ERFPACHT EN OPSTAL. 1. Algemeen Erfpacht Wat houdt het begrip erfpacht in?

Vergelijkbare documenten
Aanloop tot wetswijziging

HET RECHT VAN ERFPACHT HEEFT DRIE ESSENTIELE KENMERKEN:

Recht van erfpacht Opstal Natrekking

Erfpacht, recht van opstal en vruchtgebruik

DOMEINCONCESSIE. Domeinconcessie informatie september Algemeen

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE

De comeback van erfpacht. Nieuwe kansen voor religieus erfgoed. Michiel Deweirdt Mechelen, 23 april 2019

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 2 : Opstalrecht

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN

aé=ñáëå~äé=éå=äçéâüçìçêéåüíéäáàâé=äéü~åçéäáåö=î~å= ÇáîÉêëÉ=ò~âÉäáàâÉ=êÉÅÜíÉå=áå=îÉêÄ~åÇ=ãÉí=çåêçÉêÉåÇ= ÖçÉÇ=EÉêÑé~ÅÜíI=çéëí~äI=îêìÅÜíÖÉÄêìáâF

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

ERFDIENSTBAARHEDEN. Het recht kan zowel ten kosteloze titel als tegen een vergoeding gevestigd worden.

ONROERENDE LEASING. Dirk Demunter. Head Real Estate Lease Belfius Lease Trainer Febelfin Academy

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN Inleiding... 3

Inhoud Hoofdstuk I Een nieuwe kijk op drie oude zakelijke rechten: erfpacht, opstal en vruchtgebruik

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

De nietigheidssanctie bij overdracht van gronden zonder voorafgaand bodemattest

CARU OVERHEIDSOPDRACHTEN 2018 NIEUWSBRIEF MEI 2018

Hoe verwerf ik sportinfrastructuur? Rudi Roosen Hoofd Afdeling Financiën Stad Hasselt

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

BELASTING OP LEEGSTAND EN VERWAARLOZING VAN BEDRIJFSRUIMTEN

Aankoop sociaal beheersrecht informatie 20 september 2011 SOCIAAL BEHEERSRECHT

Reglement houdende het heffen van een belasting op niet-bebouwde gronden en percelen.

Belasting op onbebouwde percelen

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 1 : Vruchtgebruik

MODEL-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKE- LIJK RECHT VAN OPSTAL betreffende een WONING.

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

CONCEPT-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKELIJK RECHT VAN OPSTAL

Voor de verkoop van onroerende goederen is geen onderzoek de commodo et incommodo meer vereist.

CONCEPT-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKELIJK RECHT VAN OPSTAL

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Beperkte absolute rechten(die op zaken en rechten kunnen rusten): - Vruchtgebruik art. 3:201 BW

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten

11. BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED EN OP ONBEBOUWDE KAVELS (ACTIVERINGSHEFFING)

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Utrecht H.. ' '.. I .',, ...I ..'

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

BELASTING VOOR PANDEN OPGENOMEN IN HET LEEGSTANDSREGISTER (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 december 2013)

ORDONNANTIE BODEM dd. 5/3/09 :

CONCEPT-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKELIJK RECHT VAN OPSTAL

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Hoofdstuk 1: Algemene bepaling

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 26 MEI Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering (1)

TITEL I. Juridische gevolgen van het bodemdecreet op de overdracht van gronden. 1

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

DE CONTRACTUELE MODULERING VAN DE GEBRUIKS- EN BESCHIKKINGSBEVOEGDHEDEN VAN DE VRUCHTGEBRUIKER Ruud Jansen en Koen Swinnen... 51

EXCLUSIEVE VERKOOPOPDRACHT - MET STILZWIJGENDE VERLENGING 09/2010

Auteur. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008

ACTIVERINGSHEFFING OP NIET BEBOUWDE PERCELEN GELEGEN IN NIET-VERVALLEN VERKAVELINGEN ALSOOK OP NIET BEBOUWDE GRONDEN GELEGEN IN EEN WOONGEBIED

Geschiedenis, systematiek en begrippen

ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN EN KAVELS EN BELASTING OP BRAAKLIGGENDE INDUSTRIEGRONDEN

Praktische gids handelshuur

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst?

