Lerarenopleiding Geschiedenis Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Vergelijkbare documenten
Lerarenopleiding Engels Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Engels Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

Lerarenopleiding Geschiedenis

Lerarenopleiding Nederlands Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Duits Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Lerarenopleiding Duits Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Wiskunde Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Frans Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Lerarenopleiding Geschiedenis

Lerarenopleiding Frans Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en):

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Instroom pabo geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Cohortoverzicht maatschappijleer cohort 2015 Deze studenten zijn in eerstejaars

Canon en kerndoelen geschiedenis PO

Lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

Lerarenopleiding Nederlands Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

Lerarenopleiding Duits

Lerarenopleiding Scheikunde Curriculumoverzicht (leerjaar 1 en 2)

Lerarenopleiding Natuurkunde Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Aardrijkskunde Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

REFLECTEREN OP MULTICULTURALITEIT (60 MIN)

Minor Toegepaste Psychologie

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

Leerplanschema Minor Psychologie

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Leerlijnen BA Geschiedenis

Zelfevaluatie. Inleiding:

FUNCTIE PROFIELDOCENT LB SCHOLENGEMEENSCHAP BONAIRE

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Duits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Duits

Lerarenopleidingen voor de 21 ste eeuw

Examenprogramma geschiedenis havo

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Assessment Startbekwaam

Onderwijs- en examenregeling

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Vakdidactiek: inleiding

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Aantekenformulier van het assessment PDG

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Lerarenopleiding Wiskunde Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

LEER- EN TOETSPLAN A. ONDERWERP EN DOELEN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 1 Onderwerp: Introductie geschiedenis Kerndoel:

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Mentor Datum Groep Aantal lln

STUDIEWIJZER HAVO COHORT Versie november 2010

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits

ECTS- FICHE. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo)

LANDSEXAMEN MAVO

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

Leerwerkstage 1. voorbereiden, uitvoeren en evalueren lesactiviteiten. Project: informatievaardigheden (mediawijsheid)

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Mentor Datum Groep Aantal lln

Terugblik masterclasses HAN Pabo

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

STUDIEWIJZER HAVO COHORT versie oktober 2011

Willibrordus: cultuur in ons hart

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Willibrordus: cultuur in ons hart

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Overzicht curriculum VU

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Archeologie op school. Handleiding voor de leerkracht

De 6 Friesland College-competenties.

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten

Hoofdstuk 2 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen Propedeutische fase Opleiding tot leraar van de 2 de graad geschiedenis Voltijd...

Thema 1: Het leren (bevorderen) 19

Examenprogramma beeldende vorming

De kunst van het lesgeven

Een kasteel in de buurt bezoeken

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Biologie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

1 Interpersoonlijk competent

Competentievenster 2015

Lerarenopleiding Nederlands

Transcriptie:

Lerarenopleiding Geschiedenis Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4 (CROHO-nr. 35197) Variant dagopleiding Schematisch beeld van het opleidingsmodel: Curriculum Bachelor 2010 (BA2010) Kenmerken: 1. Programma vanaf cohort september 2010 (dagopleiding) 2. Indeling van het curriculum in: a. Een beroepsvoorbereidende leerlijn b. Een werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn c. Een opleidingsspecifieke leerlijn 3. Gebaseerd op de kennisbasis ( en opleidingsspecifiek) 4. Plaats van de minors in het programma (een opleidingsgebonden minor in het tweede leerjaar) 5. Introductie van leerwerktaken. 6. Onderwijseenheden te herkennen aan de plaats van het streepje op positie 3 in de code: EN- Dagopleiding 1

Aan deze beschrijvingen kunnen geen rechten worden ontleend. Kijk voor de vastgelegde tekst in Educator. Zie voor de literatuur de aparte literatuurlijst Dagopleiding 2

sopgave Propedeuse... 5 Beroepsvoorbereidende leerlijn... 5 Onderwijskunde 1... 5 Onderwijskunde 2... 7 Drama 1... 8 Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn... 9 Studieloopbaanbegeleiding 1A... 9 Studieloopbaanbegeleiding 1B... 10 Leerwerkstage 1... 11 Opleidingsspecifieke leerlijn... 12 De les: Geschiedenis... 12 Voorbereiding op de stage... 13 Leerwerktaak: De les geschiedenis op de stageschool... 14 Leerwerktaak: De les geschiedenis buiten het lokaal... 15 Oudheid 1 Egypte, Oude Grieken... 16 Oudheid 2 Romeinen... 17 Middeleeuwen 1... 18 Vroegmoderne tijd 1 (1500 1650)... 19 Vroegmoderne tijd 2 (1650 1715)... 20 Vroegmoderne tijd 3 (1715 1800)... 22 Vroegmoderne tijd Nederland... 23 Moderne tijd 1 (1815 1914)... 24 Moderne tijd 2 (1914 1939)... 25 Postpropedeuse... 26 Beroepsvoorbereidende leerlijn... 26 Onderwijskunde 3... 26 Onderwijskunde 4... 27 Onderwijskunde 5... 28 Drama 2... 29 Drama 3... 30 Levensbeschouwelijke oriëntatie 1... 31 Levensbeschouwelijke oriëntatie 2... 32 Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn... 33 Studieloopbaanbegeleiding 2... 33 Studieloopbaanbegeleiding 3... 34 Studieloopbaanbegeleiding 4... 35 Leerwerkstage 2A... 36 Leerwerkstage 2B... 38 Leerwerkstage 2 Onderzoek... 40 Leerwerkstage 2 Internationalisering... 41 Leerwerkstage 3... 42 Opleidingsspecifieke leerlijn... 44 Algemene didactiek en vakdidactiek geschiedenis2... 44 Leerwerktaak: Toegepaste didactiek 1... 45 Leerwerktaak: Toegepaste didactiek 2... 46 Leerwerktaak: Terugblik op de les geschiedenis... 47 Leerwerktaak: Theoretische vakdidactiek... 48 Leerwerktaak: Opdrachten in de les geschiedenis... 49 Dagopleiding 3

