Ernest Oberholtzer. Forum. Het belang van rollen en ambiguïteit voor het landschap. Leven en strijd



Vergelijkbare documenten
De Balans van de Leefomgeving: Rollen van wetenschap in evaluatie

Een goed leven voor.

Sustainable Development

JOB CRAFTING 21/10/2018. Mooi Werk Makers KAIROS. Bart Moens Netwerkdag sociale economie 17 oktober 18

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

2008 Universiteit Maastricht Page 1 of 212

Vormingsaanbod voor universiteiten en hogescholen 2014/2015

De gieren waren op mysterieuze wijze van aaseters in roofdieren veranderd. Niemand wist waarom. Deze afschuwelijke, enge, levensgevaarlijke beesten

Draagvlak voor natuur: van verdelen naar verbinden

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Bkkc connects. Kansen voor opdrachtgeverschap TABO GOUDSWAARD

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

Bedrijfsproces-Architectuur

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Luisteren: Elke taaluiting is relevant

2008 Universiteit Maastricht Page 1 of 219

Enterprise Architectuur. een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente?

Lisa Van Damme. Ik hou ervan om het juiste moment af te wachten!

Certified Public Manager Program (CPM) voor Senior Public Controllers

Nudge Finance Leadership Challenge

onderzoek in transitie?

Toolkit for Life het bestuurbare leven. Gespot Toolkit for Life

EU-Speak _ leslla docenten

Colofon Juni Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider. EDventure Bezuidenhoutseweg AG Den Haag

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

HOTEL MALARIA LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING

Samenwerken met studenten van de WUR

Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0

Voorbeeldig onderwijs

M I N D S ET S M I N D S H I F T S T O R Y C R A F T I N G S T U D I E D A G O O G V O O R D I V E R S I T E I T

Employer branding. Welk (eigen) verhaal om talent aan te trekken en te binden?

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Het verhaal van William Booth

Inleiding. Esther Mulder Petra Bergsma Schiphol, 26 juni 2014

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht

Wereldproblemen te lijf met business modellen

CREATIEVE & MULTIDISCIPLINAIRE ATELIERS

Meer dynamiek en samenwerking in de levenscyclus van een Asset. AMC Seminar Berend Jongebloed Den Helder, 30 Oktober 2014

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

Narratief Onderzoek: What s s in a name?

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Verhaal van verandering

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting

Draagvlak creëren van Binnenuit. Samen werken aan de toekomst

school HKU College afstudeerrichting Thera Jonker, directeur

C u r r i c u l u m v o l t i j d s e o p l e i d i n g

ogen en oren open! Luister je wel?

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

De Energie Unie en haar governance. Presentatie: Peter Van Kemseke (Europese Commissie) Vlaams Parlement, 14 maart 2016

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

Brood & Rozen, (2009)3

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door

DMND Media Mediacollege Amsterdam - Team 1

Tijd voor herbezinning over de waarde van niet-betaald werk

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa Kelly van de Sande CMD2B

UITNODIGING. 5 juni 2012: CORPORATE UNIVERSITY EVENT 5 JUNI ROTTERDAM SCHOOL OF MANAGEMENT ERASMUS UNIVERSITY SAVE THE DATE

De Comprehensive Approach: meten of begrijpen, that s the question.

Leiderschapsrollen Uitgelicht

13 juni Monumenten: Aanwijzingscriteria

Willen leiders leren van incidenten?

6 In Beeld. Bieke Depoorter

European Public Administration Namen toetsen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

Modern Besturen. In de Vereniging van de Toekomst. Huibert Brands Adviseur Organisatieontwikkeling NOC*NSF

PowerPoint 2: Paar bekende voorbeelden van symbolen; kruis pictogram geweld OM teken- peace- Live strong armband- red ribbon- toilet pictogrammen

Coachen. You get the best effort from others not by lighting a fire beneath them, but by building a fire within.

Informational Governance

Deelnemersinformatieblad

De aandacht voor het netwerk

World Class Finance in de Retail

E-book. De 6 principes van succesvolle gedragsverandering. Mastering Change

goede redenen voor het bezoeken van een zelfhulpgroep

Ouderraad De Werveling. Ben Tiggelaar

Geschiedenis van leidinggevende stijlen

De klassieke tijdlijn

Omzeil het gebruik van mappen en bestanden over Wiki s en het werken in de 21 e eeuw

Visie Iedereen inspireren om hun ultieme geluk te bereiken.

