII. Bijzondere bepalingen in verband met de paardenwedrennen en de weddenschappen hierop.................. 277 Hoofdstuk IX. Sancties................................ 278 Hoofdstuk X. Bevoegdheid van de provincies en de gemeenten... 278 Titel IV. Belasting op de automatische ontspanningstoestellen. 279 Hoofdstuk I. Belastbare toestellen....................... 279 Hoofdstuk II. Belastingschuldigen........................ 279 Hoofdstuk III. Bedrag van de belasting.................... 279 Hoofdstuk IV. Eisbaarheid van de belasting, aangifte en invordering.............................................. 283 Hoofdstuk IVbis. Regeling voor wat het Vlaams Gewest betreft tot teruggave van de belasting............................. 283 Hoofdstuk V. Controlemaatregelen...................... 283 Hoofdstuk VI. Sancties en strafbepalingen.................. 283 Hoofdstuk VII. Automatische kansspeltoestellen waarvan de exploitatie verboden is.................................. 283 Hoofdstuk VIII. Bevoegdheid van de provincies en gemeenten.... 283 Titel V. Belasting op de inverkeerstelling................ 284 Hoofdstuk I. Belastbare voertuigen....................... 284 Hoofdstuk II. Vrijstellingen............................. 284 Hoofdstuk III. Belastbare grondslag...................... 284 Afdeling 2. Bedrag van de belasting voor de luchtvaartuigen, de boten en de voertuigen die niet bedoeld zijn in afdeling 1................................ 288 Hoofdstuk V. Ontstaan van de belastingschuld en inningsregels.. 290 Hoofdstuk VI. Controlemaatregelen...................... 291 Hoofdstuk VII. Bevoegdheid van de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties en de gemeenten.......... 291 Titel VI. Accijnscompenserende belasting................ 291 Titel VII. Belasting op de deelname van de werknemers in de winst of in het kapitaal van de vennootschap............. 292 Hoofdstuk I. Belastbaar feit............................ 292 Hoofdstuk II. Belastbare grondslag....................... 292 Hoofdstuk III. Opeisbaarheid van de belasting.............. 293 Hoofdstuk IV. Belastingtarieven......................... 293 Hoofdstuk V. Schuldenaars van de belasting................ 293 Hoofdstuk VI. Stortingswijze, vestiging en inning van de belasting. 293 BTW-WETBOEK Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde....................... 297 Eerste hoofdstuk. Invoering van de belasting................. 297 Hoofdstuk II. Belastingplicht........................... 298 Hoofdstuk III. Werkingssfeer........................... 298 Eerste afdeling. Levering van goederen............ 298 Afdeling 2. Diensten.......................... 301 Afdeling 3. Invoer............................ 303 Afdeling 4. Intracommunautaire verwerving van goederen..................................... 304 Hoofdstuk IV. Maatstaf van heffing...................... 305 Hoofdstuk V. Tarief van de belasting..................... 307 Hoofdstuk VI. Vrijstellingen........................... 307 Eerste afdeling. Uitvoer, intracommunautaire leveringen en verwervingen, invoer en internationaal vervoer 307 Afdeling 2. Andere vrijstellingen................. 309 Hoofdstuk VII. Aftrek van belasting...................... 311 Hoofdstuk VIII. Regeling voor de voldoening van de belasting... 312 Hoofdstuk IX. Bijzondere regelingen..................... 317 Eerste afdeling. Kleine ondernemingen........... 317 Afdeling 2. Landbouwondernemingen............ 317 Afdeling 3. Andere bijzondere regelingen.......... 317 Hoofdstuk X. Bewijsmiddelen en controlemaatregelen........ 319 Hoofdstuk XI. Strafbepalingen.......................... 321 Eerste afdeling. Administratieve geldboeten....... 321 Tweede afdeling. Strafrechtelijke sancties......... 322 Hoofdstuk XII. Teruggaaf van belasting................... 323 Hoofdstuk XIII. Verjaring............................. 324 Hoofdstuk XIV. Vervolgingen en gedingen. Rechten en voorrechten van de Schatkist.................................... 325 Hoofdstuk XV. Beroepsgeheim......................... 328 Hoofdstuk XVI. Aansprakelijkheid en plichten van sommige openbare ambtenaren en andere personen.................... 328 Hoofdstuk XVII. Verplichtingen van kredietinstellingen of -organismen............................................. 330 Hoofdstuk XVIII. Wederzijdse bijstand................... 331 Hoofdstuk XIX. Aan alle belastingen gemene bepalingen....... 331 KONINKLIJKE BESLUITEN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE Koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde......... 339 Koninklijk besluit nr. 2 van 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde.... 350 Koninklijk besluit nr. 3 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.... 353 Koninklijk Besluit nr. 4 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde...................... 357 Koninklijk besluit nr. 5 met betrekking tot de diensten die verband houden met een uit zijn aard onroerend goed, inzake belasting over de toegevoegde waarde............ 362 vii