Leerwerktaak: Historisch redeneren... 50 Historisch redeneren... 51 Middeleeuwen 2... 52 Nederland in de 19 e eeuw... 53 Nederland in de 20 e eeuw... 54 Moderne tijd 3 (1939 1945)... 55 Moderne tijd 4 (1945 nu)... 56 Politiek en staatsinrichting... 57 (Moderne) Geschiedenis van de USA... 59 Global History... 60 Theorie en historiografie... 62 Geschiedenis van Azië... 63 Geschiedenis van het Midden Oosten... 64 Diachronisch thema: Politiek... 65 Diachronisch thema: Kunst... 66 Diachronisch thema: Economie... 67 Visie op geschiedenisonderwijs... 68 Afronding Vakdidactiek... 69 Afstudeerfase... 70 Meesterstuk: Voorbereiding Historisch Onderzoek... 70 Meesterstuk: Historisch Onderzoek... 72 Afstudeerstage... 74 Afstudeeronderzoek... 75 toets startbekwaamheid Geschiedenis... 76 Dagopleiding 4

Propedeuse Beroepsvoorbereidende leerlijn Onderwijskunde 1 Verkorte naam: EN-VO-ONWK1.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Onderwijskunde/pedagogiek 1 Na afronding van deze onderwijseenheid, heeft: de student kennis over het ontstaan van het Nederlands onderwijssysteem en hoe het onderwijssysteem tegenwoordig functioneert. de student zichzelf georiënteerd in de verschillende taken of rollen die een docent in het onderwijs heeft (mentor, vakdocent, management, ondersteunend e.d.). de student heeft een basisinzicht in de belangrijkste leertheorieën en kan deze op een eenvoudige manier toepassen. de student een missie en visie gemaakt voor een onderwijsorganisatie. Zie voor een specifieke uitwerking van de doelstellingen de toetsmatrijs OWK1 in de elektronische leeromgeving. Dit is de eerste beroepsondersteunende onderwijseenheid die studenten krijgen binnen de opleiding tot docent. Juist bij aanvang van een opleiding tot leraar is het van groot belang dat de student zich bewust wordt van wat de rol van docent (precies) inhoudt. De student leert de schoolorganisatie kennen, het Nederlandse onderwijssysteem en leert enkele basisbegrippen rondom het 'leren leren' van de leerlingen. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Geen door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Opdracht 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren (GEN_1.3) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.1 Leerlingbegeleiding in de school (GEN_5.1) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) Dagopleiding 5

7. Nederlands onderwijssysteem (GEN_7) 7.1 Nederlands onderwijsstelsel (GEN_7.1) 7.2 Onderwijsconcepten (GEN_7.2) 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur (GEN_7.3) vak Dagopleiding 6

Onderwijskunde 2 Verkorte naam: EN-VO-ONWK2.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Onderwijskunde 2 Na afronding van deze onderwijseenheid: weten de studenten welke vijf rollen succesvolle docenten laten zien en kunnen ze deze rollen toepassen in hun eigen onderwijspraktijk. hebben de studenten inzicht en vaardigheden in klassenmanagement. hebben de studenten kennis van en inzicht in groepsdynamica en interactieprocessen. hebben de studenten een basisinzicht in de ontwikkelingspsychologische grondbeginselen. De doelen en de e kennisbasis zijn nader uitgewerkt in de toetsmatrijs ONWK2. Deze onderwijseenheid heeft als thema orde houden en klassenmanagement. Er wordt er ingegaan op het effectief docentgedrag en hoe de wisselwerking is met leerlinggedrag. Hierbij wordt ingegaan op groepsdynamische processen en interactiepatronen in de klas. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Dossier 67 Hoger of gelijk aan 5.5 Opdracht 33 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 4. Ontwikkeling van de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek (GEN_8.2) vak Dagopleiding 7

Drama 1 Verkorte naam: EN-VO-DRA1.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Drama 1 Studenten: zijn zich bewust van de signalen, die zij met hun non-verbale communicatie uitzenden; kunnen non-verbale signalen van anderen herkennen en interpreteren en kunnen hun eigen non-verbale communicatie doelbewust inzetten; leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal; kunnen via spel variëren in gedragingen; weten welke factoren van gedrag horen bij leiding nemen; weten dat een krachtige (dramatische) vorm de inhoud van de boodschap versterkt en kunnen dat ook toepassen. Studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. Interactie gericht op het nemen en houden van leiding staat hier centraal. Vragen als: Hoe zorg ik dat ik aandacht krijg en houd? Kom ik zo over als ik wil overkomen? Hoe kan ik dit beïnvloeden? komen aan de orde. De nadruk ligt op: stemgebruik, houding, non-verbale communicatie, contact maken, zelfvertrouwen, expressie, een samenhangend verhaal boeiend kunnen brengen. Studenten verdiepen zich dus in aspecten van performance in en voor de klas, en werken aan hun handelingsbekwaamheid. Door middel van gerichte opdrachten in de les (en daarbuiten) vergroten zij de effectiviteit van hun communicatie voor en in de klas. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden. N.v.t. De docent verzorgt de colleges, geeft feedback op de uitgevoerde tussenopdrachten en beoordeelt de eindopdracht. Geen Basis Dossier: Drama 1 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Presentatie: Solo 1 Hoger of gelijk aan 5.5 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak Dagopleiding 8

Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn Studieloopbaanbegeleiding 1A Verkorte naam: EN-VO-SLB1A.V.01 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Studieloopbaanbegeleiding 1A LVO Zelfsturing op de eigen opleiding en loopbaan Na afronding van deze onderwijseenheid: kan de student concrete, meetbare doelen stellen in een POP; heeft de student een beeld van de inhoud en instrumenten van SLB gekregen; kan de student een reflectie schrijven aan de hand van een reflectiemodel. Bij deze onderwijseenheid krijgt de student informatie over studieloopbaanbegeleiding en de beroepstaken in het kader van zelfsturing op studie en loopbaan. Ook leert de student meer over zichzelf door te reflecteren en daarbij dingen bewust te maken die hij onbewust aan het doen is. Hij leert concrete, meetbare doelen te stellen en daarbij een stappenplan te maken om die doelen ook te halen: het eerste persoonlijk ontwikkelingsplan. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden. n.v.t. door SLB'er bij bijeenkomsten en begeleidingsgesprekken. geen Basis Niet voldaan t/m Voldaan Portfolio 1 Hoger of gelijk aan 5.5 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak Dagopleiding 9

