Regeling verdeling BLS-subsidie voor toevoegingen aan de woningvoorraad Stadsregio Amsterdam

Vergelijkbare documenten
Overgewichtcijfers 2017

Overgewichtcijfers 2018

Overgewichtcijfers 2016

Beleidsregel Besluit locatiegebonden subsidies 2005 voor de stedelijke regio Emmen

Jaarrapportage van de JGZ van GGD Zaanstreek-Waterland 2013: Overgewicht

Eindrapportage en eindafrekening van het BLS Vinac-fonds

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergadering: AB 17 februari 2010 Agendapunt: Den Haag, 20 januari Aan het algemeen bestuur

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011

Vergadering: DB 8 december 2010 Agendapunt: 7. Den Haag, 8 december Taakgericht Treasuryplan VINEX Grondkostenfonds 2010

Bij deze sturen wij u ter informatie u de monitor sociale woningbouw van de Stadsregio Amsterdam.

RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving Rapportage woningbouwplannen Stadsregio Amsterdam

Wonen in de regio Amsterdam. Globale inhoud Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Zaandam Zuid postcode

SUBSIDIEVERORDENING PEUTERPROGRAMMA GEMEENTE ECHT-SUSTEREN 2013

Subsidieverordening sociale woningbouw gemeente Zoeterwoude 2017

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

Verordening Subsidie sociale woningbouw gemeente Putten vastgesteld bij besluit van de raad van 8 maart 2018 nr

Provinciale Staten van Noord-Holland

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

A. ALGEMENE BEPALINGEN.


PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/14

BELEIDSREGEL SOCIALE WONINGBOUW

en met inachtneming van: Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); de Wet Infrastructuurfonds, alsmede het Besluit Infrastructuurfonds;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelet op artikel 11, tweede lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening,

Register. Gemeenschappelijke Regelingen Gemeente Waterland

en met inachtneming van: Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). de Wet Infrastructuurfonds, alsmede het Besluit Infrastructuurfonds.

om goed te keuren dat dertig in het verzoek genoemde toegelaten instellingen, te weten

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer

en met inachtneming van: Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); en de Wet Infrastructuurfonds, alsmede het Besluit Infrastructuurfonds;

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Gelet op artikel 11, tweede lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

vast te stellen de Subsidieregeling stimulering projecten sociale huur Fryslân:

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels Algemene subsidieverordening Gouda 2003 (zoals gewijzigd op 28 november 2006)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Raadsvergadering. Gevraagde beslissing 1. In te stemmen met de voorgestelde randvoorwaarden voor de nadere uitwerking van het volkshuisvestingsfonds

Subsidieverordening Volkshuisvestingsfonds Oirschot

Algemene subsidieverordening Texel

Toename bevolking v.a. 2008

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Toelichting

[Geef tekst op] Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Stadsregio Amsterdam - Tabellenrapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

2. startend buurthuis: een buurthuis dat nog geen vijf jaar bestaat als zelfstandige organisatie.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

Algemene subsidieverordening 2014

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

SUBSIDIEREGELING CONCIËRGES OP BASISSCHOLEN DEN HAAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

De Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen stand van zaken per 1 november Inleiding. 2. Doel van de goedkope koop-regeling

Register. Gemeenschappelijke Regelingen Gemeente Waterland

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017

Raadsbesluit Reg. nr :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2014;

Herzien Uitvoeringsbesluit BLS

4 MAART 2019 WELKOM OP DE INFORMATIEAVOND OVER STARTERSWONINGEN OP MARKEN

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

Dorp/Stad Gemeente Opmerkingen. Nes aan de Amstel Amstelveen Ouderkerk aan de Amstel Amstelveen

HOOFDSTUK 25: STIMULERING DUURZAAMHEID EN WONINGBOUWPRODUCTIE

Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda's Noord-Holland 2012

HUIS-AAN-HUISKRANTEN. TARIEFKAART 2016 De gegevens op deze tariefkaart gelden t/m 31 december 2016, wijzigingen voorbehouden.