De complexiteit van de grootstad: een stad is geen land. De complexiteit van de grootstad: een stad is geen land

Het belang van sterke lokale besturen door processen van bestuursversterking. Planningsdagen VVSG Vaalbeek, 3 mei 2013 Jean Bossuyt (ECDPM)

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie)

havo-top! hv.penta.nl

EUROSONIC NOORDERSLAG

Hoe marketingcommunicatie werkt

Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

The quality of dying: autonomie en begeleiding

Communiceren en Improviseren. Omgaan met dynamiek en complexiteit bij de ontwikkeling en implementatie van een gezondheidsinterventie W.M.A.

De rots in de branding

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

9 de Lentecyclus: Kunst & Wetenschap. 1 ste Sessie. Kunst en Wetenschap: algemeen gedeelte

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

De ontwikkeling van kwaliteitsmanagement in het HBO. Ben van Schijndel

GROEPSOPDRACHT: Bespreek met elkaar welke relatieverbanden in de Bijbel genoemd worden:

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Biodiversiteit in veelvoud na Uitdagingen voor Natuurpunt Beheer

Transcriptie:

Ernest Oberholtzer Forum Het belang van rollen en ambiguïteit voor het landschap De Amerikaanse natuurbeschermer Ernest Oberholtzer (1884-1977) is ten onrechte in de vergetelheid geraakt. Hij werkte in een omgeving die vijandig stond ten opzichte van de natuurbescherming, maar wist door zijn verhalen, netwerken en optreden toch invloed uit te oefenen. Zijn leven en werk zijn ook voor ons in Nederland nog steeds, en misschien wel steeds meer, een studie waard. De geschiedenis van de natuurbescherming kan inspiratie bieden, niet enkel in algemene zin, als herinnering aan verwezenlijkingen en passies, maar ook door een precieze reconstructie van paden naar succes. Ernest Oberholtzer werkte in een omgeving die vijandig stond ten opzichte van de natuurbescherming. Hij kende die context, wist te anticiperen op verzet, en wist vooral invloed uit te oefenen door nieuwe beelden en verhalen te creëren en verspreiden, door netwerken te bouwen en te verbinden, door voor zichzelf een vernieuwende rol te verzinnen. Na Oberholtzer en door zijn verhalen kreeg de natuurbeschermer een gezicht en een rol (Cronon, 1995). Aan de hand van de concepten, rol, verhaal en netwerk onderzoeken we hoe Oberholtzers activiteiten invloed kregen. We trekken ook lessen voor de Nederlandse situatie natuurbescherming en natuurbeschermers hier hoeven tegenwoordig niet op veel begrip van overheid en burgers te rekenen (Beunen et al., 2013) en constateren dat de depolitisering van het natuurbeleid en een daarbij behorend patroon van rollen en regels een obstakel vormt voor vernieuwing en aanpassing. Dit onderzoek (2008-2011) is gebaseerd op archiefonderzoek en op interviews met mensen die Oberholtzer nog gekend hebben (#9) en met mensen rond zijn opvolger Sigurd Olson (#8). Het archiefonderzoek vond plaats op Oberholtzers eiland in Rainy Lake, Minnesota en in het Oberholtzer archief van de Minnesota Historical Society in St. Paul. Leven en strijd Oberholtzer studeerde landschapsarchitectuur aan Harvard en zag zichzelf in zijn jonge jaren vooral als ontdekkingsreiziger. Vanaf 1909 bracht hij veel tijd door in het noorden van Minnesota, waar een uitgebreid netwerk van meren en riviertjes toegang beloofde tot het hoge noorden (Pelly, 2008). In 1912 ging hij op expeditie naar de noordelijke Hudson Bay (Replinger & Paddock, 2012) om dit gebied in kaart te brengen, en zowel natuur als cultuur te documenteren (Replinger, 2008). Nadat hij met veel geluk weer thuis geraakte, kregen zijn exploten weinig aandacht. Een periode met veel baantjes volgde, van schrijver voor de Canadese spoorwegen, conciërge in een toeristenkamp, tot landschapsontwerper (Paddock, 2001). Hij dook in de natuur- en landschapsfotografie, koesterde ambities als schrijver, en begon aan tientallen verhalen over ontdekkingsreizen en leven in de wildernis. Weinig werd voltooid, en nog minder gepubliceerd (interviews). Als betaling voor een landschapsplan ontving hij drie kleine eilandjes (1922). Het middelste doopte hij Mallard Island naar de wilde eend. Hij zou er gedurende meer dan vijftig jaar wonen. Mallard Island ontwikkelde zich tot een drukke semitoeristische kolonie, het middelpunt van een artistiek, intellectueel, maar ook politiek netwerk (interviews). In 1925 kwam de industrieel Edward Backus met een ontwikkelingsplan voor Noord-Minnesota, dat het waterpeil drastisch zou verhogen. Oberholtzer verzette zich en identificeerde zich meer en meer met die strijd (Paddock, Kristof van Assche Dr. K.A.M. Van Assche Visiting Associate Professor, Leerstoelgroep Strategic Communication, Wageningen Universiteit, Postbus 47, 6700 AA Wageningen kristof.vanassche@wur.nl Research Fellow, ZEF/Center for Development Research, Bonn University Foto Oberholtzer Foundation archives Ernest Oberholtzer op Mallard Island midden jaren 40. Landschap 2013/2 69

