Onderzoek tot plan-mer-plicht (ontheffingsaanvraag) RUP ESENWEG



Vergelijkbare documenten
Onderzoek tot plan-mer-plicht (screening) RUP Zannekinlaan(bis)

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

RUP Esenweg. PlanID nr. : RUP_32003_214_00008_00001

Stad Roeselare gedeeltelijke herziening BPA Kazand-West Verzoek tot raadpleging

Stad Tielt Verzoek tot raadpleging

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP WAR 04 Sint-Eloois-vijve Molenstraat

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

afbakening zeehavengebied Antwerpen

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RUP Bavikhove Dorp West. Publieke raadpleging tem Informatievergadering

Project-m.e.r.-screening

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Project-m.e.r.-screening

Screening milieueffecten van het PRUP Hof Ter Molleken Gemeente Gooik Februari 2009

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Verkaveling Het Leeg - Rietbeemden - Advies Aquafin -

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota

RUP Moleneiland. Publieke raadpleging tem Informatievergadering en mini-workshop

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeente WEVELGEM: RUP 3-1 Menenstraat-Noord

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website: SCHOOT

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

RUP Eiland. Publieke raadpleging tem Informatiemarkt

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Stad Diksmuide. verzoek tot raadpleging. west-vlaamse intercommunale baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050)

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

afbakening zeehavengebied Antwerpen

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015

gemeentegrens grens RUP Antropogeen Nat zand Vochtig zand Droog zand Nat zandleem Vochtig zandleem Droge zandleem RUP Olieberg Bodemkaart Kaart x

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

BETREFT: plan MER screening

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

PUBLICITEITSVERORDENING PLAN-MER-SCREENING

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (plan-mer screening)

Provincieraadsbesluit

Onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (Plan MER screening) juli 2009 aangepaste versie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 september 2016

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38:

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Provincieraadsbesluit

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 december 2016

Workshop C Van advies naar waterparagraaf

Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840)

RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE

-! _--,24. *'ìlìyl?"ilffi:.î. \ Zitting deputatie, 22/05/2014. Ruimtelijke Planning zciîtt

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN

GEMEENTE KORTENBERG DEEL II: GRAFISCH LUIK. Provincie Vlaams Brabant Arrondissement Leuven Gemeente Kortenberg RUP VIERHUIZEN RU KOG 2008/056

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Waregem 13-1 Oud Containerpark

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 juli 2016

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

Ontwerp startbeslissing signaalgebied IMMERZEELDREEF AALST

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 december 2014

college van burgemeester en schepenen Zitting van 15 januari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 11 december 2015

R.U.P. GROOT-MOLENVELD HERZIENING B.P.A. n 46

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 december 2011

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

College van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 januari 2016

RUP LOKAAL BEDRIJVENTERREIN RUMMEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 7 februari 2014

Toetsing aandachtsgebied MOERBEKE (GERAARDSBERGEN) (betrokken signaalgebieden: DEN_WC_012; DEN_WC_236, DEN_PW_004 en DEN_PW_184)

Screening milieueffecten van het PRUP Stock Americain Gemeente Diksmuide Januari 2009

college van burgemeester en schepenen Zitting van 18 maart 2016

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie

Zulte. Voorontwerp RUP Herziening RUP Woonzone Klooster Machelen. Verzoek tot raadpleging. Gent

college van burgemeester en schepenen Zitting van 6 februari 2015

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

Onderzoek naar milieueffectrapportage. Gemeentelijk RUP voorzieningenconcentratie Testelt Scherpenheuvel-Zichem. Aanvullende nota

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR

Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan?

