NOTITIE ONTEIGENING VOOR NATUUR PROVINCIE GRONINGEN VASTGESTELD DOOR GEDEPUTEERDE STATEN:

Vergelijkbare documenten
PS2009RGW20 Bijlage 6 Grondverwerving

v o o r d r a c h t 21 mei 2019 Documentnummer: , afdeling Mobiliteit Projecten Dossiernummer : K1280

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

Grondverwerving; een introductie

Grondverwerving gebiedsontwikkeling Perkpolder

PAS en grondbezit. Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar?

Grondbank RZG Zuidplas. Bijstelling AANKOOP STRATEGIEKADER

Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet. Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht,

UITVOERINGSREGELS GROND

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Joost Loeffen raad januari 2010

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: Voorstel

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2007/78 Datum : 20 september 2007 : Vestiging voorkeursrecht ex artikel 8 Wvg 'Vroonlandseweg en Goessestraatweg'

MKBA van de EHS Een institutioneel-economische analyse

Provinciale aanpak van grondverwerving in Overijssel

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar

Verplaatsing agrarische bedrijven

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: AVGCL37. Onderwerp Kavelruil 2012

Startnotitie. Grondbeleid provincie Noord Brabant. 1 Inleiding. 1.1 Grondbeleid

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie

Voor behoud van beheerste. grondverwerving door de provincie drenthe in het tijdvak 2007 t/m grondverwerving

Uitwerking realisatiestrategiekaart Ecologische Hoofdstructuur; omslag van minder verwerving naar meer beheer.

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Notitie Beheer en eigendom van natuur

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

*PDOC01/273777* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer

Spoor 2 Landinrichting

Haarlem, 15 april 2014

Kabinetsreactie op het advies De mythologie van onteigening van de Raad van het Landelijk Gebied

Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur

Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

Nota van Beantwoording en Wijziging

Gemeente Albrandswaard

Daarnaast zijn er subsidies voor het versterken van de landschapskwaliteit binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Nationale Landschappen.

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Motivatie wijzigingsplan

Grondstrategie in projecten. Susan Koerselman Actieprogramma Water en Ruimte

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas

Grondmobiliteit versterken via het decreet landinrichting

Commissie REW van 5 september 2014 PS van 26 september 2014

Raamovereenkomst Plattelandsontwikkeling Drenthe

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Onteigening van bestaande windturbines. VvOR te Beesd, Hanna Zeilmaker

Financiering van het gezamenlijke voorstel voor de herijking EHS in het Reggegebied

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar M M Samenvatting. Voorstel om te besluiten

Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure

Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie

Beantwoording kamervragen inzake verkoop van gronden door Connexxion DE MINISTER VAN FINANCIEN,

Onteigening. Hoofdstuk 1

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 6 04/447

ECLI:NL:RVS:2009:BK0125

Grond in of nabij Bergvennen & Brecklenkampse Veld. Wat betekent dit voor mij?

nieuws uit de provincie

Natuurmeting op kaart 2010

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/57

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

BESTUURSOVEREENKOMST GROND. EZ Provincies

Algemene beleidsdoelstelling. Omvang van de ambities

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

Het herverkavelingsproces

Natuurbeheerplan Zeeland Ontwerp planwijziging Antwoordnota. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op # september 2015

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja ŷ. Onteigening van gronden ten behoeve van de aanleg van de Noordzuidverbinding.

Ministerie van VROM PoR/NRO - IPC 350 o.v.v. Kernteam AMvB Ruimte Postbus GX DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw,

Agendapunt 9: Onderhoudspaden waterschap Groot Salland

Actuele ontwikkelingen in het provinciale natuurbeleid. Heine van Maar Provincie Noord-Brabant 21 maart 2013

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Nieuw grondbeleid en nieuwe woningnood (in diverse smaken)

Definities Voortgangsrapportages Natuur

Kadernota integraal grondbeleid Gemeente Sint Anthonis 2014

Veessen-Wapenveld. Informatieavond grondverwerving. 30 november 2010

Provinciale Staten. Postadres Provincie Overijssel Postbus GB Zwolle. Telefoon Telefax

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

OPLEGGER. Datum Nummer Datum commissievergadering Datum raadvergadering. Registratienummer / Beschikbaar stellen krediet grondruilbank

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet

: Vestiging voorkeursrecht percelen Vorden

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Nr.: a/6/A.22, C Groningen, 10 februari 2005

Actualisatie Bestemmingsplan Industrieterrein Heusden. Startnotitie

Aankoop percelen BBL nr. 09.WSB/204

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur

Grondbeleid EHS. Provincie Zuid-Holland. Onderzoeksopzet

: Aankopen Middelwaard Vianen/Bestemmingsreserve inrichting Middelwaard. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5.

Raadsvoorstel. drs. D.M.P.G. Smolenaers 27 september juli De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Transcriptie:

NOTITIE ONTEIGENING VOOR NATUUR PROVINCIE GRONINGEN VASTGESTELD DOOR GEDEPUTEERDE STATEN: D.D.

INHOUD 0 SAMENVATTING... 3 1 INLEIDING... 6 1.1 AANLEIDING... 6 1.2 BEHOEFTE AAN VERSNELLING VERWERVING... 6 1.3 INZET OVERIG INSTRUMENTARIUM VOOR REALISERING VAN DE EHS... 7 1.4 HET INSTRUMENT ONTEIGENING... 9 2 WAT IS NODIG OM TOT ONTEIGENING OVER TE KUNNEN GAAN?... 11 2.1 BELEIDSAANPASSING... 11 2.2 JURIDISCHE GRONDSLAG... 12 2.3 AANVULLENDE FINANCIERING... 13 2.4 DRAAGVLAK VOOR ONTEIGENING... 13 2.5 VOOR- EN NADELEN ONTEIGENING... 15 2.6 VOORWAARDEN EN CRITERIA VOOR ONTEIGENING... 16 3 BELEID EN IMPLEMENTATIE... 17 3.1 OVERWEGINGEN... 17 3.2 BELEID... 18 3.3 IMPLEMENTATIE... 18 Bijlage 1 Motie van Provinciale Staten, december 2001 Bijlage 2 Samenvatting Rijks- en Provinciaal beleid met betrekking tot onteigening voor natuur Bijlage 3 Onteigeningswet Bijlage 4 Standpunten belangenorganisaties met betrekking tot onteigening voor natuur

