EE 4 Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces (GGZ) Deel 2 Gevorderd Praktijktoets Opleiding Verpleegkundige MBO Opleiding Verpleegkundige BOL BBL Crebonummer 95520 Cohort 2012 e.v. Kwalificatiedossier 2012/2013 Kerntaak/werkprocessen 1.1, 1.5, 1.6, 1.7 Versie n.v.t. Toegestane hulpmiddelen n.v.t. Beschikbare tijd 2 dagen Aantal opdrachten 4, waarvan opdracht 4 niet behaald hoeft te worden Totaal te behalen score 25 (opdracht 1, 2 en 3) 30 (opdracht 1 t/m 4) Cesuur Opdracht 1: 10 van de 13 criteria, waarvan 4, 6, 7, 11 altijd behaald moet zijn Opdracht 2: 5 van 7 criteria, waarvan 14 altijd behaald moeten zijn Opdracht 3: 4 van 5 criteria, waarvan 21 altijd behaald moeten zijn (Opdracht 4: alle 5 de criteria moeten behaald zijn, als de situatie zich heeft voorgedaan) Instructie student Deze praktijktoets bestaat uit praktische opdrachten, die beoordeeld worden. In totaal kun je 30 punten behalen (opdracht 1t/m 4) of 25 (opdracht 1 t/m 3). Op de beoordelingsformulieren vanaf pag. 6 t/m 10 zijn de beoordelingscriteria beschreven. Lees de opdrachten goed door. Veel succes! 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 1
Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces in de GGZ Dit is de praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2, behorend bij de opleiding Verpleegkundige. Deze praktijktoets maakt deel uit van het onderwijs in de BPV (GGZ) en heeft een voorspellende waarde voor het Praktijkexamen, behorend bij deze exameneenheid. Hieronder staat vermeld welke inhoud getoetst wordt in deze praktijktoets. Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces Werkproces 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op Werkproces 1.5 Begeleidt een groep zorgvragers Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie Werkproces 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties De praktijktoets bestaat uit 3 opdrachten. Per opdracht worden verschillende werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige 2012 geëxamineerd. Inhoud opdracht 1 Werkprocessen Werkproces 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op Werkprocessen Werkproces 1.5 Begeleidt een groep zorgvragers Werkprocessen Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie Competenties A Beslissen en activiteiten initiëren D Aandacht en begrip tonen H Overtuigen en beïnvloeden J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren Inhoud opdracht 2 Competenties C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen Inhoud opdracht 3 Competenties I Presenteren L Materialen en middelen inzetten Werkprocessen Werkproces 1.7 Hanteert crisissituatie en onvoorziene situaties Inhoud opdracht 4 Competenties E Samenwerken en overleggen T Instructies en procedures opvolgen V Met druk en tegenslag omgaan Organisatie De praktijktoets wordt afgenomen in de periode die staat aangegeven in het OER. Nadere informatie over het toetsmoment ontvang je vanuit de opleiding. Je voert de drie opdrachten van de praktijktoets uit in de BPV. De werkopdrachten vind je op de volgende 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 2
pagina. Tijdens de uitvoering van de opdrachten word je geobserveerd door een beoordelaar. De beoordelingslijsten vind je op pagina 6 t/m 10 van deze toets. Beoordeling De praktijktoets wordt beoordeeld door een beoordelaar/begeleider. Deze beoordelaar kent de inhoud van de toets en is bekend met de beoordelingssystematiek. Het ingevulde beoordelingsformulier wordt aangeleverd aan de opleiding die het resultaat verwerkt. Een voldoende wordt behaald als voldaan is aan de cesuur eisen, die per opdracht zijn vastgesteld. Een goed wordt behaald wanneer je excellent hebt gepresteerd en aan de extra criteria voor goed is voldaan. Eindresultaat Het resultaat van deze Praktijktoets is een onvoldoende, voldoende of goed. Wanneer één of meer opdrachten met onvoldoende zijn