BaanStede. Denkt mee. Werkt mee.

Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen 2013

1 e Begrotingswijziging Voorlopig vastgesteld door Algemeen Bestuur op 25 januari 2018 Versie voor zienswijze

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan behoud en herstel van gemeentelijke monumentale objecten,

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren;

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage 1 Notitie DB systematiek BLS Vinac fonds

Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte

Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland - Tabellenrapportage

Beh. ambtenaar: S. v.d. Berg/WEB/3458

Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

Aan de voorzitter van de Commissie Stedelijke Ontwikkeling en Ruimtelijke ordening

- dhr. M.J. Bezuijen (DB) - dhr. R. Koster - dhr. A. Koster. - mw. D. Abbas - mw. E.A. Wensing-Weber

Sector: I. Nr. : 90.8

Toelichting Algemene subsidieverordening Heemstede 2016

Provinciale Staten van Noord Holland

Transcriptie:

Regeling verdeling BLS-subsidie voor toevoegingen aan de woningvoorraad 2005-2010 Stadsregio Amsterdam Inleiding De Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: Minister) verstrekt op grond van het Besluit locatiegebonden subsidies 2005 (hierna: BLS) jaarlijks voor de periode 2005-2009 aan de Stadsregio Amsterdam (hierna: Stadsregio) subsidie. De Minister verstrekt deze subsidie aan de Stadsregio uitsluitend ten behoeve van toevoegingen aan de woningvoorraad en het realiseren van zogenaamde eigenbouw. Uitsluitend ten behoeve van deze twee doeleinden verstrekt de Stadsregio op grond van de Subsidieverordening BLS -subsidie Stadsregio Amsterdam (hierna: Verordening) subsidie aan de binnen zijn regio vallende gemeenten. In verband met die subsidieverstrekking heeft de Stadsregio het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Regionaal Orgaan Amsterdam d.d. 24 december 2004 (hierna: Convenant) met de Minister gesloten. Op grond van dit Convenant is aan de Stadsregio een zogenoemde BLS-bijdrage van 116.210.667 toegezegd voor de toevoeging van in totaal 43.000 woningen aan de voorraad in de periode 2005 tot en met 2009. Naast voornoemde bijdrage, heeft de Minister ook een bijdrage ter beschikking gesteld voor de eigenbouw. Het gaat om een bedrag van 1.600 voor elke gerealiseerde woning in eigenbouw boven het drempelaantal. Dit subsidiebedrag wordt slechts aan de Stadsregio verstrekt voor zover de totale woningproductie in eigenbouw boven het drempelpercentage van 4,2% van de totale woningbouwproductie komt en voorzover de Minister daarvoor voldoende gelden ter beschikking stelt. Aangezien het BLS geen nadere aanwijzingen geeft over de wijze waarop stadsregio's de subsidiebedragen voor de toevoegingen aan de woningvoorraad moeten verdelen en het Dagelijks Bestuur op grond van artikel 5, lid 2, van de Verordening bevoegd is om de BLS-bijdrage over de onder de Stadsregio vallende gemeenten te verdelen, voorziet dit besluit daarin. Gelet op het hiervoor overwogene neemt het Dagelijks Bestuur het volgende besluit: BESLUIT Artikel 1 Begripsomschrijvingen a. Binnenstedelijke locatie: de locatie genoemd in Bijlage 1 van deze Regeling met uitzondering van die locaties die genoemd zijn in artikel 3, lid 3. b. BLS: Besluit Locatiegebonden Subsidies 2005 c. BLS-bijdrage: de rijksbijdrage alsmede de eventuele rentevergoedingen opgebouwd vanaf 2005 tot 2010 over die bijdrage onder aftrek van kosten. d. Bouwgemeenten: de gemeente Amsterdam, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad die op grond van de VINEX/VINAC en door medeondertekening van het Convenant medeverantwoordelijkheid op zich hebben genomen en andere daartoe specifiek door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen gemeenten. e. Buitenstedelijke locatie: de locatie zoals genoemd in artikel 3, derde lid, van deze Regeling. 1