Koninklijk besluit nr. 6 van 27 december 1977 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van internationaal vervoer, zee- en binnenschepen en luchtvaartuigen, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde............................. 362 Koninklijk besluit nr. 7 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde................................. 363 Koninklijk besluit nr. 8 van 12 maart 1970 tot vaststelling van de wijze van afronding van de verschuldigde, de aftrekbare of de voor teruggaaf vatbare belasting over de toegevoegde waarde.................. 375 Koninklijk besluit nr. 9 met betrekking tot de ambtelijke aanslag inzake belasting over de toegevoegde waarde................ 375 Koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, 5, derde lid en 25ter, 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting voer de toegevoegde waarde............................. 376 Koninklijk besluit nr. 11 van 29 december 1992 met betrekking tot de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde. 377 Koninklijk besluit nr. 13 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor tabaksfabrikaten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde............ 377 Koninklijk besluit nr. 14 met betrekking tot de vervreemdingen van gebouwen, de vestigingen van een zakelijk recht op een gebouw en de overdrachten en wederoverdrachten van dergelijk recht overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 of in artikel 44, 3, 1, a, tweede streepje of b, tweede streepje, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde..................... 378 Koninklijk besluit nr. 15 tot regeling van de schattingsprocedure waarin artikel 59, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde voorziet........... 379 Koninklijk besluit nr. 16 van 3 juni 1970 met betrekking tot de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde inzake de verkoop van vis, schaal-, schelp- en weekdieren in de gemeentelijke vismijn........ 381 Koninklijk besluit nr. 18 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de uitvoer van goederen en diensten naar een plaats buiten de Gemeenschap, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde.... 381 Koninklijk besluit nr. 19 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen.............. 384 Koninklijk besluit nr. 20 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven........ 386 Koninklijk besluit nr. 22 met betrekking tot de biezondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde..................... 396 Koninklijk besluit nr. 23 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 53quinquies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde........ 399 Koninklijk besluit nr. 24 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde..................... 400 Koninklijk besluit nr. 27 van 26 juni 1973 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, ten aanzien van vlees van slachtdieren.......................... 403 Koninklijk besluit nr. 30 met betrekking tot de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde op de onroerende financieringshuur.......................... 404 Koninklijk besluit nr. 31 van 29 december 1992. Toepassingsmodaliteiten ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen........ 405 Koninklijk besluit nr. 35 van 28 december 1992 tot invoering van een forfaitaire maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde op de winstmarge van reisbureaus.......................... 407 viii