beoordeeld is de Praktijktoets onvoldoende. Het eindresultaat van de Praktijktoets is voldoende wanneer alle opdrachten minimaal met een voldoende zijn beoordeeld. De kandidaat functioneert in het geheel van de beroepsopdracht als een gevorderd student verpleegkunde, dat wil zeggen: - Functioneert zelfstandig in midden-complexe 1 situaties - Kan handelen in midden-complexe 1 situaties waarin begeleiding, aanwijzingen, protocollen en richtlijnen aanwezig zijn - Kan situaties analyseren en overzien - Ziet samenhang in aspecten in midden-complexe 1 situaties - Merkt veranderingen in verpleegsituaties op, verwoordt het hoe en waarom hierachter, anticipeert hierop en handelt adequaat - Werkt methodisch, doelgericht en stelt juiste prioriteiten - Beargumenteert het eigen handelen met relevante, gangbare theoretische achtergronden Verplicht te behalen beoordelingscriteria Bij sommige vaardigheden zijn verplicht te behalen beoordelingscriteria aangegeven met een asterisk (*) en in een grijze cel geplaatst. Deze beoordelingscriteria gaan over het werken volgens protocollen en richtlijnen van de instelling en moeten in iedere geval met een voldoende beoordeeld zijn. Bij de score onvoldoende krijg je een gesprek met de studieloopbaanbegeleider. Deze beslist welke vervolgstappen er genomen worden. Je bent zelf verantwoordelijk voor het inleveren van de eindbeoordeling bij de studieloopbaanbegeleider. 1 Zie Bijlage 1 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 3
Opdracht 1 Verpleegplan of begeleidingsplan maken Je gaat voor een zorgvrager, die midden-complexe zorg 1 nodig heeft een verpleegplan of begeleidingsplan opstellen. Kies hiervoor zo mogelijk een zorgvrager, die nieuw op de afdeling komt. Je doorloopt de stappen van het verpleegkundig proces: verzamel gegevens en voert een (anamnese)gesprek, gesteund door en in samenspraak met zijn naasten observeer de cliënt stel de verpleegkundige diagnoses formuleer doelen volgens de RUMBA-eisen plan verpleegkundige interventies bespreek het verpleegplan met de cliënt en betrokkenen en stel het bij ten aanzien van diens wensen, zodat de zorgvrager kan instemmen met het verpleegplan Lever een kopie van het verpleegplan in bij de beoordelaar. Zie Bijlage 1 Opdracht 2 Zorgen voor een effectief groepsklimaat Je gaat voor drie of meer zorgvragers zorgdragen voor een effectief groepsklimaat, onder verantwoordelijkheid van een deskundige collega: Zorg voor rust en structuur tijdens (in)formele groepsactiviteiten (maaltijden, ontspanning, interactie) Materieel: zorg voor een opgeruimde, schone en gezellige omgeving Immaterieel: maak gebruik van verschillende sociale vaardigheden, passend bij de gewenste therapeutische houding - Voer een motiverend groepsgesprek - Pas een passende begeleidingsmethodiek toe - Zorg voor het groepsproces Betrek hierbij mantelzorgers en/of vrijwilligers Observeer het groepsproces Opdracht 3 Voorlichting geven Je voert een voorlichtingsgesprek met een zorgvrager. Het onderwerp kan zijn: (psychiatrische) ziekte, achtergrond van de problematiek, toekomstscenario s, gebruik van psychofarmaca, preventie en levenswijze, onderzoeken, behandelmethode, therapieën, gezonde levensstijl, 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 4
handicaps, hulpmiddelen en financieringsvraagstukken, regel- en wetgeving. Bereid het gesprek voor (voorlichtingsplan): 1. Vaststellen van de voorlichtingsbehoefte van de zorgvrager 2. Formuleren van een voorlichtingsdoel 3. Vaststellen en plannen van de voorlichtingsactiviteiten 4. Uitvoeren van de patiëntenvoorlichting 5. Evalueren van de patiëntenvoorlichting Criteria waaraan de gesprekken moeten voldoen: - De gesprekken hebben tot doel de zelfredzaamheid en de regie op het eigen leven van de zorgvrager te vergroten. - Je toont aandacht voor de beleving van de zorgvrager: wat is zijn behoefte, wat ervaart hij als een probleem, hoe