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 september 2016

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE

Onderzoek tot milieueffectrapportage voor het RUP Carrosserie Lauwers

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

Zelzate. Voorontwerp GRUP Wittouck. Verzoek tot raadpleging. Gent,

Transcriptie:

GEOMEX bvba Kapelleriestraat 3 8840 Staden Tel. 051 70 25 75 Fax 051 70 50 55 e-mail: info@geomex.be Onderzoek tot plan-mer-plicht (ontheffingsaanvraag) RUP ESENWEG

Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer Initiatiefnemer Gemeente Diksmuide Heernisse 6 8600 DIKSMUIDE Contactpersoon: Peter Vandamme Stedenbouwkundig ambtenaar peter.vandamme@stad.diksmuide.be Opdrachthouder GEOMEX bvba Kapelleriestraat 3 8840 STADEN 1 Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan Bij gemeenteraadsbeslissing van 31 mei 2010 werd het opstellen van onderhavig RUP Esenweg goedgekeurd. GEOMEX bvba werd op 4 mei 2010 door het College van Burgemeester en Schepenen aangesteld als ontwerper van eerstgenoemd RUP. 1.1 Voorgeschiedenis Momenteel valt het plangebied binnen volgende uitvoeringsplannen: - Gewestplan Diksmuide-Torhout (KB 05.02.1979) - BPA Tuinwijk, wijziging C (MB 29.04.2005) Contactpersoon: Sabien Tyberghien sabien.tyberghien@geomex.be

Doelstellingen en motivering Op 31 mei 2010 gaf de gemeenteraad van Diksmuide gunstig advies met betrekking tot het ontwerp RUP Esenweg. Dit RUP heeft een tweeledig doel. Enerzijds wenst dit RUP de mogelijkheid te scheppen om een restant woonuitbreidingsgebied aan te snijden en anderzijds is het doel om een projectzone te creëren op de site van de voormalige rijkswacht. Het aansnijden van het restant woonuitbreidingsgebied zou ervoor zorgen dat de betrokken immobiliënmaatschappij, die mee aan de oorsprong van voorliggend RUP ligt, maximaal 35 woningen zou kunnen realiseren. Voor deze aansnijding zal ook 2.200 m² bestaande tuinen, momenteel in privé-eigendom, worden aangewend voor de bebouwing en het creëren van nieuwe tuinen. Situering van het plangebied Het plangebied situeert zich tussen de Esenweg (N35), de Rijkswachtstraat en de Graanstraat, binnen het klein stedelijk gebied Diksmuide, ten oosten van de dorpskern van Diksmuide. Vier blokken kunnen onderscheiden worden binnen het plangebied. Een eerste blok (1) situeert zich op de voormalige site van de rijkswacht in de Rijkswachtstraat. Aan het uiteinde van de Gerststraat en de Haverstraat situeert zich een tweede blok (2). Een kleiner derde blok (3) bevindt zich aan de Roggestraat. Het vierde blok (4) kan ten slotte worden gesitueerd ten noorden van de Lijnzaadstraat en de Koolzaadstraat. De projectzone op de site van de voormalige rijkswacht zou zorgen voor de nodige inbreidingsmogelijkheden. Doel hiervan is een zone voor aaneengesloten bebouwing te creëren waarbij via de voorschriften een totaalconcept wordt opgelegd waarbij de mogelijkheid wordt gelaten om eventueel nieuwe wegenis, woningen achterin, enz. te voorzien. Binnen dit project worden maximaal 12 woningen voorzien. Ook hier worden privé-tuinen, 11.500 m², aangewend voor de realisatie. De motivering voor het opstellen van bovenvermeld RUP is driedelig. Ten eerste wenst de gemeente Diksmuide de aan het RUP onderworpen gronden, die perfect voor bebouwing in aanmerking komen, te benutten om zo het aanbod van betaalbare bouwgrond binnen haar gemeente te verhogen. Op die manier wordt een tegengewicht gecreëerd aan de projectontwikkelaars die alle beschikbare bouwgronden opkopen en terug verkopen tegen (te) hoge prijzen. Aanduiding kader plangebied Ten tweede wenst laatstgenoemde gemeente zo weinig mogelijk afbreuk te doen aan open ruimten door prioritair inbreidingsgerichte gebieden aan te snijden. Tot slot wordt door dit RUP de nodige inbreidingsmogelijkheden gegeven aan de vroegere site van de rijkswacht. Aanduiding blokken plangebied