2001; interviews). Zijn Harvardnetwerk en andere contacten kwamen daarbij goed van pas. Een groep gemotiveerde juristen uit Minneapolis-St. Paul en Chicago hielp hem en richtte een vereniging op als vehikel voor de strijd tegen het Backusplan: de Quetico-Superior Council (Newell Searle, 1977). Oberholtzer ging voor de Council werken en bleek de gave te hebben om sterk uiteenlopende mensen aan zich te binden. Onder zijn leiding besloot de Council dat een tegenvoorstel nodig was, een alternatieve visie waarbinnen allerlei belangen een plek konden krijgen in het gebied, het zogenaamde Quetico-Superior Program (Backes, 2001). Oberholtzers achtergrond als landschapsarchitect, zijn diepgaande kennis van het gebied, zijn begrip voor de uiteenlopende eisen en behoeftes van verschillende groepen, alles bleek nuttig. Strikte zonering wantrouwde hij. Een landschap was voor hem een samenhangend geheel van plekken die elk een aantal verschillende activiteiten kunnen herbergen (Paddock, 2001; MHS M530: 25, 26). Oberholtzer was steeds vaker weg van Mallard; het werk moest gebeuren in Minneapolis, Chicago en Washington D.C. Grotendeels als resultaat van de Councillobby, werd in 1930 de Shipstead-Nolan Act goedgekeurd, de eerste federale wet die land beschermt omwille van het wilderness karakter (Newell Searle, 1977). Dankzij Shipstead- Nolan en het werk van de Council in de daarop volgende jaren, werd in 1964 de Wilderness Act goedgekeurd, die de basis legde voor een netwerk van wilderness areas over geheel de Verenigde Staten. De federale wet biedt een vorm van bescherming die lijkt op ons concept natuurgebied (Cronon, 1995; Forester, 2004; Paddock, 2001). Dankzij Oberholtzer werd BWCWA (Boundary Waters Canoe and Wilderness Area), een gebied in Noord Minnesota ten oosten van Rainy Lake, als eerste officieel aangeduid en beschermd als wilderness area (interviews; Newell Searle, 1977). BWCWA was een stuk kleiner dan het gebied gepland onder het Quetico-Superior Program (heel Noord- Minnesota en aangrenzend Ontario), maar kan desondanks gezien worden als het directe resultaat ervan. Zonder het Program zou van het wilderniskarakter weinig overgebleven zijn en ook de kerngedachten werden overgenomen. Principes van planning en ontwerp In de strijd om het gebied was een identiteit naar boven gekomen: canoe area, die een draagvlak voor bescherming creëerde. Het labyrint van meren, bossen, riviertjes en rotspartijen werd inderdaad al eeuwen bevaren, eerst door indianen, vanaf de 17e eeuw ook door trappers, handelaars, soldaten en bureaucraten van Europese origine (Forester, 2004; Backes, 2001). De branding van de regio als canoe country, en van het beoogde gebied als boundary waters canoe and wilderness area hielp duidelijk mee in de decennialange strijd voor hun bescherming (MHS M530: 27; Van Assche & Lo, 2011; Van Assche & Costaglioli, 2012). Het zorgde ervoor dat mensen gezien werden als deel van het landschap. Juist het landschap waar zij om verschillende redenen al heel lang door heen peddelden, werd voorgedragen voor bescherming. Canoe area was geen truc van de natuurbeschermers om hun plannen te verkopen aan het verondersteld onwetende publiek. Men kan eerder stellen dat de experts zich nooit als pure wetenschappers zagen, en ook nooit als beschermers van plekken, dieren en processen tegenover de mens (Cronon, 1995; Forester, 2004). Aan de aanwijzing als wildernisgebied verbonden Oberholtzer en zijn kring een reeks praktische voorwaarden. Eerst en vooral moest een wildernisgebied groot genoeg zijn. Anders zou het landschap aangetast worden, zouden beeldbepalende soorten verdwijnen, en zou, last but not least, de wilderniservaring verdwijnen. Ten tweede moest het aantal bezoekers beperkt worden en moes- 70 Landschap 30(2)

