J heidemij advies BT253 NB

Vergelijkbare documenten
PLATOS colloquium: Trendanalyse en combinatie van databronnen voor wegvervoerinfo. N. Schmorak (RWS) L. Bus (LMB) 13 maart 2013

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie

Vraag naar Arbeid 2015

Jaarmonitor goederenvervoer

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Vervoer. Het goederenvervoer over de weg door Belgische voertuigen met minstens een ton laadvermogen

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari 2017

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Oktober 2017

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg December 2018

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg Maart 2019

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

AFSTANDEN IN METERS. SBI-CODE Omschrijving CATEGORIE GROOTSTE AFSTAND GEVAAR GELUID GEUR STOF

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

A1-Nederlandin. A37-Nederlandin

Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland. Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

95 Statistisch Jaarboek 2005 verkeer, vervoer verkeer vervoer 8 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Samenvattende presentatie van het onderzoeksrapport Waarde toevoegen aan transitstromen in Overijssel

93 Statistisch Jaarboek 2003 verkeer, vervoer verkeer vervoer 8 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

Onderzoeksrapport Nuenen c.a. en haar relatie met de omgeving bezien vanuit verplaatsingspatronen

vervoer afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Vraag naar Arbeid 2013

Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van

Basisverlegging Producentenprijzen Index, 2015=100

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur.

Samenvatting Samenvatting

Rapportage Transportcriminaliteit

vervoer afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Rapporttitel. Tussenevaluatie bewonersonderzoek. Gemeente De Bilt. De Jonge Milieu Advies

ONDERNEMERS EN INTERNETPANEL OVER DE WINKELOPENINGSTIJDEN IN PURMEREND

Factsheet onderzoek naar de effecten van de wijziging van de leeftijdsgrens in de drank- en horecawet 2014 in gemeentes Almere, Huizen en Zeist

Ervaren overlast door omwonenden en parkbezoekers van het Wilhelminapark

Uitsplitsing verbruik elektriciteit en aardgas naar verbruiksschijf energiebelasting

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Bestuurlijke toekomst gemeente Nuenen c.a.: de opvattingen van de inwoners

Statistisch Bulletin. Jaargang

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND

V ERHOUDING GOEDERENGROEPEN

Samenvatting Structuuronderzoek 25

Circulaire Economie Tilburg. Analyse grondstofstromen op gemeenteniveau

Marktanalyse rapport Mijn markt

Praktijkinstructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196)

Tabel B14.1 Populatie volgens Kamer van Koophandel Bedrijfsgrootte Sectoren

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Gemeente Oosterhout. Kantorenlocatie Beneluxweg- Zuid

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus AN Heerenveen

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Beantwoording raadsvraag

Buitenlandse vrachtwagens op de Nederlandse wegen

Onderzoek lijnvoering Oss Eindrapport

Camera s op de Nelson Mandelabrug Evaluatie veiligheidsbeleving Juni 2010

De vraag naar luchtvaart in de Brainportregio en het Catchment Area van Eindhoven Airport. Walter Manshanden & Leo Bus

Vacatures West-Brabant 2009

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Transport in cijfers. Digitale editie

Onderzoek naar patiënttevredenheid

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING DIENSTVERLENING

Werkbelevingsonderzoek 2013

KvK-Bedrijvendynamiek

Resultaten onderzoek Brexit. Terugkoppeling aan deelnemers

bestemmingsplan Bergerdensestraat Tussen 25 En 25a Bemmel

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

6 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Gemeente Houten Onderzoek standplaatsen in Houten Zuid. Den Dolder, 17 april 2009 Ir. Martine van Doornmalen Wim Woning MSc

Onderzoek Declarant Datum: 17 oktober 2018

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Peiling Bibliotheek Olst-Wijhe Oktober 2018

Klanttevredenheidsonderzoek

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

4 BEPALEN VAN GEWICHTEN

Statistisch Bulletin. Centraal Bureau voor de Statistiek. Inhoud

95 Statistisch Jaarboek 2004 verkeer, vervoer verkeer vervoer 8 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Artemis Coaching

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

Lijst van bedrijfsactiviteiten bestemmingsplan Hoofddorp Hoofdweg tussen

JAAR. 75 jaar transport op maat

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Media Maatwerktabellen TNO Centrum voor Beleidsstatistiek

Statistisch Bulletin. Jaargang

Zakelijke parkeervergunning

Logistiek in Twente. Jaarbericht 2014 Over de sector Logistiek Publicatie op verzoek van het POWI Bijlage bij Arbeidsmarktmonitor augustus 2014

Statistisch Bulletin. Jaargang

Omnibusenquête 2010 deelrapport biodiversiteit

verkeer, vervoer STATISTISCH JAARBOEK

Transcriptie:

I 1-5 3% ^ J heidemij advies BT253 NB

739gy Projectbureau IVYS Onderzoek regionale goederenstromen Noord-Brabant Uitkomsten enquete november 1993 heidemij advies

Inhoud 1 Opzet enquete 3 1.1 Wijze van enquetering en selectie 3 1.2 De respons 3 1.3 Wijze van ophoging 5 2 Enquete-uitkomsten 6 2.1 Inleiding. 6 2.2 De verladersenquete. 6 2.3 De vervoerdersenquete 21 3 Analyse 34 ''A heidemij

3 1 Opzet enquete 1.1 Wijze van enquetering en selectie In opdracht van Heidemij Advies heeft het Economisch-Technologisch Instituut voor Noord-Brabant (ETIN) in de periode medio augustus - medio September 1993 vervoerders en verladers in Noord-Brabant schriftelijk geenqueteerd. Doel was het verzamelen van informatie met betrekking tot regionale goederenstromen. Er zijn twee verschillende vragenlijsten opgesteld: e6n voor de verladers en 6en voor de vervoerders (zie bijlagen). In eerste instantie waren de vragen gericht op het verzamelen van informatie over in- en uitgaande goederenstromen over een jaar. Na uitvoering van een proef-enquete bleek dat vooral verladers maar ook vervoerders dat soort gegevens moeilijk kunnen reproduceren. Om die reden is in de definitieve enquete met name gevraagd naar in- en uitgaande ritten over een week. Daardoor bleek de enquete gemakkelijker in te vullen, wat de respons ten goede is gekomen. Naast vragen naar (regionale) ritpatronen zijn vragen gesteld over algemene bedrijfskenmerken en over de ruimtelijke situering en toekomstige ontwikkelingen. Om de respons verhogen is de enquete uitgevoerd in samenwerking met de belangrijkste branche-organisaties voor verladers en vervoerders (EVO en TEN). Beide organisaties hebben in de aanbiedingsbrief bij de enquete het doel van het onderzoek en het belang van de enquete onderschreven. Binnen het afgebakende onderzoeksgebied, bestaande uit 57 drie-cijferige postcodegebieden (zie hoofdstuk 3 vorige tussenrapportage) zijn alle bedrijven met de SBI-codes 2/39 (industrie), 61/64 (groothandel) en 72 (wegtransport) vanaf een bepaalde grootteklasse aangeschreven. Voor industrie is een ondergrens aangehouden van 1 werkzame personen, voor groothandel en transport 5 werkzame personen. In totaal ging het om 3.951 enquetes (1.791 industrie, 1.675 groothandel en 485 transport). 1.2 De respons Uit de hiervoor genoemde bruto-aantallen is systematisch een aantal bedrijven verwijderd die per definitie niet of nauwelijks bij het regionale goederenvervoer zijn betrokken (bv. taxibedrijven). Verder kwam bijna 3% van de enquetes onbestelbaar retour (bv. als gevolg van faillissement, opheffing, verhuizing). ^2 heidemij