verwerkt hij zijn ziekte, beperkingen of handicap. - Leg onderwerpen duidelijk en correct uit. - Ondersteun de voorlichting met voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen die aansluiten bij het onderwerp en de doelgroep. Opdracht 4 Crisissituatie Deze opdracht kan je behalen als de situatie zich voordoet. Als de situatie niet voorkomt heeft het niet behalen van dit onderdeel geen consequenties voor het behalen van de praktijktoets. Tijdens een onverwacht- of crisissituatie moet je zelfstandig handelen: Je signaleert tekenen die op een naderende crisissituatie wijzen, zoals - gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard of - grensoverschrijdend gedrag of - problemen van somatische aard - suïcidaliteit Je zorgt voor de veiligheid van andereen en voor je eigen veiligheid Je neemt de juiste acties om verdere schade te voorkomen of schade te beperken Beoordeel snel de situatie en schat risico s in Maakt gebruik van je gespreksvaardigheid Neemt bewust en overtuigend de juiste houding aan, die de situatie vraagt: bijvoorbeeld empathisch of directief Past, indien nodig middelen en maatregelen toe, zoals fixeren, separeren of dwangbehandelingen Je roept tijdig hulp in 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 5
Onderdeel Gegevens verzamelen Verpleegplan of begeleidingsplan opstellen Werkprocessen/ competenties Werkproces 1.1 K Vakdeskundigheid toepassen Leesvaardigheid Nederlands F 3 1 D Aandacht en begrip tonen Gesprekken M Analyseren Leesvaardigheid Nederlands F 3 1 K Vakdeskundigheid toepassen J Formuleren en Beoordelingsformulier praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding Gevorderd deel 2 Opdracht 1 Verpleeg- of begeleidingsplan maken Beoordelingscriteria: waarneembaar gedrag De student 1 Verzamelt systematisch gegevens zodat een volledig beeld is ontstaan over de zorgvrager: - volgens de standaarden van de instelling - alle relevante gegevens van verschillende disciplines 2 Maakt bij het verzamelen van gegevens gebruik van het medisch dossier, zorgplannen en protocollen en zo mogelijk observatiegegevens 3 Observeert de cliënt om gegevens te verkrijgen over de stoornis, de draaglast en de draagkracht van de cliënt: - is zich bewust en houdt rekening met de subjectiviteit van zijn observaties - checkt zijn observaties bij de cliënt en/of bij collega s/behandelaar 4* Voert een adequaat (anamnese)gesprek - hierin wordt duidelijk wat de draaglast is, die de stoornis oplevert en de draagkracht van de cliënt - vraagt door indien nodig zodat een duidelijk beeld ontstaat over de zorgvrager 5 Toont aandacht en begrip tijdens het (anamnese)gesprek: - luistert actief naar zorgvrager en diens naaste/mantelzorger - stelt open vragen 6* Analyseert de verzamelde gegevens van de zorgvrager: - legt juiste en logische verbanden tussen de verkregen gegevens - trekt juiste conclusies 7 Stelt een inhoudelijk juist verpleeg- of begeleidingsplan op, gebaseerd op kennis van: - stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen - zorgcategorieën - verpleegkunde Formuleert verpleegkundige diagnoses volgende regels van de instelling en voldoende onvoldoende 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 6
rapporteren Schrijven A Beslissen en activiteiten initiëren D Aandacht en begrip tonen Gesprekken + Luisteren H Overtuigen en beïnvloeden Gesprekken + Luisteren passend bij de zorgvrager. 