0 Samenvatting De aanleiding voor de notitie onteigening voor natuur is de behoefte aan versnelling van de grondverwerving voor realisering van de Ecologische Hoofdstructuur. Provinciale Staten hebben hiertoe in december 2001 een motie aanvaard (bijlage 1). Eerder hadden Gedeputeerde Staten naar aanleiding van de discussienota grondbeleid (oktober 2001) aangegeven de mogelijkheden voor onteigening nader te willen onderzoeken. In deze notitie komt aan de orde hoe aan onteigening voor natuur in Groningen invulling kan worden gegeven. Overwegingen De realisering van de EHS ligt redelijk op schema. Om de grondverwerving in 2015 afgerond te kunnen hebben (inrichting 2018 klaar) moet nog gemiddeld 371 ha/jaar verworven worden. Dit gemiddelde is hoog, maar met de inzet van flankerend instrumentarium en voldoende financiële middelen mogelijk wel te behalen. Er is behoefte aan versnelling van de verwerving in met name landinrichtingsprojecten en er is behoefte om tot noodzakelijke en snellere afronding van natuurgebieden te komen. Om deze mogelijkheden voor verwerving ten behoeve van natuur te vergroten kan onteigening worden ingezet. Onteigening is een laatste middel om gronden te verwerven op een plaats waar natuur zal worden gerealiseerd. Het is een zwaar en voor betrokken eigenaren een emotioneel instrument dat zo weinig mogelijk zou moeten worden ingezet. Om grondverwerving te versnellen moet dan ook eerst worden gedacht aan versterking van ander instrumentarium alvorens tot onteigening wordt overgegaan. Hierbij moet worden gedacht aan particulier beheer, het vestigen van het voorkeursrecht in het kader van de Wet Agrarisch Grondverkeer (WAG, zie par. 1.3), opstellen van strategische aankoopplannen, verbreding van de Boerderijverplaatsingsregeling en aankopen met prijzen boven de marktwaarde. Onteigening kan bijdragen aan de noodzakelijke afronding van natuurgebieden, die zonder de begrensde percelen niet kunnen worden ingericht. Om onteigening voor natuur in te kunnen zetten moeten een aantal aspecten goed worden geregeld. Het gaat daarbij om beleidsaanpassing, juridische grondslag, aanvullende financiering en draagvlak. Voor de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur is vrijwillige verwerving immer uitgangspunt geweest in vigerende beleidsdocumenten en uitgedragen naar eigenaren en gebruikers. Om onteigening op termijn in te kunnen zetten zal in nieuwe plannen en beleidsdocumenten ook onteigening als in te zetten instrument voor de verwerving en afronding van natuurgebieden moeten worden opgenomen. Voor het inzetten van het instrument onteigening voor natuur is een wettelijke basis aanwezig, maar voor de toepassing ervan in Groningen moeten enkele aanpassingen plaatsvinden. Om het instrument te kunnen toepassen zal in landinrichtingsplannen en bestemmingsplannen moeten worden vastgelegd voor welke gebieden en voor hoeveel ha het instrument onteigening mogelijk zal worden ingezet en op welke voorwaarden. Er zullen voldoende argumenten

moeten zijn om de noodzaak en urgentie van de onteigening voor natuur aan te tonen. Aangezien de realisatie van de EHS is voorzien in 2018, zal dit slechts mogelijk zijn wanneer in een landinrichtingsplan of aankoopstrategieplan een eerdere datum voor de realisatie van de EHS is vastgelegd. Verder heeft de eigenaar immer het recht en mogelijkheid tot zelfrealisatie indien hij kan aantonen dat dit zal worden uitgevoerd in de gewenste aard, vorm en plaats. Voor compensatie van de grondprijsdaling kunnen eigenaren aanspraak maken op gelden uit Programma Beheer. Onteigening is over het algemeen een zeer dure aangelegenheid en is bij toepassing niet zonder financiële risico's. Hiervoor zullen extra middelen in de begroting moeten worden opgenomen. Het inzetten van het instrument onteigening ten behoeve van natuur kan slechts op beperkt draagvlak rekenen van alleen de natuurbeschermingsorganisaties en alleen in die gevallen waarin het niet mogelijk is om de gronden vrijwillig te verwerven. Een actief en gericht verwervingsbeleid en uitbreiding van het bestaande instrumentarium en ruimere vergoedingen (compensatie, schadeloosstelling) heeft bij alle partijen (ook natuurbeschermingsorganisaties) de voorkeur. Beleid Vrijwilligheid voor verwerving ten behoeve van de realisatie van natuur, zowel voor bestaand als nieuw beleid, blijft voorop staan, maar dat in die gevallen waar grondverwerving de realisatie van natuur in de weg staat, bijvoorbeeld bij een noodzakelijke afronding van natuurgebieden, zal de toepassing van het instrument onteigening mogelijk worden gemaakt. Hiervoor zal voor nieuwe plannen (zowel voor bestaand als nieuw beleid) onteigening als mogelijkheid voor verwerving ten behoeve van natuur worden opgenomen. Dit is een belangrijke beleidsaanpassing, die goed zal moeten worden uitgelegd aan de streek. Verder zal worden gewerkt aan het voldoen van alle juridische voorwaarden. Een besluit om in een concreet gebied tot onteigening over te gaan is gekoppeld aan een aantal (wettelijke) voorwaarden. Deze besluitvorming heeft weer een eigen procedure, waar inspraak/bezwaar op mogelijk is. Er is dus een goede waarborg dat er niet 'zomaar' wordt onteigend. Implementatie 1. Voor bestaand beleid (realisering begrensde EHS) blijft vrijwilligheid voor verwerving ten behoeve van de realisatie van natuur voorop staan, maar in die gevallen waar grondverwerving de realisatie van natuur in de weg staat, bijvoorbeeld bij een noodzakelijke afronding van natuurgebieden, wordt de toepassing van het instrument onteigening mogelijk gemaakt. De inzet van het instrument onteigening is de komende jaren lastig te realiseren met name voor de realisering van de ecologische hoofdstructuur die in begrenzingenplannen en het gebiedsplan Groningen is vastgelegd. Vanaf nu wordt toegewerkt naar de mogelijkheid om onteigening voor natuur in te zetten door in nieuwe plannen naast vrijwilligheid als uitgangspunt onteigening als mogelijkheid op te nemen bij noodzakelijke afronding van natuurgebieden en dit juridisch te verankeren. 4

2. Ook voor nieuw beleid blijft vrijwilligheid voor verwerving ten behoeve van de realisatie van natuur voorop staan, maar voor de realisering van nieuw beleid, waarvoor gronden dienen te worden verworven, wordt naast het uitgangspunt vrijwilligheid, ook onteigening als mogelijkheid voor de realisering van natuurgebieden opgenomen. Onteigening kan dan in de toekomst gemakkelijker worden geactiveerd. Vanaf nu wordt in begrenzingenplannen, raamplannen landinrichting, aankoopstrategieplannen en overige plannen voor nieuw beleid onteigening als mogelijkheid opgenomen. Alle voorwaarden worden goed vastgelegd evenals afspraken met betrokken partijen. 3. Er zal extra worden ingezet op het flankerend instrumentarium (boerderijverplaatsingsregeling) om grondmobiliteit en verwerving in met name landinrichtingsprojecten te versnellen. 4. In 2008 wordt opnieuw geinventariseerd of verwerving van gronden op vrijwillige basis voor de realisering van de EHS (bestaand beleid) een haalbare kaart is. Zo niet, dan wordt ervoor gezorgd dat onteigening actief kan worden ingezet voor een snelle en noodzakelijk afronding van natuurgebieden. Hiervoor zullen dan extra middelen moeten worden opgenomen in de begroting. Procedures zullen kunnen starten vanaf 2010. 5. In aankoopstrategieplannen (ASP), begrenzingenplannen, en raamplannen landinrichting zal vanaf nu worden opgenomen dat de Wet Agrarisch Grondverkeer (WAG), zodra deze actief is, voor alle begrensde (EHS) gebieden zal worden ingezet. 5