4 De resterende bedrijven (de zogenaamde netto populatie) zijn als volgt verdeeld over de in de enquete onderscheiden deelregio s: industrie grthandel transport 1. regio Roosendaal 2. regio Breda/Oosterhout 3. regio Tilburg 4. regio Den Bosch 5. regio Oss 6. regio Veghel 7. regio Eindhoven/Helmond Totaal 133 14 43 336 381 85 481 378 81 189 18 47 94 48 22 98 63 22 43 32 76 1.734 1.474 376 Van de in bovenstaand overzicht vermelde netto populatie zijn in totaal 617 enqueteformulieren retour ontvangen. In een telefonische na-enquete zijn 4 grotere bedrijven benaderd, geselecteerd uit SBI-groepen c.q. regio s met een naar verhouding lage respons. Voor 25 bedrijven is het op deze manier gelukt om een bruikbare vragenlijst in te vullen. Deze 25 zijn begrepen in het hiervoor genoemde getal van 617. De respons naar SBI-categorie ziet er als volgt uit: industrie grthandel transport 1. Bruikbare vragenlijst 177 2. Vragenlijst niet relevant 35 (bv.: nauwelijks goederenvervoer) 3. Vragenlijst onvoldoende ingevuld 35 155 78 49 67 16 Totaal Respons in % netto populatie 247 14,2% 282 19,1% 88 23,4% Het hoge aantal niet bruikbare vragenlijsten bij de groothandel wordt veroorzaakt doordat relatief veel groothandelsbedrijven nauwelijk goederenvervoer van betekenis hebben. De respons voor de verladers (industrie/groothandel) ligt met 16,7% lager dan die voor de vervoerders (23,4%), maar omvat in absolute zin een groter aantal bedrijven. heidemij

5 De netto respons is als volgt verdeeld over de deelregio s (de getallen tussen haakjes geven aan het aantal bruikbare enquetes aan) industrie grthandel transport 1. regio Roosendaal 2. regio Breda/Oosterhout 3. regio Tilburg 4. regio Den Bosch 5. regio Oss 6. regio Veghel 7. regio Eindhoven/Helmond Totaal 13 (1) 16 (12) 8 ( 5) 43 (39) 59 (31) 15 (11) 62 (47) 59 (44) 21 (17) 18(14) 3(19) 11(11) 1 (8) 3(3) 5(4) 17 (16) 1 ( 6) 6(6) 49 (43) 56 (4) 17 (13) 212 (177) 233 (155) 83 (67) 1.3 Wijze van ophoging Ten behoeve van de analyse zijn de enquete-resultaten opgehoogd naar de totale onderzoekspopulatie. De ophoging is uitgevoerd op basis van de netto respons-gegevens en de netto populatie-gegevens. Voor diverse deelgroepen ( strata ) zijn ophogings- of weegfactoren vastgesteld (een stratum is de kleinste groep waarvoor een verhouding wordt vastgesteld tussen de netto respons en de netto populatie). Met deze weegfactoren kunnen de enquete-resultaten worden vermenigvuldigd ter verkrijging van naar de populatie opgehoogde gegevens. Daarbij wordt de uitkomst van de weegfactor per stratum toegepast op alle antwoorden van de vragenlijsten in dat stratum. Bij het bepalen van de strata is gekeken naar de volgende aspecten: - SBI (3 groepen) - grootteklasse (2 groepen) - regio (7 groepen) Een strikte verdeling van de populatie en de respons over de genoemde strata zou lei den tot een indeling in 42 deelgroepen (3x2x7). Met name in de kleinere regie s zijn strata samengevoegd, omdat anders de celvulling te gering zou zijn. Bij de samenvoeging is de indeling naar activiteitengroep en regie s gehandhaafd. In de kleinere regio s (Roosendaal, Oss en Veghel) is de grootteklasse-indeling losgelaten voor de industrie en de groothandel. Wat de vervoerders betreft is, gelet op de celvulling, in geen enkele regio een onderscheid gemaakt naar grootteklasse. Door de samenvoegingen ontstaan 29 in plaats van 42 strata. De hoogte van de weegfactor in elk stratum is vervolgens bepaald door de verhouding tussen het aantal werkzame personen in de netto populatie en in de netto respons. Beide aantallen zijn afgeleid uit het Vestigingenregister, dat het ETIN beheert. Voor de berekening van de weegfactoren zie bijlage..) heidemij

6 2 Enquete-uitkomsten 2.1 Inleiding. In deze paragraaf worden de uitkomsten van de enquete beschreven. In paragraaf 2.1 komen de uitkomsten van de verladersenquete aan de orde en in paragraaf 2.2 worden de uitkomsten van de vervoerdersenquete weergegeven. Beide enquetes zijn opgedeeld in vragenblokken. Die betreffen: - algemene bedrijfskenmerken - inkomende ritten - uitgaande ritten - ruimtelijke situering/toekomstige ontwikkelingen (In de vervoerdersenquete wordt het onderscheid in in- en uitgaande ritten niet gemaakt.) 2.2 De verladersenquete. De uitkomsten van de verladersenquete worden behandeld overeenkomstig de volgorde waarin de vragen zijn gesteld. In principe worden de uitkomsten weergegeven op basis rechte tellingen. Dat wil zeggen dat nog geen verbanden worden gelegd. Vragenblok 1: Kenmerken bedrijf. In vragenblok in wordt ingegaan op de kenmerken van het bedrijf dat ondervraagd is. De vragen hebben betrekking op de bedrijfsgrootte (perceeloppervlakte) en de aan- en afvoerpatronen van de goederen verspreid over de week. heidemij

7 Vraag 1.1.a. Hoe groot is het perceel waarop uw bedriif is gevestigd? Tabel 1: Gemiddelde perceeloppervlakte van de onderzochte bedrijven. Gemiddelde oppervlakte: tot 5. m2. 5. tot 1. m2 1. tot 2. m2. 2. m2 of meer. Totaal aantal waarnemin gen. Regio van vestiging: 1. Roosendaal. 2. Breda /Oosterhout. 3. Tilburg. 11625 63 4. Den Bosch. 5. Oss 6. Veghel 7. Eindhoven /Helmond Totaal 1926 6666 NB: 15 enquetes bleken niet bruikbaar bij de beantwoording van deze vraag. Uit tabel 1 blijkt dat het gemiddelde perceeloppervlak van de onderzochte bedrijven in de regie s Den Bosch, Veghel en Eindhoven/Helmond groter is dan het gemiddelde perceeloppervlak van alle onderzochte bedrijven. Dat laatste gemiddelde is met 1,6 ha behoorlijk hoog. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een beperkt aantal zeer grote bedrijven. Vraag l.l.b. Welk percentage is hiervan t.b.v productie / op- en overslag bebouwd? Tabel 2: Gemiddelde percentage bebouwing t.b.v. productie op/ overslag. Gemiddeld percentage bebouwd 75 tot 1 % aantal waamemingen Regio van vestiging 1. Roosendaal 52% 2. Breda / Oosterhout 3. Tilburg. 82% 54% 4. Den Bosch. 5. Oss 6. Veghel. 7. Eindhoven /Helmond. 92% 58% Totaal 54% 'JB: 17 enquetes bleken niet bruikbaar bij de beantwoording van deze vraag. heidemij

8 Uit tabel 2 blijkt dat het gemiddelde percentage van bebouwing t.b.v productie en op- en overslag circa 54 % bedraagt. De regie s Oss en Eindhoven/ Helmond scoren hoger dan gemiddeld. Vraag l.l.c. Op welke dagdelen wordt het grootste deel van de goederen aan- en afgevoerd? Tabel 3: Dagdelen van de week m.b.t. de grootste deel van de aan- en afvoer van goederen. Dagdeel Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Ochtend (tot 12 uur) Middag (tot 17 uur) 178 Avond ( na 17 uur) Gehele dag Niet op deze dag Niet beantwoord 332 332 332 332 332 Uit de tabel blijkt dat het grootste deel van de goederen binnen de werkweek van maandag tot zaterdag plaatsvindt. Gezien over de dag vindt in de ochtend (tot 12 uur ) en de middag (tot 17 uur) de meeste aan- en afvoer plaats. Alleen op vrijdag is het aandeel van de ochtend iets hoger dan op andere werkdagen. ^2 heidemij

9 Vragenblok 2 : Inkomende ritten. Vraag 2,1 Hoeveel vrachtwagens / bestelwagens ('bruto laadvermogen meer dan 3.5 kg) kwamen er in de afgelopen week in totaal bii uw bedriif binnen (inkomende ritten)? Uit de beantwoording van deze vraag blijkt dat per geenqueteerd bedrijf het aantal inkomende ritten gemiddeld 35 bedraagt. Het totaal aantal inkomende ritten bedraagt 11587. Vraag 2.2 Hoeveel van deze inkomende ritten hadden als herkomst : Tabel 4 : Inkomende ritten naar herkomstregio. Herkomst Aantal ritten \/L4r^ OUC 1. Regio Roosendaal 2. Regio Breda/Oosterhout 3. Regio Tilburg 4. Regio Den Bosch 5. Regio Oss 6. Regio Veghel 7. Regio Eindhoven/Helmond 8. Overig Noord-Brabant Totaal 532 658 74 945 36 242 851 869 517 Uit tabel 4 blijkt dat circa 44 % van de totale inkomende ritten een herkomst binnen Noord Brabant heeft. Binnen Noord Brabant is het aantal inkomende ritten het hoogst in de regie s Den Bosch, Eindhoven/Helmond en overig Noord Brabant en het laagst in de regio Oss en Veghel. heidemij