DE REGIONALISERING VAN DE HUURWETGEVING INGEVOLGE DE ZESDE STAATSHERVORMING

Artikel 1. : aan de kandidaat koper kan slechts één perceel worden toegewezen, zowel bij de onderhandse als bij de publieke verkoopprocedure.

x. Registratierechten: erfpacht

12 VOORBEELD OVEREENKOMST VAN EEN RECHT VAN OPSTAL

Vlaams gewest. Aard van het document. Administratieve geldboete van 500 tot Enkel volle eigendom 5.000

Advies A: voor de raad

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

2. Kavel: het in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende perceel.

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

GEMEENTERAAD - BESLUIT

AKTE TOT VESTIGING VAN EEN ERFPACHTRECHT

Besturen van de eredienst & Gemeente verhoudingen en verplichtingen. Bart Vercauteren Bisschoppelijk gedelegeerde Bisdom Brugge dienst kerkfabrieken

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland.

Behoud of verlies van steun bij wijzigingen

OVEREENKOMST TOT HET VESTIGEN VAN HET RECHT VAN ERFPACHT EN OPSTAL

MODELVERORDENING GEMEENTELIJKE ACTIVERINGSHEFFING

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

Er komt pas een overeenkomst tot stand na een collegebesluit en ondertekening door de burgemeester

VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP

3 BESTEMMING EN GEBRUIK

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: BW (algemene bepalingen)

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen

Patrimoniumtaks. 1. Vestiging van de taks 2. Zetting van de taks 3. Aangifte 4. Betaling van de taks 5. Diverse bepalingen

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

AMENDEMENT. Huidig amendement verwijst naar punt 9 van de agenda voor de Gemeenteraad van Lebbeke dd. 26 juni 2014

HUUROVEREENKOMST TUINGROND

LASTENKOHIER VOOR DE ONDERHANDSE VERKOOP VAN STADSGRONDEN GELEGEN BINNEN DE GRENZEN VAN HET VERKAVELING GOED TE BOUVEKERKE

WAALS MINISTERIE VOOR UITRUSTING EN VERVOER

OVEREENKOMST VAN OPSTAL

Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden.

Wordt door mij, Jean-Louis LECLERCQ, Adjunct-voorzitter bij het Aankoopcomité tot onroerende goederen van Brussel I,

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7

Huurovereenkomst woonhuis/appartement

AANKOOPBELOFTE EN VASTSTELLING HOOGSTE BOD

Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB)

1. Inhoud van deze mededeling Wettelijke basis voor de verplichting tot overdracht Welk regime is van toepassing...

Transcriptie:

Erfpacht en opstal informatie 24 mei 2017 1 1. Algemeen 1.1. Erfpacht 1.1.1. Wat houdt het begrip erfpacht in? ERFPACHT EN OPSTAL Overeenkomsten betreffende het recht van erfpacht worden geregeld door de Wet van 10 januari 1824 over het recht van erfpacht. Uitgezonderd de in de wet bepaalde minimum- en maximumtermijn mogen partijen afwijken van de in de wet bepaalde regeling (suppletief recht), waardoor het onderscheid met huur soms moeilijk te maken is. Het wezen van de erfpacht moet steeds behouden blijven. Erfpacht is - een tijdelijk zakelijk recht (Erfpacht verbrokkelt het eigendomsrecht: verlies van het recht op gebruik en op de vruchten, bevrijdt van het uitvoeren van herstellingen, enkel soort naakte eigendom. Recht gaat over op de erfgenamen.) - waarbij een persoon gedurende een periode van minstens 27 jaar en maximum 99 jaar (duur is van openbare orde. Gevolgen: Minder dan 27 jaar, is huur. Ook wanneer duur langer is dan 27 jaar maar de overeenkomst opzegbaar is vóór 27 jaar via bijv. een aankoopoptie. Meer dan 99 jaar, wordt herleid tot 99 jaar. Ook wanneer ze verlengbaar is en de totale duur meer bedraagt dan 99 jaar, wordt dit herleid tot 99 jaar. Nadien is het nog een louter gedogen, dat onmiddellijk kan stopgezet worden na opzegging). - het volle genotsrecht krijgt (zoals een eigenaar, tast het eigendomsrecht aan op de meest ingrijpende wijze, enkel waarde mag niet verminderd worden) - over een onroerend goed dat aan de ander toebehoort (zowel bebouwde als onbebouwde percelen, als gebouwen alleen of gedeelten van een gebouw, de boven- of ondergrond) - onder de verplichting aan de erfverpachter een jaarlijkse vergoeding in geld of in natura (canon of cijns) te betalen (is een essentieel bestanddeel, de hoegrootheid op zich is niet essentieel, canon kan aan index gekoppeld worden, bij wanbetaling mogelijkheid tot ontbinding). 1.1.2. Gevolgen van het vestigen van een erfpachtrecht rechten van de erfpachter De erfpachter kan van het goed genieten zoals een eigenaar op voorwaarde dat hij de waarde van het goed niet vermindert. Zo kan hij de bestemming veranderen; hij kan het goed in huur of in pacht geven voor de duur van de erfpacht; de erfpachter heeft de jacht- en visrechten en hij mag bouwen en beplanten, hij geniet van het recht van natrekking tijdens de duur van het erfpachtrecht. De erfpachter mag het onroerend goed, voorwerp van de erfpacht, niet vervreemden of hypothekeren vermits hij geen eigenaar is, wel de opstallen die hem toebehoren. Het erfpachtrecht zelf mag wel vervreemd worden voor de duur van de overeenkomst; het kan met een hypotheek of met andere rechten (huur, vruchtgebruik,.) belast worden. Dit alles geldt voor zover er niet contractueel van afgeweken wordt. 1