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Naar aanleiding van de Provinciale discussienota Grondbeleid hebben GS in oktober 2001 richting Provinciale Staten aangegeven de mogelijkheden voor onteigening nader uit te werken op het moment dat hierover op rijksniveau meer duidelijkheid is gegeven. Provinciale Staten hebben in december 2001 bij de behandeling van het beleidsonderzoek Natuur en Landschap een motie (bijlage 1) aanvaard waarin zij hebben uitgesproken het instrument van onteigening toe te passen bij de afronding van een gebied. De overweging hierbij was dat de realisering van de EHS zo min mogelijk vertraging dient op te lopen en dat onteigening kan bijdragen aan de versnelling van de afronding van natuurgebieden. Naar aanleiding van deze motie is deze notitie opgesteld. In deze notitie komt aan de orde GS hieraan invulling gaan geven. In de notitie is nagegaan in hoeverre de toepassing van het instrument noodzakelijk en haalbaar is om de doelstelling/taakstelling EHS te realiseren. Verder zijn het huidig beleid en standpunten geschetst en het draagvlak in beeld gebracht. Tot slot wordt het beleid samengevat en in een vijftal punten aangegeven hoe dit wordt geimplementeerd. 1.2 Behoefte aan versnelling verwerving De doelstelling is om de Ecologische Hoofdstructuur in 2018 ingericht te hebben. Dat betekent dat de verwerving in 2015 moet zijn afgerond. In Groningen is 10.432 ha reservaats- en natuurontwikkelingsgebied begrensd. Hiervan moet op 1 juni 2002 nog 4826 ha worden verworven. Dit betekent dat per jaar (er resteren nog 13 verwervingsjaren) een gemiddelde oppervlakte van 371 ha moet worden verworven ten behoeve van de Ecologische Hoofdstructuur. De afgelopen 2,5 jaar is door DLG ongeveer 1100 ha reservaat- en natuurontwikkelingsgebied verworven. Het gemiddelde kan dus theoretisch worden behaald. Er zijn wel enkele belemmeringen om dit gemiddelde te halen: Algemeen is bekend dat de verwerving van de laatste ha's moeilijker verloopt dan de eerste. De gemakkelijk te verwerven gronden zijn reeds in bezit van de natuurbeschermingsorganisaties. De verwerving zal daardoor steeds moeizamer gaan verlopen, waardoor steeds moeilijker tot afronding van natuurgebieden kan worden gekomen. Grondverwerving ten behoeve van natuur verloopt gemakkelijker binnen landinrichtingsprojecten, waar door middel van ruiling op de juiste plek gronden kunnen worden vrijgemaakt voor natuurontwikkeling en reservaatsvorming. In de provincie lopen 10 landinrichtingsprojecten waarvan er 7 voor het jaar 2005 worden afgerond. Een deel van de doelstelling om binnen de landinrichting ook alle natuurontwikkelings- en reservaatsgebieden te realiseren zal niet worden gehaald. Na afronding van de landinrichtingsprojecten neemt de grondmobiliteit de eerste jaren in die gebieden sterk af en zal verwerving voor natuur lastig verlopen. De beschikbaarheid van voldoende financiële middelen over een langere tijd voor grondverwerving is onzeker. Het Kabinet Balkenende heeft in het

regeerakkoord aangegeven 70 tot 90 miljoen Euro per jaar te willen bezuinigen op grondverwerving. Het zo goed mogelijk gebruik maken van de mogelijkheden voor verwerving in landinrichtingsverband is het meest efficiënt. Vergroting van de grondmobiliteit en versnelling van de verwerving is in landinrichtingsprojecten zeer gewenst. Voor diverse projecten zijn dan ook aankoopstrategieplannen opgesteld om gerichter en actiever te kunnen verwerven. Het gaat om de projecten Midden- Groningen, Haren, Westerwolde en Zuidelijk Westerkwartier. Op dit moment (2002) zijn er noch volgens DLG, noch volgens de terreinbeherende organisaties concrete gebieden in Groningen aan te wijzen waar, door het ontbreken van enkele kavels, de inrichting van een gebied wordt gefrustreerd. 1.3 Inzet overig instrumentarium voor realisering van de EHS Onteigening is een laatste middel om gronden te verwerven op een plaats waar natuur zal worden gerealiseerd. Het is een zwaar en voor betrokken eigenaren een emotioneel instrument dat zo weinig mogelijk zou moeten worden ingezet. Voor versnelling van de verwerving moet dan ook eerst worden gedacht aan versterking van ander instrumentarium alvorens tot onteigening wordt overgegaan. Hierbij moet worden gedacht aan particulier beheer, het vestigen van het voorkeursrecht in het kader van de Wet Agrarisch Grondverkeer (WAG), opstellen van strategische aankoopplannen, verbreding van de Boerderijverplaatsingsregeling en aankopen met prijzen boven de marktwaarde. Eigendom of particulier beheer Voor de realisatie van de EHS is het niet perse noodzakelijk om de grond in eigendom te hebben. Ook particulieren hebben het recht om in eigen beheer een deel van de EHS in te richten zoals in het gebiedsplan Groningen wordt beschreven. Ook voor de functieverandering van landbouw naar natuur, waarbij een waardevermindering plaatsvindt, wordt in het kader van Programma Beheer een vergoeding gegeven. Ondanks dat er mogelijkheden zijn voor zelfrealisatie wordt niet verwacht dat hiervan met de huidige regeling op grote schaal gebruik zal worden gemaakt door particulieren. De functieverandering is immers definitief, de waterhuishouding wordt aangepast aan de natuurfunctie en de jaarlijkse beheersvergoedingen wegen nauwelijks op tegen de kosten van beheer. Het in eigendom verkrijgen van gronden zal vooralsnog de grootste garantie geven dat de EHS ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Verwerving zal daarom goed moeten lopen. Hieronder worden enkele mogelijkheden gegeven. In de provinciale discussienotitie grondbeleid en Nota Grondbeleid van het Rijk worden meerdere aanbevelingen gedaan om de werking van het grondbeleid te verbeteren en stagnatie in de verwerving te voorkomen. 7