f. Convenant: Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Regionaal Orgaan Amsterdam g. Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio. h. Drempelaantal: het gedeelte van het aantal door eigenbouw aan de woningvoorraad toegevoegde woningen waarvoor geen subsidie wordt verleend. i. Drempelpercentage: het percentage van 4,2% van de toevoegingen aan de woningvoorraad in enig kalenderjaar, dat wordt gebruikt voor de berekening van het drempelaantal. j. Gerealiseerde sociale woning: sociale huurwoning of een sociale koopwoning die in de jaren 2005 tot en met 2009 is gerealiseerd. k. Inverdan-project: project dat in de herontwikkeling van het stationsgebied e.o. van de gemeente Zaanstad voorziet. l. Minister: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. m. Niet-bouwgemeenten: de gemeente Aalsmeer, Amstelveen, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zeevang, die geen expliciete verantwoordelijkheid hebben genomen bij medeondertekening van het Convenant en andere daartoe specifiek door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen gemeenten. n. Productiegegevens: CBS-gegevens ten aanzien van de werkelijk aan de woningvoorraad toe te voegen woningen. o. Rijksbijdrage: de definitieve bijdrage die de Minister door middel van voorschotten aan de Stadsregio verstrekt ten behoeve van toevoegingen aan de woningvoorraad en de realisatie van eigenbouw p. Sociale huurwoning: een huurwoning, waarbij de aanvangshuurprijs ligt onder de grens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag. q. Sociale koopwoning: een koopwoning met een koopprijs vrij op naam van ten hoogste het bedrag dat in de Wet Bevordering Eigen Woningbezit wordt gehanteerd. r. Stadsregio: Stadsregio Amsterdam. s. Subsidie: subsidie die het Dagelijks Bestuur aan de onder de Stadsregio vallende gemeenten verstrekt ten behoeve van toevoegingen aan de woningvoorraad. t. Verdelingsmodel: het model dat wordt gebruikt ter bepaling van de hoogte van de te verlenen subsidie. u. VINEX-taakstelling: bouwtaak die gemeenten in het kader van de Vierde Nota ruimtelijke ordening Extra (VINEX) hebben. 2

Artikel 2 Verdelingsmaatstaf toevoeging aan de woningvoorraad 1. Bij de hoogte van de te verlenen subsidie ten behoeve van toevoegingen aan de woningvoorraad houdt het Dagelijks Bestuur rekening met: a. het soort en aantal sociale woningen, dat gerealiseerd wordt; b. het aantal woningen dat wordt gebouwd ten behoeve van de eigenbouw; c. het onderscheid tussen bouw- en niet-bouwgemeenten; d. het onderscheid tussen binnen- of buitenstedelijke locaties; e. het drempelaantal in verband met de VINEX-taakstelling; f. de overschrijding van de BLS-bijdrage; g. het drempelpercentage ten behoeve van de eigenbouw. 2. Het subsidiebedrag wordt berekend op basis van de feitelijke productiegegevens. 3. Ten behoeve van de wijze waarop subsidies worden verdeeld, maakt het Dagelijks Bestuur gebruik van een zogenaamd verdelingsmodel. Dit model is als Bijlage 1 aan dit besluit gehecht. Artikel 3 Hoogte subsidiebedrag sociale woning 1 Het subsidiebedrag voor een gerealiseerde sociale woning die in een niet-bouwgemeente is gerealiseerd, bedraagt maximaal 6.500. 2 Het subsidiebedrag voor een gerealiseerde sociale woning in een bouwgemeente bedraagt maximaal 10.500, tenzij zo n woning is gerealiseerd in één van de locaties in de gemeenten genoemd in het derde lid. 3 Het subsidiebedrag voor een sociale woning bedraagt maximaal 6.500, indien zij is gerealiseerd in de gemeente: Haarlemmermeer Floriande, Hoofddorp Getsewoud, Nieuw Vennep Stellinghof, Vijfhuizen Toolenburg Zuid, Hoofddorp Purmerend Weidevenne Zaanstad Saendelft Artikel 4 Verrekening Inverdan-project Ten behoeve van de subsidieverlening aan de gemeente Amsterdam en de gemeente Zaanstad (met uitzondering van Saendelft, genoemd in artikel 3, lid 3) kan in verband met het Inverdan-project in afwijking van artikel 2 en artikel 3 een andere verdelingsmaatstaf gelden en daarmee andere subsidiebedragen die ten hoogste kunnen worden verstrekt. Artikel 5 Eindafrekening 1. Indien in 2010 blijkt dat er een BLS -bijdrage en/of een rentevergoeding overblij(ft)ven, zal het Dagelijks Bestuur dit bedrag naar rato van de eerder verkregen subsidie verdelen over de woningen die tussen 2005-2010 daadwerkelijk aan de woningvoorraad zijn toegevoegd. 2. Ten laste van de rentevergoeding over de rijksbijdrage kan het Dagelijks Bestuur kosten brengen ter uitvoering van deze Regeling. 3