Erfpacht en opstal informatie 24 mei 2017 2 plichten van de erfpachter Hij moet de canon betalen. Dit kan zowel een symbolische vergoeding als de reële geïndexeerde huurwaarde zijn. De erfpachter moet het goed onderhouden en de gewone herstellingen doen (zie artikel 605 BW). Wie de grove herstellingen moet doen, is niet geregeld in de wet. De erfverpachter moet deze wettelijk ook niet doen. Bijgevolg moet dit contractueel geregeld worden, namelijk wat grove herstellingen zijn en wie ze moet doen. De erfpachter mag de waarde van de grond niet verminderen, bijv. verjaring erfdienstbaarheden vermijden. Hij mag het erf verbeteren. Bij werkelijke beschadiging, kan de erfpachter vervallen verklaard worden en kan er schadevergoeding gevraagd worden. De erfpachter moet alle belastingen betalen. rechten van de erfverpachter Hij blijft juridisch eigenaar maar zijn rechten zijn beperkt tot die van een blote eigenaar. Hij heeft geen genotsrechten. De erfverpachter heeft recht op een vergoeding ( jaarlijkse pacht of canon genoemd). Hij kan het onroerend goed vervreemden en het met hypotheek bezwaren mits inachtname van de rechten van de erfpachter. Bij het einde van de erfpacht kan hij schadevergoeding vragen aan de erfpachter wegens slecht onderhoud of verlies van rechten. Volgens de rechtspraak kan deze vordering ook reeds ingesteld worden wanneer het verlies of de beschadiging zich voordoen. Dit geldt enkel voor de in erfpacht gegeven goederen en voor de verplichte bebouwingen en beplantingen. plichten van de erfverpachter Hij moet de erfpachter enkel het genot van het onroerend goed laten (geen herstellingen doen en geen belastingen betalen). 1.1.3. Bewijs van het erfpachtrecht Tussen partijen volstaat een onderhandse overeenkomst. Om tegenstelbaar te zijn aan derden, moet de erfpachter de akte laten overschrijven op het hypotheekkantoor. 1.1.4. Einde van de erfpachtovereenkomst volgens de wet Door vermenging wanneer erfverpachter en erfpachter dezelfde worden. De rechten van derden (bv. hypothecaire schuldeisers) blijven. Door het volledig tenietgaan van het goed bijv. ingevolge onteigening. De erfpachter krijgt dan een vergoeding waarop de rechten van derden kunnen uitgeoefend worden (netto-inkomsten x duur erfpacht). 2