1.2 Redelijke alternatieven en nulalternatief 2 Toetsing aan de m.e.r.-plicht Zoals reeds aangegeven wenst de gemeente Diksmuide een alternatief te bieden voor het monopolie dat bepaalde projectontwikkelaars wensen te creëren binnen haar gemeente door stelselmatig alle beschikbare bouwgronden op te kopen en aan een (te) hoge prijs opnieuw te verkopen. Een nulalternatief zou deze strategie volledig teniet doen en is aldus geen optie. Andere alternatieven zijn niet wenselijk omwille van twee redenen. Enerzijds is er het feit dat de in voorliggend RUP betrokken gronden restgronden zijn die zich situeren tussen de bebouwing van de Esenweg en de reeds ontwikkelde woonuitbreidingsgebieden die gelegen zijn binnen het BPA Rijkswachtstraat noordoost. Om zoveel mogelijk open ruimte te vrijwaren is de gemeente Diksmuide van oordeel dat dergelijke ingesloten ruimtes met inbreidingskarakter prioritair moeten worden aangesproken voor het vestigen van woningen. Anderzijds heeft het kerngebied ook een kernversterkend karakter door haar ligging nabij het centrum van de gemeente. Schematisch overzicht: toetsing aan de m.e.r.-plicht Het voorliggend plan valt, conform criterium 1, onder de definitie van plan of programma zoals bepaald in artikel 4.1.1, 1, 4 van het Decreet algemene bepalingen milieubeleid. Het gaat immers om een plan of programma dat enerzijds door een instantie op regionaal, provinciaal of lokaal niveau wordt opgesteld en/of vastgesteld of door een instantie wordt opgesteld om middels een wetgevingsprocedure door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering te worden vastgesteld en anderzijds op grond van decretale of van bestuursrechtelijke bepalingen is voorgeschreven. Bovendien valt dit plan ook onder het toepassingsgebied zoals bepaald in artikel 4.2.1 van datzelfde decreet.

Wat betreft het derde criterium dient nagegaan of het voorliggend plan, conform artikel 4.2.3, 2 van het Decreet algemene bepalingen milieubeleid, van rechtswege MERplichtig is. Artikel 4.2.3, 3 van het Decreet algemene bepalingen milieubeleid luidt hierover als volgt: Voor een plan of programma, dat overeenkomstig artikel 4.2.1, eerste lid, onder het toepassingsgebied van dit hoofdstuk valt, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-mer worden opgemaakt voor zover de initiatiefnemer aan de hand van de criteria die worden omschreven in bijlage I, die bij dit decreet is gevoegd, aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben. [ ] Rekening houdend met het bovenstaande is het RUP niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht aangezien dit RUP slechts het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau en kleine wijzigingen inhoudt. Bovendien zal uit deze screening blijken dat het voorliggend plan, conform bijlage I van het Decreet algemene bepalingen milieubeleid, geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben. 3 Beschrijving en beoordeling van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan Conform artikel 4.2.8, 1 Decreet algemene bepalingen milieubeleid wordt hieronder een overzicht gegeven van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan op: - de gezondheid en veiligheid van de mens - de ruimtelijke ordening - de biodiversiteit - de fauna en flora - de energie- en grondstoffenvoorraden - de bodem - het water - de atmosfeer - de klimatologische factoren - het geluid - het licht - de stoffelijke goederen - het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonische en archeologisch erfgoed - het landschap - de mobiliteit - de samenhang tussen de genoemde factoren Dit overzicht wordt opgesteld aan de hand van een ingreepeffectenschema. Enkel die effecten die als significant worden aanzien, worden verder in detail onderzocht.

3.1 Ingreepeffectenschema Beschrijving ingreep in tijd en ruimte Eerst afweging ten opzichte van de effectdisciplines Ingreep Omvang Duur Gezondheid van de mens Ruimtelijke ordening Biodiversiteit, flora en fauna Energie- en grondstoffenvoorraad Bodem Water Atmosfeer en klimatologische factoren Geluid en trillingen Licht Stoffelijke goederen en cultureel erfgoed Landschap Mobiliteit Creëren projectzone op voormalige rijkswachtsite Aanwenden privétuinen 1. Bouwen maximaal 35 woningen 2. Aanleg bijhorende wegenissen 1. Voorzien inbreidingsmogelijkheid via verhoogde bouwdichtheid; maximaal 12 woningen 2. Voorzien aanleg bijkomende wegenissen Nog vast te leggen Aansnijden restant woonuitbreidingsgebied Uitvoering ingreep nog onzeker T O N N N* N* N T N N N N T O N N N* N* N T N N N N 13.700 m² permanent N N N N N* N* N N N * N N* N* N: niet significant effect N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S: (waarschijnlijk) significant effect O: positief effect T: tijdelijk effect

