Diplomalijn Financieel Administratief Eamen Financiële Rapportage en Analyse (FRA) *) Niveau Positionering Versie 7 Geldig vanaf 01-01-2013 Vergelijkbaar met hbo-ad Vastgesteld op November 2011 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Eamencommissie MBA In het eamen Financiële Rapportage en Analyse komt theorie uit de modules Bedrijfseconomie en Bedrijfsadministratie journaalposten voor. Kandidaten die het eamenonderdeel Financiële Rapportage en Analyse niet als laatste eamenonderdeel afleggen, moeten ervoor zorgen dat hun kennis voor deze beide andere eamenonderdelen op voldoende niveau is. *) Vanaf januari 2013 wordt FRA niet meer in twee zittingen geëamineerd. Het onderdeel Statistiek is dan geheel geïntegreerd. Eamenprogramma MBA Financiële Rapportage en Analyse 1
Eindtermen en toetstermen *) betekent: zie toelichting 4.3.1 De kandidaat kan uit de financiële administratie overzichten samenstellen ten behoeve van interne en eterne verslaggeving en gemaakte fouten daarin opsporen en herstellen. 4.3.1.1 De kandidaat kan uit een proef- of saldibalans een balans opstellen die voldoet aan de daarvoor geldende wettelijke regels. 4.3.1.2 De kandidaat kan uit een proef- of saldibalans een winst-enverliesrekening opstellen volgens een functionele en een categoriale kostenindeling en met toepassing van de daarvoor geldende wettelijke regels. 4.3.1.3 De kandidaat kan uit een proef- of saldibalans een kasstroomoverzicht samenstellen volgens de directe en volgens de indirecte methode. 4.3.1.4 De kandidaat kan in financiële overzichten fouten opsporen en corrigeren, zowel cijfermatig als door middel van journaalposten. 4.3.1.5 De kandidaat is in staat bij het opstellen van gehele en partiële overzichten ten behoeve van de verslaggeving gebruik te maken van: bedragen, kengetallen (ratio s), indecijfers, tabellen en grafieken. 4.3.1.6 De kandidaat kan de ontwikkeling van (een deel van ) de onderneming aan de hand van gehele en partiële overzichten ten behoeve van de verslaggeving analyseren en beoordelen op basis van: bedragen, kengetallen (ratio s) indecijfers, tabellen en grafieken. 4.3.2 De kandidaat kan ondernemingsprestaties vanuit verschillende invalshoeken beoordelen en analyseren met behulp van bedrijfseconomische en statistische instrumenten 4.3.2.1*) De kandidaat kan de volgende ratio s berekenen: liquiditeitsratio s, solvabiliteitsratio s, rentabiliteitsratio s, activiteitenratio s. 4.3.2.2*) De kandidaat kan de volgende kengetallen (ratio s) beoordelen en analyseren voor de ondernemingsanalyse: liquiditeitsratio s, solvabiliteitsratio s, rentabiliteitsratio s, activiteitenratio s. 4.3.2.3 De kandidaat kan de ontwikkeling in de tijd van de ratio s beoordelen en analyseren met behulp van bedrijfseconomische en statistische instrumenten. 4.3.2.4*) De kandidaat kan niet-financiële maatstaven uit een balanced scorecard (zoals ziekteverzuimpercentages, verlooppercentages, klachten) beoordelen en 4.3.2.5 De kandidaat kan samengesteld ongewogen indecijfers (hoeveelheid, prijs, waarde) uitrekenen en de betekenis hiervan aangeven voor ontwikkelingen van bedrijven en sectoren, of landelijke ontwikkelingen. Eamenprogramma MBA Financiële Rapportage en Analyse 2