Studieloopbaanbegeleiding 1B Verkorte naam: EN-VO-SLB1B.V.13 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Studieloopbaanbegeleiding 1B LVO Zelfsturing op de eigen opleiding en loopbaan Na afronding van deze onderwijseenheid: ontwikkelt de student de competentie zelfsturing op studie en loopbaan en zet hierbij de beroepstaken van SLB op een juiste wijze in; oriënteert de student zich op de referentiepunten van het eerste jaar op het gebied van persoonlijk professionele ontwikkeling in relatie tot het opleidings- en beroepsprofiel; kan de student reflectie-instrumenten inzetten om tot een zelfsturing te komen. Bij deze onderwijseenheid vult de student de inhoud van de drie deelgebieden: persoonlijke ontwikkeling, opleidingsniveau en beroepsidentiteit vanuit aangeboden thema's en eigen loopbaanvragen. Centraal staan het beeld van de kwaliteiten en motieven, de studievaardigheden en het beeld van het beroep van de student. Daarnaast werkt de student aan het op peil brengen van zijn reflectieniveau. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden op het instituut en themabijeenkomsten op de stageschool. n.v.t. door SLB'er bij bijeenkomsten en begeleidingsgesprekken op het instituut, begeleiding door schoolopleider bij de leerwerkstage. Voor het kunnen volgen van deze onderwijseenheid dien je de onderwijseenheid SLB 1A met goed gevolg te hebben afgerond. Basis Niet voldaan t/m Voldaan Portfolio 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taaltoets 0 Hoger of gelijk aan 5.5 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak Dagopleiding 10

Leerwerkstage 1 Verkorte naam: EN-VO-LWS1.V.02 Studiepunten: 6 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Leerwerkstage jaar 1 Competent in reflectie en ontwikkeling Interpersoonlijk competent Organisatorisch competent Vakinhoudelijke en didactisch competent Pedagogisch competent Je werkt in de beroepspraktijk aan de SBL competenties. Je beheerst de competenties op niveau A van het compentievenster. Je kunt na afronding van de onderwijseenheid motiveren of je docent wilt worden en of het beroep bij je past. Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het vormgeven van een goede activerende leeromgeving voor leerlingen. Je bereidt onderwijsactiviteiten voor en kiest daarbij voor een didactische aanpak die activerend is voor leerlingen en die past binnen de context van de school. Je gaat de geplande onderwijsactiviteiten uitvoeren met leerlingen. Je kunt daarbij denken aan vaklessen, maar (afhankelijk van de stageschool) ook aan andere vormen van onderwijs, zoals het maken en begeleiden van onderwijsactiviteiten binnen leergebieden of binnen het competentiegericht leren op het MBO. Ook ga je de uitgevoerde onderwijsactiviteiten bespreken en evalueren. Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het omgaan met leerlingen. Je geeft leiding aan gesprekken en activiteiten met groepen leerlingen. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het leiding geven tijdens een docentgestuurde lessituatie of aan een project waar leerlingen samen aan werken. De context waarin je leiding geeft is afhankelijk van de mogelijkheden binnen je stageschool. Leerwerkstage n.v.t. door vakcoach, opleider in de school en leerwerkbegeleider in de vorm van lesbezoek, intervisie, gesprekken en themabijeenkomsten. Geen Basis Zeer slecht t/m Uitmuntend Dossier: Leerwerkstage 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.4 Leerlingkenmerken (GEN_1.4) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 6.2 Praktijk onderzoek (GEN_6.2) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.1 Pedagogische driehoek (GEN_8.1) vak Dagopleiding 11

Opleidingsspecifieke leerlijn De les: Geschiedenis Verkorte naam: EN-GS-VAKD1.V.01 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving De les geschiedenis De student leert een specifiek vakdidactische aanpak voor de les geschiedenis onderkennen, volgens het directe instructiemodel. De student leert deze vakdidactische aanpak toe te passen in het maken van lessen. De student leert een les geschiedenis te beoordelen op opzet, samenhang en inhoud, op basis van het directe instructiemodel. De student is in staat zijn vakdidactische keuzen te mondeling te verantwoorden. - Vakdidactiek geschiedenis: de les geschiedenis: een eerste aanzet Bij deze eenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden in elektronische omgeving en tijdens de bijenkomsten geen Basis Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Mondelinge toets 0 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 1. Conceptuele principes van het vak (GS_1) 1.2 Doelen en functies van het schoolvak (GS_1.2) 2. Vakdidactiek (GS_2) 2.1 en (GS_2.1) 2.3 en (GS_2.3) 4. Tijdvakken (GS_4) 4.1 Tijdvak 1. Tijd van jagers en boeren ( - 3000 v.c.) (GS_4.1) 4.2 Tijdvak 2. De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 n.c.) (GS_4.2) 4.5 Tijdvak 5. Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) (GS_4.5) Dagopleiding 12

Voorbereiding op de stage Verkorte naam: EN-GS-VAKD2.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving - Voorbereiding op de stage Tijdens deze cursus wordt de student voorbereid op de stage. De student leert omgaan met weekjournalen en intervisie. De student leert observeren en reflecteren. De student bouwt voort op de theoretische kennis in vakdidactiek 1 om nu enkele praktische vaardigheden in het geven van de les geschiedenis vóór de stage onder de knie te krijgen. Aan het einde van de cursus kunnen de studenten omgaan met de hulpmiddelen waarmee zij de stage op kunnen starten en de voortgang in de stage vast kunnen leggen, zoals weekjournalen en intervisiemethoden. Aan het einde van de cursus hebben de studenten geoefend in het geven van leiding door een miniles te geven waarin ordeverstoringen voorkomen. Aan het einde van de cursus hebben de studenten kennisgemaakt met enkele basisvaardigheden die ten grondslag liggen aan het lesgeven in geschiedenis, waarbij de nadruk ligt op het praktisch voortbouwen op de didactische theorieën die in Vakdidactiek1 zijn aangeboden. het gaat hierbij om vaardigheden als goede vragen stellen, begrippen uitleggen en het omgaan met een (digitaal) schoolbord. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten Vakdidactiek 1 Basis Zeer slecht t/m Uitmuntend Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 1. Conceptuele principes van het vak (GS_1) 1.2 Doelen en functies van het schoolvak (GS_1.2) 2. Vakdidactiek (GS_2) 2.1 en (GS_2.1) 2.3 en (GS_2.3) 4. Tijdvakken (GS_4) 4.2 Tijdvak 2. De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 n.c.) (GS_4.2) 4.6 Tijdvak 6. Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) (GS_4.6) Dagopleiding 13