Erfpacht en opstal informatie 24 mei 2017 3 Door de dertigjarige verjaring ingevolge niet-uitoefening. Door het verstrijken van de contractueel bepaalde termijn. Stilzwijgende hernieuwing kan niet, er ontstaat enkel een louter gedogen waaraan door opzegging een einde kan gemaakt worden, tenzij contractueel anders overeengekomen werd. Door vervallenverklaring door de rechter wegens misbruik ingevolge merkelijke schade of grovelijk misbruik. Dit geldt niet voor het betalen van de vergoeding ( jaarlijkse pacht of canon ), tenzij hiervan in de overeenkomst afgeweken werd. volgens het gemeen recht Door ontbinding, vernietiging of verbreking van de erfpacht. Rechten van derden blijven onaangetast. Dit kan ofwel conventioneel overeengekomen worden (moet eveneens een authentieke akte zijn) ofwel ingevolge een stilzwijgend ontbindend beding (rechtsleer is het hierover niet eens) ofwel ingevolge een uitdrukkelijk ontbindend beding in de overeenkomst. Door eenzijdige afstand voor zover dit contractueel voorzien is. Ook hier blijven de rechten van derden behouden. gevolgen van de beëindiging van het erfpachtrecht Wanneer de overeenkomst de erfpachter de verplichting oplegde gebouwen op te richten of te beplanten, dan mag de erfpachter deze niet wegnemen en komen zij toe aan de erfverpachter zonder vergoeding. De erfverpachter mag ook de afbraak eisen. Wanneer de opstallen vrijwillig door de erfpachter opgericht werden of wanneer hij er voor betaald heeft bij de aanvang, dan mag de erfpachter deze ofwel afbreken mits herstel van de grond in zijn oorspronkelijk toestand ofwel gaan zij kosteloos naar de erfverpachter ingevolge natrekking. Partijen kunnen anders overeenkomen. De erfverpachter heeft ook een vordering tot vergoeding van de schade veroorzaakt door gebrek aan onderhoud of schuldig verlies van rechten door de erfpachter. 1.2. Opstal 1.2.1. Wat houdt het begrip opstal in? Overeenkomsten betreffende het recht van opstal worden geregeld door de Wet van 10 januari 1824 op het recht van opstal. Uitgezonderd de in de wet bepaalde maximumtermijn van 50 jaar behoudens verlenging, mogen partijen afwijken van de in de wet bepaalde regeling (suppletief recht). Het wezen van het opstalrecht moet echter alleszins behouden blijven. Het recht van opstal is - een tijdelijk onroerend zakelijk recht De opstaller is eigenaar van de opstallen. De opstalgever is een titularis van een onroerend zakelijk recht die het opstalrecht kan geven binnen de grenzen van zijn recht (horizontale splitsing). - waarbij een persoon gedurende maximum 50 jaar (duur is van openbare orde. Gevolgen: Meer dan 50 jaar, opstal wordt herleid tot 50 jaar. Behorend bij erfpacht, pacht of erfdienstbaarheid van meer dan 50 jaar, opstalrecht wordt niet herleid. Geen minimum termijn. 3