Koninklijk besluit nr. 39 van 17 oktober 1980 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 93duodecies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde....................... 408 Koninklijk besluit nr. 41 tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde............ 408 Koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot vaststelling van de toe te passen wisselkoers indien gegevens voor het bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde voor handelingen andere dan de invoeren van goederen, zijn uitgedrukt in een vreemde munteenheid......................... 419 Koninklijk besluit nr. 43 van 5 juli 1991 met betrekking tot de vrijstelling op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de door zelfstandige groeperingen van personen aan hun leden verleende diensten....................... 419 Koninklijk besluit nr. 44 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde............ 420 Koninklijk besluit nr. 45 van 14 april 1993 met betrekking tot de vrijstelling op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de kans- en geldspelen. 427 Koninklijk besluit nr. 46 van 29 december 1992 tot regeling van de aangifte van de intracommunautaire verwerving van vervoermiddelen en van de betaling van de ter zake verschuldigde BTW.................... 428 Koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de BTW verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, 2, 1, van het Wetboek............................... 429 Koninklijk besluit nr. 48 van 29 december 1992 met betrekking tot de levering van vervoermiddelen in de zin van artikel 8bis, 2, 1, van het Wetboek, verricht binnen de voorwaarden van artikel 39bis.van het Wetboek............................... 431 Koninklijk besluit nr. 50 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 53sexies, 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde......... 432 Koninklijk besluit nr. 51 van 14 april 1993 met betrekking tot de vereenvoudigingsregeling voor intracommunautaire verwerving van accijnsprodukten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde...... 433 Koninklijk besluit nr. 52 met betrekking tot de vrijstellingen betreffende de intracommunautaire leveringen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen, alsook betreffende de intracommunautaire verwervingen van goederen, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde...... 434 Koninklijk besluit nr. 53 van 23 december 1994 met betrekking tot de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten............... 435 Koninklijk besluit nr. 54 van 25 februari 1996 met betrekking tot de andere regeling van entrepot dan douane-entrepot bedoeld in artikel 39quater van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.... 436 Koninklijk besluit nr. 55 met betrekking tot de regeling voor belastingplichtigen die een BTW-eenheid vormen.................. 438 MINISTERIËLE BESLUITEN OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE Ministerieel besluit nr. 1 van 2 september 1980 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde................... 443 Ministerieel besluit nr. 2 van 4 maart 1993 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde.... 443 Ministerieel besluit nr. 6 van 4 maart 1993 waarbij uitstel wordt verleend voor de voldoening van de ter zake van de invoer van goederen verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde................... 443 ix

Ministerieel besluit nr. 9 van 22 februari 1999 met betrekking tot de teruggaaf aan de belastingplichtigen van het creditsaldo van de ter voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde geopende rekeningcourant............................. 443 Ministerieel besluit nr. 10 van 27 oktober 1972 met betrekking tot de vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de teruggaafprocedure van de belasting over de toegevoegde waarde bedoeld in de artikelen 9 tot 11 van het ministerieel besluit nr. 9 van 25 april 1972........................ 444 Ministerieel besluit nr. 11 van 3 november 1972 met betrekking tot de controle op de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de facturen betreffende oprichting van gebouwen..... 445 Ministerieel besluit nr. 12 van 28 augustus 1973 met betrekking tot de automatische weegtoestellen te gebruiken in slachthuizen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.................. 445 Ministerieel besluit nr. 13 van 4 maart 1993 met betrekking tot de verplichtingen waartoe een belastingplichtige of een lid van een btw-eenheid in de zin van artikel 4, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, eigenaar van een voor hypotheek vatbaar goed of van een gedeelte ervan of houder van een zakelijk recht op een dergelijk goed of op een gedeelte ervan, gehouden is......................... 445 Ministerieel besluit nr. 14 van 17 oktober 1980 met betrekking tot de inschrijving van de wettelijke hypotheek tot zekerheid van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, van de interesten en van de kosten verschuldigd aan de Schatkist.. 