Eindtermen en toetstermen *) betekent: zie toelichting 4.3.2.6*) De kandidaat kan samengesteld gewogen indecijfers (hoeveelheid, prijs, waarde) volgens methode Laspeyres berekenen en de betekenis hiervan aangeven voor de bedrijfsanalyse. 4.3.2.7 De kandidaat kan rekening houden met verschillende basisperioden bij het vergelijken van reeksen indecijfers. 4.3.2.8 De kandidaat kan rekenkundig gemiddelden berekenen, beoordelen en 4.3.2.9 De kandidaat kan grootheden (zoals indecijfers, geldbedragen) corrigeren voor inflatie. 4.3.2.10 De kandidaat kent de betekenis van de 80-20 regel in de bedrijfscontet. 4.3.2.11*) De kandidaat kan een tabel met één of meer ingangen samenstellen en verschillende typen grafieken maken ten behoeve van de bedrijfsanalyse. 3.2.12 De kandidaat kan op basis van een tabel met één of meer ingangen en op basis van grafieken conclusies trekken ten aanzien van de bedrijfssituatie en/of over de positie van het bedrijf ten opzichte van de concurrent(en), de sector, of de landelijke situatie. 3.2.13 De kandidaat kan de waarde van een onderneming berekenen, beoordelen en analyseren op basis van de intrinsieke waarde, rentabiliteitswaarde en liquidatiewaarde. 4.3.3 De kandidaat kan verbanden tussen de onderdelen van de balans, de winst-enverliesrekening en het kasstroomoverzicht onderkennen, berekenen, beoordelen en 4.3.3.1 De kandidaat kent het belang van de balans, de winst-enverliesrekening en het kasstroomoverzicht voor het weergeven van de prestaties van de onderneming. 4.3.3.2*) De kandidaat kan berekeningen maken ten aanzien van kapitaalstructuur, vermogensstructuur en financiële structuur, ingaande en uitgaande kasstromen, opbrengsten en kosten. 4.3.3.3 De kandidaat kan analyseren wat de gevolgen zijn van bepaalde beslissingen van de ondernemingsleiding voor de huidige en de toekomstige kapitaalstructuur, vermogensstructuur en financiële structuur, ingaande en uitgaande kasstromen, opbrengsten en kosten. 4.3.4 De kandidaat kan etracomptabel en intracomptabel een interne resultatenanalyse berekenen, beoordelen en analyseren 4.3.4.1*) De kandidaat kan resultaten berekenen op: kostenplaatsen en profit centers / kostencentra en winstcentra, kostensoorten. 4.3.4.2*) De kandidaat kan resultaten beoordelen en analyseren op: kostenplaatsen en profit centers / kostencentra en winstcentra, kostensoorten. 4.3.4.3*) De kandidaat kan voor de resultatenbeoordeling gebruikmaken van bedrijfseconomische en/of statistische instrumenten. 4.3.4.4 De kandidaat kan mutaties in statische en dynamische voorzieningen verwerken. 4.3.4.5 De kandidaat kan (mutaties in) statische en dynamische voorzieningen verklaren, beoordelen en Eamenprogramma MBA Financiële Rapportage en Analyse 3
Eindtermen en toetstermen *) betekent: zie toelichting 4.3.4.6 De kandidaat kan bij de beoordeling van bezettingsresultaten rekening houden met een seizoenpatroon. 4.3.5 De kandidaat kan informatie verstrekken, beoordelen en analyseren ten behoeve van de financiële besturing van de organisatie. 4.3.5.1*) De kandidaat kan een masterbudget opstellen. 4.3.5.2*) De kandidaat kan een masterbudget 4.3.5.3 De kandidaat kan zowel integrale als differentiële calculaties uitvoeren en analyseren ten behoeve van de besluitvorming. 4.3.5.4 De kandidaat kan kostenallocatiemethoden toepassen. 4.3.5.5*) De kandidaat kan kostenallocatiemethoden beoordelen en 4.3.5.6*) De kandidaat kan zowel rekenkundig als grafisch een break-even analyse uitvoeren. Eamenprogramma MBA Financiële Rapportage en Analyse 4