Besluit: Vast te stellen de Regeling verdeling BSL-subsidie voor toevoegingen aan de woningvoorraad 2005-2010 Stadsregio Amsterdam Datum: Ondertekening: 4

Toelichting Artikel 1 p. Sociale koopwoning: Als peiljaar voor de vrij op naam grens wordt het jaar 2005 als uitgangspunt genomen. Die prijs bedroeg destijds afgerond 132.000 (inclusief verwervingskosten). Deze prijs geldt per 1 januari 2005 gedurende het gehele kalenderjaar. Voornoemd bedrag wordt vanaf 2006 jaarlijks op 1 januari geïndexeerd. Artikel 2 2.1. Algemeen Uitgangspunten bij het verdelingsmodel: - De door de Stadsregio-gemeenten in 2004 aangeleverde productieaantallen, zie Bijlage 1, zijn te kenschetsen als optimistisch en overschrijden het door de Stadsregio met het rijk overeengekomen aantal van 43.000 woningen voor de periode 2005-2009. Voor de berekeningen zijn de aangeleverde productieaantallen herleid op dit met het rijk overeengekomen aantal. - In Bijlage 1 worden de productiecijfers weergegeven waarop de verhouding tussen binnenstedelijke en buitenstedelijke productie is gebaseerd. Voor de niet -bouwgemeenten is dit onderscheid niet van toepassing. - Het uitgangspunt is dat elke gemeente 30% sociale woningbouw produceert, zowel in binnenstedelijke als in buitenstedelijke locaties en dat de BLS-bijdrage uitsluitend wordt aangewend voor dit segment van de woningmarkt. - Het subsidiebedrag voor sociale woningbouw gerealiseerd in binnenstedelijke locaties in de bouwgemeenten is 4.000 hoger dan de subsidie voor sociale woningbouw gerealiseerd in buitenstedelijke locaties in de bouwgemeenten en het subsidiebedrag voor sociale woningbouw gerealiseerd in niet-bouwgemeenten. Zie Tabel 1 voor de mogelijke uitkomsten hiervan. Een uitwerking van deze uitgangspunten is weergegeven in Tabel 1. Aan deze indicatieve uitkomsten kunnen geen rechten worden ontleend. 5