3.2 De gezondheid en de veiligheid van de mens 3.2.1 Referentie Hoofddoel van voorliggend RUP is het aansnijden van enkele restanten woonuitbreidingsgebied. Op die manier wenst de gemeente Diksmuide bijkomende, betaalbare woongelegenheden te creëren. 3.2.2 Beschrijving van het effect Er zijn geen noemenswaardige effecten op basis van de gezondheid en veiligheid van de mens. 3.2.3 Conclusie Het voorliggend plan heeft geen negatief effect op de gezondheid en de veiligheid van de mens. 3.3 De ruimtelijke ordening 3.3.1 Referentie Het plangebied (zie infra, nr. 1) is gelegen binnen het gewestplan Diksmuide-Torhout die het overgrote deel van het plangebied kenmerkt als woonuitbreidingsgebied. De voormalige site van de rijkswacht (zie infra, nr. 2) valt evenwel binnen de grenzen van het BPA Tuinwijk. Dit BPA overschrijft het voornoemde gewestplan en voorziet voor de oude rijkswachtsite een zone voor open en half open bebouwing voor éénsgezinswoningen. Verder grenst het plangebied in het zuiden aan het BPA Rijkswachtstraat Noord-Oost (zie infra, nr. 3) dat louter voorziet in een globale zone van (sociale) groepswoningbouw. Aanduiding plangebied op het gewestplan Diksmuide-Torhout (nr. 1) met detail van de voormalige rijkswachtsite (nr. 2) en het aangrenzend BPA Rijkswachtstraat noord-oost (nr. 3)

Het RUP Esenweg omvat binnen haar plangebied drie te onderscheiden bestemmingsgebieden. Het rode gedeelte, gesitueerd op de oude rijkswachtsite (cfr. deel 1 van het plangebied, zie supra), wordt ingekleurd als een zone voor gesloten bebouwing die via de bijhorende voorschriften zal worden benaderd als een projectzone. Nieuwe wegenis, bijkomende woningen (met een maximale dichtheid van 25 woningen per hectare of maximaal 12 woningen), enz. horen hierbij tot de mogelijkheden. Het oranje gedeelte (cfr. deel 2, 3 en 4, zie supra) kan zowel open als halfopen bebouwing omvatten en beslaat het overgrote gedeelte van het plangebied. Garage G. Vanderfaeillie (Esenweg 93) wordt in het plangebied opgenomen als een zone voor aangepaste bedrijvigheid en wordt hieronder aangeduid als een paarse zone (binnen deel 4, zie supra). 3.3.2 Beschrijving effect Gezien het plangebied omringd wordt door zones voor woningbouw en het hoofdzakelijk een restant bedraagt van een zone voor woonuitbreiding, kan het effect op de goede ruimtelijke ordening enkel als positief worden beschouwd. Door het aansnijden van dergelijke inbreidingsgerichte zones wordt er immers geen afbreuk gedaan aan open ruimten. De inkleuring zone voor aangepaste bedrijvigheid voor voornoemde garagewerkplaats omvat de aanpassing van een bestaande toestand en is dermate kleinschalig dat dit actueel, nog in de toekomst, een negatief effect kan veroorzaken op gebied van de goede ruimtelijke ordening. 3.3.3 Conclusies Het voorliggend RUP heeft geen negatieve gevolgen voor de goede ruimtelijke ordening. Aanduiding inkleuring plangebied met aanduiding van de nieuwe wegenissen (gele stippelijn)