Toelichting op toetstermen 4.3.2.1 De berekeningen die worden gevraagd zijn altijd ten behoeve van een beoordeling of analyse. De volgende kaders zijn van toepassing: De kandidaat kan de current ratio berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de quick ratio berekenen, beoordelen en De kandidaat kan het netto werkkapitaal berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de debt ratio berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de interest coverage ratio berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de rentabiliteit van het eigen vermogen (REV), berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de rentabiliteit van het vreemd vermogen (RVV), berekenen, beoordelen en De kandidaat kan het financiële hefboomeffect berekenen, beoordelen en De kandidaat kan het operationele hefboomeffect berekenen, beoordelen en analyseren De kandidaat kan de omloopsnelheid van het totale vermogen berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de omloopsnelheid van de voorraden berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de omloopsnelheid van debiteuren, berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de gemiddelde krediettermijn van debiteuren berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de gemiddelde krediettermijn van crediteuren berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de gemiddelde opslagduur van de voorraad berekenen, beoordelen en De kandidaat kan de billing ratio berekenen, beoordelen en 4.3.2.2 Ratio-analyse betreft de periodenvergelijking, de bedrijfs(onderdelen)vergelijking en de budgetvergelijking. 4.3.2.4 Er zal niet worden gevraagd om een volledige balanced scorecard op te stellen. De nadruk ligt op beoordelen, aanpassen en De kandidaat kent de vier onderdelen van de balanced scorecard. De kandidaat kan kritische indicatoren vaststellen, berekenen en beoordelen, zoals aantal klachten, personeelsverzuim, personeelsverloop, rendement, bijscholing en innovatie. De kandidaat kan de balanced scorecard toepassen als communicatie en informatiemiddel. 4.3.2.6 Uitsluitend het kunnen toepassen van de directe methode wordt verlangd. 4.3.2.11 De volgende kaders zijn van toepassing: De kandidaat kan een enkelvoudig staafdiagram en een samengesteld staafdiagram maken en conclusies hieruit trekken. De kandidaat kan een lijndiagram maken en conclusies hieruit trekken. De kandidaat kan conclusies trekken op basis van een cirkeldiagram. 4.3.3.2 kapitaalstructuur: verhoudingen op de debetzijde van de balans (vaste en vlottende activa). vermogensstructuur: verhoudingen op de creditzijde van de balans (eigen en vreemd vermogen). financiële structuur: betreft de afstemming tussen kapitaalstructuur en Eamenprogramma MBA Financiële Rapportage en Analyse 5
Toelichting op toetstermen 4.3.4.1 en 4.3.4.2 vermogensstructuur, alsmede de resultaten die hiermee zijn behaald. Factoren (c.q. beslissingen) die van invloed zijn op de balans en/of de winst-enverliesrekening en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor de financiële structuur. Voorbeelden: debiteuren wel/niet overdragen aan een factoormaatschappij kopen of leasen wel/niet vervroegd aflossen eigen of vreemd vermogen aantrekken (hefboomeffecten) wel/niet langlopende contracten met leveranciers. De berekeningen die worden gevraagd zijn altijd ten behoeve van een beoordeling of analyse. De nadruk ligt op etracomptabele analyse. De volgende kaders zijn van toepassing: De kandidaat kan vaste, variabele, gemengde en fleibele budgetten op kostenplaatsen berekenen en De kandidaat kan budgetresultaten en bezettingsresultaten op kostenplaatsen berekenen en De kandidaat kan bij budgetten op kostenplaatsen correcties aanbrengen in verband met een seizoenpatroon. De kandidaat kan bezettingsresultaten en bestedingsresultaten op vaste kosten berekenen en De kandidaat kan efficiencyresultaten op directe en