TECHLAB IN DE KLAS WERKBLAD: GROEP 7/8 DE GESCHIEDENIS VAN DE TREIN NAAM: GROEP:
OPDRACHT 1: MINDMAP MAKEN A. Waar denk jij aan bij de begrippen treinen en techniek? Schrijf de belangrijkste woorden op en maak hier een Mindmap van. Je kunt het op papier tekenen maar je kunt je Mindmap ook online maken. Gebruik dan een van de volgende online tools: www.bubbl.us www.mindmup.com www.mindmeister.com/nl TREINEN EN TECHNIEK 2
OPDRACHT 2: VAN STOOMTREIN TOT HYPERLOOP A. Bekijk het filmpje op internet: www.schooltv.nl/video/op-stoom-de-stoommachine-en-de-stoomtrein/ B. In 1765 werd de eerste stoommachine uitgevonden in Engeland. Waarom is die uitvinding zo belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de eerste locomotief? C. Hier zie je een afbeelding van een ouderwetse stoomtrein. In veel schilderijen uit de 19 e eeuw staan stoomtreinen afgebeeld. Waarom spraken ze toen zo tot de verbeelding? 3
D. Zou jij wel eens in een stoomtrein willen rijden of heb je het zelfs wel eens gedaan? Ja Nee Waarom? E. In 1839 werd de eerste spoorlijn van Nederland geopend tussen Haarlem en Amsterdam. Stel je voor dat jij toen als een van de eerste mensen een ritje maakte. Schrijf een brief aan je familie waarin je beschrijft hoe dat was. Hoe voelde het? Wat hoorde je allemaal? En hoe rook het om je heen? Gebruik je fantasie! Schrijf je brief in je werkschrift of gebruik echt briefpapier! 4
OPDRACHT 3: SNEL EN MAKKELIJK VAN A NAAR B Elk voertuig heeft zo z n voor- en nadelen. Een vliegtuig gaat heel snel, maar is slecht voor het milieu. Met een auto kun je vertrekken en stoppen wanneer je wilt, maar je hebt er wel een weg voor nodig. En vaak zijn er teveel auto s op één plek en sta je in de file. A. Waar moet je als treinbouwer allemaal aan denken? Een trein kan niet zomaar over de grond rijden. Bedenk vier voorbeelden van dingen die je nodig hebt om een trein te laten rijden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. B. Maak een tijdlijn waarop je de hieronder genoemde vervoersmiddelen in de juiste volgorde door de tijd heen opschrijft. Je mag aanvullende informatie opzoeken op internet. Elektrische trein Auto Trekschuit Tram Paardentram Dieseltrein Stoomlocomotief Bus Koets Magneetzweeftrein Hogesnelheidstrein Trein van de toekomst 5
OPDRACHT 4: ENERGIEBRONNEN Bekijk het introductiefilmpje in de lesmodule bij Les 1. A. Treinen kunnen op verschillende energiebronnen of brandstoffen rijden. Welke drie werden er in het filmpje genoemd? 1. 2. 3. B. Waarom zijn we andere typen brandstof gaan gebruiken door de jaren heen? Overleg met je groepje en zet de voor- en nadelen op de juiste plek in de tabel. Geen bovenleiding nodig Ruim beschikbaar Heel veel kolen stoken Water nodig Duurzaam Gevaarlijk Goedkoper Je wordt er vies van Ruikt niet lekker Gaat hard Slecht voor milieu Onderweg bijtanken Schone energie Geen geur Bovenleiding nodig BRANDSTOF 1 BRANDSTOF 2 BRANDSTOF 3 VOORDELEN NADELEN 6
OPDRACHT 5: PUZZEL Vul de kruiswoordpuzzel in. Als je het goed hebt gedaan, dan kun je met de letters in de vetgedrukte vakjes een woord maken. Je moet ze nog wel in de goede volgorde zetten. Tip: bekijk de klikplaat in de lesmodule Techlab in de klas voor meer informatie of zoek op internet! 1 2 3 4 5 VERTICAAL 1: Hete damp die vroeger treinen in beweging zette 2: Systeem om de treinen in beweging te zetten 5: Opstaande rand op treinwiel 6 7 HORIZONTAAL 3: Toekomsttrein die door een buis rijdt 4: Grind dat er voor zorgt dat de rails op zijn plek blijft 6: Afstand die de trein nog aflegt nadat de machinist heeft geremd 7: Twee ijzeren staven waar de trein overheen rijdt OPLOSSING 7