1 Vraag 2.3 Hoe vinden de inkomende regionale ritten (= herkomst binnen Noord Brabant) doorgaans plaats? Tabel 5: Soort vervoer in de inkomende regionale ritten. Soort vervoer : Met Beroepsvervoer Met Eigen vervoer (ook als leverancier met eigen wagenpark aanvoert) Onbekend Percentage: 61,1 % 25,8 % 13,1 % <y Uit de tabel blijkt dat het aandeel beroepsvervoer erg hoog is. Dit is opvallend te noemen, want juist op de korte afstand mag verwacht worden dat het aandeel eigen vervoer groot is. icjr Vraag 2.4a Ziin de inkomende regionale ritten seizoensgebonden? Tabel 6: Seizoengebondenheid van inkomende regionale ritten. aantal aandeel seizoensgebonden niet seizoensgebonden onbekend totaal 25 36 332 7,5 % 92,2 %,3 % 1 % Uit tabel 6 blijkt dat meer dan 9% van de verladers aangeeft dat het aantal inkomende ritten niet seizoensgebonden is. Vraag 2.4b Indien seizoensgebonden : In welke maanden vinden de meeste inkomende regionale ritten plaats? Tabel 7: Maanden waarin het meeste regionale vervoer plaatsvindt. jan. april. juni. juli. sept. dec. Uit tabel 7 blijkt dat in die gevallen waarin sprake is van seizoensgebonden regionaal vervoer (inkomende ritten) het zwaartepunt van deze ritten is gelegen in de maanden maart, april, mei, juni en juli. ^ heidemij

11 Vraag 2,4c Hoeveel procent van het totaal aantal inkomende regionale ritten op iaarbasis vindt bii benadering plaats in de door u bii vraag 2.4b aangekruiste periodel'n')? Circa 71 % van de seizoensgebonden inkomende regionale ritten vindt plaats volgens de in tabel 7 weergeven verdeling van de maanden. Van de overige ritten is de verdeling niet bekend. Vraag 2.5a Hoeveel ton of m3 goederen kwamen er vanuit Noord Brabant over de weg bii u binnen? Tabel 8: Omvang van het inkomende regionale goederenvervoer over de weg gemiddeld per bedrijf gemiddeld per bedrijf,y... ^ afgelopen week 225 ton 4 m3 in heel 1992 7.713 ton 13.37 m3 A? Uit de tabel blijkt voor wat betreft het aantal m3 s een groot verschil in de wekelijkse en jaarlijkse vervoeromvang (factor 334). Het verschil tussen week- en jaarcijfers met betrekking tot het aantal tonnen lijkt reeler (verschil van factor 34). Overigens blijkt uit de beantwoording blijkt dat verladers veel beter op de hoogte zijn van door hen vervoerde tonnages dan van vervoerde m3 s. ' A heidemij

12 Vraag 2.5b Om welke goederensoorten ging het bii de regionale aanvoer (= binnen Noord Brabant) in 1992. of in de afgelopen week? Tabel 9 : Inkomende regionale ritten per goederensoort Omschrijving goederensoort (NSTR) Aantal inkomende ritten vanuit Noord Brabant-totaal (afgelopen week) vervoerd gewicht in tonnen (1992) of: vervoerd gewicht in m3 (1992). landbouwproducten en levende dieren 1. andere voedingsmiddelen en veevoeders. 2. vaste minerale brandstoffen 3. aardolie en aardolieproducten 4. ertsen, metaalafval, geroost ijzerkies 5. ijzer, staal en non ferroproducten 6. ruwe mineralen en - fabricaten, bouwmaterialen 335 1.7 36.8 528 61.6 378.3 95. 11.3 12.1 22 37. 28 29.1 1.7 152 144.2 2.4 7. meststoffen 43 22.2 8. chemische produkten 182 31.3 93.3 9. voertuigen, machines en overige goederen (w.o. stukgoederen) 59 126.6 74.8 onbekend 334 11.9 2.3 Uit tabel blijkt dat goederen in de NSTR-goederenhoofdstukken, 1 en 9 het meest voorkomen. Binnen de goederenhoofdstukken ( tot en met 9) zijn de belangrijkste goederen in het inkomende regionale vervoer: - suikerbieten - vlees- en viswaren - graan, fruit en groente bereidingen - staven en profielstaal - cellulose en oud papier - electrische en andere machines, motoren - leer, textiel en kleding - overige goederen <~\ heidemij

13 Vragenblok 3: Uitgaande ritten. Vraag 3.1 Hoeveel vrachtwagens/bestelwagens fbruto laadvermogen meer dan 3. 5 kg~) verlieten er in de afgelopen week in totaal uw bedriif (uitgaande ritten)? De beantwoording van deze vraag luidt als volgt : Per geenqueteerd bedrijf bedraagt het aantal uitgaande ritten gemiddeld 36. In totaal gaat het om 11822 uitgaande ritten. Vraag 3.2 Hoeveel van deze uitgaande ritten hadden als bestemming : Tabel 1 : Uitgaande ritten naar bestemmingsregio Bestemming Aantal ritten 1. Regio Roosendaal 426 2. Regio Breda/Oosterhout 744 3. Regio Tilburg 744 4. Regio Den Bosch 6 5. Regio Oss 377 6. Regio Veghel 794 7. Regio Eindhoven/Helmond 862 8. Overig Noord-Brabant 274 Totaal 6621 Uit tabel 1 blijkt dat circa 56% van de totale uitgaande ritten een bestemming binnen Noord Brabant heeft. Binnen Noord-Brabant is de regio overig Noord-Brabant het sterkst vertegenwoordigd (31%). De regie s Roosendaal en Oss zijn het minst vertegenwoordigd. Relatief veel uitgaande regionale ritten hebben de regio Veghel als bestemming. In vergelijking tot de ingaande regionale ritten valt op dat het aantal uitgaande regionale ritten groter is (6621 ten opzichte van 517). Ook wijkt de verdeling over de regie s af (zie tabel 4). heidemij

14 Vraag 3.2b Verzorgt u het uitgaande regionale vervoer (= bestemming binnen Noord Brabant) doorgaans zelf? Tabel 11 : Soort vervoer in de uitgaande regionale ritten. aantal percentage beroepsvervoer eigen vervoer totaal 183 149 332 44,9% 1 % Uit tabel 11 blijkt dat bijna 45% van de onderzochte bedrijven het uitgaande regionale vervoer zelf verzorgd. Het aandeel beroepsvervoer is met 55,1% lager dan bij de inkomende ritten (61,1%). Vraag 3.2c Zo ia, hoeveel procent van het regionale vervoer is doorgaans opgenomen in een samengestelde route? Ongeveer 73 % van het uitgaande regionale vervoer dat de verladers zelf verzorgen is opgenomen in een samengestelde route. Vraag 3.2d Als er sprake is van samengestelde routes : welke zijn de belangrijkste samengestelde routes? Tabel 12: Belangrijkste samengestelde routes in het uitgaande regionale vervoer. Samengestelde routes: 1. Intraregionaal (van 1 naar 1, 2 naar 2, enz.) Aantal 346 kjm r i 2. 4-6 - 5-4 3. 4-3-4 4. 3-6-3 5. 3-7-3 6. 2-3-2 5 44 4 32 23 Uit de tabel blijkt dat een groot aantal samengestelde regionale ritten intraregionaal van aard is (binnen een regio). In totaal zijn bij deze vraag 78 verschillende samengestelde routes opgegeven. Hier is zonder een kaartbeeld geen duidelijk patroon in te herkennen. heidemij