Erfpacht en opstal informatie 24 mei 2017 4 Recht kan hernieuwd worden na verstrijken van de termijn, bijv. 2 periodes van 50 jaar, kan stilzwijgend als er intentioneel element aanwezig is, hernieuwing moet ondubbelzinnig zijn. - gebouwen (niet met de bedoeling van restauratie of verbetering; opstallen mogen zowel in de grond zijn bijv. ondergrondse parking als boven de grond bv. kabelspoor), werken of beplantingen (bomen, haag) mag oprichten. Deze mogen ook reeds opgericht, uitgevoerd of beplant zijn. - Op, boven of onder andermans grond (het is een afwijking op de natrekking; dit betekent dat afstand doen van het recht van natrekking resulteert in het verlenen van een opstalrecht) - zowel ten bezwarende titel als om niet. Volgens bepaalde rechtspraak en de rechtsleer kan er ook een opstalrecht gevestigd worden op gebouwen opgericht op het openbaar domein. 1.2.2. Gevolgen van het vestigen van een opstalrecht rechten van de opstalhouder Hij mag opstallen oprichten op voorwaarde dat hij de nodige vergunningen heeft. Hij heeft recht op de opbrengsten van de opstallen, op de huur ed. Hij heeft geen genotsrechten op de grond of ondergrond tenzij om er gebouwen, werken of beplantingen op aan te brengen. Indien gans de bodem met een opstalrecht bezwaard is, heeft hij volgens de rechtsleer evenwel ook de jacht- en visrechten. Hij mag gebouwen, werken, beplantingen gedurende de termijn van het opstalrecht vervreemden of met hypotheek bezwaren wanneer hij de opstallen zelf opgericht heeft of ervoor betaald heeft. De opstalhouder mag steeds het opstalrecht vervreemden of met hypotheek bezwaren. Het recht wordt overgedragen op de erfgenamen. Dit alles geldt voor zover er niet contractueel van afgeweken wordt. plichten van de opstalhouder Hij moet de vergoeding betalen indien de opstalovereenkomst onder bezwarende titel afgesloten werd. De vergoeding kan gekoppeld worden aan de consumptie-index, maar ook aan de gezondheidsindex. Partijen komen best overeen aan welke index de vergoeding wordt gekoppeld. Als de overeenkomst verwijst naar artikel 1728bis van het burgerlijk wetboek, wordt de gezondheidsindex bedoeld 1. De opstalhouder moet alle belastingen betalen, ook de onroerende voorheffing. Hij moet de rechten van de opstalgever of diens rechtsopvolger eerbiedigen. De bestaande opstallen waarvoor de opstalhouder geen vergoeding betaald heeft bij de aanvang van de overeenkomst, moet hij onderhouden en herstellen. Meestal wordt aanvaard dat hij enkel de gewone herstellingen moet doen. Wie de grove herstellingen moet doen, is niet geregeld in de wet. De opstalgever moet deze wettelijk ook niet doen. Bijgevolg wordt dit best contractueel geregeld. Wanneer de opstalhouder zelf de gebouwen, werken en beplantingen opgericht of aangekocht heeft, is hij niet verplicht ze te onderhouden of te herstellen, tenzij contractueel anders bedongen werd. 1 Zie in dat verband: Koninklijke federatie van het Belgisch Notariaat, Zakelijke rechten en fiscaliteit, Maklu, Antwerpen, 2004. 4

Erfpacht en opstal informatie 24 mei 2017 5 rechten van de opstalgever Hij behoudt zijn onroerend zakelijk recht op voorwaarde dat hij bij de uitoefening ervan geen schade berokkent aan de opstalhouder. Hij heeft recht op de vergoeding wanneer de opstalovereenkomst tegen betaling afgesloten werd. verplichtingen van de opstalgever De opstalgever is niet gehouden tot herstellingen en tot belastingen. 1.2.3. Bewijs van het opstalrecht Het opstalrecht kan bij een specifieke wet gecreëerd zijn bv. elektriciteitsvoorzieningen. Het opstalrecht wordt meestal bij overeenkomst vastgelegd. Tussen partijen volstaat een onderhandse overeenkomst. Om tegenstelbaar te zijn aan derden, moet de opstalhouder de akte laten overschrijven op het hypotheekkantoor. 1.2.4. Einde van de opstalovereenkomst volgens de wet Door vermenging wanneer opstalhouder en opstalgever dezelfde worden. De rechten van derden blijven gelden. Door bijvoorbeeld het volledig tenietgaan van de grond bijv. ingevolge grondverzaking. Bij het tenietgaan van de gebouwen, werken of beplantingen eindigt het opstalrecht niet, tenzij het recht beperkt was tot deze opstallen en er geen nieuwe gebouwen, werken of beplantingen mogen opgericht worden. Door de dertigjarige verjaring ingevolge niet-uitoefening. De opstalgever of diens rechtsopvolger beschikken opnieuw volledig over hun onroerend zakelijk recht. volgens het gemeen recht Door eenzijdige afstand van de opstalhouder van zijn recht. Door ontbinding wegens het niet uitvoeren van de opgelegde verplichtingen. Door onteigening ten algemenen nutte van de grond. De opstalhouder heeft recht op vergoeding. Door vernietiging of ontbinding van het onroerend zakelijk recht van de opstalgever of diens rechtsopvolger. Door verloop van de tijdsduur van het contractueel vastgestelde opstalrecht. De hernieuwing kan niet louter stilzwijgend gebeuren. Er moet minstens een intentioneel element aanwezig zijn. De bedoeling moet duidelijk zijn. 5