ten deze bezoekers zich aan strikte regels onderwerpen: enkel toegang op bepaalde punten en tijden, in beperkte aantallen, en op bepaalde wijze (kano hier, te voet daar). Het Minnesotamodel werd later, na de Wilderness Act van 1964, in de meeste andere wildernisgebieden gevolgd. Ten derde moest deze wildernis heel nauwkeurig ontworpen worden. Arthur Carhart, een landschapsarchitect die bij de Forest Service werkte, hield zich intensief en zeer gedetailleerd bezig met het ervaarbaar maken van de wildernis. Waar moesten de toegangen komen, waar de routes, waar kleine campingplekken, hoeveel moesten er daarvan komen, waar moesten ze ten opzichte van vaarroutes en uitzichtpunten gesitueerd worden, moesten er toiletten komen en mocht er vuur gemaakt worden (Newell Searle, 1977; Forester, 2004)? Oberholtzer kende dit werk en volgde zijn lijn. Een minutieuze planning werd niet in tegenspraak geacht met het natuurlijke karakter van het gebied. Integendeel, deze kwam tegemoet aan de mensen voor wie het gebied werd veiliggesteld: kanovaarders, die elkaar niet in de weg wilden zitten, een mooi plaatje wensten en de landschappen in stand wilden houden (interviews; Kate, 2001). Rollen en regels Oberholtzer zocht zichzelf en vond geen vaste kern (interviews, MHS, 1964), maar wel een gebied en een levensstijl die hem houvast boden. Toen die bedreigd werden, kwam hij in actie. Gewapend met een meeslepend verhaal over kanovaren en wildernis en met kennis van de politiek vond hij voor zichzelf een rol uit. Ibarra & Barbulescu (2010) tonen, in lijn met Nicholson & West (1989), aan, hoe het uitvinden en veranderen van rollen gepaard gaan met narratieve reconstructies van zelf en omgeving. Narratieve vaardigheden, waarover Oberholtzer in ruime mate beschikte, zijn dan een grote kwaliteit. En het succes bleef dan ook niet uit, eerst in Minnesota en daarna nationaal. Nadien zou de natuurbescherming in de Verenigde Staten nooit meer hetzelfde zijn omdat rollen en regels waren veranderd. Oberholtzer kan gezien worden als een vroege job crafter (Wrzesniewski & Dutton, 2001), iemand die meanderde tussen organisaties en nergens een formele rol vervulde gedurende vele jaren. Meer dan nu betekende een dergelijke carrière de acceptatie van een marginale rol. Oberholtzer ontsnapte daaraan door de stilering van zijn marginaliteit op een wijze die hem niet van zijn bourgeois vrienden vervreemdde. Hij bleef artistiek, intellectueel en sociaal in de wildernis, en dus interessant en niet zo maar een mislukkeling (interviews; MHS, 1964). Hij legde nieuwe verbanden tussen mensen, groepen en soorten kennis, ontwikkelde tegelijk een nieuw verhaal over de streek en kanalen om dat verhaal weerklank te geven. Mallard Foto Marije Louwsma Bear Head Lake aan de rand van het Boundary Waters Canoe and Wilderness Area Ernest Oberholtzer 71