15 Vraag 3.3 Hoe vinden de uitgaande regionale ritten doorgaans plaats? Zie vraag 3.2.b Vraag 3.4a Zijn de uitgaande regionale ritten seizoensgebonden? In label 14 wordt de beantwoording van deze vraag weergegeven. Tabel 14. Seizoengebondenheid van de uitgaande regionale ritten seizoensgebonden niet seizoensgebonden totaal aantal 22 31 332 percentage 6,6 % 93,4 % 1, % Uit de tabel blijkt dat meer dan 9% van de ondervraagde verladers aangeeft dat het aantal uitgaande regionale ritten niet seizoensgebonden is. Dit beeld is hetzelfde als bij de inkomende regionale ritten. Vraag 3.4b Indien seizoensgebonden : In welke maanden vinden de meeste uitgaande regionale ritten plaats? Tabel 15: Maanden waarin het meeste regionale vervoer plaatsvindt. April. Mei. Juni. Juli. Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. 7% 8% 1% 7% 5% Uit tabel 15 blijkt dat in die gevallen waarin sprake is van seizoensgebonden regionaal vervoer (uitgaande ritten), de meeste ritten plaatsvinden in de maanden maart, april, mei en juni. Dit patroon is ongeveer vergelijkbaar met de inkomende regionale ritten. ''V heidemij

16 Vraag 3.4c Hoeveel procent van het totaal aantal uitgaande regionale ritten op iaarbasis vindt bii benadering plaats in de door u bii vraag 3.4b aangekruiste periode(n)? Circa 67 %. van de seizoensgebonden uitgaande regionale ritten vindt plaats volgens de in tabel 15 weergeven verdeling van de maanden. Van de overige ritten is de verdeling niet bekend. Vraag 3.5a Hoeveel ton of m3 goederen werden er over de weg vanuit uw bedrijf afgevoerd? Tabel 16: Gemiddelde afvoer per week of per jaar vanuit de geenqueteerde bedrijven afgelopen week in heel 1992 gemiddeld per bedrijf 433 ton 27.558 ton gemiddeld per bedrijf 153 m3 36.9 m3 Uit de tabel blijkt net als bij de inkomende regionale goederenstromen voor wat betreft het aantal m3 s een groot verschil in de wekelijkse en jaarlijkse vervoeromvang (factor 241). Het verschil tussen week- en jaarcijfers met betrekking tot het aantal tonnen lijkt ook hier weer reeler (verschil van factor 64). Net als bij de inkomende goederenstromen blijkt uit de beantwoording dat verladers veel beter op de hoogte zijn van door hen vervoerde tonnages dan van vervoerde m3 s. In absolute zin wijken de cijfers aanzienlijk af van de cijfers met betrekking tot de ingaande stromen. Waarschijnlijk wordt dit voor een groot deel veroorzaakt door een fout in de vraagstelling (per abuis is gevraagd naar de totale afvoer over de weg in plaats van de regionale afvoer. ys, heidemij

17 Vraag 3.5b Om welke goederensoorten ging het bii de regionale vervoer (= binnen Noord Brabant - ) over de weg in 1992. of in de afgelopen week? Tabel 17 : uitgaande regionale ritten per goederensoort Omschrijving goederensoort (NSTR) aantal inkomende ritten vanuit Noord Brabant-totaal (afgelopen week) vervoerd gewicht in tonnen (1992) of: vervoerd gewicht in m3 (1992). landbouwproducten en levende dieren 23 2.9 1.3 1. andere voedingsmiddelen en veevoeders. 1.164 4.14.4 819.8 2. vaste minerale brandstoffen 3. aardolie en aardolieproducten 8.3 7. 4. ertsen, metaalafval, geroost ijzerkies 5. ijzer, staal en non ferroproducten 34 6.1 6. ruwe mineralen en - fabricaten, bouwmaterialen 692 61.4 54.3 7. meststoffen 5 196.1 8. chemische produkten 96 6.6 264.8 9. voertuigen, machines en overige goederen (w.o. stukgoederen) 338 641.3 56.2 Uit tabel blijkt dat goederen in de NSTR-goederenhoofdstukken, 1, 6 en 9 het meest voorkomen. Binnen de goederenhoofdstukken ( tot en met 9) zijn de belangrijkste goederen in het inkomende regionale vervoer: * worden de belangrijkste goederen gevormd door : - dranken - genotmiddelen en bereide voedingsmiddelen - veevoeders - cement en kalk - chemische producten o - overige producten i 3 heidemij

18 Vragenblok 4 : Beoordeling ruimtelijke situering van het bedrijf/ toekomstige ontwikkelingen. Vraag 4,1 Alleen voor eigen vervoerders: Ziin er op dit moment knelpunten in de bereikbaarheid over de weg van de toeleveranciers en/of afnemers? Tabel 18 : Knelpunten in de bereikbaarheid. bedrijfsgrootte Ja Nee Totaal 5 tot 1 werkzame personen 13 51 64 1 tot 2 werkzame personen 17 84 11 2 tot 5 werkzame personen 26 66 92 5 tot 1 werkzame personen 23 31 1 of meer werkzame pers. 37 44 Totaal 71 261 332 Uit de tabel blijkt dat slechts 21 % van de geenqueteerde verladers knelpunten ervaart in de bereikbaarheid. Dit is het gevolg van: - congestie op doorgaande wegen: 44 % - slechte lokale ontsluiting: 32 % - overig: 24% Opvallend is dat juist de grote bedrijven weinig knelpunten in de bereikbaarheid aangeven. Opmerkingen in de categorie overig die vaker terugkwamen zijn: - slechte lokale ontsluiting, bijv. A17, A59, N266, A5. - slechte bereikbaarheid van de binnensteden na 11 uur. - > - wegwerkzaamheden. - smalle wegen en scherpe bochten. [ XocL heidemij

19 Vraag 4.2 Hoe belangriik vindt u de situering van uw bedrijfactiviteiten in de nabijheid van : Tabel 19: Beoordeling ruimtelijke situering. nabijheid van: zeer belangrijk belangrijk minder belangrijk onbelangrijk a. toeleveranciers. 47 86 11 51 b. afnemers. 95 89 69 35 c. branchebedrijven (industrie/ groothandel) 14 67 15 81 d. wegvervoerders. 31 13 82 55 e. centra logistieke dienstverlening/gdc s 28 53 89 97 fl. doorgaande wegen 137 132 13 12. waterwegen (weg/water/rao) 2 14 28 192 D. spoorwegen 12 48 186 14. luchthaven/zeehaven. 29 45 174 g. overig,namelijk : 1 Uit de tabel blijkt dat verladers meer hechten aan de nabijheid van him afnemers dan van hun toeleveranciers. De nabijheid van wegvervoerders en centra van logistieke dienstverlening scoren hoog. Dat geldt in nog sterkere mate voor de nabijheid van doorgaande wegen. «' > J heidemij

2 Vraag 4.3 Hoe belangrijk verwacht u dat uw bedrijf in de toekomst de volgende activiteiten zullen ziin : Tabel 2: Beoordeling toekomstige ontwikkelingen ontwikkeling zeer belangrijk belangrijk minder belangrijk onbelangrijk a. op en overslag /warehousing. 78 68 65 78 b. vervoer via goederendistributiecentrum. 56 7 72 9 c. goederenvervoer per spoor. 11 7 191 d. goederenvervoer per binnenschip. 18 32 22 e. gecombineerd vervoer (weg/rail, weg/water) 12 32 56 177 _p CO-GKS' f. overig, namelijk 11 13 (lov, Uit de tabel blijkt dat verladers de in de toekomst op- en overslag/ warehousing en vervoer via een distributiecentrum belangrijk tot zeer belangrijk achten. Voor het goederenvervoer per spoor of schip bestaan geen grote toekomstverwachtingen. Verwacht wordt dat in de toekomst de volgende aandachtspunten een rol gaan spelen (categorie overig ): - het contract met vervoerders. - ^ ^ - gecombineerd en weg /luchtvervoer. - luchtvracht!aa7 heidemij

21 2.3 De vervoerdersenquete Vragenblok 1: Kenmerken Bedrijf Vraag 1.1 Wat is de totale omvang van uw wagenpark en welk gedeelte daarvan wordt ingezet in het regionale vervoer fd.w.z. herkomst en bestemming binnen de provincie Noord Brabant)? Tabel 21: Omvang wagenpark van de onderzochte bedrijven. wagenpark trekkende eenheden getrokken eenheden totaal aantal 1189 1334 waarvan ingezet in regionaal vervoer 338 174 Uit de tabel blijkt dat het aandeel van trekkende eenheden (vrachtauto s en trekkers) die ingezet worden in het regionale vervoer hoger is dan het aandeel van getrokken eenheden (opleggers en aanhangwagens). Hieruit kan wellicht geconcludeerd worden dat regionaal vervoer doorgaans plaatsvindt met kleinere vrachtauto s (- combinaties). t (/<? 'A/dx'f /fix ^ ^ heidemij