8 Formuleert verpleegkundige doelstellingen volgens de regels van de instelling, passend bij de diagnose: - reëel en haalbaar (RUMBA-eisen) 9 Formuleert bij alle verpleegdoelen relevante interventies - passend bij verpleegkundige doelstelling - toont creativiteit in het bedenken van oplossingen die kunnen bijdragen tot het behalen van de verpleegkundige doelstelling 10 Neemt zelfstandig beslissingen ten aanzien van het verpleegplan (diagnoses, doelen, interventies): - overlegt zo nodig met de behandelaar en collega s - weegt risico s af 11 * - kan haar besluit onderbouwen Sluit met het verpleegplan aan bij de wensen en behoefte van de zorgvrager 12 Overlegt met de zorgvrager: - vraagt naar de wensen en zelfzorgmogelijkheden van de zorgvrager - komt tegemoet aan zorgbehoefte van de zorgvrager en dienst naaste/mantelzorger 13 Bespreekt het verpleegplan met de zorgvrager en diens naaste/mantelzorger: - werkt aan draagvlak - komt tot overeenstemming De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. Indien er meer dan 2 waarderingshulpen zijn geformuleerd dan behoeft niet alles gesignaleerd te zijn. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje. 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 7
Onderdeel Werkprocessen/ competenties Groepsactivieit Werkproces 1.5 C Begeleiden Gesprekken + Luisteren Beoordelingsformulier praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding Gevorderd deel 2 Opdracht 2 Zorgen voor een effectief groepsklimaat Beoordelingscriteria: waarneembaar gedrag De student 14* Zorgt voor een omgeving/sfeer waarin de cliënten zich veilig voelen om aan hun problemen te werken: - zorgt voor rust en structuur tijdens de groepsmomenten - zorg voor een opgeruimde, schone en gezellige omgeving 15 Motiveert en stimuleert cliënten om de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen: - vraagt hen aan groepsactiviteiten mee te doen - biedt nieuwe activiteiten aan, rekening houdend met ieders mogelijkheden - moedigt hen aan om nieuwe ervaringen op te doen in het groepsproces (andere taken of rollen op zich te nemen) 16 Stuurt groepsprocessen tijdens activiteiten en interactie: - gebruikt alledaagse contacten en activiteiten als therapeutisch instrument - gebruikt het leefklimaat om gedragspatronen inzichtelijk te maken en gedragsalternatieven toe te passen. - grijpt in bij conflicten 17 Past sociale vaardigheden toe, passend bij passend bij de gewenste therapeutische houding voldoende onvoldoende D Aandacht en begrip tonen Gesprekken + Luisteren 18 Observeert het groepsproces 19 Toont begrip voor de houding en standpunten van anderen 20 Toont inlevingsvermogen en bezorgdheid, zodat groepsleden zich op passende wijze behandeld en gewaardeerd voelen 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 8
Onderdeel Voorlichtingsgesprek Werkprocessen/ competenties Werkproces 1.6 I Presenteren Gesprekken + Luisteren L Materialen en middelen inzetten Beoordelingsformulier praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding Gevorderd deel 2 Opdracht 3 Voorlichting geven Beoordelingscriteria: waarneembaar gedrag De student 21* Voert een voorlichtingsgesprek met de zorgvrager op basis van het voorlichtingsplan: - geeft relevante informatie, die aansluit bij de voorlichtingsbehoefte van de zorgvrager - geeft informatie ten behoeve van het behouden of vergroten van de zelfstandigheid van de zorgvrager, of - geeft informatie, gericht op het beter omgaan met de (psychiatrische) ziekte of beperkingen 22 - legt onderwerpen duidelijk en correct uit - stemt de uitleg af op de doelgroep - houdt rekening met de gemoedstoestand van de cliënt 23 Evalueert de voorlichting met de zorgvrager: - gaat na of de informatie is begrepen/het doel bereikt is - maakt eventueel een vervolgafspraak met de zorgvrager 24 Indien van toepassing: geeft instructie aan de zorgvrager over het gebruik van een hulpmiddel: - past de juist instructiemethode toe - demonstreert het hulpmiddel op de juiste wijze - gaat na of de zorgvrager de vaardigheid zelfstandig kan uitvoeren na de instructie 25 Zet materialen en middelen in ter ondersteuning van de voorlichting: - passend bij het onderwerp voldoende onvoldoende De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. Indien er meer dan 2 waarderingshulpen zijn geformuleerd hoeft niet alles gesignaleerd te zijn. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje. 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 9