Erfpacht en opstal informatie 24 mei 2017 6 gevolgen van de beëindiging van het opstalrecht Wanneer de gebouwen, werken en beplantingen bij de aanvang door de opstalhouder betaald werden of wanneer hij de gebouwen tijdens de duur van het opstalrecht zelf opgericht heeft of de werken en beplantingen zelf gedaan heeft, gaan deze bij het einde van het opstalrecht steeds over op de opstalgever of diens rechtsopvolger maar deze moet er wel de prijs van betalen volgens de actuele waarde ervan op het ogenblik van tenietgaan van het opstalrecht. De opstalhouder kan niet verplicht worden om ze af te breken, doet hij het toch dan moet hij de grond herstellen in de staat waarin deze zich bevond vóór het oprichten van de opstallen. Wanneer het opstalrecht gevestigd werd op, boven of onder een grond waarop of waaronder zich al bestaande gebouwen, werken of beplantingen bevonden waarvan de opstalhouder de waarde niet betaald heeft, gaan deze gebouwen, werken of beplantingen eveneens over op de opstalgever of diens rechtsopvolger zonder dat hij ervoor moet betalen, ook niet voor de aangebrachte verbeteringen. Partijen kunnen anders overeenkomen. 2. Erfpacht en opstal door lokale besturen De openbare procedure is de regel. De onderhandse procedure is de uitzondering. Een onderhandse procedure kan enkel mits hiervoor een grondige motivering kan gegeven worden. Dit is de verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur. De gemeenteraad (artikel 43, 2, 12 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005), de OCMW-raad (artikel 52, tweede lid, 18 OCMW-decreet) of de kerkraad 2 heeft de bevoegdheid om te beslissen over het verlenen van een recht van erfpacht of opstal. Het vestigen van een recht van opstal is mogelijk zowel op goederen die tot het privaat domein van de lokale besturen behoren als op het openbaar domein. Een recht van erfpacht kan in principe enkel op privaat domein. Uit rechtspraak en rechtsleer volgt dat een opstalrecht kan gevestigd worden op het openbaar domein voor zover dat de openbare bestemming niet verhindert 3. Na de voorbereiding van het dossier door het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van het OCMW of de voorzitter samen met de secretaris van de kerkfabriek, wordt door de raad in openbare vergadering beslist over de voorwaarden voor het verlenen van voornoemde rechten, met inbegrip van de jaarlijks verschuldigde vergoeding. Tevens dienen de kadastrale ligging en de oppervlakte van de onroerende goederen vermeld te worden in het besluit van de raad. Door de aard en de inhoud van de verleende rechten wordt het vestigen van een recht van erfpacht of opstal gelijkgesteld met een vervreemding, voor wat de bevoegdheidsverdeling tussen de raad en het college van burgemeester en schepenen/de voorzitter betreft. Het vereiste bodemattest dient aangevraagd te worden bij OVAM 4. 2 In de uitleg en de voorbeeldteksten wordt verwezen naar de kerkfabriek en kerkraad. Ze kunnen ook gebruikt worden voor de andere erediensten. De benaming varieert naargelang de eredienst: kerkfabriek: protestantse kerkgemeente, orthodoxe kerkfabriek, islamitische gemeenschap, anglicaanse kerkfabriek, Israëlitische gemeente; kerkraad: bestuursraad, kerkfabriekraad, comité (decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten). 3 Derine en Van Neste; Van Garsse, S., De concessie in het raam van de publiek-private samenwerking, Die Keure, Brugge, 2007, p. 688-689, nr. 1304; Cass., 18 mei 2007, nr. C.06.0086.N. 4 Op 1 juni 2008 wijzigde de definitie van "overdracht van gronden" (artikel 2 Vlaams decreet van 27 oktober 2006), waardoor het aanvragen en neerleggen van een bodemattest enkel nog verplicht is voor het aangaan, afsluiten of overdragen van een zakelijk recht, waaronder het vestigen van een erfpachtrecht of opstalrecht op een grond. 6