22 Vraag 1.2a Hoe groot is het perceel waarop uw bedrijf is gevestigd? In tabel 22 wordt de gemiddelde perceelgrootte van de onderzochte vervoerbedrijven weergegeven. Tabel 22 : Gemiddelde perceeloppervlakte van de onderzochte bedrijven. tot 5 m2 5 tot 1 m2. 1 m2 tot 15 m2 15 m2 of meer Totaal Aantal waarne mingen Regie s 1. Roosendaal. 121 65 1 2. Breda /Oosterhout 3. Tilburg 4. Den Bosch. 6. Veghel 7. Eindhoven /Helmond. Totaal N.B.: 3 enquetes bleken niet bruikbaar bij de beantwoording van deze vraag. Uit de tabel blijkt dat de gemiddelde perceeloppervlakte van de onderzochte bedrijven in de regio s Roosendaal en Veghel boven het totale gemiddelde ligt. De gemiddelde perceelgrootte in de regio s Tilburg en Oss ligt onder het totale gemiddelde. Vraag 1.2.b. Welk percentage is hiervan t.b.v op- en overslag bebouwd? Tabel 23 : Gemiddelde percentage bebouwing t.b.v opslag en overslag Gemiddeld percentage bebouwd 75 tot 1% Totaal Regio van vestiging 1. Roosendaal. 9 % 41,3 % 2. 1,3 % Breda/ Oosterhout. 3. Tilburg. 4. Den Bosch. 3 % 6. Veghel 15 % 7. Eindhoven / Helmond Totaal ^ heidemij

23 Uit tabel 23 blijkt dat het gemiddelde percentage van bebouwing in de regie s Roosendaal, Tilburg, Den Bosch en Veghel boven het totale gemiddelde ligt. In de regie s Oss en Eindhoven/Helmond ligt het gemiddelde percentage van bebouwing onder het totale gemiddelde. Vraag 1.2.c. Op welke dagdelen wordt het grootste deel van de goederen vervoerd? Tabel 24 : Dagdelen van de week m.b.t. het grootste deel van het vervoer Dagdeel Maandag Dinsdag Woansdag Donderda Vrijdag Zaterdag Zondag Ochtend (tot 12 uur) Middag (tot 17 uur) Avond ( na 17 uur) Gehele dag Niet op deze dag Niet beantwoord Totaal 67 Uit de tabel blijkt dat het grootste deel van de goederen binnen de werkweek van maandag tot zaterdag plaatsvindt. Gezien over de dag vindt in de ochtend (tot 12 uur ) en de middag (tot 17 uur) het meeste vervoer plaats. Alleen op vrijdag is het aandeel van de ochtend iets hoger dan op andere werkdagen. heidemij

24 Vraag 1.2d Wat is uw specialisme? Tabel 25A : Specialsatie vervoerders naar branche hoofdactiviteit containers fysieke distributie groot volumevervoer verhuizingen koerierdiensten gevaarlijke stoffen bouwmaterialen bloemen en planten nevenactiviteit op en overslag expeditie isolatiemateriaal meubeltransport luchtvracht tanktransport ijzer, staal veilingvervoer zand en grind Uit de tabel blijkt dat de onderzochte vervoerbedrijven divers gespecialiseerd zijn. Bijna elk bedrijf verricht naast de hoofdactiviteit ook andere soorten vervoer, vaak nauw nair verbonden met die hoofdactiviteit (bv. verhuizingen en meubeltransport). ijvw pre^ju^ JD J heidemij

25 Tabel 25B: Specialisatie vervoerders naar goederensoort Soort goederen (NSTR) aantal percentage. landbouwproducten en levende dieren. 11,9 1. andere voedingsmiddelen en veevoeders. 2. vaste minerale brandstoffen. 3. aardolie en aardolieproducten 4. ertsen, metaalafval, geroost ijzerkies. 5. ijzer, staal en non ferroproducten 6. ruwe mineralen en b o u wmaterialen. 1,5 1,5 17 25,4 7. meststoffen. 8. chemische producten. 7,5 9. voertuigen, machines, en overige goederen (w.o. stukgoederen). 27 4,2 onbekend 67 1 Uit de tabel blijkt dat veel vervoerders (4%) gespecialiseerd zijn in NSTR hoofdgroep 9. In deze groep bevinden zich veel goederen met een s stukgoedkarakter en containers. Daamaast vormen ruwe mineralen, bouwmaterialen en landbouwproducten de belangrijkste specialisaties. Tabel 25C : Specialisatie vervoerders naar soort ritten Ritten 1. Regionaal vervoer 2. Nationaal vervoer 3. intemationaal vervoer Aantal keren genoemd 58 57 47 Totaal 162 Nfi: inclusief dubbeltellingen. Uit de tabel blijkt dat bijna alle ondervraagde vervoerders zowel regionale als nationale ritten uitvoeren. ^ heidemij

26 Vragenblok 2 : Ritpatronen regionaal vervoer Vraag 2.1a Hoeveel ritten verrichtte uw bedrijf in de afgelopen week in totaal? Uit de beantwoording van deze vraag blijkt dat per geenqueteerde vervoerder het aantal ritten gemiddeld 127 bedraagt. In totaal gaat bet om 859 ritten. Vraag 2.1b Hoeveel van die ritten waren regionaal. dat wil zeggen: hadden herkomst (= plaats van Idjden ) en bestemming (= plaats van lessen) binnen de provincie Brabant? Per geenqueteerde vervoerder bedraagt het aantal regionale ritten gemiddeld 57. In totaal bedraagt de som van alle regionale ritten 3819. Dat is circa 45% van het totaal aantal ritten (859). Vraag 2.2a Hoeveel procent van de door u bii 2.1b genoemde regionale ritten hadden als herkomst de regio waarin uw bedrijf is gevestigd (plaats van laden)? Circa 73 % van de regionale ritten heeft als herkomst de regio waar de vervoerder zelf is gevestigd. heidemij

27 Vraag 2.2b Hoeveel van door u bii 2.1b genoemde ritten hadden als (eincdbestemming fplaats van lossen ): Tabel 26 : Eindbestemming van de regionale ritten naar regio. bestemming 1. regio Roosendaal 2. regio Breda/Oosterhout 3. regio Tilburg 4. regio Den Bosch 5. regio Oss 6. regio Veghel 7. regio Eindhoven/Helmond 8. overig Noord-Brabant. aantal regionale ritten 268 64 464 984 27 234 971 47 Uit de tabel blijkt dat de meeste bestemmingen in de regie s Den Bosch en Eindhoven/Helmond liggen. Opvallend is de lage score van overig Noord Brabant. heidemij

28 Vraag 2.2c Hoeveel procent van de regionale ritten die u afgelopen week verzorgde was opgenomen in een samengestelde route? Circa 32 % van de regionale ritten die in de afgelopen week werden uitgevoerd, maakten deel uit van een samangestelde route. Dat percentage ligt bij de verladers aanzienlijk hoger (circa 75% van de met eigen vervoer uitgevoerde regionale ritten). Vraag 2,2d Als er sprake was van samengestelde routes : welke waren de belangrijkste samengestelde routes? (maximaal 3 routes): In tabel 27 worden de belangrijkste samengestelde routes in het regionale vervoer van de geenqueteerde vervoerders weeregegeven. Tabel 27: Belangrijkste samengestelde routes in regionale vervoer. Samengestelde routes : 1. Intraregionaal (van 1 naar 1, van 2 naar 2 etc). 2. 6-4-6 3. 6-5-6 4. 2-1-2 5. 2-7-2 6. 3-7-3 Aantal 73 84 84 46 3 39 (ycr i > MO^- ^ ^ c * 4 - Bij de vervoerders is het aandeel intraregionaal vervoer veel minder dan bij de verladers. Wei is ook bij de vervoerders sprake van een groot aantal verschillende samengestelde routes. Uit de tabel blijkt dat de regio Veghel (6) in veel routes een rol speelt (in relatie tot de regie s Oss en Den Bosch). ^2 heidemij