Onderdeel Handelen in crisissituaties Werkprocessen/ competenties Werkproces 1.7 E Samenwerken en overleggen Gesprekken T Instructies en procedures opvolgen V Met druk en tegenslag omgaan Beoordelingsformulier praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 GGZ Opdracht 4 Crisissituaties** Beoordelingscriteria: waarneembaar gedrag De student 26* Roept tijdig hulp in van andere deskundigentijdens een crisissituatie of onvoorziene situatie: - overlegt - werkt samen 27* Voert de interventies, gericht op de crisissituatie, correct uit: - volgens de voorgeschreven procedures - volgens de wettelijke richtlijnen - zorgt voor de veiligheid van anderen en zichzelf 28* Handelt effectief en professioneel tijdens een crisissituatie of onvoorziene situatie: - blijft, ondanks stress, gericht op de werkzaamheden die gedaan moeten worden - stelt de juiste prioriteiten - beoordeelt snel de situatie en schat risico s in - neemt bewust en overtuigend de juiste houding aan, die de situatie vraagt: bijvoorbeeld empathisch of directief 29* Geeft de eigen grenzen aan en komt met alternatieven 30* Heeft haar gevoelens onder controle voldoende De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. Indien er meer dan 2 waarderingshulpen zijn geformuleerd hoeft niet alles gesignaleerd te zijn. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje. ** Deze opdracht kan je behalen als de situatie zich voordoet. Als de situatie niet voorkomt heeft het niet behalen van dit onderdeel geen consequenties voor het behalen van de praktijktoets. onvoldoende 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 10
Bewijs opdracht 1 (werkproces 1.1) Cesuur voldoende: 10 van de 13 In te vullen door de beoordelaar op de BPV. beoordelingscriteria waarvan nr. 4, 6, 7 en 11 altijd voldoende dienen te zijn. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) Handtekening beoordelaar: Toelichting op de beoordeling: Bewijs opdracht 2 (werkproces 1.5) Cesuur voldoende: 5 van de 7 In te vullen door de beoordelaar op de BPV. beoordelingscriteria waarvan nr. 14 altijd voldoende dient te zijn. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) Toelichting op de beoordeling: Handtekening beoordelaar: Bewijs opdracht 3 (werkproces 1.6) Cesuur voldoende: 4 van de 5 In te vullen door de beoordelaar op de BPV. beoordelingscriteria waarvan nr. 21 altijd voldoende dient te zijn. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) Toelichting op de beoordeling: Handtekening beoordelaar: Cesuur voldoende: Alle 5 de beoordelingscriteria moeten voldoende zijn. Bewijs opdracht 4 (werkproces 1.7) In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) ** Deze opdracht kan je behalen als de situatie zich voordoet. Als de situatie niet voorkomt heeft het niet behalen van dit onderdeel geen consequenties voor het behalen van de praktijktoets. Handtekening beoordelaar: 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 11
Toelichting op de beoordeling: Ten behoeve van het resultaat goed Functioneert in het geheel van de toetsopdrachten als een gevorderd student verpleegkunde, dat wil zeggen: - Functioneert zelfstandig in midden-complexe situaties - Kan handelen in midden-complexe situaties waarin begeleiding, aanwijzingen, protocollen en richtlijnen aanwezig zijn - Kan situaties analyseren en overzien - Ziet samenhang in aspecten in midden-complexe situaties - Merkt veranderingen in verpleegsituaties op, verwoordt het hoe en waarom hierachter, anticipeert hierop en handelt adequaat - Werkt methodisch, doelgericht en stelt juiste prioriteiten - Beargumenteert het eigen handelen met relevante, gangbare theoretische achtergronden ja nee * wanneer u 5 van de 7 criteria met ja hebt kunnen beantwoorden heeft de student een goed behaald voor deze Praktijktoets 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 12