446 Ministerieel besluit nr. 16 van 29 september 1982 houdende vaststelling van de biezondere modaliteiten waarvan de toepassing van het verminderde tarief van de belasting over de toegevoegde waarde voor brandstoffen geleverd en gefactureerd, tussen 1 oktober 1982 en 30 juni 1983, aan landbouwondernemers, afhankelijk wordt gesteld............................... 446 Ministerieel besluit nr. 20 van 22 december 1995 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden en modaliteiten voor de toepassing van het verlaagd tarief van de belasting over de toegevoegde waarde van 12 pct. in de sector van de sociale privé-woningen...... 446 BOEKHOUDWET Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen.................... 451 KONINKLIJK BESLUIT OP DE BOEKHOUDWET Koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen....................... 457 Koninklijk besluit van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen......................... 458 Koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen. 458 Koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen....................... 483 Koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel............ 504 BIJZONDERE GEVALLEN Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin....... 515 VENNOOTSCHAPPENRECHT Wetboek vennootschappen............. 519 Boek I. Inleidende bepalingen................... 519 Titel I. Vennootschap en rechtspersoonlijkheid............ 519 Titel II. Definities................................ 519 Hoofdstuk I. Genoteerde vennootschappen................. 519 Hoofdstuk II. Controle, moeder- en dochtervennootschappen.... 519 Afdeling I. Controle.......................... 519 Afdeling II. Consortium....................... 520 x

Afdeling III. Verbonden en geassocieerde vennootschappen.................................. 520 Afdeling IV. Deelneming en deelnemingsverhouding.. 520 Hoofdstuk III. Grootte van vennootschappen en groepen....... 520 Afdeling I. Kleine vennootschappen.............. 520 Afdeling I. Kleine groepen...................... 521 Titel III. Algemene strafbepaling...................... 521 Boek II. Bepalingen gemeenschappelijk aan alle vennootschappen............................... 521 Titel I. Algemene bepalingen......................... 521 Titel II. Verplichtingen van vennoten tegenover elkaar....... 521 Titel III. De verschillende wijze waarop de vennootschap eindigt 523 Boek III. De maatschap, de tijdelijke handelsvennootschap en de stille handelsvennootschap............ 523 Titel I. Definities................................. 523 Titel II. Bewijs................................... 523 Titel III. Aansprakelijkheid van de vennoten.............. 523 Titel IV. Vereffening.............................. 524 Boek IV. Bepalingen gemeenschappelijk aan de rechtspersonen geregeld in dit wetboek................ 524 Boek IV. Bepalingen gemeenschappelijk aan de rechtspersonen geregeld in dit wetboek................ 524 Titel I. Internationaal privaatrechtelijke bepalingen........ 524 Titel II. Verbintenissen in naam van een vennootschap in oprichting........................................... 524 Titel III. Organen................................ 524 Hoofdstuk I. Vertegenwoordiging van vennootschappen........ 524 Hoofdstuk II. Regels van beraadslaging en sanctie............ 524 Titel IV. De naam van een vennootschap................ 525 Titel V. Oprichting en openbaarmakingsformaliteiten....... 525 Hoofdstuk I. Vorm van de oprichtingsakte.................. 525 Hoofdstuk II. Openbaarmakingsformaliteiten............... 525 Afdeling I. Belgische vennootschappen............ 525 Afdeling II. Buitenlandse vennootschappen met een bijkantoor in België.......................... 527 Afdeling III. Buitenlandse vennootschappen die in België een openbaar beroep op het spaarwezen doen;maar er geen bijkantoor hebben............ 528 Hoofdstuk III. Strafbepalingen.......................... 529 Titel VI. De jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening. 529 Hoofdstuk I. Jaarrekening, jaarverslag en openbaarmakingsverplichtingen......................................... 529 Afdeling I. De jaarrekening..................... 529 Afdeling II. Het jaarverslag..................... 529 Afdeling III. Openbaarmakingsverplichtingen....... 530 Hoofdstuk II. Geconsolideerde jaarrekening, jaarverslag en openbaarmakingsverplichtingen............................. 532 Afdeling I. Toepassingsgebied.................. 532 Afdeling II. Algemeen: de consolidatieverplichting... 532 Afdeling III. Consolidatiekring en geconsolideerde jaarrekening................................ 533 Afdeling IV. Jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening................................... 