3.4 De biodiversiteit, de fauna en de flora 3.4.1 Referentie Ten noordoosten van het plangebied bevindt zich volgens de biologische waarderingskaart een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Achter dit complex, op minstens 400 meter van het plangebied, ligt een faunistisch belangrijk gebied. Dit laatste gebied kenmerkt zich door een weilandcomplex met veel sloten en/of microreliëf en met relicten van halfnatuurlijke graslanden. Ten oosten van het plangebied bevindt zich een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen die gekenmerkt worden door onder meer een soortenarm permanent cultuurgrasland en een bomenrij met dominantie van populier (populus sp.). Verder wordt het plangebied omringd door vier gebieden die als IVON-waardig worden beschouwd. IVON-waardige gebieden krijgen evenwel slechts de kleinste wegingsfactor binnen het kader van de beleidsstatus rond natuurgebieden, zijnde 1 punt. Dit betekent dat deze gebieden met een minst bindende beleidsmatige afbakening werden belast (zone 1A). De totaalscore op gebied van beleidsstatus bedraagt aldus slechts 1 punt. Ecosysteemkwetsbaarheidskaart zone 1A Biologische waarderingskaart complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen faunistisch belangrijk gebied Binnen of rondom het plangebied bevinden zich geen zones die onderworpen zijn aan de vogelrichtlijn of die zich bevinden in de vogelatlas. Dit geldt eveneens voor de Habitatrichtlijn. Gezien het plangebied kleinschalig is en al omringd wordt door woongebied zijn er geen andere parameters waarmee dient rekening te worden gehouden voor dit onderdeel.

Tot slot is het plangebied conform de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten niet kwetsbaar op gebied van verdrogen, eutrofiëring en verzuring en slechts weinig kwetsbaar op gebied van ecotoopverlies. 3.6 De bodem 3.6.1 Referentie Conform de bodemgebruikskaart bevindt het plangebied zich in een zone voor andere bebouwing. Ten westen van het plangebied zien we het begin van de kernstadbebouwing van Diksmuide. We kunnen dus stellen dat het RUP Esenweg door haar hoofddoel het aansnijden van een restant woonuitbreidingsgebied een kernversterkende werking heeft. Samenvatting ecosysteemkwestbaarheidskaarten 3.4.2 Conclusies Rekening houdend met het onderwerp van voorliggend RUP en de hierboven aangehaalde referenties, kan besloten worden dat door de uitvoering van het RUP Esenweg geen afbreuk wordt gedaan aan de biodiversiteit, fauna en/of flora. Bodemgebruikskaart Kernstadbebouwing Andere bebouwing Akkerbouw Weiland 3.5 De energie- en grondstoffenvoorraden 3.5.1 Referentie Binnen het plangebied en in haar omgeving liggen geen ontginningsgebieden. 3.5.2 Conclusies De realisatie van het plangebied heeft geen gevolgen voor enige energie- en/of grondstoffenvoorraden.

De bodem binnen het plangebied bestaat uit een matig natte zandleembodem zonder profiel en wordt als zeer geschikt beschouwd voor akkerland. Door de beperkte oppervlakte en de omringende bebouwing is een gebruik voor woningbouw hier echter meer opportuun. Onderstaande erosiegevoeligheidskaart van DOV Vlaanderen toont aan dat er zich binnen het plangebied geen erosiegevoelige gebieden situeren. In het noorden, oosten en zuidwesten van laatstgenoemd gebied liggen evenwel een groot aantal weinig tot licht erosiegevoelige gebieden. Bodemkaart Gezien het plangebied in een ruime straal omringd wordt door bebouwing is het niet opportuun om de kwetsbaarheid van de landbouwpercelen verder toe te lichten. Kaart erosiegevoeligheid lage erosiegevoeligheid zeer lage erosiegevoeligheid Overeenkomstig de kaart bodemkundig erfgoed (bron: dov.vlaanderen.be) zijn binnen het plangebied geen waardevolle bodems aanwezig.