Leerwerktaak: De les geschiedenis op de stageschool Verkorte naam: EN-GS-VAKD3.V.01 Studiepunten: 1 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving De les geschiedenis op school Na afronding van deze onderwijseenheid kan de student: De theorie van vakdidactiek 1 en vakdidactiek 2 vergelijken met de praktijk op de stageschool, middels observatie. Hieruit conclusies trekken over de gangbare praktijk met betrekking tot de les geschiedenis. Reflecteren over de verschillen tussen praktijk en theorie. Deze onderwijseenheid is een logisch vervolg op de vakdidactische lijn van het curriculum tot nu toe, en biedt de student de mogelijkheid de eerder opgedane theorie te koppelen aan de (stage) praktijk. Deze onderwijseenheid heeft de vorm van een leerwerktaak. Deze dient individueel op de stageschool uitgevoerd te worden. n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving. Vakdidactiek 1 en vakdidactiek 2. Basis Dossier: vakdidactiek 3 1 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) vak 2. Vakdidactiek (GS_2) 2.1 en (GS_2.1) 2.2 Leermiddelen (GS_2.2) 2.3 en (GS_2.3) 2.4 Evaluatie (GS_2.4) Dagopleiding 14

Leerwerktaak: De les geschiedenis buiten het lokaal Verkorte naam: EN-GS-VAKD4.V.01 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving De les geschiedenis buiten het lokaal Na afloop van deze onderwijseenheid: 1. Kan de student een didactische en vakinhoudelijk verantwoorde presentatie geven in het kader van 'levende geschiedenis' (in de context van historisch themapark Het Archeon te Alphen aan de Rijn). 2. Kan de student - middels een fotoreportage - algemene kenmerken van of middeleeuwse/vroegmoderne tijd kerken (architectonisch of kunsthistorisch) toepassen; of middeleeuwse/vroegmoderne gevels dateren; of museumstukken relateren aan de vroegmoderne tijd (met de stad Leiden als context). Excursies maken op scholen van het voortgezet onderwijs deel uit van het programma van het vak geschiedenis. Deze onderwijseenheid wil hierop aansluiten, door studenten algemene kenmerken te leren herkennen van tijdvakken, zodat deze overal - in binnen- en buitenland - kunnen worden toegepast. Dit is een leerwerktaak in de vorm van een excursie. n.v.t. door de vakdocent in elektronische leeromgeving, bijeenkomsten en tijdens de excursie. Vakdidactiek 1, vakdidactiek 2 en vakdidactiek 3. Basis Dossier: Vakdidactiek 4 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 4. Tijdvakken (GS_4) 4.1 Tijdvak 1. Tijd van jagers en boeren ( - 3000 v.c.) (GS_4.1) 4.2 Tijdvak 2. De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 n.c.) (GS_4.2) 4.3 Tijdvak 3. De tijd van monniken en ridders (500 1000) (GS_4.3) 4.4 Tijdvak 4. De tijd van steden en staten (1000 1500) (GS_4.4) 4.5 Tijdvak 5. Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) (GS_4.5) 4.6 Tijdvak 6. Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) (GS_4.6) Dagopleiding 15

Oudheid 1 Egypte, Oude Grieken Verkorte naam: EN-GS-OUD1.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Oudheid 1 De onderwijseenheid Oudheid 1 heeft tot doel over de geschiedenis van het Nabije Oosten en Griekenland vakkennis te verwerven die toepasbaar is in de beroepssituatie. Na afloop van de onderwijseenheid kan een student: werken met primaire bronnen (literair en visueel) leren omgaan met het begrippenkader feit-interpretatie inzicht verwerven in de drie hoofdfactoren die in de geschiedenis werkzaam zijn: de sociaal-economische, de politiek-institutionele en de cultureel-mentale factoren in staat zijn in eigen woorden een mythe te vertellen op grond van de literatuur en de bronnen in staat zijn een eigen standpunt in te nemen. Onderdelen of gebieden waarin de cursus wordt onderverdeeld: Hoorcollege over het ontstaan van videokunst Bekijken van beeldmateriaal en intervisie daarop. Het komen tot eigen beeldend werk met het medium video Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten geen Basis schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak 4. Tijdvakken (GS_4) 4.1 Tijdvak 1. Tijd van jagers en boeren ( - 3000 v.c.) (GS_4.1) Dagopleiding 16

Oudheid 2 Romeinen Verkorte naam: EN-GS-OUD2.V.01 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Oudheid 2 Het onderdeel Oudheid 2 heeft tot doel over de geschiedenis van het Romeinse rijk vakkennis te verwerven die toepasbaar is in de beroepssituatie. Bovendien wordt geoefend met het houden van een referaat. Studenten: leren aan de hand van voorbeelden uit de Romeinse geschiedenis wat historisch besef is en kunnen dit ook in de beroepspraktijk uitwerken zijn competent om beeldvorming over de Oudheid (bijv. in speelfilms zoals Spartacus the Gladiator, Troy ), op hun juiste manier te beoordelen en te vertalen in de onderwijspraktijk leren dat geschiedenisonderwijs waardengebonden is en zijn in staat zelf een beredeneerd oordeel over een onderwerp uit de oude geschiedenis te geven zijn in staat om bij het referaat verschillende didactische werkvormen toe te passen zijn in staat competent te handelen ten opzichte van leerlingen/studenten (d.w.z. maken een verantwoorde keuze van de leerinhoud en de didactische aanpak en houden rekening met de doelgroep) tonen in staat te zijn professioneel te kunnen handelen als docent geschiedenis (d.w.z. beheersen de basiskennis van de oude geschiedenis en zijn in staat deze aantoonbaar aan te vullen met recente ontwikkelingen op het vakgebied d.m.v. literatuurstudie en kritische consultatie van relevante internetgegevens) zijn in staat competent te handelen ten opzichte van de samenleving (d.w.z. kunnen duidelijk maken wat de relevantie is van de kennis van de klassieke beschaving voor de huidige generatie leerlingen) Onderdelen of gebieden waarin de cursus wordt onderverdeeld: Hoorcollege over het ontstaan van videokunst Bekijken van beeldmateriaal en intervisie daarop Het komen tot eigen beeldend werk met het medium video Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten De cursus Oudheid 1 dient voldoende gevolgd te zijn Basis Opdracht 1 Hoger of gelijk aan 5.5 schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak 4. Tijdvakken (GS_4) 4.2 Tijdvak 2. De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 n.c.) (GS_4.2) Dagopleiding 17