Resultatenoverzicht praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding Naam kandidaat: Groep: Naam slb er.: deel 2 (gevorderd) GGZ Opdracht werkproces Opdracht 1 Werkproces 1.2 behaald op: naam + handtekening beoordelaar handtekening kandidaat Opdracht 2 Werkproces 1.5 Opdracht 3 Werkproces 1.6 Opdracht 4 Werkproces 1.7* naam + handtekening Praktijkopleider van de BPV instelling voor gezien: * Wanneer zich geen crisis- of onvoorziene situatie heeft voorgedaan kan werkproces 1.7 niet behaald worden. Het wordt in de Proeve van Bekwaamheid geëxamineerd. Eindresultaat praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 GGZ Opdracht 1, 2, 3 (en 4) zijn minimaal met een voldoende beoordeeld Voldoende Opdracht 1, 2, 3 (en 4) zijn met een goed beoordeeld Goed 1 of meer opdrachten zijn met onvoldoende beoordeeld Onvoldoende 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 13
BIJLAGE 1 Criteria met betrekking tot complexiteit van zorgsituaties Criteria Midden-complex Hoog-complex Verpleegsituatie Hulpvraag Eenvoudig, duidelijk en concreet Meerdere hulpvragen, onduidelijk en vaag Voorspelbaarheid van wisselingen Hoge voorspelbaarheid Kans op verrassende situaties Stabiliteit van de situatie Geen gevaar op complicaties Verpleegsituatie kan snel veranderen Mate van levensbedreiging Laag hoog Gevolgen van de behandeling Niet belastend Ingrijpend, mutilerend, belastend Ziektesoort Beperkt tot één orgaan Meerdere organen betrokken bij ziekteproces Psychosociale begeleiding Vermogens van de patiënt om zich te uiten Hoog, verbaal en non-verbaal begrijpelijk Laag, onbegrijpelijk, niet verbaal (b.v.) andere taal of afasie Mate van kritisch bewust zijn van de situatie Hoog Laag, b.v. door bewustzijnsstoornis of geen ziekteinzicht Mate van emotionele beleving van eigen situatie Normaal, patiënt kan redelijk met de situatie omgaan, accepteren Proces verloopt heel moeizaam, sterke emotionele beleving, moeilijke acceptatie Mate waarin de patiënt keuzes kan maken Hoog, kan zelfstandig keuzes maken Laag, ander personen nodig om keuzes te maken Verpleegkundig handelen Mate van ADL-zelfstandigheid Weinig hulp nodig Veel hulp nodig en of weerstanden bij de patiënt Mate van inzet van verpleegtechnisch handelen Eenvoudige handelingen in een stabiele situatie, bekende en veel voorkomende handelingen Alle overige verpleegtechnische handelingen, niet vaak voorkomend en specifieke situaties Mate van behoefte van intensieve verpleegkundige Laag, patiënt vraagt weinig aandacht en heeft ook Hoog, patiënt vraagt veel aandacht. zorg weinig aandacht nodig GVO Mate van informatie en voorlichting ten behoeve Gericht op ziekenverpleging, gezond gedrag, Specifieke informatie over ziekte, behandeling van de patiënt eenvoudige problemen Mate waarin de patiënt meewerkt Hoog Geringe motivatie om mee te werken Omgeving Aanwezigheid van andere hulpverleners Laag aantal zorgverleners dat gecoördineerd wordt. Veel zorgverleners Mate van intensiteit van samenwerking met andere disciplines Laag, weinig overleg is nodig Hoog, wel overleg nodig Mate waarin de omgeving voor de patiënt betrouwbaar veilig en acceptabel is. Hoog, patiënt kan zijn weg makkelijk vinden, stabiele omgeving Laag, gedwongen opname in psychiatrisch ziekenhuis of verpleeghuis; geen optimaal therapeutisch klimaat Slecht contact; mantelzorg is niet aanwezig of moeilijk te motiveren Mate van contact tussen de familie en de patiënt Goed contact, mantelzorg biedt ook veel ondersteuning Mate van communicatie met familie van de patiënt Goede communicatie Moeizame communicatie Mat waarin informatie en voorlichting ten behoeve Informatie en voorlichting wordt snel opgenomen Weinig bereid om mee te van de contactpersoon nodig Mate van emotionele ondersteuning Laag hoog 95520_VP_2012 e.v._ee 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 2 (GGZ)_03102013 Pagina 14