3.7 Het water 3.7.1 Referentie Het plangebied en haar onmiddellijke omgeving bevinden zich in het Ijzerbekken te Diksmuide en omvat conform de watertoetskaart een beperkte zone mogelijk overstromingsgevoelig. Een helling van 0,5 % tot 5 % kenmerkt datzelfde gebied. Gevoeligheidskaart voor grondverschuivingen matige gevoeligheid hoge gevoeligheid zeer hoge gevoeligheid De gevoeligheidskaart voor grondverschuivingen van DOV Vlaanderen toont aan dat zowel binnen als grenzend aan het plangebied geen noemenswaardige zones gesitueerd zijn die gevoelig zijn aan grondverschuivingen. 3.6.2 Conclusies Voorliggend RUP heeft als voornaamste gevolg dat er een dertigtal woningen worden bijgebouwd. Dit houdt een beperkte toename in van de bebouwde oppervlakte. Rekening houdend met de kleinschaligheid van deze ingreep en de bovenstaande informatie omtrent de aard en de toestand van de betrokken bodem, kan worden besloten dat voorliggen RUP geen noemenswaardig negatief effect zal hebben op de bodem. Watertoetskaart mogelijk overstromingsgevoelig Ondanks het feit dat het gebied als mogelijk overstromingsgevoelig wordt gekenmerkt, bestaat het plangebied uit een infiltratiegevoelige bodem, wat inhoudt dat hemelwater er gemakkelijk kan infiltreren. Bovendien zijn in of rondom het plangebied geen aanduidingen teruggevonden op de winterbedkaart. Het betrokken gebied omvat dus geen zone(s) waar veranderingen van bodemgebruik aanleiding kunnen geven tot een gewijzigd afvoergedrag in geval van overstroming van het gebied.

Centraal gebied Infiltratiegevoeligheidskaart Infiltratiegevoelig Niet-infiltratiegevoelig Uit de grondwatergevoeligheidskaart blijkt dat het plangebied voor een groot deel bestaat uit een combinatie van een voor grondwaterstroming zeer gevoelig gebied en een voor grondwaterstroming weinig gevoelig gebied. Desondanks vormen eventuele ondergrondse constructies zoals funderingen en kelders binnen het plangebied geen probleem, gezien deze zelden meer dan drie meter diep of vijftig meter lang zijn. Het plangebied situeert zich, met uizondering van een gedeelte van de Lijnzaad- en Koolzaadstraat, in centraal gebied. Het voorliggend RUP zal tot slot moeten voldoen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden riolering van afvalwater en hemelwater. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Weinig gevoelig voor grondwaterstromingen (type 3) Matig gevoelig voor grondwaterstromingen (type 2) Zeer gevoelig voor grondwaterstromingen (type 1)

3.7.2 Beschrijving van het effect Voorliggend RUP omvat een gebied dat infiltratiegevoelig is en slechts beschikt over een kleine hellingsgraad. Bijkomende bebouwing zal de mogelijkheid tot infiltratie beperken. De gewoonlijk gebruikte compensatievoorzieningen zullen tijdens de bouwwerken worden aangewend waardoor dit effect tot een minimum wordt beperkt. 3.7.3 Conclusies Het voorliggend RUP brengt geen aanzienlijke effecten met zich mee. 3.8 De atmosfeer en de klimatologische factoren 3.8.1 Beschrijving van het effect Tijdens het verloop van de werken kan er in zeer beperkte mate stofhinder voorkomen. Onder punt 3.13 De mobiliteit werd berekend dat het project zo n 44 autobewegingen per dag zou creëren. Voor onderstaande berekening werd evenwel een marge genomen en gerekend met een maximum van 20 bewegingen. Uit de onderstaande simulatie met CAR-Vlaanderen blijkt dat er hiervoor geen aantoonbare overschrijdingen van de grenswaarden enerzijds en ook geen aantoonbare overschrijdingen van de grenswaarden samen met de overschrijdingsmarges anderzijds moet worden verwacht voor wat betreft NO 2 en PM 10. Weergave invoer- en resultaatscherm CAR-Vlaanderen Het door het VMM ontwikkelde geoloket i.v.m. het thema lucht toont aan dat, met de informatie die op dit moment beschikbaar is, het aantal overtredingen norm PM10 daggemiddelde binnen het plangebied 17 bedraagt.