Middeleeuwen 1 Verkorte naam: EN-GS-MID1.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Middeleeuwen 1 De lange periode van de middeleeuwen (500-1500) verdelen we op deze opleiding in twee delen. In de eerste module ligt het accent op de religieus-kerkelijke ontwikkelingen in de periode 500-1000. In de tweede module (die pas volgend jaar aangeboden wordt) wordt meer aandacht besteed aan de sociaalpolitieke ontwikkelingen in de periode 1000-1500. Studenten: ontwikkelen de attitude inleving en verbeelding om deze door velen ten onrechte als duistere eeuwen gekwalificeerde periode op zijn juiste waarde te schatten hebben voldoende vakkennis verworven over de religieuze en kerkpolitieke structuur van de agrarische samenleving in West-Europa tussen ca. 500 en 1000 en kunnen die toepasbaar maken in de beroepssituatie zijn competent om het wereldbeeld van de joods-christelijke cultuur te vergelijken met dat van de arabischislamitische cultuur ontwikkelen een kritisch vermogen om middeleeuwse bronnen te beoordelen op betrouwbaarheid en representativiteit hebben kennis verworven van de monastieke identiteit van mensen uit de middeleeuwen en zijn competent hierop zelf te reflecteren (bijvoorbeeld door een bezoek aan een klooster of een gesprek met een monnik) De lange periode van de middeleeuwen (500-1500) verdelen we op deze opleiding in twee delen. In de eerste module ligt het accent op de religieus-kerkelijke ontwikkelingen in de periode 500-1000. In de tweede module (die pas volgend jaar aangeboden wordt) wordt meer aandacht besteed aan de sociaalpolitieke ontwikkelingen in de periode 1000-1500. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden door vakdocent in electronische leeromgeving en bijeenkomsten Een open instelling en nieuwsgierigheid omtrent de denk- en gevoelswereld van mensen die ons voorgegaan zijn. Basis schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak 4. Tijdvakken (GS_4) 4.3 Tijdvak 3. De tijd van monniken en ridders (500 1000) (GS_4.3) Dagopleiding 18

Vroegmoderne tijd 1 (1500 1650) Verkorte naam: EN-GS-VMT1.V.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Vroegmoderne tijd 1 Na afloop van de onderwijseenheid kan de student de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de Europese geschiedenis van circa 1500 tot 1650 chronologisch plaatsen, als paraat historisch referentiekader gebruiken en kan hij bepalen wat typerend is voor dit tijdvak. De student heeft de kennis, de vaardigheden en de houding ontwikkeld om: historische kennis over dit tijdvak verder uit te breiden en te verfijnen; op basisniveau historische verbanden te leggen tussen dit tijdvak en andere tijdvakken, waaronder het heden; lessen te ontwerpen die niet alleen gericht zijn op het overdragen van historische kennis over dit tijdvak, maar ook op de ontwikkeling van het historisch besef bij leerlingen. In de onderwijseenheid Vroegmoderne tijd 1 staat de periode 1500-1650 centraal en passeren onderwerpen als de ontdekkingsreizen, de kerkreformatie, de renaissance, het ontstaan van het handelskapitalisme en het opkomend absolutisme de revue. In de Vroegmoderne tijd (1500-1800) stelde men veel van wat traditioneel was gegroeid ter discussie. In de periode 1500-1650 zocht men in de economie bijvoorbeeld naar nieuwe manieren om grootschalig te kunnen produceren. Op politiek gebied stelde men de traditionele macht van vorsten ter discussie. Op levensbeschouwelijk terrein kreeg de kerk het zwaar te verduren. Er kwam bovendien naast de traditionele aandacht voor het hiernamaals meer aandacht voor het hier en nu, en de culturele elite was zelfs uit op een herleving van de beschaving door radicaal met het directe verleden af te rekenen. Deze kritische houding ten aanzien van het traditionele doet soms erg aan onze tijd denken. Anderzijds waren de nieuwe wegen die men toen insloeg vaak hele andere dan die wij nu vanzelfsprekend zouden vinden. Door je te verdiepen in de onderwijseenheden over de Vroegmoderne tijd leer je niet alleen hoe mensen vanuit hun historische omstandigheden in dit tijdvak hun samenleving inrichtten, maar word je ook aan het denken gezet over de samenhang tussen de keuzes die wij maken en de omstandigheden waarin wij leven. Via deze onderwijseenheid leer je om lesinhouden te bepalen waarmee je leerlingen kennis kunt bijbrengen over deze periode. Bovendien wordt je de kennis, de vaardigheden en de houding bijgebracht om leerlingen via dit verleden te oriënteren op zichzelf, op hun samenleving en op het bestaan in het algemeen. Zelfstudie Hoor-/instructiecollege Werkcollege - Via digitale media Mondeling Basis Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 4. Tijdvakken (GS_4) 4.4 Tijdvak 4. De tijd van steden en staten (1000 1500) (GS_4.4) 4.5 Tijdvak 5. Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) (GS_4.5) 4.6 Tijdvak 6. Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) (GS_4.6) Dagopleiding 19