Erfpacht en opstal informatie 24 mei 2017 7 Artikel 2, 18 van het Vlaams decreet van 27 oktober 2006 definieert overdracht van gronden als volgt: a) de overdracht onder levenden van het eigendomsrecht op een grond; b) het vestigen onder levenden van een recht van vruchtgebruik, een erfpacht of opstalrecht op een grond, en het onder de levenden beëindigen van deze op voormelde wijze gevestigde rechten; c) het aangaan of het beëindigen van een concessie op een grond; d) de overdracht van het eigendomsrecht op een grond en de beëindiging van een recht als vermeld in b) of c), ingevolge de ontbinding van een rechtspersoon; e) de overdracht onder levenden van een recht vermeld in b) of c); f) de fusie van rechtspersonen, de splitsing van rechtspersonen en de met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichtingen waar de rechtspersoon of de rechtspersonen waarvan het vermogen zal overgaan eigenaar is van grond of houder is van een recht als vermeld in b) of c); g) de inbreng of de overdracht van een algemeenheid of een bedrijfstak, voor zover daartoe een recht als vermeld in a), b) of c), behoort; h) het opstellen van de statuten van het gebouw als vermeld in artikel 577-4 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede het acteren van de instemming van de mede-eigenaars met de afwijking zoals bedoeld in artikel 577-3, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bij eenzijdige wilsuiting. Om reden van een goed financieel beleid is het ook nodig dat het gemeentelijk patrimonium verantwoord beheerd wordt. Lokale besturen moeten daarom een gepaste vergoeding overeenkomen voor het ter beschikking stellen van hun patrimonium bij wijze van erfpacht of opstal. Het is wenselijk dat het bestuur een schattingsverslag laat opstellen betreffende de verkoopwaarde van het goed 5. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de schatter aan te duiden (bij het OCMW kan de voorzitter dit beslissen). Het bestuur kan daarvoor beroep doen op een landmeter-expert met toepassing van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten (dienstenopdracht). De vergoeding voor het erfpacht- of opstalrecht wordt dan vastgesteld door een bepaalde coëfficiënt toe te passen op de verkoopswaarde. Deze coëfficiënt kan verschillen afhankelijk van het doel dat nagestreefd wordt met het verlenen van het erfpacht/opstalrecht. Het Vlaams decreet van 27 oktober 2006 (BS 22 januari 2007- erratum BS 20 februari 2007) betreffende de bodemsanering en de bodembescherming heft het Bodemsaneringsdecreet op. Het trad, samen met een nieuw VLAREBO (BS 22 april 2007), dat het oude VLAREBO opheft, in werking op 1 juni 2008. Tot en met 31 mei 2008 kon iedere "fysieke" overdracht van een terrein van de ene partij naar de andere maar gebeuren op voorwaarde dat de overdragende partij de verwervende partij voldoende informeerde over de kwaliteit en samenstelling van de grond. Dit deed zij door het voorleggen van een bodemattest (= uittreksel uit zgn. grondeninformatieregister), beheerd door OVAM. 5 De federale aankoopcomités en de ontvangers van de registratie zijn bevoegd om een schattingsverslag op te stellen. Naar aanleiding van de zesde staatshervorming kunnen ze dat niet meer doen voor de lokale besturen. Lokale besturen moeten dus een beroep doen op een landmeter-expert, tenzij het dossier verloopt via de Afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse overheid. Deze laatste kan een schattingsverslag opstellen als dat kadert binnen haar taak tot het verlijden van akten. Daarvoor is het vereist dat het lokale bestuur het volledige dossier, en de uiteindelijke akte, via die Afdeling laat verlopen (Decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse vastgoedcodex). 7

