Onderwerp: Verordening Leerlingenvervoer Invullen door Raadsgriffie RV-nummer: 16/36 Beleidsveld: Onderwijs Datum: 2 juni 2016 Portefeuillehouder: M. Olij Procedure: cie 20 juni - raad 4 Contactpersoon: R. Hommes juli Afdeling/team: BR / Beleid en Regie Telefoon: 075 651 21 00 E-mailadres: roelie.hommes@over-gemeenten.nl Samenvatting De verordening leerlingenvervoer dient door de invoering van de Wet Passend onderwijs te worden aangepast. Beoogd doel van de aanpassing: - Voldoen aan de wettelijke vereisten. - Aansluiting bij de Wet Passend onderwijs in terminologie. - Vereenvoudiging van de leesbaarheid. - Het kunnen leveren van meer maatwerk in de regeling. 1. Het voorstel in het kort Voorgesteld De verordening Leerlingenvervoer 2016 vast te stellen. De noodzakelijke wettelijke wijzigingen zijn: 1. Er dient rekening te worden gehouden met redelijkerwijs te vragen inzet van ouders (art 12, eerste lid onder c). 2. Leerlingen die voortgezet speciaal onderwijs volgen kunnen slechts aanspraak maken op een vervoersvoorziening als zij wegens hun handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel wegens hun handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken (artikel 18). NB: Omdat dit is bepaald in bovenliggende wetgeving, wordt momenteel op deze wijze de aanvraag beoordeeld. Daarnaast is in de verordening een nieuwe bepaling opgenomen die afwijkt van onze eigen verordening. Dit is geen wettelijke verplichting maar wordt wel geadviseerd. Deze bepaling is: 3. Het mogelijk maken om een eigen bijdrage te vragen voor kinderen die naar basisonderwijs gaan in het kader van de Wet op het primair onderwijs (WPO), waarvan de afstand groter is dan 20 kilometer (artikel 16). Dit is niet mogelijk voor kinderen die naar speciaal onderwijs gaan (dus vanwege beperking of handicap). Tot slot adviseren wij, op basis van onderzoek bij collega gemeenten, om onderstaande bepaling op te nemen in de vorm van het toevoegen van artikel 14. Hiermee wordt: 4. De mogelijkheid wordt geboden om naar een vervoerskostenvergoeding, ook andere passende voorzieningen te vertrekken, zoals bijvoorbeeld een driewielfiets of een fiets met trapondersteuning. 1
Bovenstaande voorstelde wijzigingen (punt 1 tot en met 4) worden nader toegelicht (zie nadere toelichting wijzigingen). Om invulling te geven aan de wijzigingen, wordt geadviseerd de modelverordening van de VNG te volgen. De nieuwe modelverordening (onze huidige is hierop ook grotendeels gebaseerd) wijkt, naast de genoemde punten hierboven, op de volgende punten af van onze huidige verordening. Deze wijzigingen zijn: - Aansluiting bij de Wet Passend Onderwijs in terminologie. - In plaats van de oude indeling (die de oude 3 wetten volgde) kan er een nieuwe indeling naar passend onderwijs worden gevolgd: alleen ingedeeld naar primair en voortgezet onderwijs (ipv naar gehandicapt, niet gehandicapt, levensbeschouwing en dan primair en voortgezet). Dit maakt de verordening beter leesbaar. Het gaat dus vooral om een technische aanpassing van de verordening. Het aanpassen van de huidige verordening bleek echter, doordat de terminologie afwijkt en er een nieuwe indeling is gekozen, geen reële optie. Het maakt het eveneens complex om aan te geven wat de verschillen precies zijn. De technische aanpassingen, met ter verduidelijking het toevoegen van artikel 14, maken het beter mogelijk om meer maatwerk in de voorziening aan te brengen. Daarmee wordt in zijn totaliteit de volgende doelen beoogd met de aanpassing. Aansluiting bij de Wet Passend onderwijs in terminologie. Vereenvoudiging van de leesbaarheid. Het kunnen leveren van meer maatwerk in de regeling (zie ook toelichting ad 4) waarbij kan worden gedacht aan: Er kan meer worden gekeken naar de gezinssituatie en een integrale benadering Het beter kunnen stimuleren van de eigen verantwoordelijk van ouder(s) / verzorger(s). Het beter kunnen stimuleren van de zelfredzaamheid van kinderen. Mogelijkheden tot harmoniseren met andere vervoerstaken van de gemeente (bijvoorbeeld het zorgvervoer naar een BSO locatie na schooltijd). Om bovenstaande doelen (beter) te realiseren, wordt voorgesteld beleidsregels op te stellen, die de bepalingen in de verordening daaromtrent nader uitwerken en deze door het college te laten vaststellen. Andere voordelen van de wijzigingen Wet passend onderwijs: Er kan via het OOGO (op overeenstemming gericht overleg) meer invloed uitgeoefend worden op de wijze waarop het onderwijs wordt georganiseerd ten aanzien van de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Dit maakt het mogelijk om in samenwerking met scholen afspraken te maken over het bieden van onderwijs naar behoefte van de gemeente (bijvoorbeeld door bij toename van kinderen met een bepaald type leerbehoefte, dichterbij passend onderwijs te organiseren). Door aansluiting in terminologie in de verordening, zijn deze mogelijkheden makkelijker realiseerbaar. 2