Wet Agrarisch Grondverkeer De Wet Agrarisch Grondverkeer is destijds tot stand gekomen om prijsopdrijving van agrarische gronden te voorkomen. Toepassing van voorkeursrecht in het kader van de WAG is mogelijk als gemeenschapsbelangen in botsing komen met particuliere belangen met als gevolg prijsopdrijving. Het voorkeursrecht kan worden aangewend om de realisatie van natuur- en groengebieden te versnellen.het BBL kan een voorkeursrecht vestigen op landinrichtingsgebieden, reservaatsgebieden en natuurontwikkelingsgebieden. Voor de vestiging van het voorkeursrecht (aanwijzing van een gebied als 'voorkeursgebied') is een Algemene Maatregel van Bestuur nodig. Die bestaat echter op dit moment niet. Het voorkeursrecht van BBL is derhalve inactief. In de Nota Grondbeleid van het Rijk is activering van dit instrument aangekondigd. Voor de activering is echter een lange procedure nodig ( Planologische kernbeslissing (PKB), Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) en tenslotte vestiging d.m.v. Koninklijk Besluit) KB). De PKB-kaart waarop de rijksvoorkeursrechtgebieden worden aangewezen wordt opgenomen in deel 3 van het SGR2. De WAG heeft dan ook alleen maar perspectief op lange termijn. De WAG is zeker een interessant instrument. Het geeft de mogelijkheid om als eerste een bod te doen op gronden in de EHS die vrijwillig worden verkocht. Het instrument grijpt niet actief in op de agrarische grondmarkt. Het is daarom van belang dat de WAG kan worden ingezet zodra deze actief is. Het is daarom aan te bevelen om in de nog op te stellen aankoopstrategieplannen, begrenzingenplannen en raamplannen landinrichting het besluit op te nemen om voor de realisatie van de EHS de WAG in te zetten, zodra deze actief is. Strategische aankoopplannen In een aankoopstrategieplan (ASP) wordt voor een gebied, bijvoorbeeld een landinrichtingsgebied, inzicht gegeven in de lokale grondmarkt, de prijsontwikkelingen, grondeigenaren, strategische locaties etc. Het doel is het bepalen van de grondverwervingstrategie en de in te zetten instrumenten gericht op de realisatie van de EHS. In Groningen zijn 3 aankoopstrategieplannen met dit doel door GS vastgesteld: Midden-Groningen, Gorecht en Westerwolde. Het ASP Zuidelijk Westerkwartier is nog in procedure. In de huidige ASP's ligt het accent nadrukkelijk op de in te zetten instrumenten, er liggen weinig of geen bestuurlijke uitspraken in vast. Naast de ASP s zouden daarom strategische aankoopplannen kunnen worden opgesteld, waarin een breed bestuurlijk commitment wordt vastgelegd over de strategie met betrekking tot de grondverwerving voor de EHS. De provincie moet de spil zijn voor het bepalen van de aankoopstrategie. Van andere overheden, als gemeenten, waterschappen en indien partij: Domeinen, rijkswaterstaat, moet er commitment voor de strategie zijn. Partijen als DLG kunnen hierbij als adviseur optreden. Belangrijke bestuurlijke uitspraken leggen de strategie vast. Bijvoorbeeld wanneer je onteigening inzet en waar je de grens legt voor vrijwillige verwerving. Het is aan te bevelen om een strategie voor onteigening in het ASP vast te leggen, bijvoorbeeld: 1. Leg vast wanneer de termijn voor vrijwillige verwerving eindigt 2. Leg vast dat het bestemmingsplan wijzigt van agrarisch in groen aan het einde van deze termijn 8

3. Leg vast dat er vervolgens wordt onteigend op basis van agrarische waarde. Met deze strategie is er voor alle partijen een belangrijke stok achter de deur om met vrijwillige verwerving binnen een bepaalde termijn tot realisatie van de EHS te komen. Daarna kan onteigening worden ingezet. Planschadeprocedures worden op deze wijze voorkomen, omdat er een redelijke termijn is waarbinnen er voldoende mogelijkheden zijn om op vrijwillige basis te verwerven en omdat op basis van agrarische waarde wordt verworven. Deze werkwijze vereist duidelijke afspraken met de gemeente(raad), zodat het bestemmingsplan daadwerkelijk zal worden gewijzigd en onteigening zal worden ingezet aan het einde van de vrijwillige verwervingstermijn. Boerderijverplaatsing Er wordt door de provincie gewerkt aan extra mogelijkheden voor boerderijverplaatsing. Er is momenteel een landelijke regeling die boerderijverplaatsing subsidieert, maar deze wordt als minimaal beschouwd. Om boerderijverplaatsing uit EHS gebieden extra te stimuleren, wordt nu gewerkt aan een ruimere compensatieregeling. Belangenorganisaties hebben aangegeven hier voorstander van te zijn. Aankopen met prijzen boven de marktwaarde Onteigening is een duur instrument mede omdat de onteigende door de koper volledig schadeloos wordt gesteld en de koper de kosten voor deskundigen en de rechtbank moeten vergoeden (zie ook par. 2.4). NLTO en Vereniging Particulier Grondbezit pleiten er daarom voor om aankopen voor natuur op basis van volledige schadeloosstelling te doen zoals dat ook bij aankopen voor infrastructuur en woningbouw gebeurt. Dit kan afhankelijk van de hoogte van de schadeloosstelling (=inkomens- en vermogensschade) het meervoudige van de vrije verkoopwaarde betekenen. In par. 2.4 is een voorbeeld opgenomen. Ook natuurbeschermingsorganisaties en BBL bieden een enkele keer ook prijzen boven de marktwaarde, omdat de grond op die specifieke plaats alleen op dat moment te koop is. Duidelijk is dat een dergelijke maatregel eerder tot een aankoop zal leiden en de verwerving zal versnellen. Structureel prijzen boven de marktwaarde bieden of op basis van onteigeningswaarde (= volledige schadeloosstelling) zal de natuur in Nederland zeer duur maken. Bij aankoop van gronden voor woningbouw worden de kosten snel terugverdiend. Bij omzetting van landbouwgrond in natuurgebied is dat niet het geval. Aankopen met prijzen boven de marktwaarde is daarom niet aan te bevelen. 1.4 Het instrument onteigening Onteigening is een manier van gedwongen eigendomsontneming door de overheid met als reden het algemeen belang. Om dit algemeen belang te behartigen moet de Staat of elk ander publiekrechtelijk orgaan soms over particuliere eigendommen beschikken. Onteigenen is grondwettelijk gewaarborgd. De grondwettelijke waarborgen betekenen voor de burger dat de overheid niet zonder meer iemands grond en opstallen kan ontnemen. De rechten van de individuele burger moeten steeds voldoende verzekerd zijn. 9

Onteigening is noodzakelijk wanneer de grond niet langs minnelijke weg (vrijwillig) is te verwerven. Voorts is de noodzaak tot onteigening aanwezig indien zonder verwerving van de grond niet zeker is dat het werk wordt uitgevoerd in de vorm waaraan de meeste behoefte bestaat. De vorm kan betrekking hebben op de aard, situering materiaalkeuze, technische voorzieningen en de fasering in het uit te voeren werk. Door de onteigenaar moet tevens worden onderzocht of de eigenaar het plan zelf kan realiseren bijvoorbeeld middels particulier beheer. 10

2 Wat is nodig om tot onteigening over te kunnen gaan? Om als provincie tot onteigening voor natuur over te kunnen gaan moeten een viertal belangrijke aspecten goed worden geregeld. Beleidsaanpassing; hoe staat onteigening in verhouding tot het vigerende beleid Juridische grondslag; de juridische grondslag voor onteigening moet aanwezig zijn Aanvullende financiering; onteigening brengt veel extra kosten met zich mee Draagvlak; onteigening is een zwaar en emotioneel instrument. 2.1 Beleidsaanpassing In bijlage 2 is een samenvatting gegeven van het Rijks en provinciale beleid met betrekking tot onteigening voor natuur. Rijksbeleid Het Kabinet Kok heeft het grondbeleid en onteigening voor natuur aan de orde gesteld. De toepassing van onteigening voor groen acht het rijk vooral daar aan de orde waar het van groot belang is om specifieke gronden op korte termijn te verwerven. Dit geldt zeker voor de realisering van groen om de stad. Ook voor andere beleidsopgaven kan het van belang zijn om afrondende gronden die cruciaal zijn voor de realisering van beleidsdoelen via onteigening te verwerven (bijvoorbeeld waterberging, natuurontwikkeling). Binnen de 'spelregels' van het grondbeleid (aankoop op vrijwillige basis en geen marktverstorende werking) wordt, op landelijk niveau, tot circa 10% onteigening acceptabel geacht. De provincies bepalen in het op te stellen Aankoopstrategieplan de plaats en het moment van inzet van het onteigeningsinstrumentarium. De aankoop op vrijwillige basis voor groene functies blijft dus voor het rijk voorop staan. Om de aankoopmogelijkheden op vrijwillige basis te vergroten zijn wettelijke mogelijkheden (inzet van de Wet Agrarisch Grondverkeer en Wet Voorkeursrecht Gemeenten), financiering (fiscale aspecten) en flankerend beleid aanwezig. Provinciaal beleid Met de Nota Uitwerking Ecologische Hoofdstructuur (vastgesteld door PS op 17 februari 1993) heeft de provincie Groningen een eerste stap gezet naar de realisering van de EHS in de provincie. Deze Nota vormt nog steeds de basis voor een groot aantal plannen en uitwerkingen ten behoeve van de EHS. Met betrekking tot verwerving ten behoeve van de Ecologische Hoofdstructuur komt in de Nota Uitwerking Ecologische Hoofdstructuur steeds het standpunt naar voren dat verwerving van reservaats- en natuurontwikkelingsgebieden op vrijwillige basis zal geschieden. Ook het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (2000) houdt vast aan vrijwillige verwerving. 11

