Vervoervisie
Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen Het aantal huishoudens in de regio Amsterdam neemt tot 2040 met circa 270.000 toe. Hiermee neemt ook de economische bedrijvigheid en de vraag naar mobiliteit in en rond de hoofdstad de komende jaren fors toe. Om al onze reizigers zo snel en goed mogelijk naar hun bestemming te blijven brengen, wordt het huidige netwerk de komende jaren op deze gewijzigde stromen aangepast. Een nieuw dienstregelingsconcept moet ook erop gericht zijn dat forensen sneller op hun bestemming komen. Metro ruggengraat voor lokale en regionale OV door komst Noord/Zuidlijn Door de komst van de Noord/Zuidlijn, wordt het metronetwerk Feederen vanaf 2017 nog meer de ruggengraat voor het lokale en regionale openbaar vervoer. Veel tram- en busverbindingen krijgen een andere lijnvoering. Ze krijgen een betere aansluiting op de metrolijnen, die hoogfrequent gaan rijden. Hierdoor ontstaat een optimaal totaalnetwerk. De tram- en buslijnen rijden vooral van Oost naar West in aansluiting op de Noord/Zuidlijn dit heet feederen. Op deze manier profiteert een reiziger zo veel mogelijk van de voordelen van de Noord/Zuidlijn: supersnel, betrouwbaar en hoogfrequent. De buslijnen in Noord rijden ook van Oost naar West en sluiten aan op de twee stations van de Noord/Zuidlijn. De dienstregeling wordt ingericht via het Hub&Spoke-principe. Dit principe wordt al jaren toegepast in bijvoorbeeld Amsterdam Zuidoost en Rotterdam. Spitsreizigers sneller op hun bestemming via de vijf OV-poorten Veel spitsreizigers zijn geneigd om via het Centraal Station te reizen, terwijl dat vaak niet de snelste route naar hun werk of school is. Met het verbeteren van de verbindingen naar de knooppunten waar werk en onderwijsinstanties zich bevinden, maken we andere reisroutes aantrekkelijker en sneller. Het gaat hierbij om de vijf OV-poorten uit Beter OV voor de Stadsregio Amsterdam (2012) : Zuid, Centraal Station, Amstel, Bijlmer Arena en Sloterdijk.
Hub en Spoke In de avond zijn de frequenties minder hoog, op zulke momenten is het wenselijk om dienstregelingen op elkaar af te stemmen. Waar mogelijk zal dat gaan via het Hub& Spoke principe : de lijnen komen allemaal tegelijk aan op het knooppunt (t=1, bijvoorbeeld om 20h30), reizigers kunnen overstappen van en naar de verbindende metrolijn maar ook onderling overstappen en enkele minuten later vertrekken alle lijnen (t=2, bijvoorbeeld om 20h35). Het Hub& Spoke principe is afkomstig uit de luchtvaart industrie, en is zeer succesvol. Elke maatschappij past het de gehele dag toe. Bijkomend voordeel is dat Hub&Spoke perfect te combineren is met Feederen. Hub&Spoke Voorbeeld 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen
Pijler 2: Daar rijden waar onze reizigers zijn Een euro kunnen we maar één keer uitgeven. Daarom zijn we voortdurend op zoek naar de manier waarop de meeste reizigers profiteren van die ene euro. We maken keuzes in het algemeen belang. We zetten vervoer in daar waar vraag is, met het behoud van een goed voorzieningen niveau voor de hele stad. Dit betekent bijvoorbeeld dat we lijnen met te weinig reizigers minder of niet meer laten rijden. De kosten die we hiermee besparen, investeren we vervolgens in momenten en lijnen waarop meer vraag is. Keuzes maken In het huidige netwerk heeft iemand de keuze tussen óf een laagfrequente rechtstreekse lijn óf twee hoogfrequente lijnen (met een overstap). In het nieuwe netwerk zullen de reizigers minder keuzes hebben, de laagfrequente met lijn waar maar enkele reizigers gebruik van maakten is opgeheven en daardoor is de hoogfrequente lijn nog vaker gaan rijden. Een hele grote groep profiteert van deze switch, terwijl slechts enkelen zich gedupeerd voelen. Reizigers kunnen at rondom naar de halte lopen, de metro, tram en bus komt toch binnen enkele minuten, of te wel: betrouwbaar! Keuzes maken
Voorbeeld 1: Daar rijden waar reizigers zijn Voorbeeld 2: Daar rijden waar reizigers zijn
Voorbeeld 3: Daar rijden waar reizigers zijn Voorbeeld 4: Daar rijden waar reizigers zijn
Pijler 3: Reistijd verkorten GVB wil reizigers sneller naar hun bestemming brengen. Hierdoor blijft het OV concurrerend met andere manieren van reizen, en zullen we ook nieuwe reizigers (blijven) aantrekken. Verminderen van het aantal haltes Om voldoende snel te zijn, zoeken we naar een optimale balans tussen Reistijd verkorten het aantal haltes en de reistijd. Reizigers moeten niet het gevoel hebben dat de tram, metro of bus voortdurend stopt. Tegelijkertijd willen we zoveel mogelijk locaties met openbaar vervoer bedienen. Hierin zoeken we de optimale balans. Ook kan het concept X-press Bus tot de mogelijkheden behoren, dit is vergelijkbaar met de snel- en stoptrein. Kortere routes door rechte, verbindende lijnen We streven ernaar dat verbindende lijnen zoveel mogelijk gestrekt zijn: recht en simpel met minder ommetjes door de wijk. Hiermee kiezen we voor de (grote groep) doorgaande reizigers. Reizigers in de wijk hebben dan de keuze lopend of fietsend naar de halte van de snelle, hoogfrequente lijn te gaan en vanaf daar rechtstreeks naar het knooppunt te reizen. Of ze nemen de halte voor de deur en stappen via de wijkontsluitende lijn over op de verbindende lijn. Kortere routes Doorstroming verbeteren door investeren in infrastructuur (vrije baan) Om reizigers sneller naar hun bestemming te Investeren in infrastructuur brengen, zijn infrastructurele en doorstromingsmaatregelen noodzakelijk. GVB juicht het recente voornemen van Stadsregio Amsterdam dan ook toe om fors te investeren in betere OV infrastructuur in de concessie Amsterdam (600 miljoen extra bovenop een al eerder toegezegd bedrag van 600 miljoen ten behoeve van o.a. de Amstelveenlijn). Bij deze investeringen snijdt het mes aan twee kanten: de kortere reistijd zorgt voor lagere exploitatiekosten en tegelijkertijd voor een aantrekkelijker vervoerproduct. Dus meer reizigers en daardoor hogere opbrengsten, waardoor minder subsidie nodig is. Dat dit tot succesvolle resultaten leidt, bewijst de groei van IJtram 26.