29 Vraag 2.3a Is het aantal regionale ritten dat u uitvoerde seizoensgebonden? Tabel 28: Seizoengebondenheid van de regionale ritten. seizoensgebonden 22,4 % niet seizoensgebonden 77,6 % Uit de tabel blijkt dat 77,6% van de vervoerders aangeeft dat de door hen uitgevoerde regionale ritten niet seizoensgebonden zijn. Dit percentage ligt lager dan dat bij de verladers (ruim 9%). Vraag 2.3b Indien seizoensgebonden : In welke maanden vinden de meeste regionale ritten plaats? Tabel 29: Maanden met het meest regionaal seizoengebonden ritten. Maart. April. Mei. Juni. Jull. Aug. Sept. Dec. 7% 7% 'I.B. Percentages afgerond weergegeven. 1% 9% Uit de tabel blijkt dat in die gevallen waarin sprake is van seizoensgebonden regionaal vervoer, de meeste ritten plaatsvinden in de maanden april, mei, September en oktober. Het patroon is meer gespreid dan bij de verladers. Vraag 2,3c Hoeveel procent van het totaal aantal regionale ritten op iaarbasis vindt bij benadering plaats in de door u bij vraag 2.3b aangekruiste periodeln)? Circa 64 % van de seizoengebonden reguionale ritten vindt in de in vraag 2.3b genoemde maanden plaats. heidemij

3 Vraag 2.4 Wat ziin op iaarbasis de belangrijkste goederensoorten (maximaal 4) die u regionaal vervoert? Tabel 3 : Belangrijkste goederensoorten in het regionale vervoer omschrijving gooderensoort.. landbouwproducten an levende dleren. % van da totale hoeveelheid vervoerde goaderen binnen Noord-Brabant (gam.) aantal ritten in de afgelopen week binnan Noord Brabant (totaal, Indian bekend) 147 1. andere voedingsmiddelen an veevoeders. 2. vaste minerale brandstoffen. 3. aardolie an - producten arisen, metaalafval, garoost ijzerkies. 5. ijzer, staal an Non ferro-producten. ruwe mineralen an fabricaten, bouwmaterialen. 7. meststoffen. 8. chemische producten. 9. Voertuig, machines an overige goaderen (stukgoederen) Uit de tabel blijkt dat in het regionale vervoer vooral NSTR groep 6 (bouwmaterialen, zand en grind) een hoog aandeel heeft. Ook in de NSTR groepen (landbouwproducten) en 1 (voedingsmiddelen) is het aandeel regionaal vervoer hoog in vergelijking tot de andere goederengroepen. ^ y. heidemij

31 Vragenblok 3 : Beoordeling ruimtelijke situering van bet bedrijf/toekomstige ontwikkelingen. Vraag 3.1 Zijn er op dit moment knelpunten in de bereikbaarheid van uw ontvangers en verzenders in het regionale vervoer? Tabel 31 : Knelpunten in de bereikbaarheid van ontvangers en verzenders. Ja Nee Totaal 34 33 67 5,7 % 49,3 % 1 % Indien "Ja", is dit het gevolg van : Congestie op doorgaande wegen Slechte lokale ontsluiting Overig, namelijk Aantal 13 16 Percentage 19,4 % 23,9 % 7,5 % Uit de tabel blijkt dat de helft van de vervoerders aangeeft knelpunten in de bereikbaarheid van ontvangers en verzenders te ervaren. In de meeste gevallen hebben deze knelpunten betrekking op een slechte lokale ontsluiting of op congestie op doorgaande wegen. Overige knelpunten die worden genoemd zijn: toegang tot stadscentra en parkeren. heidemij

32 Vraag 3.2 Hoe belangriik vindt u de situering van uw bedriifsactiviteiten in de nabiiheid van : Tabel 32: Beoordeling ruimtelijke situering nabijheid van: zeer belangrijk belangrijk minder belangrijk onbelang rijk a. klanten in de industrie. 26 25 b. klanten in de groothandel. 16 21 15 c. andere wegvervoerders 26 21 d. centra logistieke dienstverlening /gdc s 11 2 19 1 el. doorgaande wegen 46 15 e2. waterwegen (weg/waterterminal) 16 28 e3. spoorwegen (weg/rail) 17 31 e4. luchthaven/ zeehaven 23 23 g. overige, namelijk : Uit de tabel blijkt dat het merendeel van de vervoerders veel belang hecht aan de nabijheid van de bedrijven waarvoor zij vervoeren. ook de nabijheid van doorgaande wegen en logistieke centra wordt belangrijk geacht. Vraag 3.3 +5C4 IS 31^ Hoe belangriik verwacht u dat uw bedrijf in de toekomst de volgende activiteiten zullen zijn : Tabel 33: Toekomstige ontwikkelingen ontwikkeling zeer belangrijk belangrijk minder belangrijk onbelang rijk a. op en overslag /warehousing. 26 23 1 b. vervoer via goederendistri-butiecentrum. 13 16 19 15 c. goederenvervoer per spoor. 25 33 d. goederenvervoer per binnenschip. 19 38 e. gecombineerd vervoer (weg/rail, weg/water) 24 27 f. overig, namelijk heidemij

33 Uit de label blijkt dat vervoerders verwachten dat op- en overslag/warehousing en vervoer via een goederendistributiecentrum in de toekomst belangrijk/zeer belangrijk zal worden. Vervoerders verwachten weinig van gecombineerd vervoer en goederenvervoer per spoor en via het water. Sommige vervoerders noemen onder overig luchtvrachtvervoer en lijndiensten. ^ heidemij

34 3 Analyse Ten behoeve van de analyse van de enqueteresultaten is in bijgevoegde tabellen een aantal relaties gelegd. Aan de hand van die tabellen kunnen uitspraken worden gedaan over: - algemene bedrijfskenmerken - kenmerken per regio - relaties tussen regie s. Presentatie van de eerste analyse-resultaten door Heidemij Advies BV tijdens de begeleidingsgroepbijeenkomst op 1 november a.s. heidemij

Tabellen verladers tabel 1.1 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bruto terreinoppervlak (ongewogen) tabel 1.2 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bruto terreinoppervlak (gewogen) tabel 1.3 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bruto terreinoppervlak (gewogen gemiddelden) tabel 1.4 Percentage regionale inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bruto terreinoppervlak tabel 2.1 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bebouwd terreinoppervlak (ongewogen) tabel 2.2 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bebouwd terreinoppervlak (gewogen) tabel 2.3 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bebouwd terreinoppervlak (gewogen gemiddelden) tabel 2.4 Percentage regionale inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bebouwd terreinoppervlak tabel 3.1 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en grootteklasse (ongewogen) tabel 3.2 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en grootteklasse (gewogen) tabel 3.3 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en grootteklasse (gewogen gemiddelden) tabel 3.4 Percentage inkomende en uitgaande regionale ritten gerelateerd aan SBI en grootteklasse tabel 4.1 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en regio (ongewogen) tabel 4.2 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en regio (gewogen) tabel 4.3 Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en regio (gewogen gemiddelden) tabel 4.4 Percentage regionale inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en regio tabel 5.1 tabel 5.2 tabel 5.3 Herkomst en bestemming inkomende (ongewogen) Herkomst en bestemming inkomende (gewogen) Herkomst en bestemming inkomende (percentages) ritten verladers ritten verladers regionale ritten

tabel 6.1 tabel 6.2 tabel 6.3 Herkomst en bestemming uitgaande ritten verladers (ongewogen) Herkomst en bestemming uitgaande ritten verladers (gewogen) Herkomst en bestemming uitgaande regionale ritten verladers (percentages) ^2 heidemij

label 1.1. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bruto terreinoppervlak (ongewogen). SBI-code (geclusterd) ritsoort Bruto terreinopp. (ha) <.5.5-1. 1.-2. >=2. totaal voeding/ genot 87 131 13 136 92 31 985 138 123 345 1781 3798 149 3477 2869 5242 textiel 59 84 32 55 35 65 1 2 35 12 1 65 129 269 52 14 chemie 4 4 2 2 22 53 8 46 13 85 3 55 55 265 45 254 94 47 58 357 bouw 1 12 5 15 2 4 31 314 11 19 221 224 64 18 316 472 87 215 852 125 metaal/ electro 159 211 82 137 244 35 19 246 57 84 26 6 229 739 11 43 689 1339 399 846 groothandel 931 1367 662 179 414 923 573 751 21 44 11 418 148 63 219 538 1694 3297 1564 2786 overig 118 183 71 18 65 155 27 114 56 126 94 125 4 53 24 34 279 517 216 381 totaal 1368 1992 957 1532 782 155 1118 1491 43 119 1439 219 181 55 2496 5564 4381 9521 61 1777