Vroegmoderne tijd 2 (1650 1715) Verkorte naam: EN-GS-VMT2.V.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Vroegmoderne Tijd 2 Interpersoonlijk competent Na afloop van de onderwijseenheid kan de student de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de Europese geschiedenis van circa 1500 tot 1750 chronologisch plaatsen, als paraat historisch referentiekader gebruiken en kan hij bepalen wat typerend is voor dit tijdvak. De student heeft de kennis, de vaardigheden en de houding ontwikkeld om: historische kennis over dit tijdvak verder uit te breiden en te verfijnen; op basisniveau historische verbanden te leggen tussen dit tijdvak en andere tijdvakken op gevorderd niveau historische verbanden te leggen tussen de stof die in deze onderwijseenheid wordt aangeboden (ca. 1650-1750) en de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de periode van circa 1500-1650; lessen te ontwerpen die niet alleen gericht zijn op het overdragen van historische kennis over dit tijdvak, maar ook op de ontwikkeling van het historisch besef bij leerlingen. In de onderwijseenheid Vroegmoderne tijd 2 staat grofweg de periode 1650-1750 centraal. Hierbinnen worden twee aspecten van de Europese geschiedenis behandeld die zeer bepalend zijn geweest voor de geschiedenis van West-Europa en voor de dominante positie van de westerse cultuur in de wereld. Dat zijn de ontwikkeling van de vroegmoderne staat in Europa en de ontwikkeling van de vroegmoderne wetenschap. Wat het eerste betreft staat de vraag centraal waarom sommige staten zoals Frankrijk, Engeland, maar ook Rusland en Pruisen zich in de periode van circa 1650 tot 1750 sterk hebben ontwikkeld en waardoor andere staten zoals het Duitse, Poolse en Turkse rijk nu juist naar de achtergrond werden gedrongen. Er is ook aandacht voor de verschillende staatsvormen die zich in deze periode ontwikkelden en voor theorieën waarmee men deze systemen wilden legitimeren. Bij het tweede aspect wordt behandeld hoe de moderne wetenschap is ontstaan en hoe dit leidde tot een ware wetenschappelijke revolutie die grote gevolgen heeft gehad voor het wereldbeeld van mensen in de Vroegmoderne tijd. Deze onderwijseenheid stelt je in staat en stimuleert je om leerlingen via de geschiedenis van de Vroegmoderne tijd te oriënteren op vragen als: Onder welke omstandigheden ontstaan sterke staten? Wat is het beste politieke systeem is en hoe hangt dat samenhangt met de omstandigheden? Hoe hangt het wereldbeeld van mensen samen met de stand van de wetenschap in hun samenleving en de mate waarin de samenleving van deze kennis kan profiteren? Door je te verdiepen in de onderwijseenheden over de Vroegmoderne tijd leer je niet alleen hoe mensen vanuit hun historische omstandigheden in dit tijdvak hun samenleving inrichtten, maar word je ook aan het denken gezet over de samenhang tussen de keuzes die wij maken en de omstandigheden waarin wij leven. Via deze onderwijseenheid leer je om lesinhouden te bepalen waarmee je leerlingen kennis kunt bijbrengen over deze periode. Bovendien wordt je de kennis, de vaardigheden en de houding bijgebracht om leerlingen via dit verleden te oriënteren op zichzelf, op hun samenleving en op het bestaan in het algemeen. Zelfstudie Hoor-/instructiecollege Werkcollege Er zijn voor deze onderwijseenheid geen specifieke hulpmiddelen nodig. Via digitale media Mondeling Van de student wordt als verplicht gesteld dat hij de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de Europese geschiedenis van circa 1500 tot 1650 chronologisch kan plaatsen, als paraat historisch referentiekader kan gebruiken en kan bepalen wat typerend is voor dit tijdvak. Hij moet in staat zijn en een houding hebben ontwikkeld om: historische kennis over dit tijdvak verder uit te breiden en te verfijnen; op basisniveau historische verbanden te leggen tussen dit tijdvak en andere tijdvakken, waaronder het heden; lessen te ontwerpen die niet alleen gericht zijn op het overdragen van historische kennis over dit tijdvak, maar ook op de ontwikkeling van het historisch besef bij leerlingen. Basis Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Dagopleiding 20

vak 4. Tijdvakken (GS_4) 4.4 Tijdvak 4. De tijd van steden en staten (1000 1500) (GS_4.4) 4.6 Tijdvak 6. Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) (GS_4.6) Dagopleiding 21

Vroegmoderne tijd 3 (1715 1800) Verkorte naam: EN-GS-VMT3.V.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Vroegmoderne Tijd 3 Na afloop van de onderwijseenheid kan de student de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de Europese geschiedenis van circa 1500 tot 1815 chronologisch plaatsen, als paraat historisch referentiekader gebruiken en kan hij bepalen wat typerend is voor dit tijdvak. De student heeft de kennis, de vaardigheden en de houding ontwikkeld om: historische kennis over dit tijdvak verder uit te breiden en te verfijnen; - op basisniveau historische verbanden te leggen tussen dit tijdvak en andere tijdvakken op gevorderdenniveau historische verbanden te leggen tussen de stof die in deze onderwijseenheid wordt aangeboden (ca. 1750-1815) en de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de periode van circa 1500-1750; lessen te ontwerpen die niet alleen gericht zijn op het overdragen van historische kennis over dit tijdvak, maar ook op de ontwikkeling van het historisch besef bij leerlingen. De onderwijseenheid Vroegmoderne tijd 3 bestrijkt de periode van circa 1750 tot 1815 en behandelt de Verlichting en de grote democratische revoluties uit het einde van de 18 e eeuw, zoals de Franse revolutie, en het tijdperk van Napoleon. Het gaat in deze onderwijseenheid om veranderingen die een belangrijke basis hebben gelegd voor de hedendaagse democratische samenleving. De veranderingen zijn zo revolutionair geweest dat daarmee het tijdperk van de Vroegmoderne tijd eindigt en daarna de Moderne tijd begint. Door je te verdiepen in de onderwijseenheden over de Vroegmoderne tijd leer je niet alleen hoe mensen vanuit hun historische omstandigheden in dit tijdvak hun samenleving inrichtten, maar word je ook aan het denken gezet over de samenhang tussen de keuzes die wij maken en de omstandigheden waarin wij leven. Via deze onderwijseenheid leer je om lesinhouden te bepalen waarmee je leerlingen kennis kunt bijbrengen over deze periode. Bovendien wordt je de kennis, de vaardigheden en de houding bijgebracht om leerlingen via dit verleden te oriënteren op zichzelf, op hun samenleving en op het bestaan in het algemeen. Colleges door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden Vroegmoderne Tijd 1 en 2 bekend verondersteld. Basis Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 4. Tijdvakken (GS_4) 4.7 Tijdvak 7. Tijd van pruiken en revoluties (1700 1800) (GS_4.7) Dagopleiding 22