Versterkende maatregelen Reistijd verkorten gebeurt ook door. Slimme loop links Het invloedsgebied van een halte kan worden vergroot door een slimme looppaden of bruggen aan te leggen. Bij metrohaltes kan ook een extra uitgang worden gebouwd. Voor grote groepen reizigers neemt de reistijd af met enkele minuten. Een investering in een extra loopbrug over water is in een aantal gevallen de beste oplossing vanuit een integrale benadering van exploitatie en investeringen in infrastructuur. Slimme loop links Kaartverkoop bij hotels Een reiziger die een vervoerbewijs wilt kopen, kan dat doen sinds kort kopen bij de balie van het hotel, in plaats van het in tram of bus. Dit bevordert de doorstroming en de reistijd neemt af! Inmiddels is bij 74% van de hotelkamers in Amsterdam het mogelijk om GVB dagkaart te kopen. Voorbeeld 1: Reistijd verkorten
Pijler 4: Helder netwerk Een helder, voorspelbaar en overzichtelijk netwerk is nodig om mensen te verleiden gebruik te maken van openbaar vervoer. Het huidige, fijnmazige netwerk met relatief lage frequenties per lijn is historisch gegroeid en niet altijd helder. We gaan de voorspelbaarheid verhogen door het nemen van de volgende maatregelen: Variatie in bedieningstijden Nog maar twee soorten lijnen: verbindende en wijkontsluitende lijnen. Onze reizigers krijgen naast verbindende lijnen die altijd van s ochtends vroeg tot s avonds laat dezelfde route rijden, ook de beschikking over lijnen die bepaalde werkgebieden of winkels ontsluiten. Een aantal van deze lijnen trekt na 20.00 uur een zeer beperkt aantal reizigers. Daarom zullen ze in de avonduren niet meer rijden en in het weekend beperkter. De kosten die we hiermee besparen, investeren we in momenten waarop meer vraag is. Hoge frequentie overdag Uit verschillende (inter)nationale onderzoeken, maar ook uit eigen ervaringen, blijkt dat de meeste reizigers een sterke voorkeur voor hoogfrequente lijnen hebben. Lijnen die acht keer per uur of vaker rijden. Reizigers vinden een overstap minder erg als de frequentie van de lijn waarop ze overstappen maar hoog is. Als een tram of metro vaker dan eens per tien minuten rijdt, is het raadplegen van een dienstregeling minder van belang. Het OV wordt dan een show up and go! netwerk. Diverse lijnen gaan tussen de spitsen vaker rijden. Tegen geringe meerkosten kunnen we zo een veel aantrekkelijker product bieden. Met deze uitbreiding en goede communicatie en marketing gaan we extra reizigers trekken. Meer hoogfrequente lijnen Minder parallelliteit Parallelle lijnen zijn elkaars concurrent en maken het netwerk minder helder en onnodig duur. Daarom gaan we de komende jaren parallelliteit verminderen. Een maximaal maatschappelijk rendement per euro overheidsbijdrage is gewenst. Een bijdrage hieraan kan gerealiseerd worden door de lijnen van de streekconcessies af te stemmen met de stadsvervoer Opheffen van parallelliteit
lijnen. Deze afstemming geldt ook voor Trein, metro-, tram- en buslijnen onderling. Helder netwerk Reispatronen zijn in de spits niet altijd gelijk aan de dal. Toch blijft het lijnennet gelijk, hierdoor blijft het simpel en overzichtelijk voor reizigers. Een voertuig zal dus niet opeens om 9:01h rechtsaf gaan terwijl z n voorganger, die in de spits valt, linksaf is gegaan. Variatiemaatregelen die wel mogelijk zijn: Helder netwerk Variëren in bedieningstijden (bijvoorbeeld: lijn rijdt niet op avonden en ochtenden in het weekend); Variëren in volledigheid route (bijvoorbeeld: in de avond wordt de lijn ingekort tot het knooppunt); Variëren in route (bijvoorbeeld: het kerntraject van de route is gelijk, maar splitst zich op het laatste traject. De helft van de ritten eindigt in buurt A en de andere helft in buurt B.
Pijler 1+2+3+4 Voorbeeld 1: Totaal Visie Voorbeeld 2: Totaal Visie