3.10 De stoffelijke goederen 3.10.1 Beschrijving van het effect Het plangebied is nog niet bebouwd. Een tiental woningen, waarvoor de nodige wegenissen reeds zijn aangelegd, zullen worden opgetrokken (zie punt 3.3.1 Referenties). Op de site van de voormalige rijkswacht (zie supra) wordt evenwel een projectzone voorzien waarbij een bebouwingsgraad tot 25 woningen/hectare mogelijk wordt. Dit maakt slechts een klein onderdeel van het plangebied uit. 3.10.2 Conclusies Geoloket Advisering RUP Thema Lucht 3.8.2 Conclusies Dit aspect brengt geen aanzienlijk effect met zich mee. 3.9 Het geluid 3.9.1 Beschrijving van het effect Gezien het RUP Esenweg hoofdzakelijk voorziet in het aansnijden van een restant woonuitbreidingsgebied kan worden verondersteld dat de uitvoering van dit RUP geen andere geluidsinvloed met zich mee zal brengen dan louter het gebruikelijke niveau dat bewoning met zich meebrengt. Op vandaag kan de geluidskwaliteit binnen het plangebied minstens als goed worden beschouwd, rekening houdende met het feit dat er in of rondom het plangebied geen industrie aanwezig is, en er eveneens geen noemenswaardige hinder is door andere factoren zoals verkeersgeluiden. 3.9.2 Conclusies Dit effect is zo kleinschalig dat niet kan worden gesproken over een significant effect. Er is geen aanzienlijk effect voor wat betreft de stoffelijke goederen. 3.11 Het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed 3.11.1 Referentie Binnen het plangebied zijn geen beschermde monumenten, landschappen of dorpsgezichten gelegen. 3.11.2 Conclusies Het voorliggend RUP brengt geen aanzienlijke effecten met zich mee. 3.12 Het landschap 3.12.1 Referentie Het plangebied en haar onmiddellijke omgeving is niet gesitueerd nabij een ankerplaats, lijn- of puntrelict of relictzone. 3.12.2 Conclusies Er zijn geen aanzienlijke effecten.

3.13 De mobiliteit 3.13.1 Referentie Op basis van het richtlijnenboek MOBER (2009), dat door het departement MOW ter beschikking wordt gesteld, werd een berekening gemaakt van de te verwachten bijkomende mobiliteit door uitvoering van onderhavig RUP. Standaardgegevens die werden gebruikt: - 47 woningen - 2,46 personen/huishouding - 369 inwoners/km² (cfr. West-Vlaanderen) - 2 verplaatsingen/persoon/dag - 0,3 bezoekers/wooneenheid/dag - 36 % vervoersbewegingen andere dan de wagen - 64 % vervoersbewegingen met de wagen - Wagenbezettingsgraad: 1 Alle vervoersbewegingen, behalve de ev. toekomstige, bijkomende vervoersbewegingen vanuit de voormalige rijkswachtsite, vinden plaats via de Graanstraat en vervolgens via de Rijkswachtstraat. Vanuit deze laatste straat kan via een makkelijke en korte route verbinding gemaakt worden met ofwel de Esenweg (N35) in het noorden ofwel de Woumenweg (N369) in het westen, zoals aangeduid op onderstaande routekaart. Er is dus duidelijk een goede ontsluiting van het toekomstig plangebied. Stroomdiagram deelstappen MOBER voor het type activiteit wonen Voor bovenvermelde berekening werd uitgegaan van de standaardwaarden die in bovenvermeld richtlijnenboek worden meegegeven. Na het doorlopen van het stroomdiagram met deze standaardwaarden, die uiteraard werden toegepast in verhouding met de gegevens van voorliggend project, blijkt dat voorliggend ontwerp zo n 69 verkeersbewegingen per dag zal creëren. Vijfentwintig verkeersbewegingen zouden plaatsvinden met het openbaar vervoer, de fiets of te voet. Vierenveertig verkeersbewegingen zouden plaatsvinden met de auto. Routekaart met aanduiding van de ontsluiting van het plangebied 3.13.2 Conclusies De geraamde 20 bijkomende autobewegingen zullen, rekening houdend met de kenmerken van de ontsluitingswegen, geen

noemenswaardige impact hebben. Er is aldus geen aanzienlijk effect. 3.14 De samenhang tussen de genoemde factoren 3.14.1 Conclusies De genoemde factoren veroorzaken in samenhang geen significant effect. 4 In voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden. 5 Conclusie Voor het voorliggend RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten verwacht; bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een plan-mer.