Erfpacht en opstal informatie 24 mei 2017 8 Wanneer de erfpacht- of opstalhouder bepaalde herstellingen aan het goed dat in erfpacht of in opstal gegeven wordt, zal uitvoeren, kan de vergoeding hieraan aangepast worden. Uiteraard dient elke gevraagde vergoeding die lager is dan een normaal geachte vergoeding in het besluit van de raad expliciet gemotiveerd te worden. Tevens is het wenselijk dat de gemeente of het OCMW in afwijking van de wetgevende bepalingen bij het einde van de overeenkomst: ofwel het betrokken goed in de oorspronkelijke staat doet herstellen op kosten van de erfpacht- of opstalhouder ofwel het geheel met de verwezenlijkte opstal kosteloos opnieuw in volle eigendom krijgt. Deze regeling dient contractueel vastgesteld te worden in de erfpacht- of opstalakte. Het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van het OCMW of de voorzitter samen met de secretaris van de kerkfabriek is bevoegd om naar kandidaten te zoeken. Vervolgens kan het college of de OCMW-raad beslissen om de onderhandse overeenkomst af te sluiten. Artikel 90 van het Bosdecreet van 30 juni 1990 dat bepaalt dat de overheid bij vervreemding van percelen bosgrond het advies van de afdeling bos en groen van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap moet vragen, is NIET van toepassing bij het verlenen van een erfpacht of opstalrecht. Tot slot moet er een authentieke akte opgesteld worden, die overgeschreven moet worden op het hypotheekkantoor. Zowel de wet van 10 januari 1824 betreffende het erfpachtrecht als de wet van 10 januari 1824 betreffende het recht van opstal bepalen immers uitdrukkelijk dat de titel van vestiging van het recht overgeschreven moet worden in de daartoe bestemde openbare registers. 3. Onderscheid tussen het recht van erfpacht en het recht van opstal Om uit te maken of het wenselijk is een opstalovereenkomst dan wel een erfpachtovereenkomst af te sluiten, wordt hierna het verschil tussen beide regelingen opgesomd. Behoudens de wettelijk bepaalde minimum- en maximumduur van de erfpacht- of opstalovereenkomst, is de wettelijke regeling evenwel van suppletief recht. Dit betekent dat er contractueel kan van afgeweken worden door de betrokken partijen, zoals hoger reeds meegedeeld werd. ERFPACHT OPSTAL het is een zakelijk recht waarbij een persoon het volle gebruiks- en genotsrecht verkrijgt over een onroerend goed dat aan een ander toebehoort (bebouwde of onbebouwde gronden of gebouwen alleen). Slechts in tweede orde betreft het een recht om gebouwen op te richten. het is een tijdelijk recht met een minimum duur van 27 jaar en een maximum duur van 99 jaar. (zie artikel 2 van de erfpachtwet) het wordt ten bezwarende titel afgesloten. De canon is een wezenlijk bestanddeel van de erfpacht. (zie artikel 1 van de het is een zakelijk recht om bestaande of nog op te richten gebouwen, werken of beplanting op boven of onder andermans grond in eigendom te hebben. Het kan worden gevestigd door elke titularis van een onroerend zakelijk recht. het is een tijdelijk recht met enkel een maximumduur van 50 jaar met de mogelijkheid van hernieuwing.(zie artikel 4 van de opstalwet) het wordt ten bezwarende titel of ten kosteloze titel gevestigd. 8

Erfpacht en opstal informatie 24 mei 2017 9 erfpachtwet) bij het einde van de erfpacht kan de eigenaar een vordering tot schadevergoeding instellen tegen de erfpachter wegens gebrekkig onderhoud van het in erfpacht gegeven goed. (zie artikel 13 van de erfpachtwet) -indien de erfpachter verplicht is om gebouwen/beplanting op te richten, komen deze bij het einde van de erfpacht toe aan de eigenaar zonder vergoeding. De eigenaar mag ook de afbraak vragen op kosten van de erfpachter. - indien de erfpachter vrijwillig gebouwen/beplanting opgericht heeft of wanneer hij ervoor betaald heeft, mag hij deze afbreken bij het einde van de erfpacht zoniet komen ze kosteloos toe aan de erfpachtgever (zie artikel 7 en 8 van de erfpachtwet). geen expliciet voorziene rechtsvordering voor de opstal-gever bij het einde van het opstalrecht. - de opstalgever of diens rechtsopvolger moet bij het einde van het opstalrecht de actuele waarde van de gebouwen, werken of beplanting betalen die de opstalhouder betaald heeft of die hij zelf opgericht heeft. Hij heeft geen recht om de afbraak te vragen. - De gebouwen, werken en beplanting die bestonden bij het aangaan van de erfpacht moeten door de opstalhouder behouden blijven en gaan terug naar de opstalgever of diens rechtsopvolger zonder vergoeding zelfs niet voor de verbeteringen (zie artikel 6 en 7 van de opstalwet) 9