Tabel 1 Indicatieve verdeling (bedragen in mln) Aantal % Sociale % Binnenstedelijstedelijk % Buiten- Budget woningen woningbouw verdeling Aalsmeer 1.050 30% n.v.t. n.v.t. 2,0 Amstelveen 696 30% n.v.t. n.v.t. 1,4 Amsterdam 20.580 30% 100% 0% 64,8 Beemster 609 30% n.v.t. n.v.t. 1,2 Diemen 1.124 30% n.v.t. n.v.t. 2,2 Edam-Volendam 1.275 30% n.v.t. n.v.t. 2,5 Haarlemmermeer 4.440 30% 25% 75% 10,0 Landsmeer 507 30% n.v.t. n.v.t. 1,0 Oostzaan 249 30% n.v.t. n.v.t. 0,5 Ouder Amstel 209 30% n.v.t. n.v.t. 0,4 Purmerend 3.186 30% 43% 57% 7,8 Uithoorn 725 30% n.v.t. n.v.t. 1,4 Waterland 702 30% n.v.t. n.v.t. 1,4 Wormerland 820 30% n.v.t. n.v.t. 1,6 Zaanstad 6.508 30% 58% 42% 17,3 Zeevang 319 30% n.v.t. n.v.t. 0,6 Totaal Stadsregio Amsterdam 43.000 30% 116,1 Premie per sociale woning Factor Binnenstedelijk 10.500 1,62 Buitenstedelijk 6.500 1,00 Niet-bouwgemeenten 6.500 1,00 2.1. b en g Eigenbouw In Tabel 1 blijft de verdeling van subsidie in verband met eigenbouw buiten beschouwing. Reden daarvoor is onder meer de beperkte omvang van het daarvoor te verstrekken subsidiebedrag en het drempelpercentage dat eerst overschreden moet worden alvorens daarvoor subsidie kan worden verstrekt. De subsidie voor eigenbouw wordt daarom indien gemeenten daarvoor in aanmerking komen eerst verstrekt in 2010. De verdeling geschiedt naar rato van het aantal in eigenbouw gerealiseerde woningen verkregen rijksbijdragen uit te betalen aan de gemeente(n) die eigenbouw hebben gerealiseerd in de VINAC-periode. Het Dagelijks Bestuur zal te zijner tijd een regeling vaststellen over de wijze waarop de subsidie voor eigenbouw wordt verdeeld tussen de gemeenten. 2.1. f Overschrijding BLS -bijdrage In het geval dat in enig jaar een overschrijding dreigt van de BLS-bijdrage, zullen de subsidiebedragen voor dat jaar naar rato worden bijgesteld. De beschikbare bijdrage wordt dan herberekend op basis van de verhouding 10.500:6.500. Daarmee wordt beoogd een gelijkelijke verdeling van de productie over de subsidieperiode te bevorderen. Zie ook het voorbeeld in Bijlage 2. De bestemming van de BLS-bijdragen ten behoeve van ontwikkelen van bouwlocaties/toevoegingen aan de woningvoorraad is door de afzonderlijke gemeenten daarbinnen vrij te kiezen. 6