Een provinciale koerswijziging van vrijwillige verwerving naar het niet langer uitsluiten van de inzet van onteigening voor natuur brengt een essentiële beleidsaanpassing met zich mee. Deze beleidsaanpassing ligt gevoelig bij met name de boeren. Er is hun vanaf de start van de realisatie van de EHS voorgehouden dat verwerving op vrijwillige basis zou plaatsvinden. Deze afspraak ligt eveneens vast in alle landinrichtingsplannen. Een koerswijziging past binnen het rijksbeleid. Het is noodzakelijk om alle betrokken partijen in het landelijk gebied helderheid te verschaffen onder welke voorwaarden eventueel het onteigeningsinstrument ingezet zal worden. Een voorstel voor deze voorwaarden wordt gedaan in par 2.7. In landinrichtingsplannen en bestemmingplannen zal verder moeten worden aangegeven waar, wanneer en voor welke oppervlakte eventueel tot onteigening voor natuur zal worden overgegaan. Dit is noodzakelijk om onteigening te kunnen activeren (zie par. 2.3) en voor een financiële planning (zie par. 2.4). 2.2 Juridische Grondslag De Onteigeningswet (OW) biedt diverse mogelijkheden voor onteigening ten behoeve van het realiseren van groene functies. In bijlage 3 wordt uitgebreid op de werking van de onteigeningswet en onteigening ten behoeve van groene functies ingegaan. Onteigening wordt tot op heden zelden of nooit gebruikt voor de realisatie van groene functies. Het aantonen van het publiek belang, de noodzaak en urgentie van groene kwaliteitsfuncties vormen een groot struikelblok bij de goedkeuring van het onteigeningsbesluit door de Kroon. De EHS hoeft pas in 2018 gereed te zijn. Dat maakt het lastig om voor grote delen van de EHS op dit moment 'dwingende redenen van algemeen belang' te formuleren op grond waarvan tot een brede inzet van onteigening overgegaan zou kunnen worden. Dit geldt waarschijnlijk ook voor EHS binnen landinrichtingsprojecten die eerder worden afgesloten. Omstreeks 2010 ligt dat anders, omdat noodzaak en urgentie (EHS moet ingericht zijn in 2018) nu wel kunnen worden aangetoond. Bij stagneren van de ontwikkeling van natuur- of recreatiegebieden kunnen sommige situaties, bijv. door de ligging van enclaves, aanleiding geven om gebruik te maken van bestaande onteigeningsmogelijkheden. Het algemeen belang, de noodzaak en urgentie kunnen dan gemakkelijker worden aangetoond. Echter volgens vaste jurisprudentie is onteigening niet mogelijk wanneer de eigenaar de gewenste en planologisch vastgelegde bestemming zelf kan en wil realiseren, bijvoorbeeld middels particulier beheer. Formeel kan dat ook voor aaneengesloten natuurgebieden. Uit de wet blijkt dat in principe de wettelijke basis voor de inzet van het instrument onteigening ten behoeve van natuur aanwezig is. In de provincie Groningen zal echter wanneer hiervoor wordt gekozen de werkwijze moeten worden aangepast om de toepassing van het instrument te kunnen activeren. In de huidige landinrichtingsplannen is onteigening niet opgenomen. Daarnaast zal de werkwijze voor de aanduiding van de functie natuur in bestemmingsplannen moeten worden aangepast om onteigening mogelijk te maken ten behoeve van die functie. Dit laatste heeft echter belangrijke nadelen (planschadeprocedures). 12

De gemeenteraden zijn verantwoordelijk om te planschade te vergoeden wanneer verwerving ervan niet vaststaat. 2.3 Aanvullende financiering Onteigening is in het algemeen een dure aangelegenheid. In de onteigeningswet is bepaald dat de onteigende partij volledig schadeloos moet worden gesteld. Dit betekent dat een onteigende voor- en na de onteigening in dezelfde vermogenspositie moet blijven. Naast de waarde van landbouwgrond in het vrije economische verkeer zijn er nog een aantal andere schadefactoren en kosten waarmee bij een onteigening rekening moet worden gehouden. In de vermogenssfeer gaat het dan naast de waarde van de grond om gebouwenschade en waardevermindering van het overblijvende. In de inkomenssfeer gaat het om inkomensschade, bemoeilijkte exploitatie, omrijschade, aftrek rentevrijkomend kapitaal, kapitalisatiefactor en belastingschade. Tenslotte zijn er nog de deskundigenkosten van beide partijen en de kosten van de rechtbankdeskundigen. De aankoopkosten van de notaris en het Kadaster moeten door de koper bij elke transactie worden betaald en werken dus niet kostenverhogend bij een onteigening. Voor alle duidelijkheid: onteigening leidt niet tot verhoging van de verwervingsprijs, maar de meerkosten owrden veroorzaakt door proceskosten en schadeloosstelling van de inkomensverliezen. Om het concreet te maken een voorbeeld uit de praktijk. De waarde van een hectare grond bedraagt bijvoorbeeld 35.000/ha. De totale vermogensschade en inkomensschade bedraagt 52.000/ha. Dit is dus al 1,5 keer de vrije waarde van de grond. De kosten van de deskundigen en rechtbankdeskundigen bedragen ongeveer 100.000. Om deze hectare met een vrije waarde van 35.000 te onteigenen is dus al 152.000 nodig! Daarnaast is er nog de onzekere factor van de rechtbank. De rechtbank kan een hogere schadeloosstelling vaststellen dan de deskundigen van de overheid aan de te onteigenen partij hebben aangeboden. De overheid wordt in de meeste gevallen veroordeeld in de kosten. Een voorbeeld ter verduidelijking. De door de overheid aangeboden schadeloosstelling bedraagt 150.000. De te onteigenen partij vraagt 450.000. De rechtbank stelt een schadeloosstelling vast van 350.000. De overheid moet dus 200.000 meer betalen dan waar rekening mee is gehouden. Ook zal de wettelijke rente in rekening worden gebracht. Onteigenen werkt kostenverhogend en is niet zonder financiële risico's. Om onteigening te kunnen financieren zal in de begroting rekening moeten worden gehouden met een extra kostenpost. 2.4 Draagvlak voor onteigening De inzet van het instrument onteigening ten behoeve van natuur is een gevoelig onderwerp. De belangenorganisaties in Groningen is gevraagd om hierover hun officieel standpunt kenbaar te maken. De standpunten zijn als volgt verwoord (brieven in bijlage 4): 13

