Rapport Gemeentelijke Ombudsman Het binnentreden van een woning Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum 4 april 2007 RA0713268 Samenvatting Verzoeker huurt een woning en ontvangt een brief van het stadsdeel dat men een bezoek aan zijn woning gebracht heeft om deze op hotelgebruik te controleren. Omdat er niemand aanwezig was zal op korte termijn een nieuwe controle plaats vinden. Indien dan wederom niemand aanwezig is zal op last van de burgemeester met een machtiging tot binnentreden toegang verschaft worden tot de woning. Verzoeker laat weten niet te willen dat men zijn appartement betreedt maar toch komen controleurs van het stadsdeel langs. Verzoeker is niet thuis en de verhuurder verschaft de controleurs toegang tot verzoekers woning. De controleurs legitimeren zich niet aan de verhuurder en er wordt ook geen machtiging tot binnentreden getoond. Het stadsdeel stelt dat verzoekers woning niet op grond van een machtiging maar met toestemming van de verhuurder betreden is. Toestemming om een woning te betreden kan echter slechts door de bewoner van een woning gegeven worden. De verhuurder heeft, zonder toestemming van de huurder, geen zelfstandige bevoegdheid om een woning te betreden. Doet hij dit wel dan zal er doorgaans van een schending van het huisrecht, in het bijzonder van huisvredebreuk, sprake zijn. De controleurs van het stadsdeel behoren dit, gezien hun functie, te weten en hier ook naar te handelen. Zij hadden zich dan ook geen toegang mogen laten verschaffen door de verhuurder, ook niet indien deze dit vrijwillig zou aanbieden. De verhuurder geeft overigens aan niet vrijwillig maar onder druk van het stadsdeel toegang tot de woning verschaft te hebben. Nu de woning niet op grond van een machtiging en zonder verzoekers toestemming door medewerkers van het stadsdeel binnen getreden is heeft het stadsdeel in strijd met het huisrecht, en daarmee onbehoorlijk, gehandeld. Oordeel De onderzochte gedraging is onbehoorlijk.
Aantal pagina s : 2/5 Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 24 mei 2006 schriftelijk ingediend en betreft de Gemeente Amsterdam, stadsdeel Centrum. Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: het binnentreden van een woning. Bevindingen achtergrond verzoek Verzoeker huurt een woning. Op 12 april 2006 ontvangt verzoeker een brief van het stadsdeel dat er een bezoek aan zijn woning gebracht is om het gebruik hiervan te controleren. Er was niemand aanwezig en op korte termijn zal een nieuwe controle plaats vinden. Indien wederom niemand aanwezig is zal op last van de burgemeester met machtiging tot binnentreden toegang verschaft worden tot de woning. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de diensten van een slotenmaker. Op 25 april laat verzoeker weten niet te willen dat men zijn appartement betreedt. Op 28 april bericht het stadsdeel schriftelijk dat een bezoek slechts tot doel heeft te controleren of de woning conform de voorschriften gebruikt wordt. Dezelfde dag (28 april) komen controleurs van het stadsdeel langs. Verzoeker is niet thuis en de deur wordt geopend door de verhuurder. De controleurs legitimeren zich niet en er wordt geen machtiging tot binnentreden getoond. Verzoeker dient op 29 april een klacht in over de gang van zaken. Op 21 mei herhaalt verzoeker zijn klacht. Tevens wendt hij zich tot de ombudsman. Op 20 juni reageert het stadsdeel op de klacht waarbij gesteld wordt dat verzoekers woning met toestemming van de verhuurder betreden is. reactie van stadsdeel Centrum Op 23 maart 2006 is de verhuurder van het pand schriftelijk op de hoogte gebracht van het feit dat uit onderzoek gebleken is dat het pand (gedeeltelijk) in gebruik is als hotel. Daarbij is aangegeven dat het gebruik als hotel direct gestaakt moet worden. De verhuurder wordt de mogelijkheid geboden een zienswijze in te dienen. Op 9 april 2006 meldt de verhuurder dat er geen sprake is van een hotel maar dat uitsluitend huurcontracten worden afgesloten voor periodes van minimaal zes maanden. Op 12 april 2006 bezoeken drie inspecteurs van het stadsdeel het pand. Aangezien geen van de bewoners aanwezig is worden brieven voor hen achtergelaten waarin