Vroegmoderne tijd Nederland Verkorte naam: EN-GS-VMTN.V.13 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Vroegmoderne tijd Nederland Na afloop van deze onderwijseenheid: Is de student in staat historische personen, gebeurtenissen en ontwikkelingen uit de periode 1500-1750 te selecteren op basis van een historische argumentatie. Is de student in staat voorbeelden te noemen van de wederzijdse beïnvloeding van binnenlandse en internationale ontwikkelingen tijdens de Opstand en de Republiek. Kan de student de werking van de staatsinrichting van de Republiek beschrijven en verklaren. Is de student in staat een beredeneerd oordeel te geven over de Opstand en de Republiek in schoolmethoden. Is de student in staat culturele, militaire en economische ontwikkelingen te plaatsen in de context van de politieke ontwikkelingen. De Bourgondische Nederlanden, De Nederlanden als onderdeel van het Habsburgse Rijk; Oorzaken en aanleiding van de Nederlandse Opstand, het verloop van de Opstand, Genreschilderijen, Twaalfjarig Bestand, De kunst van het belegeren, De vrede van Munster, het Eerste Stadhouderloze tijdperk, de neergang van de republiek in de eerste helft van de 18e eeuw. Bij deze onderwijseenheid worden hoor-en werkcolleges aangeboden. n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten Geen. Basis Zeer slecht t/m Uitmuntend Aanwezigheid 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Mondelinge toets 0 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 4. Tijdvakken (GS_4) 4.5 Tijdvak 5. Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) (GS_4.5) 4.6 Tijdvak 6. Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) (GS_4.6) 4.7 Tijdvak 7. Tijd van pruiken en revoluties (1700 1800) (GS_4.7) Dagopleiding 23

Moderne tijd 1 (1815 1914) Verkorte naam: EN-GS-MOD1.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Moderne Tijd (1815-1914) Pedagogisch competent Na afronding van deze onderwijseenheid: Zijn de studenten in staat om volgens de basiseisen een historisch werkstuk te schrijven. Kennen en begrijpen de studenten de belangrijkste ideeën, gebeurtenissen en ontwikkelingen in Europa uit de periode 1815-1914. Deze onderwijseenheid heeft betrekking op het schrijven van een historisch werkstuk en het vervaardigen van historische kennis over de periode 1815-194 in Europa. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Geen door de vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Opdracht: Historisch werkstuk Moderne Tijd 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Moderne tijd 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 3. Historisch redeneren (GS_3) 3.1 Verzamelen (GS_3.1) 3.2 Ordenen (GS_3.2) 3.3 Verklaren (GS_3.3) 3.4 Beeldvormen (GS_3.4) 4. Tijdvakken (GS_4) 4.7 Tijdvak 7. Tijd van pruiken en revoluties (1700 1800) (GS_4.7) 4.8 Tijdvak 8. Tijd van burgers en stoommachines (1800 1900) (GS_4.8) 4.9 Tijdvak 9. Tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) (GS_4.9) Dagopleiding 24

Moderne tijd 2 (1914 1939) Verkorte naam: EN-GS-MOD2.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Moderne Tijd 2 (1914-1939) - Na de afronding van de module is de student in staat om: De historische ontwikkelingen tussen 1914-1939 in Europa, en Duitsland in het bijzonder- te reproduceren. Een karakteristiek te produceren van de ontwikkelingen in Europa in de periode 1914-1939. De oorzaken en gevolgen van het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog, Het interbellum in Europa en in het bijzonder de opkomst en neergang van de Weimar Republiek (Duitsland) en de opkomst van het Derde Rijk te reproduceren en verklaren. De opgedane kennis toe te passen in de uitwerking van verscheidene opdrachten. Centraal staat de historische ontwikkeling in Europa tussen 1914 en 1939 op politiek, economisch, sociaal en mentaal vlak. Bij deze onderwijseenheid worden hoor/ en werkcolleges aangeboden. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten De studenten hebben kennis van het industrialisatieproces in samenlevingen in Europa in de negentiende en twintigste eeuw. Zij zijn bekend met de vorming van de burgermaatschappij en de sociaal-economische gevolgen die de industrialisatie veroorzaakte. De studenten hebben tevens kennis van de democratische revoluties aan het einde van de achttiende eeuw en de context waarin deze gebeurtenissen plaatvonden: de verandering van het wereldbeeld onder invloed van de Verlichting en de veranderende opvattingen over staatkundige en maatschappelijke vraagstukken. Dossier 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Mondelinge toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 4. Tijdvakken (GS_4) 4.9 Tijdvak 9. Tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) (GS_4.9) Dagopleiding 25

Postpropedeuse Beroepsvoorbereidende leerlijn Onderwijskunde 3 Verkorte naam: EN-VO-ONWK3.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Onderwijskunde/pedagogiek 3 Na afronding van deze onderwijseenheid: heeft de student kennis van en inzicht in de adolescentiepsychologie. heeft de student kennis van een aantal veelvoorkomende ontwikkelingsproblemen en kan de student een hierbij passende interventie uit zijn of haar handelingsrepertoire inzetten in de onderwijspraktijk. weet de student op welke wijzen scholen en externe instanties aan passende interventies kunnen bijdragen. Kijk voor de verdere uitwerking van de doelstellingen in de toetsmatrijs ONWK3. In deze onderwijseenheid focussen we ons op leerlingen. Hoe ontwikkelen leerlingen zich? Wat kenmerkt de leerling/ student in het voortgezet onderwijs en mbo? Hoe kun je leerlingen ondersteunen als de ontwikkeling niet vanzelfsprekend gaat? Wat betekent dit voor jou als docent? Wat kan je als school hieraan doen? Hoe kan je onderwijs bieden aan alle leerlingen? Passend Onderwijs is een van de speerpunten van deze onderwijseenheid. bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Dossier 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 4. Ontwikkeling van de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent (GEN_4.2) 4.3 Adolescent en seksualiteit (GEN_4.3) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.1 Leerlingbegeleiding in de school (GEN_5.1) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 5.3 Leerproblemen (GEN_5.3) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.2 Praktijk onderzoek (GEN_6.2) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.1 Onderwijskansen (GEN_9.1) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) vak Dagopleiding 26

Onderwijskunde 4 Verkorte naam: EN-VO-ONWK4.V.13 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Onderwijskunde 4 Tijdens deze onderwijseenheid wordt aan de volgende hoofddoelstellingen gewerkt: Studenten verwerven exemplarische kennis en vaardigheden van ICT leermiddelen in het onderwijsleerproces en ontwerpen hierbij een leerarrangement. Studenten hebben kennis van de functies van toetsing in het onderwijssysteem en kunnen daarbij een kwalitatief goede toets ontwikkelen, afnemen en analyseren. Bij onderwijskunde 4 werken de studenten aan de kennisbasis ICT. Zie voor de exacte uitwerking van de leerdoelen de toetsmatrijs behorend bij deze onderwijseenheid. In deze onderwijseenheid staan een tweetal thema s centraal. Het eerste thema is ICT in het onderwijs. Het is belangrijk dat je als toekomstig docent weet hoe je ICT kunt gebruiken in je lessen. Je wilt dat leerlingen bepaalde dingen leren en dan is het zinvol dat je weet hoe ICT kan worden ingezet als (didactisch) middel om dat doel te bereiken. Het tweede thema is Toetsing, als docent is het belangrijk om te weten waar een goede toets aan moet voldoen. Je moet niet alleen een goede toets kunnen herkennen, maar ook zelf een goede toets kunnen ontwikkelen. Als je leerlingen wat wilt leren, is het goed om te kunnen meten in hoeverre ze de leerstof eigen hebben gemaakt. Werk- en hoorcolleges Digitale leeromgeving n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.4 Leerlingkenmerken (GEN_1.4) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) vak Dagopleiding 27