Mocht de Minister op grond van de beoordeling van de gerealiseerde woningtoevoeging volgens het eindverslag en de bijbehorende accountantsverklaring overgaan tot terugvordering van reeds aan de Stadsregio uitgekeerde gelden, dan zal de Stadsregio deze terugvorderen bij de gemeente(n) die niet aan de door hun vermelde opgave heeft/hebben voldaan en/of de ontvangen subsidie ten behoeve van de bouw van woningen heeft/hebben besteed. Ter voorkoming van terugvorderingen zal het budget voor het jaar 2009 in eerste instantie slechts voor de helft worden uitgekeerd. De BLS-bijdrage die mogelijk resteert na bepaling van de definitieve periodeproductie in het stadsregio-gebied en verdeling van de daaraan verbonden rijksbijdrage, zal volgens het gekozen verdeelmodel over de gemeenten worden verdeeld. 2.2 Er is een reëel risico aanwezig dat de productieaantallen genoemd in Bijlage 1 niet worden gerealiseerd. Om het te verlenen subsidiebedrag zo nauwkeurig mogelijk te bepalen, wordt de hoogte van de subsidie vastgesteld aan de hand van het aantal gerealiseerde woningen dat gemeenten jaarlijks aan de Stadsregio opgeven in overeenstemming met hun opgaven aan het CBS. Artikel 3 De subsidie voor de toevoeging aan de woningvoorraad wordt gemaximeerd op de in artikel 3 genoemde bedragen. Deze bedragen worden de voorcalculatorisch bepaalde subsidiebedragen genoemd, aangezien zij tot stand zijn gekomen op basis van het model vermeld in Tabel 1. Artikel 4 Inverdan-project In de aanloop naar de VINAC-periode is door de gemeente Amsterdam en de gemeente Zaanstad verkend of door de inzet van de BLS -bijdrage de regionale woningbouwdifferentiatie kan worden beïnvloed. Uitgangspunt daarbij was de vaststelling dat de sociale huurvoorraad in Amsterdam verhoudingsgewijs groot was ten opzichte van die in de overige stadsregio-gemeenten. Door in die gemeenten meer sociale woningbouw te realiseren en in Amsterdam minder kan meer evenwicht worden bereikt. Amsterdam en Zaanstad hebben vervolgens verkend hoe zo n uitruil gestalte kan krijgen. Daaruit is een pilot voortgekomen waarin de gemeente Zaanstad 150 extra sociale huurwoningen realiseert in het kader van het Inverdan-project. Er is in verband daarmee bestuurlijk een afspraak gemaakt dat de gemeente Amsterdam vanuit haar VINAC-BLS -middelen bijdraagt aan de realisatie van woningen in de gemeente Zaanstad. Het ging daarbij destijds om een bedrag van 3,1 mln. voor welk bedrag 100 starterswoningen en 50 studentenwoningen gerealiseerd zouden gaan worden. Dit bedrag is thans geraamd op 2 mln. Ofschoon de gemeente Zaanstad op grond van de verdelingssystematiek minder subsidie voor de betreffende woningen in het Inverdan-project zou ontvangen dan dat zij met de gemeente Amsterdam heeft afgesproken, is artikel 4 bedoeld om uitvoering te geven aan de gemaakte afspraken. In het jaar dat de betreffende woningen in de gemeente Zaanstad worden opgeleverd, zal de BLS-bijdrage aan Zaanstad worden verhoogd en die van Amsterdam worden verminderd. De gemeente Amsterdam en de gemeente Zaanstad melden de wijziging in de BLS_bijdrage gezamenlijk en schriftelijk aan het Dagelijks Bestuur uiterlijk één maand voor de betaling van de subsidie. 7