label 1.2. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bruto terreinoppervlak (gewogen). SBI-code (geclusterd) ritsoort Bruto terreinopp. (ha) <.5.5-1. 1.-2. >=2. totaal voeding/ genot 596 942 611 877 868 2513 5355 7177 5881 13956 7318 16586 7345 17411 13284 24639 textiel 425 545 217 386 289 556 85 165 257 68 11 395 971 178 412 945 chemie 33 33 16 16 189 331 77 346 114 745 27 482 36 2297 264 2268 696 347 384 3113 bouw 82 12 5 132 21 42 259 2552 79 136 158 162 594 1156 144 2977 777 1436 5543 7263 metaal/ electro 972 1583 662 168 1843 2278 151 189 325 676 215 483 152 4437 656 2833 4661 8974 334 6274 groothandel 5723 8322 3872 6713 236 5293 285 436 1146 2286 52 22 75 289 94 2711 9933 1879 8119 15985 overig 13 1549 52 895 351 83 152 61 247 768 31 76 19 269 137 22 179 3389 192 245 totaal 8835 1375 593 188 553 934 713 9914 2779 7124 798 12649 957 25685 1829 27973 26173 55188 31869 6624

label 1.3. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bruto terreinoppervlak (gewogen gemiddelden). SBI-code (geclusterd) ritsoort Bruto terreinopp. (ha) <.5.5-1. 1.-2. >=2. totaal voeding/ genot 5 79 51 73 96 279 595 797 42 997 523 1185 21 497 38 74 textiel 43 54 22 39 145 278 42 82 129 34 55 198 69 127 29 68 chemie 33 33 16 16 63 11 26 115 38 248 9 161 72 459 53 454 58 284 32 259 bouw 41 51 25 66 7 14 836 851 39 68 79 81 119 231 281 595 65 12 462 65 metaal/ electro 41 63 26 43 12 127 83 15 54 97 31 69 117 341 5 218 76 142 48 1 groothandel 67 97 47 78 84 189 14 156 57 114 25 11 59 241 85 226 68 129 58 19 overig 63 97 33 56 44 1 19 75 31 96 43 88 63 9 46 67 51 97 33 69 totaal 59 86 4 66 81 15 117 16 58 145 166 258 176 476 24 518 83 174 13 191

label 1.4. Percentage regionale inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bruto terreinoppervfak (gewogen). SBI-code (geclusterd) ritsoort Bruto terreinopp. (ha) <.5.5-1. 1.-2. >=2. totaal voeding/ genot 63% 7% 35% 75% 42% 44% 42% 54% textiel 78% 56% 52% 51% 38% 28% 55% 44% chemie 1% 13% 57% 22% 15% 6% 16% 12% 2% 12% bouw 81% 38% 5% 98% 58% 99% 51% 47% 54% 76% metaal/ electro 61% 62% 81% 79% 48% 44% 34% 23% 52% 48% groothandel 69% 58% 45% 64% 5% 23% 24% 35% 53% 51% overig 65% 56% 44% 25% 32% 43% 71% 68% 53% 45% totaal 68% 59% 54% 72% 39% 63% 37% 39% 47% 53%

label 2.1. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bebouwd terreinoppervlak (ongewogen). SBI-code (geclusterd) ritsoort Bebouwd terreinopp. (ha) <.25.25-.5 1.-2. >=2. totaal voeding/ genot inkomend reg 93 36 183 22 143 198 195 273 23 42 127 1447 589 1394 31 166 461 1256 1186 2196 149 3455 2864 5177 textiel inkomend reg 6 34 85 64 31 11 5 25 15 2 2 1 1 15 5 129 269 52 14 chemie inkomend reg 23 32 1 36 3 25 25 85 14 12 7 18 25 75 19 7 27 54 185 94 47 58 357 bouw 11 16 535 545 12 19 1 8 34 3 1 125 45 9 25 57 25 275 172 87 215 852 125 metaal/ electro 179 263 99 158 184 289 13 179 142 153 122 136 28 136 55 579 5 7 37 336 653 1339 399 846 groothandel inkomend reg 192 1768 78 1333 38 127 633 429 525 94 685 365 76 35 91 255 19 16 33 14 1694 3295 1388 2778 overig 91 155 61 89 128 231 65 161 23 64 36 6 6 13 5 18 2 3 16 23 268 493 171 351 totaal 1549 252 1659 246 777 1481 93 1343 547 1143 132 213 766 1987 678 172 711 236 1389 312 4334 9473 5784 1674

label 2.2. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bebouwd terreinoppervlak (gewogen). SBI-code (geclusterd) ritsoort Bebouwd terreinopp. (ha) <.25.25-.5.5-1. 1.-2. > = 2. totaal voeding/ genot inkomend reg 644 315 1359 1198 932 711 135 966 1455 2545 5373 7393 2491 6227 264 546 2441 5886 4161 8894 7345 17215 1324 2462 textiel 454 26 574 527 214 87 363 187 165 92 22 46 11 165 23 971 178 412 945 chemie 213 293 93 329 9 159 71 654 84 34 488 156 159 64 1748 6 147 467 1796 696 347 384 3113 bouw 89 131 4132 4215 93 15 8 7 72 71 21 273 322 589 487 713 619 913 1863 777 1436 5543 7263 metaal/ electro 1276 193 815 12 14 2198 788 1383 917 1147 974 185 249 819 488 3211 44 413 329 2277 4661 8974 334 6274 groothandel inkomend reg 6543 1378 4637 794 2229 679 3568 253 2386 58 375 2178 361 1388 39 1347 121 914 2 761 9933 18777 8113 15931 overig 787 1331 514 754 691 99 1195 484 252 197 855 399 6 92 111 138 55 74 134 16 1729 3259 192 2248 totaal 17 15996 11338 1615 4996 331 896 7441 4232 728 721 11743 3754 445 9663 12844 3354 5613 8815 15927 26112 54849 31817 59836

label 2.3. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bebouwd terreinoppervlak (gewogen gemiddelden). SBI-ccxJe (geclusterd) ritsoort Bebouwd terreinopp. (ha) <.25.25-.5.5-1. 1.-2. > = 2. totaal voeding/ genot 5 15 72 14 15 399 237 322 28 364 768 156 415 138 344 91 488 1177 832 1779 216 56 389 78 textiel 45 57 21 36 13 263 44 94 165 22 11 165 92 46 23 69 127 29 68 chemie 71 98 31 11 9 71 34 53 218 28 163 52 213 2 156 79 874 73 898 58 284 32 259 bouw 18 26 826 843 46 75 4 35 8 72 21 136 294 356 457 161 243 31 932 65 12 462 65 metaal/ electro 46 67 28 41 82 129 46 81 153 164 139 155 124 244 22 164 12 41 52 285 76 142 48 1 groothandel 69 19 5 84 89 143 99 148 4 149 34 128 72 278 77 269 4 35 67 254 69 13 58 11 overig 56 95 37 54 63 19 25 78 2 97 39 8 3 56 28 67 92 138 74 16 52 99 34 68 totaal 6 95 68 96 82 146 72 118 85 186 182 294 179 46 168 42 184 584 255 724 84 175 14 191

label 2.4. Percentage regionale inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en bebouwd terreinoppervlak (gewogen). SBI-code Bebouwd terreinopp. (ha) (geclusterd) ritsoort <.25.25-.5.5-1. 1.-2. > = 2. totaal voeding/ genot 47% 69% 26% 74% 57% 73% 4% 38% 41% 47% 43% 55% textiel 79% 59% 49% 47% 75% 67% 2% % 55% 44% chemie 73% 28% 12% % 24% 17% 24% 13% 9% 8% 2% 12% bouw 68% 98% 62% 1% % 36% 46% 78% 66% 33% 54% 76% metaal/ electro 66% 68% 64% 57% 8% 9% 51% 13% 25% 18% 52% 48% groothandel 63% 58% 62% 64% 27% 27% 26% 23% 13% 26% 53% 51% overig 59% 68% 58% 3% 21% 49% 54% 41% 67% 69% 53% 49% totaal 63% 7% 56% 59% 44% 62% 39% 38% 31% 35% 48% 53%