533 Afdeling V. Openbaarmakingsverplichtingen....... 534 Hoofdstuk III. Koninklijke besluiten genomen ter uitvoering van deze titel en uitzonderingsbepalingen..................... 534 Hoofdstuk IV. Strafbepalingen......................... 534 Hoofdstuk V. Administratieve geldboetes.................. 535 Titel VII. De controle van de jaarrekening en van de geconsolideerde jaarrekening.............................. 535 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen inzake controle........... 535 Afdeling I. Benoeming........................ 535 Afdeling II. Bezoldiging....................... 537 Afdeling III. Ontslag.......................... 538 Afdeling IV. Bevoegdheden.................... 538 Afdeling V. Aansprakelijkheid.................. 539 Hoofdstuk II. Controle op de jaarrekening................. 539 Hoofdstuk III. Controle op de geconsolideerde jaarrekening.... 539 Afdeling I. Algemene regeling................... 539 Afdeling II. Koninklijke besluiten met betrekking tot de controle van de geconsolideerde jaarrekening...... 540 Hoofdstuk IV. Controle in vennootschappen waar een ondernemingsraad werd opgericht............................. 540 Afdeling I. Aard van de controle................ 540 Afdeling II. Vennootschappen waar een commissaris is aangesteld................................. 541 Afdeling III. Vennootschappen waar geen commissaris is aangesteld............................... 541 Afdeling IV. Koninklijke besluiten met betrekking tot de controle op vennootschappen waar een ondernemingsraad werd opgericht..................... 542 Hoofdstuk V. Individuele onderzoeks- en controlebevoegdheid van vennoten......................................... 542 Hoofdstuk VI. Deskundigen........................... 542 Hoofdstuk VII. Strafbepalingen......................... 542 Titel VIII. Procedure en gevolgen van nietigheid van vennootschappen en van besluiten van de algemene vergadering..... 542 Hoofdstuk I. Procedure en gevolgen van de nietigheid van vennootschappen en van overeengekomen wijzigingen in vennootschapsakten.............................................. 542 Hoofdstuk II. Procedure en gevolgen van de nietigheid van besluiten van de algemene vergadering........................ 543 Titel IX. Ontbinding en vereffening................... 543 Hoofdstuk I. Voorstel tot ontbinding..................... 543 Hoofdstuk II. De gerechtelijke ontbinding van niet meer actieve vennootschappen.................................... 544 Hoofdstuk III. De vereffening........................... 544 Hoofdstuk IV. Strafbepaling........................... 546 Hoofdstuk V. Administratieve geldboete.................. 546 Titel X. Rechtsvorderingen en verjaring................. 546 Boek V. De vennootschap onder firma en de gewone commanditaire vennootschap................... 547 Titel I. Definities................................ 547 Titel II. Aansprakelijkheid.......................... 547 Titel III. De overdracht van deelneming................ 547 xi

Boek VI. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid............................... 548 Titel I. Aard en kwalificatie.......................... 548 Titel II. Oprichting................................ 548 Hoofdstuk I. Bedrag van het kapitaal.................... 548 Hoofdstuk II. Plaatsing van het kapitaal.................. 548 Afdeling I. Volledige plaatsing.................. 548 Afdeling II. Inbreng in natura.................. 548 Afdeling III. Quasi-inbreng.................... 549 Hoofdstuk III. Storting van het kapitaal................... 550 Hoofdstuk IV. Oprichtingsformaliteiten................... 550 Hoofdstuk V. Nietigheid.............................. 550 Hoofdstuk VI. Aansprakelijkheid........................ 551 Titel III. Effecten en hun overdracht en overgang........... 551 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...................... 551 Hoofdstuk II. Aandelen............................... 552 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 552 Afdeling II. Aandelen zonder stemrecht........... 552 Hoofdstuk III. Certificaten............................ 552 Hoofdstuk IV. Obligaties.............................. 552 Hoofdstuk V. Overdracht en overgang van effecten........... 553 Afdeling I. Overdracht en overgang van aandelen: algemeen................................... 553 Afdeling II. Overdracht van aandelen onder levenden 553 Afdeling III. Overgang van aandelen ten gevolge van overlijden................................. 553 Afdeling IV. Overdracht van obligaties........... 554 Titel IV. Organen................................. 