staat uitgelegd dat het stadsdeel de woningen wil controleren op illegaal gebruik. Op 25 april 2006 neemt de verhuurder contact op met het stadsdeel. Tevens stuurt hij een fax. In zowel het gesprek als in de fax geeft de verhuurder aan dat hij bij een eventuele controle van het stadsdeel aanwezig wil zijn. Ook geeft hij in zijn fax aan dat hij met de huurders is overeengekomen dat zij bereid zijn een van de medewerkers van het stadsdeel, via de verhuurder, toegang te verschaffen tot hun woningen. Op 27 april 2006 ontvangt het stadsdeel een brief van de verhuurder waarin hij aangeeft de afspraken zoals die op 25 april gemaakt zijn te willen veranderen. Hij geeft aan op ruimere termijn dan afgesproken op de hoogte te willen worden gebracht van de geplande bezoeken. Hij geeft niet aan dat de huurders de toestemming intrekken dat het stadsdeel, via de verhuurder, de gehuurde woningen kan onderzoeken. Op 27 april ontvangt het stadsdeel tevens een brief van verzoeker waarin hij aangeeft bezwaar te maken tegen een bezoek van de medewerkers van het stadsdeel aan zijn woning.
Aantal pagina s : 3/5 Op 28 april is na een afspraak met de verhuurder dezelfde dag een bezoek gebracht aan het pand. Twee inspecteurs zijn naar het pand gegaan met een machtiging tot binnentreden en legitimatie. Ter plaatse aangekomen moesten de inspecteurs zich, zoals afgesproken, melden bij de verhuurder op de begane grond. De verhuurder is met hen meegelopen en gaf aan dat één inspecteur naar binnen mocht. Deze zou geen foto s maken. Omdat voorafgaande aan het bezoek een fax van verzoeker ontvangen was zou zijn woning niet bezocht worden op grond van de machtiging tot binnentreden. Wel heeft het stadsdeel enige druk uitgeoefend op de verhuurder om de inspecteurs vrijwillig toegang tot verzoekers woning te verschaffen. Aangezien de controle zich richtte op het constateren of er sprake was van een illegaal hotel is verzoekers brief niet meegenomen in de overweging al dan niet de woning te bezoeken. De controleurs hebben zich niet gelegitimeerd met behulp van hun pas. Een paar uur voor het bezoek is door een medewerker van het stadsdeel een afspraak gemaakt voor het bezoek. Gezien de korte tijdsspanne tussen het maken van de afspraak en het bezoek en het feit dat niet om een legitimatie gevraagd is hebben de inspecteurs zich niet officieel gelegitimeerd. De inspecteurs hebben geen gebruik gemaakt van de wel aanwezige machtiging tot binnentreden. Na overleg met de verhuurder is de toegang tot het pand op vrijwillige basis verkregen. Aangezien er geen binnentreden heeft plaats gevonden op grond van een machtiging hiertoe, maar op vrijwillige basis toegang is verkregen heeft het stadsdeel geen noodzaak gezien om binnen vier dagen een verslag te sturen. De wettelijke grondslag is hiervoor niet aanwezig. Voor de controle van het gebruik van het pand is verzoeker geen directe partij. Het stadsdeel had voorafgaand aan het bezoek sterke aanwijzingen dat hier sprake was van een illegaal hotel. Het tegengaan van illegale hotels in het stadsdeel heeft prioriteit in de handhaving van de bestemming van gebouwen. Illegale hotels worden projectmatig aangepakt met een actie aan het begin van het hotelseizoen. Ook in deze zaak vloeide de controle voort uit de projectmatige aanpak. Er is een korte kennisgevingtermijn om te voorkomen dat de te constateren overtredingen tijdelijk afwezig zijn. Voor zowel het bezoek op 12 april 2006 als op 28 april 2006 waren de inspecteurs in het bezit van machtiging op naam tot het binnentreden in een woning. reactie van de verhuurder De verhuurder stelt dat hij slechts toegang heeft verleend omdat het stadsdeel schriftelijk en mondeling heeft laten weten dat anders door middel van een slotenmaker toegang zou worden verschaft. Hij voelde zich onder druk gezet en heeft daarom, mede om schade te voorkomen, de deur van verzoekers woning geopend. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker, de verhuurder en naar het stadsdeel gestuurd teneinde een nadere reactie mogelijk te maken. Verzoeker, de verhuurder en het stadsdeel hebben gereageerd. Voor zover relevant zijn de reacties verwerkt in het verslag van bevindingen.