Artikel 5 De Minister keert jaarlijks een bedrag als voorschot uit aan de Stadsregio. Dit bedrag bestaat uit twee delen. Het ene deel is een bijdrage vooraf (de lumpsum) voor het lopende jaar, het andere deel is een bijdrage achteraf (de voorlopige afrekening) voor het jaar ervoor. De lumpsum wordt bepaald op basis van een productie van 8.000 woningen jaarlijks van 2005 tot en met 2008 en 11.000 woningen in 2009. De jaarlijkse voorlopige afrekening van de Minister met de Stadsregio wordt bepaald aan de hand van de werkelijke productie volgens de CBS-cijfers. De definitieve afrekening zal in 2010, met mogelijk een aanvullende afrekening in 2011, plaatsvinden op basis van het eindrapport van de Stadsregio. De daadwerkelijke toevoegingen aan de woningvoorraad zullen dan worden bepaald op basis van de gemeentelijke opgaven die, na accountantscontrole, in het eindrapport van de Stadsregio aan de Minister worden opgenomen. De Minister zal na toetsing van het eindrapport en de bijbehorende accountantsverklaring aan de hand van de voorwaarden genoemd in het BLS de definitieve omvang van de subsidie voor het gehele tijdvak vaststellen. Als na de subsidievaststelling van alle gemeenten - in 2010 of in 2011 - blijkt dat een BLS-bijdrage en/of een bedrag ontstaan ten gevolge van ontvangen rente over de BLS -bijdrage overblij(ft)ven bij de Stadsregio dan zal dit bedrag conform het verdeelmodel in Tabel 1 naar rato worden verdeeld op grond van de totale werkelijke productie in de periode 2005-2009. Bijlage 1 Aan deze indicatieve opgaven kunnen geen rechten worden ontleend. Woningproductie in de periode 2005-2009 Gemeente Locatie Aantal Premie hoog Premie laag Aalsmeer Kudelstaart 230 Centrum 300 Oosteinde 700 1230 totaal n.v.t. alle Amstelveen Bankras 237 Elsrijk oost 60 Groenelaan 200 Keizer Karelpark 91 Stadshart 87 Westwijk 72 Overig 68 815 totaal n.v.t. alle Amsterdam IJ-oevers 1760 + Houthavens 740 + Zuidas 4550 + Noordelijke IJ-oever 2680 + Zuidoost 2000 + CAN 1280 + Zeeburgereiland 1875 + Bongerd 1280 + IJburg 6200 + Overig 1740 + 24105 totaal alle n.v.t. Beemster 713 713 totaal n.v.t. alle Diemen Diemen-Zuid 50 Diemen-Centrum 146 Sniep 1120 1316 totaal n.v.t. alle 8

Gemeente Locatie Aantal Premie hoog Premie laag Edam-Volendam Dijkwijk Volendam 1050 Korsnas Edam 125 Sportlaan Volendam 200 Diverse Edam 24 Diverse Volendam 94 1493 totaal n.v.t. alle Haarlemmermeer Floriande Hoofddorp 2200 + Getzewoud, Nw. Vennep 600 + Stellinghof, Vijfhuizen 100 + Toolenburg zuid Hoofddorp 1000 + Diverse locaties 1300 + 5200 totaal Landsmeer Diverse locaties 559 Purmerland, Den Ilp 35 594 totaal n.v.t. alle Oostzaan 292 292 totaal n.v.t. alle Ouder Amstel Centrum 60 Benning 145 Gijsbregt van Aemstelkwartier 40 245 totaal n.v.t. alle Purmerend Weidevenne 2145 + Wheermolen-west 469 + Kaderkoog 200 + Wagenweg 415 + Kop van West 300 + Belkanto 84 + Oeverlanden 76 + Centrum 43 + 3732 totaal Uithoorn IBM-terrein 250 Terrein Wahlen (aan N201) 70 De Kwakel - Zuid 100 Vleeshoek/Campinaterrein 275 Diverse locaties 154 849 totaal n.v.t. alle Waterland 822 822 totaal n.v.t. alle Wormerland 961 961 totaal n.v.t. alle Zaanstad Zaandam zuid 797 + Poelenburg 149 + Peldersveld 135 + Rosmolenwijk 471 + Kogerveldwijk 91 + Zaandam noord 11 + Oude haven 129 + Zaandam west 521 + Nieuw west 865 + Oud koog 37 + Westerkoog 60 + Oud zaandijk 22 + Wormerveer 444 + Krommenie-oost 192 + Krommenie-west 195 + 9