indirecte kosten berekenen en De kandidaat kan afval- en uitvalresultaten berekenen en De kandidaat kan prijsresultaten op directe en indirecte kosten berekenen en De kandidaat kan rabatresultaten en ordergrootteresultaten berekenen en De kandidaat kan interestresultaten berekenen en De kandidaat kan resultaten op de afzet en de omzet berekenen en De kandidaat kan verkoopresultaten berekenen en 4.3.4.3 Statistische instrumenten in deze toetsmatrijs betreft uitsluitend: Grafieken, tabellen, indecijfers, ongewogen en gewogen gemiddelden. 4.3.5.1 en 4.3.5.2 Er zullen uitsluitend onderdelen moeten worden opgesteld. De nadruk ligt op beoordelen, aanpassen en De kandidaat kan de liquiditeitsbegroting opstellen, beoordelen en De kandidaat kan het kasstroomoverzicht (zowel het directe als indirecte model) opstellen, beoordelen en De kandidaat kan de begrote winst-en-verliesrekening opstellen, beoordelen en De kandidaat kan de begrote eindbalans opstellen, beoordelen en 4.3.5.5 De nadruk ligt op beoordelen, aanpassen en toelichten. 4.3.5.6 De kandidaat kan de break-even afzet en break-even omzet berekenen en grafisch bepalen met behulp van rechtlijnige functies. De kandidaat kan het effect van een verandering in de vaste en/of variabele kosten en/of de prijs op de break-evenafzet en break-evenomzet beredeneren en bepalen. Eamenprogramma MBA Financiële Rapportage en Analyse 6
Diplomalijn Eamen Versie 7 Geldig vanaf 01-01-2013 Financieel Administratief Vastgesteld op November 2011 Vastgesteld door Toetsvorm Toetsduur Toegestane hulpmiddelen Financiële Rapportage en Analyse (FRA) Eamencommissie MBA Schriftelijke toets met 30-35 open vragen 3,75 uur (225 minuten) Rekenmachine Toetsmatrijs Eind term Toetsterm Puntenverdeling in % Aantal vragen 4.3.1 Totaal 5% 30% 2 12 Vraagsoort min ma min ma % % % % 4.3.1.1 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.1.2 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.1.3 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.1.4 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.1.5 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.1.6 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.2 Totaal 5% 30% 2 12 4.3.2.1 en 4.3.2.2 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.2.3 0% 10% 0 4 open vragen 4.3.2.4 0% 10% 0 4 open vragen 4.3.2.5 0% 10% 0 4 openvragen 4.3.2.6 0% 10% 0 4 open vragen 4.3.2.7 0% 10% 0 4 open vragen 4.3.2.8 0% 10% 0 4 open vragen 4.3.2.9 0% 10% 0 4 open vragen 4.3.2.10 0% 10% 0 4 open vragen 4.3.2.11 0% 10% 0 4 open vragen 4.3.2.12 0% 10% 0 4 open vragen Eamenprogramma MBA Financiële Rapportage en Analyse 7
Eind term Toetsterm Puntenverdeling in % Aantal vragen Vraagsoort 4.3.2.13 0% 10% 0 4 Open vragen 4.3.3 Totaal 5% 30% 2 12 4.3.3.1 0% 8% 0 3 open vragen 4.3.3.2 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.3.3 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.4 Totaal 5% 30% 2 12 4.3.4.1 0% 8% 0 3 open vragen 4.3.4.2 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.4.3 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.4.4 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.4.5 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.4.6 0% 20% 0 8 open vragen 4.3.5 Totaal 5% 25% 2 12 4.3.5.1 0% 8% 0 3 open vragen 4.3.5.2 0% 15% 0 6 open vragen 4.3.5.3 0% 15% 0 6 open vragen 4.3.5.4 0% 15% 0 6 open vragen 4.3.5.5 0% 15% 0 6 open vragen 4.3.5.6 0% 15% 0 6 open vragen Verdeling beheersingsniveaus Totaal Min 30 Ma 35 Maimaal: 10 % 10% 40% 60% Eamenprogramma MBA Financiële Rapportage en Analyse 8