NLTO "De inzet van onteigening is voor de NLTO absoluut niet aan de orde. De NLTO pleit nadrukkelijk voor verbetering van het bestaande instrumentarium en regelingen met elementen als een goede verplaatsingsregeling, investeringsregelingen, een grondpot, projecttoeslagen en de inzet van kavelruilen of andere vormen van landinrichting. Ook zou met meer schadecomponenten bij aankoop voor natuurdoeleinden rekening gehouden moeten worden, zodat qua systematiek een vergelijkbare situatie ontstaat als bij de aankoop van gronden voor wegenbouw, wegen of bedrijfsterreinen." Hiermee wordt volledige schadeloosstelling bedoeld. Gronings Particulier Grondbezit "Het Gronings Particulier Grondbezit is terughoudend bij het toepassen van onvrijwillige grondverwerving. Veel meer wordt gezien in fiscale stimulansen en structurele financiering van beheer." Het GrPG doet hiervoor enkele voorstellen in haar brief zoals meer mogelijkheden voor particulier natuurbeheer, het fiscaal fasciliteren van bedrijfsbeëindiging t.b.v. natuurontwikkeling, het vergoeden van landbouwgrond voor natuurontwikkeling op basis van volledige schadeloosstelling en de verwerving van gronden door DLG voor versterking van de grondgebonden landbouw en t.b.v. natuurontwikkeling door particulieren. "Daar waar het eigendomsrecht echt noodzakelijk is en niet op basis van zogenaamde vrijwilligheid- kan worden overwogen een koopplicht voor de overheid in te voeren waarbij partijen de mogelijkheid hebben een onafhankelijke arbitrage over de te betalen prijs in te roepen." Het GrPG wijst er vervolgens op dat "op bestaande particuliere NSW bezittingen nimmer de koopplicht van de overheid mag worden gelegd. Ook mogen deze bezittingen niet worden onteigend." Vereniging Natuurmonumenten "De Vereniging Natuurmonumenten vindt dat het onteigeningsinstrument ingezet moet kunnen worden als laatste middel om o.a. EHS gebieden af te ronden en om het gewenste beheer daadwerkelijk te kunnen starten. Wanneer vrijwillige verwerving strandt en wanneer creatieve ruilvoorstellen niet haalbaar blijken moet dit instrument een oplossing bieden. Het instellen van een gewenste waterhuishouding of van b.v. grootschalige begrazing moet niet eindeloos uitgesteld worden omdat een enkel perceel niet verworven kan worden. Uitstel van het eindbeheer betekent vaak beheren tegen hogere kosten en met vaak minder effect." Verder constateert NM dat er meer mogelijkheden komen om extra te betalen door bedrijfsschade mee te rekenen. NM maakt hier geen bezwaar tegen. Stichting Het Groninger Landschap De Stichting Het Groninger Landschap geeft de voorkeur aan een actief verwervingsbeleid waarbij ruimere financiële middelen beschikbaar worden gesteld naast de bestaande reguliere financieringen voor met name bedrijfsverplaatsing en ruilhectares (grondpot) worden verworven buiten de begrensde gebieden. Hiermee wordt de lokale grondmobiliteit vergroot en kunnen met kavelruilen de hectares op de juiste plek worden gerealiseerd. Wat betreft onteigening is het SGL van mening: "Onteigening ten behoeve van de grondverwerving voor natuurgebieden dient een noodmaatregel te blijven en bij toepassing duidelijk gemotiveerd en afgebakend te zijn. Indien bijvoorbeeld 10 à 15 % van een gebied niet is verworven en langs minnelijke weg geen overeenstemming is te bereiken, de ontbrekende hectares/gebouwen de gehele 14

inrichting van het object blokkeren, zou een onteigeningsprocedure zijn te overwegen." Staatsbosbeheer Staatsbosbeheer kan "in principe instemmen met het instrument onteigening ten behoeve van de EHS. Met name waar het gaat om het opheffen van de laatste obstakels ter realisatie van een goed functionerend ecosysteem, kan onteigening, indien noodzakelijk, het uiterste middel zijn Onteigening kan hierbij voordeliger zijn dan alle te treffen tijdelijke oplossingen b.v. ten aanzien van hydrologische buffering en interne waterhuishouding." Milieufederatie Groningen "De Milieufederatie Groningen is in principe van mening dat bij de verwerving van gronden ten behoeve van de EHS vrijwillige verkoop de voorkeur geniet. Nu echter blijkt dat de gestelde kwantitatieve en kwalitatieve doelen bij de realisering van de EHS voorlopig niet gehaald worden vinden wij dat het instrument onteigening ten behoeve van de natuur niet op voorhand moet worden uitgesloten. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat met het gebruik van dit instrument zeer terughoudend, en zeer zorgvuldig moet worden omgegaan. Daarbij zal de inzet er allereerst op gericht moeten zijn, de gewenste gronden vrijwillig te verwerven. Onteigening komt pas in beeld als verwerving op vrijwillige basis niet mogelijk blijkt. Voorop staat dat de betrokken eigenaren, in veel gevallen boeren, van de noodzakelijke maatregelen niet minder mogen worden. Dat wil zeggen dat indien onteigening in het uiterste geval wordt toegepast, dit vergezeld zal moet gaan van een ruimhartige compensatie." Samenvattend kan worden geconcludeerd dat het inzetten van het instrument onteigening ten behoeve van natuur slechts op beperkt draagvlak kan rekenen van alleen de natuurbeschermingsorganisaties en alleen in die gevallen waarin het niet mogelijk is om langs minnelijke weg te verwerven. Een actief en gericht verwervingsbeleid en uitbreiding van het bestaande instrumentarium en ruimere vergoedingen (compensatie, schadeloosstelling) heeft bij alle partijen, ook natuurbeschermingsorganisaties de voorkeur. Een keuze voor de inzet van onteigening zal naar de streek goed moeten worden uitgelegd. 2.5 Voor- en nadelen onteigening Door onteigening in te zetten kan de realisatie van natuur worden versneld met name daar waar de verwerving van de laatste ha's een knelpunt is. In een gebied kan natuurontwikkeling niet van start gaan wanneer de laatste particuliere eigenaar zijn grond niet vrijwillig verkoopt. De investering levert daarmee onvoldoende natuurrendement op. Een van de mogelijkheden om deze "laatste hectare" in bezit te krijgen is onteigening. Dit kan een groot voordeel zijn. Wanneer wordt onteigend hoeven in een aantal gevallen geen tijdelijke dure maatregelen te worden genomen om het overige natuur gebied in te richten. Over het algemeen zijn de tijdelijke maatregelen inefficiënt: het levert niet de natuurkwaliteit op die is gewenst en bij verwerving van de laatste hectares 15