Aantal pagina s : 4/5 Regelgeving Algemene wet op het binnentreden Artikel 1 lid 1 Degene die bij of krachtens de wet belast is met de opsporing van strafbare feiten of enig ander onderzoek, met de uitvoering van een wettelijk voorschrift of met het toezicht op de naleving daarvan, dan wel een bevoegdheid tot vrijheidsbeneming uitoefent, en uit dien hoofde in een woning binnentreedt, is verplicht zich voorafgaand te legitimeren en mededeling te doen van het doel van het binnentreden. Indien twee of meer personen voor hetzelfde doel in een woning binnentreden, rusten deze verplichtingen slechts op degene die bij het binnentreden de leiding heeft. Artikel 2 lid 1 en 3 1. Voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is een schriftelijke machtiging vereist, tenzij en voor zover bij wet aan rechters, rechterlijke colleges, leden van het openbaar ministerie, burgemeesters, gerechtsdeurwaarders en belastingdeurwarders de bevoegdheid is toegekend tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. De machtiging wordt zo mogelijk getoond. 3. Een schriftelijke machtiging als bedoeld in het eerste lid is niet vereist, indien ter voorkoming of bestrijding van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen of goederen terstond in de woning moet worden binnengetreden. Wetboek van Strafrecht Artikel 138 lid 1 Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie. Behoorlijkheidsvereisten De ombudsman toetst de gedragingen en handelingen van gemeentelijke instanties aan de behoorlijkheidsvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan een van grondrechten, te weten het huisrecht. Overwegingen Het huisrecht beschermt de persoonlijke levenssfeer van de bewoners van een huis of appartement. Een woning mag slechts binnengetreden worden met de toestemming van de bewoner. Toestemming door een ander dan de bewoner volstaat niet. Het binnentreden van een woning tegen de wil van de bewoner is alleen toegestaan in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald. De Algemene wet op het binnentreden regelt de voorwaarden waaronder een woning zonder toestemming van de bewoner door overheidsdienaren betreden mag worden.
Aantal pagina s : 5/5 In het algemeen is hier een machtiging voor vereist. Slechts indien er sprake is van een (dreigend) ernstig gevaar voor de veiligheid van personen of goederen mag zonder toestemming van de bewoner of een wettelijke machtiging de woning worden binnengetreden. Vast staat dat verzoeker geen toestemming heeft gegeven de woning te betreden en dat er geen sprake was van (dreigend) ernstig gevaar. De redenering van het stadsdeel dat de verhuurder vrijwillig toegang verschaft heeft tot de woning en er dus niet op grond van de machtiging hoefde te worden binnengetreden kan de ombudsman niet volgen. De toestemming om een woning te betreden kan immers slechts door de bewoner van een woning gegeven worden. De verhuurder heeft, zonder toestemming van de huurder, geen zelfstandige bevoegdheid om een woning te betreden. Doet hij dit wel dan zal er doorgaans van een schending van het huisrecht, in het bijzonder van huisvredebreuk, sprake zijn. De controleurs van het stadsdeel behoren dit, gezien hun functie, te weten en hier ook naar te handelen. Zij hadden zich dan ook geen toegang mogen laten verschaffen door de verhuurder, ook niet indien deze dit vrijwillig zou aanbieden. De verhuurder geeft overigens aan dat het toegang verschaffen tot de woning niet vrijwillig maar onder dwang van het stadsdeel gebeurd is. Nu de woning verder niet op grond van een machtiging en zonder verzoekers toestemming door controleurs van het stadsdeel binnen getreden is heeft het stadsdeel in strijd met het huisrecht, en daarmee onbehoorlijk, gehandeld. Oordeel De onderzochte gedraging is onbehoorlijk