Onderwijskunde 5 Verkorte naam: EN-VO-ONWK5.V.13 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Onderwijskunde 5 Na afronding van deze onderwijseenheid: heeft de student inzicht in de taken en rollen en het functioneren als mentor/coach in een onderwijsorganisatie; heeft de student kennis van en inzicht in de groepsdynamische processen in de klas; kent de student wegen om studenten te begeleiden ten aanzien van het leren leren, het leren kiezen en het leren leven en kan rekening houdend met de specifieke context een gefundeerde keuze maken voor een bepaalde werkwijze; kent de student verschillende gesprekstechnieken die kunnen worden toegepast bij gesprekken met leerlingen/ deelnemers, ouders, collega s en andere betrokkenen en kan rekening houdend met de specifieke context een gefundeerde keuze maken voor een bepaalde werkwijze; weet de student welke rol ouders hebben in de school en welk belang daaraan wordt toegekend; kan de student verband leggen tussen de identiteit van de school, ouders (thuissituatie), leerling en de leerlingbegeleiding. De doelstellingen worden verder gespecificeerd in de toetsmatrijs van OWK5 in de elektronische leeromgeving. In deze onderwijseenheid richten we ons op begeleiding van leerlingen en/of deelnemers in het onderwijsleerproces. De volgende vier thema s worden hierin onderscheiden: mentoraat en groepsdynamica; studievaardigheden; gespreksvaardigheden; ouders, identiteit en thuissituatie. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Geen door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Presentatie 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.4 Leerlingkenmerken (GEN_1.4) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.1 Leerlingbegeleiding in de school (GEN_5.1) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek (GEN_8.2) 8.4 Pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs (GEN_8.4) vak Dagopleiding 28

Drama 2 Verkorte naam: EN-VO-DRA2.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving Drama 2 Creativiteit en complexiteit en handelen Methodisch en reflectief denken en handelen Wetenschappelijke toepassing en onderzoek De student: krijgt inzicht in verschillende communicatiestijlen en leert ook welke sterke en zwakke kanten bij de eigen communicatiestijl horen; verkrijgt meer bewustzijn met betrekking tot non-verbale communicatie zowel van zichzelf als van anderen; krijgt inzicht in gesprekstechnieken en leert deze op een juiste wijze toe te passen; krijgt inzicht het ontstaan van conflicten, het voorkomen en het oplossen daarvan; krijgt inzicht in interviewtechnieken en kan deze technieken professioneel toepassen en achteraf analyseren; kan de theorie en de vaardigheden uit bovenstaande punten zichtbaar en voelbaar maken in een dramatische scène. Deze onderwijseenheid gaat over communicatie en interactie van de student zelf, en is een verdieping op de module Drama1 Hier ben ik. Als aankomend docent is communiceren de rode draad binnen je vak: met collega s, leidinggevenden, leerlingen, ouders, etc. Welke effecten heeft jouw gedrag op een ander? Welk effect heeft het gedrag van een ander op jou? Hoe kun je dit beïnvloeden? Aan de hand van theorie en opdrachten leren en ervaren studenten hun eigen handelen. Op die manier werken ze verder aan hun handelingsbekwaamheid. In deze onderwijseenheid leren studenten een scene te maken (te dramatiseren), waarin zij duidelijk maken wat zij geleerd hebben op het gebied van communicatie in tweegesprekken. In dit onderdeel zijn studenten gericht op hun eigen handelen in relatie tot de ander; tweezijdige communicatie is hier het uitgangspunt. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden. n.v.t. De docent verzorgt de colleges, geeft feedback op tussentijdse opdrachten en beoordeelt het eindresultaat. Geen Dossier: Drama 2 0 Hoger of gelijk aan 5.5 presentatie: dialoog 1 Hoger of gelijk aan 5.5 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) vak Dagopleiding 29

Drama 3 Verkorte naam: EN-VO-DRA3.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Omschrijving En nu even anders! Creativiteit geeft kracht Studenten: kunnen drama inzetten als didactisch middel, dus drama als middel om een thema uit hun vakgebied te verduidelijken; kunnen thema's uit hun vakgebied koppelen aan thema's van burgerschap, zodanig dat de doelgroep tegelijkertijd leert over het vakgebied en over burgerschap; kunnen vormen kiezen en uitwerken die geschikt en boeiend zijn voor de doelgroep (onderbouw); kunnen uit een grote hoeveelheid informatie keuzes maken en deze zodanig structureren dat er een boeiend geheel voor de doelgroep ontstaat; vergroten hun expressieve presentatievaardigheden (non-verbale communicatie, verbale communicatie en stemgebruik) in het kader van het beroep leraar; kunnen ideeën omzetten in spel; leren hun creativiteit in te zetten. Studenten kiezen een of meerdere onderwerp uit hun eigen vakgebied. Dit onderwerp koppelen zij aan een thema dat met burgerschap te maken heeft. Via verder onderzoek verdiepen ze zich in dit vakonderwerp, gekoppeld aan burgerschap. Deze kennis gaan studenten dramatiseren in die zin dat zij Drama als didactisch middel in zetten. Met andere woorden: studenten leren om het vak Drama in te zetten om thema s uit hun eigen vak, gekoppeld aan burgerschap, op een andere manier over te brengen. Hierbij leren ze een beroep te doen op hun creativiteit, en deze creativiteit structuur en vorm te geven voor de doelgroep waar zij les aan (gaan) geven. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden. N.v.t. De docent verzorgt de lessen, begeleidt het maken en het uitvoeren van een klokhuisaflevering Geen Dossier: Drama 3 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Presentatie: Klokhuisvoorstelling 1 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.2 Burgerschapsvorming (GEN_9.2) vak Dagopleiding 30