moeten opnieuw aanpassingen plaatsvinden. Dit kan een belangrijk voordeel van onteigening zijn. Aan onteigening is een belangrijk nadeel verbonden. Zo is onteigening een dwingend en in vergelijking met minnelijke verwerving- zeer duur instrument, waardoor indirecte marktverstoring optreedt omdat de onteigende elders "prijzen boven de markt" kan bieden voor grond. De indirecte marktverstoring treedt echter vooral op door verplaatsers door woningbouw of uit gebieden met een hogere agrarische marktwaarde. De vraag is in hoeverre enkele verplaatsers uit natuurgebieden in Groningen aan de marktverstoring zullen toevoegen. Marktverstoring treedt in Groningen met name op door agrariers die zijn uitgekocht in gebieden waar woningbouw plaatsvindt en bedrijfsterreinen worden aangelegd. 2.6 Voorwaarden en criteria voor onteigening Om onteigening in te zetten voor de verwerving van gronden gelden er een aantal wettelijke voorwaarden (zie ook par. 2.3 en bijlage 3): 1. de grond is vrijwillig niet te verwerven 2. zonder verwerving is niet zeker dat de natuurdoelstelling (juiste plaats en juiste vorm) zal worden gerealiseerd 3. het is aantoonbaar dat met de gewenste natuur op die plaats een publiek belang is gediend 4. de noodzaak is aanwezig om de gewenste natuurdoelstelling op die plaats te realiseren 5. het realiseren van de natuurdoelstelling is urgent 6. de eigenaar kan of wil de natuurdoelstelling zelf niet realiseren Naast de wettelijke aspecten waaraan moet worden voldaan is het noodzakelijk om beleidsregels op te stellen waar en wanneer wordt overgegaan tot onteigening voor natuur. De regels moeten gaan over:! welke gebieden/percelen komen in aanmerking voor onteigening?! wanneer mag worden onteigend? Hierbij moet worden gedacht aan de laatste hectares ter afronding van een gebied. Landelijk wordt hiervoor vaak een percentage (10%) genomen.! binnen welke termijn moet vrijwillige verwerving zijn afgerond en wordt gestart met een onteigeningsprocedure?! welke instrumenten worden ingezet om maximaal vrijwillig te verwerven? Deze voorwaarden en criteria zullen in ieder gebied anders zijn. Daarom dienen ze worden opgenomen in begrenzingenplannen, raamplannen landinrichting en/of aankoopstrategieplannen. Zo kan maximaal rekening worden gehouden met de lokale grondmarkt, mobiliteit, bestaande afspraken en bestuurlijke overeenstemming over termijnen waarbinnen vrijwillige verwerving moet zijn afgerond en wanneer tot onteigening zal worden overgegaan. 16

3 Beleid en Implementatie 3.1 Overwegingen Voor het inzetten van het instrument onteigening voor natuur is een wettelijke basis aanwezig, maar de toepassing van het instrument is in Groningen juridisch niet mogelijk omdat de basis voor de toepassing ontbreekt in de huidige bestemmingsplannen en landinrichtingsplannen. Daarnaast ontbreken op dit moment voldoende argumenten om de noodzaak en de urgentie voor toepassing onteigening voor de realisering van natuur aan te tonen. Hiervoor zal duidelijk moeten worden aangetoond dat het ontbreken van enkele kavels de inrichting van een gebied dermate wordt gefrustreerd dat hiermee het algemene belang in het geding komt. Daarnaast zal moeten worden aangetoond dat het project op korte termijn gerealiseerd dient te worden, althans binnen 5 jaar. De realisatie van de EHS is voorzien in 2018. Wanneer in een landinrichtingplan een eerdere datum is vastgelegd, kan urgentie worden aangetoond, maar dan dient de basis voor onteigening in het plan wel zijn vastgelegd. Dat wil zeggen, om welke gebieden gaat het en hoeveel ha. Deze basis ontbreekt in de huidige landinrichtingsplannen. Vrijwillige verwerving voor de realisering van ecologische hoofdstructuur (huidige begrenzing) is immer uitgangspunt geweest en uitgedragen naar eigenaren en gebruikers. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur kunnen in het geding komen wanneer hiervan plotseling wordt afgeweken. Vrijwillige verwerving dient daarom in principe uitgangspunt te blijven tenzij er belangrijke argumenten zijn om hiervan af te wijken. Bijvoorbeeld er kan niet tot een noodzakelijke afronding van natuurgebieden worden gekomen. Het inzetten van het instrument onteigening ten behoeve van natuur kan slechts op beperkt draagvlak kan rekenen van alleen de natuurbeschermingsorganisaties en alleen in die gevallen waarin het niet mogelijk is om langs minnelijke weg (vrijwillig) te verwerven. Een actief en gericht verwervingsbeleid en uitbreiding van het bestaande instrumentarium en ruimere vergoedingen (compensatie, schadeloosstelling) heeft bij alle partijen (ook natuurbeschermingsorganisaties) de voorkeur. ter realisering van de volledige EHS is in de provincie Groningen (nog) niet nodig. De realisering van de EHS ligt redelijk op schema. Om de grondverwerving in 2015 afgerond te kunnen hebben (inrichting 2018 klaar) moet nog gemiddeld 371 ha/jaar verworven kunnen worden. Dit gemiddelde is hoog, maar met de inzet van flankerend instrumentarium mogelijk wel te behalen. Er is wel behoefte aan versnelling van de verwerving in met name landinrichtingsprojecten en aan een versnelling van de noodzakelijke afronding van natuurgebieden. Onteigening kan de mogelijkheden hiervoor vergroten. Onteigening is een duur instrument en is bij toepassing niet zonder financiële risico's. 17

3.2 Beleid Vrijwilligheid voor verwerving ten behoeve van de realisatie van natuur, zowel voor bestaand als nieuw beleid, blijft voorop staan, maar dat in die gevallen waar grondverwerving de realisatie van natuur in de weg staat, bijvoorbeeld bij een noodzakelijke afronding van natuurgebieden, zal de toepassing van het instrument onteigening mogelijk worden gemaakt. Hiervoor zal voor nieuwe plannen (zowel voor bestaand als nieuw beleid) onteigening als mogelijkheid voor verwerving ten behoeve van natuur worden opgenomen. Dit is een belangrijke beleidsaanpassing, die goed zal moeten worden uitgelegd aan de streek. Verder zal worden gewerkt aan het voldoen van alle juridische voorwaarden. 3.3 Implementatie 6. Voor bestaand beleid (realisering begrensde EHS) blijft vrijwilligheid voor verwerving ten behoeve van de realisatie van natuur voorop staan, maar in die gevallen waar grondverwerving de realisatie van natuur in de weg staat, bijvoorbeeld bij een noodzakelijke afronding van natuurgebieden, wordt de toepassing van het instrument onteigening mogelijk gemaakt. De inzet van het instrument onteigening is de komende jaren lastig te realiseren met name voor de realisering van de ecologische hoofdstructuur die in begrenzingenplannen en het gebiedsplan Groningen is vastgelegd. Vanaf nu wordt toegewerkt naar de mogelijkheid om onteigening voor natuur in te zetten door in nieuwe plannen naast vrijwilligheid als uitgangspunt onteigening als mogelijkheid op te nemen bij noodzakelijke afronding van natuurgebieden en dit juridisch te verankeren. 7. Ook voor nieuw beleid blijft vrijwilligheid voor verwerving ten behoeve van de realisatie van natuur voorop staan, maar voor de realisering van nieuw beleid, waarvoor gronden dienen te worden verworven, wordt naast het uitgangspunt vrijwilligheid, ook onteigening als mogelijkheid voor de realisering van natuurgebieden opgenomen. Onteigening kan dan in de toekomst gemakkelijker worden geactiveerd. Vanaf nu wordt in begrenzingenplannen, raamplannen landinrichting, aankoopstrategieplannen en overige plannen voor nieuw beleid onteigening als mogelijkheid opgenomen. Alle voorwaarden worden goed vastgelegd evenals afspraken met betrokken partijen. 8. Er zal extra worden ingezet op het flankerend instrumentarium (boerderijverplaatsingsregeling) om grondmobiliteit en verwerving in met name landinrichtingsprojecten te versnellen. 9. In 2008 wordt opnieuw geinventariseerd of verwerving van gronden op vrijwillige basis voor de realisering van de EHS (bestaand beleid) een haalbare kaart is. Zo niet, dan wordt ervoor gezorgd dat onteigening actief kan worden ingezet voor een snelle en noodzakelijk afronding van natuurgebieden. Hiervoor zullen dan extra middelen moeten worden opgenomen in de begroting. Procedures zullen kunnen starten vanaf 2010. 10. In aankoopstrategieplannen (ASP), begrenzingenplannen, en raamplannen landinrichting zal vanaf nu worden opgenomen dat de Wet Agrarisch Grondverkeer (WAG), zodra deze actief is, voor alle begrensde (EHS) gebieden zal worden ingezet. 18