554 Hoofdstuk I. Organen van bestuur en vertegenwoordiging...... 554 Afdeling I. Statuut van de zaakvoerders.......... 554 Afdeling II. Bevoegdheid en werkwijze............ 554 Afdeling III. Aansprakelijkheid.................. 555 Hoofdstuk II. Algemene vergadering van vennoten........... 555 Afdeling I. Gemeenschappelijke bepalingen....... 555 Afdeling II. Gewone algemene vergadering........ 556 Afdeling III. Buitengewone algemene vergadering... 557 Hoofdstuk III. Vennootschapsvordering en minderheidsvordering 557 Afdeling I. Vennootschapsvordering............. 557 Afdeling II. Minderheidsvordering............... 557 Hoofdstuk IV. Algemene vergadering van obligatiehouders..... 558 Afdeling I. Bevoegdheden..................... 558 Afdeling II. Bijeenroeping van de algemene vergadering...................................... 558 Afdeling III. Deelneming aan de algemene vergadering 558 Afdeling IV. Verloop van de algemene vergadering.. 558 Afdeling V. Wijze van uitoefening van het stemrecht. 558 Titel V. Kapitaal................................. 559 Hoofdstuk I. Kapitaalverhoging......................... 559 Afdeling I. Gemeenschappelijke bepalingen....... 559 Afdeling II. Kapitaalverhoging bij wijze van inbreng in geld...................................... 559 Afdeling III. Kapitaalverhoging bij wijze van inbreng in natura.................................... 559 Afdeling IV. Aansprakelijkheid.................. 560 Hoofdstuk II. Kapitaalvermindering...................... 560 Hoofdstuk III. Instandhouding van het maatschappelijk kapitaal. 561 Afdeling I. Winstverdeling..................... 561 Afdeling II. Verkrijging van eigen aandelen of certificaten....................................... 561 Afdeling III. Verlies van het maatschappelijk kapitaal. 563 Titel VI. Geschillenregeling......................... 563 Hoofdstuk I. De uitsluiting............................. 563 Hoofdstuk II. De uittreding............................ 564 Hoofdstuk III. Bekendmaking........................... 564 Titel VII. Duur en ontbinding........................ 564 Titel VIII. Strafbepalingen.......................... 565 Boek VII. De coöperatieve vennootschap........... 565 Titel I. Bepalingen gemeenschappelijk aan alle coöperatieve vennootschappen................................... 565 Hoofdstuk I. Aard en kwalificatie........................ 565 Hoofdstuk II. Oprichting.............................. 565 Afdeling I. Volledige plaatsing van het kapitaal..... 565 Afdeling II. Inhoud van de oprichtingsakte......... 565 Hoofdstuk III. Effecten en hun overdracht en overgang......... 566 Afdeling I. Algemeen......................... 566 Afdeling II. Overdracht en overgang van aandelen... 566 Hoofdstuk IV. Wijzigingen in het vennotenbestand en in het kapitaal.............................................. 566 Afdeling I. Wijzigingen in het vennotenbestand..... 566 Afdeling II. Uitkering van de waarde van de aandelen 567 Afdeling III. Wijzigingen in het gestorte kapitaal.... 567 Hoofdstuk V. Organen en controle....................... 567 Afdeling I. Bestuur........................... 567 Afdeling II. Algemene vergadering van vennoten..... 567 Afdeling III. Controle......................... 568 Hoofdstuk VI. Duur en ontbinding....................... 568 Hoofdstuk VII. Strafbepalingen......................... 568 Titel II. Bepalingen eigen aan de coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid...................... 568 Hoofdstuk I. Oprichting............................... 568 Afdeling I. Het vaste en veranderlijke gedeelte van het kapitaal................................... 568 Afdeling II. Plaatsing van het kapitaal............ 568 Afdeling III. Storting van het kapitaal............. 570 Afdeling IV. Oprichtingsformaliteiten............. 570 Afdeling V. Nietigheid........................ 570 Afdeling VI. Aansprakelijkheid.................. 571 Hoofdstuk II. Organen................................ 571 Afdeling I. Vertegenwoordigingsbevoegdheid....... 571 Afdeling II. Aansprakelijkheid................... 571 Afdeling III. Algemene vergadering van vennoten.... 572 Afdeling IV. Vennootschapsvordering en minderheidsvordering.................................. 572 Hoofdstuk III. Kapitaal............................... 573 Afdeling I. Kapitaalverhoging................... 573 Afdeling II. Vermindering van het vaste gedeelte van het kapitaal................................ 574 Afdeling III. Instandhouding van het kapitaal....... 574 Hoofdstuk IV. Strafbepalingen.......................... 575 xii