Toelichting op de wijzigingen: Ad 1: Rekening houden met redelijkerwijs te vragen inzet van ouders. Dit is een nieuwe bepaling die in de bestaande modelverordening niet voorkwam (bedoelt wordt tijd, en niet een financiële bijdrage). Daar waar gemeenten voorheen alleen hoefden te kijken naar reistijden, introduceert de verordening nu een lastig uit te voeren criterium. Want wat is een redelijke inzet? Uit de eerste jurisprudentie blijkt dat het bijvoorbeeld als redelijk wordt gezien dat ouders hun kind 3 uur per dag begeleiden (2 x 1,5 uur (heen en terug / halen en brengen)), wat neerkomt op een reistijd voor de ouder van 6 uur per dag. We stellen u voor om dit punt door het college verder te laten uitwerken in beleidsregels, waarbij aspecten als integraliteit, het betrekken van het netwerk en eventuele voorliggende voorzieningen worden meegenomen. Ad 2: Leerlingen die op het voortgezet speciaal onderwijs zitten en zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen reizen hebben wettelijk gezien geen recht meer op een vergoeding vanuit het leerlingenvervoer Het onderscheid in de nieuwe verordening tussen onderwijs in het kader van de WEC en voortgezet onderwijs is weggevallen. De handicap is immers leidend en niet langer het type school. Artikel 18 gaat derhalve alleen in op de bekostiging wanneer er sprake is van een handicap en verwijst naar artikel 17, waar beide vormen van onderwijs zijn ondergebracht (deze waren voorheen uitgesplitst). Ad 3: invoeren van hogere eigen bijdrage voor ouders waarvan de kinderen verder dan 20 kilometer basis onderwijs volgen in het kader van de WPO (wet primair onderwijs). Dit is eveneens een nieuwe bepaling. Het geeft de gemeente de mogelijkheid om aan ouders, die vanuit de geloofsovertuiging van hun kinderen een beroep doen op het leerlingenvervoer, een eigen bijdrage te vragen wanneer de school van hun keuze verder dan 20 kilometer is. Deze is in de nu voorliggende verordening meegenomen. Ouders die dit betreft zullen per brief op de hoogte worden gesteld. Er wordt geadviseerd een overgangsbepaling te hanteren van c.a. een half jaar. Dat wil zeggen dat wij voorstellen per 1 januari 2017 de eigen bijdrage in te voeren. Ad 4: bekostiging passende voorziening, artikel 14 De huidige regeling is vrij procedureel. Je hebt recht op een vervoersvoorziening of niet en er wordt naar weinig andere mogelijkheden gekeken dan het vergoeden van vervoerskosten of het inzetten van aangepast vervoer. Met het toevoegen van dit artikel wordt het voor de gemeente mogelijk om buiten de kaders naar oplossingen te zoeken. Denk bijvoorbeeld aan het helpen van het halen van een rijbewijs, dit zou ook andere zorgvragen kunnen oplossen. De De Verordening leerlingenvervoer Oostzaan 2016 vast te stellen. Het college opdracht te geven tot het opstellen van nadere beleidsregels De ouders te informeren aan wie een eigen bijdrage zal worden gevraagd per 2016. Beleidskader Artikelen 4 van: 3
- Wet op primair onderwijs (WPO) - Wet op de expertice centra (WEC) - Wet op de voorgezet onderwijs (WVO) 2. Aanleiding/probleem en doel Aanleiding Invoering van de Wet Passend onderwijs. Probleem Hoewel bovenliggende wetgeving bepalend is bij het toekennen van de voorziening, dient de verordening te worden aangepast zodat deze voldoet aan de wettelijke vereisten. Doel/resultaat Een nieuw vast te stellen verordening leerlingenvervoer. 3. Toelichting Uitvoering/realisatie De uitvoering wordt gedaan door JCS Advies. De aanpassing heeft geen invloed op de afspraken die zijn gemaakt. Alternatieven Overwogen is om de huidige verordening aan te passen, hiervoor is niet gekozen omdat wijzigingen door de huidige verordening heen allerlei (technische) aanpassingen vergt en het vrij complex om vervolgens nog een eenduidig en kloppend geheel er van te maken. Financiële middelen Er zijn geen extra financiële middelen gemoeid met de aanpassing. Betrokkenen JSC advies (uitvoerder van leerlingenvervoer) Juridische zaken Afdelingshoofd Collega beleidsambtenaren (ook buiten eigen gemeente). Communicatie De nieuwe verordening zal worden gepubliceerd www.decentrale.regelgeving.overheid.nl. Het heeft verder geen (directe) invloed op de kinderen (ouders / verzorgers) die gebruik maken van de regeling, met uitzondering van de eigen bijdrage die vanaf schooljaar 2017 zal worden gevraagd. De betreffende ouders zullen hiervan per brief op de hoogte worden gesteld. Bijlagen Verordening leerlingenvervoer 2016 4
Het college van burgemeester en wethouders van Oostzaan, de gemeentesecretaris, de burgemeester, A. van den Assem R. Meerhof 5
Onderwerp RV-nummer: 16/36 Verordening Leerlingenvervoer Datum: 2 juni 2016 Procedure: cie 20 juni - raad 4 juli De raad van de gemeente Oostzaan gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.: 24 mei 2016 Besluit: De Verordening leerlingenvervoer Oostzaan 2016 vast te stellen. Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Oostzaan, gehouden op 04 juli 2016 de griffier, de voorzitter, E.H.M. Ouwehand-Brussel R. Meerhof 6