Bijlage 1 Motie van Provinciale Staten december 2001

Bijlage 2 Samenvatting Rijks- en Provinciaal Beleid met betrekking tot onteigening ten behoeve van natuur Rijksbeleid Rijksbeleid t.a.v. onteigening ten behoeve van groene functies In het Structuurschema Groene Ruimte 2 (2002) heeft het rijk haar beleid aangegeven ten aanzien van grondverwerving voor groene functies. Het kabinet Kok heeft er in het grondbeleid altijd naar gestreefd om in zoveel mogelijk situaties op vrijwillige basis gronden te verwerven. Dit op een zodanige wijze dat hiervan geen verstorende werking uitgaat. De laatste jaren ontstaan er echter stagnaties in de grondverwerving, vooral in de stedelijke omgeving. Dat was aanleiding voor het Kabinet Kok om in de Nota Grondbeleid (2001) aan te geven dat het verwervingsinstrumentarium voor groene doelen moet worden versterkt en beter moet worden benut. Het gaat onder meer om het vaker toepassen van het onteigeningsinstrumentarium en het activeren van het voorkeursrecht in de Wet Agrarisch Grondverkeer. De toepassing van onteigening voor groen acht het rijk vooral daar aan de orde waar het van groot belang is om specifieke gronden op korte termijn te verwerven. Dit geldt zeker voor de realisering van groen om de stad. Ook voor andere beleidsopgaven kan het van belang zijn om afrondende gronden die cruciaal zijn voor de realisering van beleidsdoelen via onteigening te verwerven (bijvoorbeeld waterberging, natuurontwikkeling). Binnen de 'spelregels' van het grondbeleid (aankoop op vrijwillige basis en geen marktverstorende werking) wordt, op landelijk niveau, tot circa 10% onteigening acceptabel geacht. De provincies bepalen in het op te stellen Aankoopstrategieplan de plaats en het moment van inzet van het onteigeningsinstrumentarium. De aankoop op vrijwillige basis voor groene functies blijft dus voor het rijk voorop staan. Om de aankoopmogelijkheden op vrijwillige basis te vergroten zijn wettelijke mogelijkheden (inzet van de Wet Agrarisch Grondverkeer en Wet Voorkeursrecht Gemeenten), financiering (fiscale aspecten) en flankerend beleid aanwezig. Raad voor het Landelijk Gebied/Raad voor Vastgoed Rijksoverheid De Raad voor het landelijk Gebied heeft in haar advies over een gericht grondbeleid voor de realisering van ruimte voor groene functies (december 1999) geadviseerd om het uitgangspunt van vrijwilligheid in elk geval te hanteren tot 2008 uiterlijk 2010 met ondersteuning van diverse fiscale en financiële maatregelen. Als daarna nog grond voor groene kwaliteitsfuncties moet worden verworven zou daarvoor (mede) het onteigeningsinstrument kunnen worden ingezet. Het Kabinet heeft in het kader van de Nota Grondbeleid (2001) besloten tot het oprichten van de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid. Deze Raad stimuleert een gebiedsgerichte en projectmatige aanpak voor verwerving en afstoot van vastgoed in regio's waar meerdere departementen beleidsdoelen willen realiseren. De Raad zal zich de komende tijd onder meer bezighouden met het bepalen van de kaders waarbinnen het anticiperend aankopen wordt ingevuld.

Provinciaal beleid Nota Uitwerking Ecologische Hoofdstructuur Met de Nota Uitwerking Ecologische Hoofdstructuur (vastgesteld door PS op 17 februari 1993) heeft de provincie Groningen een eerste stap gezet aan de realisering van de EHS in de provincie. Deze Nota vormt nog steeds de basis voor een groot aantal plannen en uitwerkingen ten behoeve van de EHS. Het voorontwerp van deze nota heeft een inspraakprocedure doorlopen in 1992. Daarnaast is de voorontwerpnota toegestuurd voor commentaar en advies aan een groot aantal doelgroepen en tijdens de inspraakperiode zijn een aantal algemene voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd in de hele provincie. Met betrekking tot verwerving ten behoeve van de Ecologische Hoofdstructuur komt in de Nota Uitwerking Ecologische Hoofdstructuur steeds het standpunt naar voren dat verwerving van reservaats- en natuurontwikkelingsgebieden op vrijwillige basis zal geschieden. Nota Commentaar en Advies Uitwerking Ecologische Hoofdstructuur (GS december 1992) Commentaar Pag 28 t/m 32: 'In de reservaatsgebieden wordt de mogelijkheid geboden de gronden te verkopen ten behoeve van de (particuliere) natuurbeschermingsorganisaties via Bureau Beheer Landbouwgronden. Iedereen is vrij om hiervan wel of geen gebruik te maken.' 'Natuurontwikkelingsgebieden worden op vrijwillige basis verworven'. 'Met betrekking tot de twijfels of de vrijwilligheid om deel te nemen aan de relatienota ook op termijn blijft bestaan kan worden gesteld dat door het te laten vallen van de vrijwilligheid een van de basisprincipes van deze privaatrechtelijke regeling onderuit wordt gehaald'. 'Zowel bij de aankoop van reservaatsgebieden en natuurontwikkelingsgebieden als bij het afsluiten van beheersovereenkomsten geldt het vrijwilligheidprincipe'. 'Wij zijn van mening dat met behoud van vrijwilligheid voldoende mogelijkheden bestaan voor realisering van de Ecologische Hoofdstructuur'. 'De procedure voor verwerving van natuurontwikkelingsgebieden is aangegeven in de Regeling Begrenzing Natuurontwikkelingsgebieden (RBN). De RBN kent evenmin als de Regeling Beheersovereenkomsten 1988 artikelen op grond waarvan tot onteigening kan worden overgegaan'. Om de gewenste grondaankopen ten behoeve van de realisering van de EHS mogelijk te maken wordt in de nota een overzicht gegeven van beschikbare regelingen en instrumenten. Onteigening wordt in dit kader niet genoemd. Provinciaal Omgevingsplan Groningen Het Provinciaal Omgevingsplan Groningen zegt over de Ecologische Hoofdstructuur en de realisering daarvan het volgende. "De ecologische Hoofdstructuur (EHS), een robuust stelsel van natuurgebieden met verbindingszones, moet in 2018 klaar zijn. De grenzen liggen vast. Een groot deel moet nog worden aangekocht met vrijwillige medewerking van de grondeigenaar. Voor gebieden op de functiekaart met de aanduiding natuur is natuur de richtinggevende hoofdfunctie. Hieronder vallen ook gebieden, die nog 21