Foto Marije Louwsma Robinson Lake Island, waar zijn intellectuele coterie bleef samenkomen, hielp daarbij (Breckenridge, 1955; interviews) Oberholtzer was zowel leider als bemiddelaar, broker. Brokers kunnen bestaan omdat ze partijen met elkaar in contact brengen die anders geïsoleerd zouden blijven en omdat dit als maatschappelijk nuttig wordt gezien. Soms wordt het maatschappelijk nut mee door de broker gedefinieerd, of komt er een nieuwe constellatie van actoren rond de broker tot stand (Stovel et al., 2011). Zijn rol als broker kreeg meer impact en een nieuwe invulling door de formalisering van het verzet tegen het Backusplan onder de paraplu van de Quetico-Superior Council, later de President s Quetico-Superior Committee (Paddock, 2001). Op latere leeftijd werd Oberholtzer ook lid van de raad van bestuur van de Wilderness Society, als aanloop naar de Wilderness Act (interviews). Organisaties, als bovengenoemde, werden opgericht om meer impact te hebben. De rol van broker verschoof langzamerhand van de persoon naar de organisatie. Binnen deze (heterogene) organisaties bleef Oberholtzer echter steeds de rol van verbindend en ongrijpbaar element vervullen, iemand die met iedereen overweg kon, maar voor niemand volledig te vatten was, een persoon die veel rollen kon vervullen, maar met geen enkele rol samenviel. Stovel & Shaw (2012) spreken van grafting, enten, als een intensieve vorm van brokerage, het enten van een bemiddelende functie op een organisatie met een ander doel. Ook dit lijkt hier van toepassing. Elk van de organisaties waarin Oberholtzer actief was had een expliciet doel (bescherming van iets) dat dichterbij kon komen dankzij het smeden van nieuwe coalities (politiek, economisch, cultureel). Eerst moest eenheid gesmeed worden, wat vroeg om intensieve brokerage en een leider die vooral broker was. Continue bemiddeling was een vroege vorm van leiderschap in de natuurbeweging. Een ander element van het succesverhaal de combinatie van verzet en een eigen (alternatief) plan leunde sterk op de persoon van Oberholtzer met zijn professionele achtergrond (landschapsarchitectuur), lokale kennis, contacten met Native Americans en andere lokale spelers, en zijn retorische en sociale vaardigheden. Tegelijk is duidelijk dat hij evenzeer het product was van zijn netwerk als andersom; hij kon pas functioneren in en door het netwerk, later vooral belichaamd door de organisaties (interviews; MHS M530. 25, 26, 27). Implicaties voor Nederland? De huidige discussies over natuur en landschap in Nederland hebben irritaties blootgelegd die jarenlang onbespreekbaar waren. Het lijkt er sterk op dat nieuwe coalities nodig zijn rond verhalen over natuur- en landschapsbeelden die aansluiten bij deze gevoeligheden (Drenthen, 2012). Het verhaal van Oberholtzer toont 72 Landschap 30(2)

aan dat narratieve vernieuwing vele bronnen kan hebben. Kenmerken kunnen onverwacht troeven van een gebied worden en kwaliteiten tot gewaardeerde identiteiten gecombineerd worden. Voor de Nederlandse situatie kan wellicht gesteld worden dat het dichttimmeren van natuur- en landschapsbeleid met regels die vastzitten aan bestaande rollen, leidt tot blindheid voor krachten die het landschap gestaag eroderen. Wetenschappelijke, bureaucratische, legale en planmatige verankering van natuur- en landschapsbeleid geven gemakkelijk een vals gevoel van veiligheid. De zelfreferentiële wereld van beschermers en bescherming heeft meerdere blinde vlekken voor veranderingen wat betreft gebruiken, interpretaties en waarderingen van de ruimte. Dat wereldje is rigide en past zich slecht aan aan politieke verschuivingen die genoemde veranderingen met zich meebrengen. En uiteindelijk klopt de politiek toch aan de deur (Beunen et al., 2013). Dit betekent niet alleen dat nieuwe doelgroepen moeten worden aangesproken maar ook dat politisering omarmd dient te worden. Natuur en landschap zijn per definitie gepolitiseerd en het open staan voor een continu debat is een noodzakelijke voorwaarde om de inbedding van beleid in de maatschappij in stand te houden. Politisering zorgt er ook voor dat figuren als Oberholtzer een platform kunnen vinden om de positie van veranderaar in te nemen. Het is geen toeval dat Oberholtzer opereerde in een omgeving waarin alles moest worden bevochten en waarin de rol van ecologische experts, van planners en ontwerpers, van natuurbeschermers in de brede zin, nog helemaal niet geaccepteerd was. Consistente politisering kan vermijden dat het discours vastloopt in een rol-regel format dat twee zaken moeilijker maakt: aanpassing aan narratieve dynamiek in de grotere wereld en acceptatie van meerduidigheid of ambiguïteit. Tolerantie voor ambiguïteit betekent het accepteren van meerduidigheid, aanvaarding van een complexe wereld die meerdere beschrijvingen toelaat. Zo n maatschappelijke visie biedt mensen als Oberholtzer mogelijkheden, schept ruimte om onverwachte bemiddelaars te laten uitgroeien tot een nieuw soort leider. Nieuwe verhalen kunnen dan makkelijker ontwikkeld worden en beter binnendringen in de wereld van beleid en bestuur. Figuren als Oberholtzer dient men niet speciaal te faciliteren, maar in de huidige Nederlandse constellatie worden ze de mond gesnoerd door een pseudowetenschappelijk monolithisch discours, een discours dat geen plaats laat voor andere rollen en verhalen. Om vernieuwers een kans te geven, moeten lege plekken gecreëerd worden waar ze kunnen plaatsnemen. Daarvoor is geen comfortabele stoel nodig, maar wel een opening in het debat. De links tussen ambtenarij, wetenschap Foto Oberholtzer Foundation archives Ernest Oberholtzer rond 1938. Ernest Oberholtzer 73