Gemeente Locatie Aantal Premie hoog Premie laag Assendelft 139 + Saendelft 3170 + Westzaan 195 + 7623 totaal Zeevang Oosthuizen 374 374 totaal n.v.t. alle Totaal Stadsregio Amsterdam 50364 Indien voor een locatie alleen de totale woningbouwproductie bekend was voor een langere periode dan 2005-2009 is naar rato teruggerekend naar de BLS-periode. Indicatieve, niet taakstellende aantallen volgens opgaven eind 2004/begin 2005 ter bepaling van de mogelijke hoogte van de subsidie per sociale woning. Locatie Legmeer West (630) niet opgenomen. Amstelveen: ruwe inschatting, waarschijnlijk te laag. Voor de berekeningen zijn de aantallen herleid op een totaal van 43.000 woningen. Met + wordt bedoeld of een locatie in een bouwgemeente in aanmerking komt voor een hoge premie per sociale woning. Bijlage 2 Voorbeeld Ter toelichting op deze Regeling wordt hieronder aan de hand van een voorbeeld verduidelijkt hoe de verdeelsystematiek in zijn werk gaat. Uitgangssituatie: In dit voorbeeld wordt er gemakshalve uitgegaan dat de Stadsregio uit 3 gemeenten - A, B en C - bestaat. Uit onderstaande tabel blijkt dat de Stadsregio zijn VINEX-taakstelling niet heeft gehaald en dat er 200 woningen te weinig zijn gebouwd. Dit tekort is toe te rekenen aan de gemeente A een tekort van 100 woningen en aan de gemeente B (100 woningen). Beide gemeenten komen eerst voor subsidie in aanmerking, indien zij meer woningen dan het drempelaantal hebben gerealiseerd. Gemeente C heeft in termen van de VINEX-taakstelling voldoende woningen gebouwd. De werkelijke woningproductie over 2005 ziet er als volgt uit: Gemeente A Gemeente B Gemeente C Totaal Stadsregio Totale woningproductie 4.000 1.500 400 5.900 Waarvan sociaal (in %) 1.400 (35%) 400 (26,7%) 120 (30%) 1.920 (32,5%) Drempelaantal 1.500 500 0 2.000 Realisatie voor de Stadsregio 2.500 1.000 400 3.900 Om te bepalen hoeveel van de gerealiseerde sociale woningen van de drie gemeenten voor subsidie in aanmerking komen, wordt het gerealiseerde percentage sociale woningbouw als uitgangspunt genomen. Dit betekent dat Gemeente A recht heeft op subsidiëring van 35% van 2.500 woningen, hetgeen in totaal om 875 sociale woningen gaat, Gemeente B heeft recht op subsidiëring van 26,7% van 1.500 woningen, hetgeen neerkomt op in totaal 267 sociale woningen. De Gemeente C ten slotte heeft recht op subsidiëring van 30% van 400 woningen en daarmee in totaal 120 woningen. 10

Stel dat het totaal te subsidiëren aantal woningen van de Gemeente A in aanmerking komt voor het subsidiebedrag van maximaal 10.500 per sociale woning, en Gemeenten B en C voor een subsidiebedrag van 6.500 per sociale woning. Dat leidt dan tot de volgende voorcalculatorische subsidiebedragen: Gemeente A: 875 x 10.500 = 9,2 miljoen Gemeente B: 267 x 6.500 = 1,7 miljoen Gemeente C: 120 x 6.500 = 0,8 miljoen Totaal: 11,7 miljoen Stel dat de Minister in plaats van 11,7 miljoen slechts 10,5 miljoen subsidiabel heeft gesteld. In die situatie dient het subsidiebedrag voor dat jaar aangepast te worden, aangezien sprake is van overschrijding van de BLS -bijdrage. Aangezien de verhouding tussen de subsidiebedragen - 10.500:6.500 - hetzelfde dient te blijven, worden de maximale subsidiebedragen naar beneden bijgesteld. Het subsidiebedrag dat in dit voorbeeld ten hoogste wordt uitgekeerd, bedraagt na herberekening 9.460,-- en het lagere subsidiebedrag wordt 5.856,-- Dit leidt dan tot de volgende voorcalculatorische subsidiebedragen: Gemeente A: 875 x 9.460 = 8,3 miljoen Gemeente B: 267 x 5.856 = 1,6 miljoen Gemeente C: 120 x 5.856 = 0,7 miljoen Totaal: 10,5 miljoen 11