en natuurbescherming moeten verzwakt worden. Het is die keten die lokale democratie ondermijnt, die matige wetenschap produceert omwille van een bestuurlijk verengde blik, en nieuwe benaderingen van het landschap buitensluit. Echter, Nederlandse vernieuwers à la Oberholtzer, zouden we zeker willen aanraden om gebruik te maken van die keten, van een wetenschappelijk tintje, een bureaucratisch contact of van een vriend bij de natuurclub. Vals spelen is in een gedepolitiseerde omgeving de beste en enige weg die overblijft om politiek te bedrijven en een nieuw verhaal invloed te geven. Parallel daaraan kan men dan werken in en aan de netwerken die men echt voor ogen heeft, waar men zich thuis voelt en nieuwe verhalen ontstaan. Ook dit vereist ambiguïteit. Ook dit is brokerage in een omgeving die al zwaar geïnstitutionaliseerd is. Literatuur Backes, D., 2001. Sigurd Olson. The meaning of wilderness. Essential articles and speeches. Minneapolis. University of Minnesota Press. Beunen, R., K. Van Assche & M. Duineveld, 2013. Performing failure in conservation policy. The implementation of European Union directives in the Netherlands. Land Use Policy 31: 280-288. Breckenridge, B., 1955. Diary of the time at the Mallard. Cronon, W., 1995. (red.) Uncommon ground. Toward reinventing nature. New York. Norton. Drenthen, M., 2012. Durf te verhalen over de betekenis van de natuur! Vakblad Natuur, Bos en Landschap 9: 32-34. Forester, J., 2004. The forest for the trees. How humans shaped the North Woods. St Paul. Minnesota Historical Society Press. Ibarra, H. & R. Barbulescu, 2010. Identity as narrative: Prevalence, effectiveness, and consequences of narrative identity work in macro work role transitions. Academy of Management Review 35: 135-154. Kate, J., 2001. Planning a wilderness. Regenerating the Great Lakes cutover region. Minneapolis. University of Minnesota Press. MHS M530. Oberholtzer papers: microfilm reels 24, 25, 26, 27, 28, 45. MHS, 1964. Oral history interviews with Ernest Oberholtzer, conducted and transcribed by Lucile Kane and others, ca 1964. Newell Searle, R., 1977. Saving Quetico-Superior. A land set apart. St Paul. Minnesota Historical Society Press. Nicholson, N. & M. West, 1989. Transitions, work histories, and careers. In: M. Arthur, D, Hall & B. Lawrence (eds.). Handbook of career theory. Cambridge: Cambridge University Press: 181-201. Paddock, J., 2001. Keeper of the wild. The life of Ernest Oberholtzer. St Paul. Minnesota Historical Society Press, 2001. Pelly, D., 2008. The old way north. Following the Oberholtzer-Magee expedition. St Paul. Minnesota Historical Society Press. Replinger, J., 2008. Toward magnetic north. St Paul. Minnesota Historical Society Press. Replinger, J. & N. Paddock, 2012. Bound for the Barrens. Oberholtzer Foundation. Minneapolis. Stovel, K. & L. Shaw, 2012. Brokerage. Annual Review of Sociology 38: 139-158. Stovel, K., B. Golub & E. Milgrom, 2011. Stabilizing brokerage. Proceedings of the National Academy of Sciences 108. Supplement 4: 21326-21332. Van Assche, K. & M. Lo, 2011. Planning, preservation and place branding: a tale of sharing assets and narratives. Journal of Place Branding and Public Diplomacy 7: 117-126. Van Assche, K. & F. Costaglioli, 2012. Silent places, silent plans: Silent signification and the study of place transformation. Planning Theory, 11: 128-147. Wrzesniewski, A. & J. Dutton, 2001. Crafting a job: Revisioning employees as active crafters of their work. Academy of Management Review: 179-201. 74 Landschap 30(2)