label 3.1. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en grootteklasse (ongewogen). SBI -code (geclusterd) Grootteklasse (pers.) ritsoort <1 1-2 2-5 5-1 > = 1 totaal voeding/ genot 131 392 34 426 251 35 51 66 61 83 333 438 872 3437 1933 423 1864 4982 371 5727 textiel 43 53 19 39 4 4 14 27 26 76 19 24 2 1 5 129 269 52 14 chemie 13 35 5 21 1 49 5 27 26 43 14 6 49 284 34 374 98 411 58 482 bouw 12 16 264 294 65 84 55 629 1 25 38 12 87 215 852 125 metaal/ electro 177 199 131 155 293 436 179 295 86 12 33 58 153 64 66 348 79 1359 49 856 groothandel 681 991 644 95 658 17 36 674 292 946 527 886 52 192 31 77 138 515 267 629 1821 3714 1829 3171 oveng 93 153 51 7 65 9 37 71 178 271 12 188 63 123 66 92 399 637 256 421 totaal 681 991 644 95 1127 28 1134 1679 116 1995 1813 2595 978 155 532 845 135 588 244 5798 517 11587 6527 11822

label 3.2. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en grootteklasse (gewogen). SBI-code (geclusterd) Grootteklasse (pers.) ritsoort <1 1-2 2-5 5-1 > = 1 totaal voeding/ genot 11 2499 1521 2168 1442 293 4836 1962 4455 2815 2723 2324 7914 3355 318 18762 1282 29731 14483 2733 textiel 31 387 137 283 313 257 92 313 621 46 19 166 212 221 23 971 178 412 945 chemie 19 172 5 124 81 169 376 397 291 2587 41 84 29 219 46 3618 736 3447 384 4367 bouw 13 453 835 188 563 11 79 275 4291 418 553 1122 777 1436 5543 7263 metaal/ electro 1145 148 143 1189 2196 512 951 3293 873 3471 1434 231 398 239 387 2461 484 9117 316 6345 groothandel 4267 455 6263 6738 3491 221 5899 4195 1446 22 629 4662 784 2433 2665 132 174 4274 317 317 1618 2879 9383 17791 overig 684 147 289 516 43 1589 319 59 2154 81 212 623 369 448 1239 64 2994 4592 1493 286 totaal 4267 756 6263 12775 3491 5895 5899 9563 6444 565 7314 11925 9177 3843 11474 356 1383 15869 5587 2993 31181 7983 3483 66821

label 3.3. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en grootteklasse (gewogen gemiddelden). SBI-code (geclusterd) ritsoort Grootteklasse (pers.) <1 1-2 2-5 5-1 > = 1 totaal voeding/ genot 73 167 11 145 24 327 454 559 484 742 387 53 44 1892 719 176 271 782 381 719 textiel 52 64 23 47 78 78 27 53 86 27 55 74 92 46 23 69 127 29 68 chemie 54 86 25 62 27 132 14 73 85 146 42 23 63 431 35 63 57 265 3 336 bouw 21 91 167 218 94 118 715 842 11 275 418 1122 65 12 462 65 metaal/ electro 55 67 47 54 81 122 53 86 85 125 33 55 119 434 5 38 77 142 49 99 groothandel 67 98 57 92 11 168 52 15 4 13 74 119 55 196 33 79 57 221 17 282 69 135 63 115 overig 62 95 29 47 4 59 21 45 177 239 78 138 53 134 62 11 83 128 44 78 totaal 67 98 57 92 75 126 6 95 7 13 125 172 188 296 119 18 166 71 241 68 94 214 17 21

label 3.4. Percentage regionale inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en grootteklasse (gewogen). SBI-code (geclusterd) ritsoort Grootteklasse (pers.) <1 1-2 2-5 5-1 > = 1 totaal voeding/ genot 44% 7% 73% 81% 65% 77% 23% 42% 35% 53% text! el 8% 48% 1% 51% 41% 75% 2% % 55% 44% chemie 63% 4% 21% 19% 58% 21% 15% 6% 21% 9% bouw 23% 77% 79% 85% 4% 37% 54% 76% metaal/ electro 77% 88% 67% 62% 59% 6% 27% 16% 53% 49% groothandel 68% 59% 6% 48% 31% 62% 28% 42% 26% 35% 51% 53% overig 65% 56% 68% 47% 74% 5% 4% 61% 65% 53% totaal 68% 59% 59% 62% 54% 72% 62% 64% 24% 35% 44% 52%

label 4.1. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en regio (ongewogen). SBI code (geclusterd) Regio ritsoort Roosendl Breda/Oost Tilburg Den Bosch Oss Veghel Eindh/Helm totaal voeding/ genot inkomendreg. 253 inkomendtot. 115 9 195 134 77 57 38 177 128 321 89 14 52 1 825 124 31 45 227 735 115 675 1417 339 95 187 1267 1864 4982 371 5727 textiel inkomendtot. 35 66 65 76 1 33 2 57 1 27 16 112 4 5 4 59 129 269 52 14 chemie inkomendreg. 14 inkomendtot. 14 5 134 33 8 17 138 14 5 13 5 22 14 15 35 17 3 6 25 25 19 11 2 35 12 12 98 411 58 482 bouw inkomendtot. 2 5 5 34 21 22 55 44 24 29 259 19 25 326 74 1 8 1 25 11 25 12 87 215 852 125 metaal/ electro 45 inkomendtot. 11 9 114 151 191 56 28 278 6 14 96 23 244 136 36 6 83 177 8 95 69 17 124 6 8 24 79 1359 49 856 groothandel 82 inkomendtot. 195 13 176 396 344 322 98 745 671 343 56 16 896 794 399 19 95 563 35 261 899 47 234 49 47 294 565 1821 3714 1829 3171 overig inkomendreg. 128 inkomendtot. 145 43 uitgaand tob 57^ 29 58 43 5 126 59 26 47 36 3 15 33 93 53 43 161 39 15 5 48 399 637 256 421 totaal 522 inkomendtot. 167 282 681 812 765 13 1732 1586 2144 162 135 4 264 1657 149 181 516 1281 348 1255 2915 772 1937 139 186 2529 2396 517 11587 6527 11822

label 4.2. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en regio (gewogen). SBI-code (geclusterd) ritsoort Regio Roosendl Breda/Oost Tilburg Den Bosch Oss Veghel Eindh/Helm totaal voeding/ genot 2538 11535 93 1956 183 2549 2717 4441 751 1728 725 842 2371 5325 582 3432 651 1192 3544 4988 858 295 438 533 23 538 1973 6315 1282 29731 14483 2733 textiel 289 556 85 165 53 62 274 465 3 46 11 11 15 559 41 34 971 178 412 945 chemie 14 14 5 1344 29 12 113 911 88 154 55 165 71 28 92 146 89 131 58 184 9 71 34 49 156 16 99 736 3447 384 4367 bouw 2 5 5 273 441 1676 25 189 411 1998 2724 233 254 21 784 228 713 713 82 82 95 988 777 1436 5543 7263 metaal/ electro 451 113 9 1143 1128 1767 1158 259 1416 265 69 988 381 635 244 381 32 42 32 237 271 48 228 1159 3324 875 1514 484 9117 316 6345 groothandel 465 116 737 998 2499 5554 244 5463 214 4152 2743 4327 1927 3729 82 2288 166 36 41 41 436 1198 174 1349 311 4835 1573 2956 1618 2879 9383 17791 overig inkomend tot 1284 1454 431 572 235 416 215 249 492 115 417 815 23 323 156 199 79 278 32 252 94 123 43 54 58 893 2 666 2994 4592 1493 286 totaal 4878 15268 2262 663 5798 12483 87 15293 5479 11621 692 1181 5214 1474 277 723 116 1949 443 5865 1636 431 5928 7719 7161 15158 5584 12841 31181 7983 3483 66821

label 4.3. Inkomende en uitgaande ritten gerelateerd aan SBI en regio (gewogen gemiddelden). SBI-code (geclusterd) ritsoort Regio Roosendl Breda/Oost Tilburg Den Bosch Oss Veghel Eindh/Helm totaal voeding/ genot 1269 5767 451 978 9 212 226 37 125 288 121 14 1186 2662 291 1716 217 397 1181 1663 172 419 88 166 254 664 247 789 271 782 381 719 textiel 145 278 42 82 66 78 34 58 3 46 11 11 5 186 14 11 69 127 29 68 chemie 7 7 25 672 58 24 23 182 88 154 55 165 71 28 92 146 89 131 58 184 9 71 34 25 78 8 49 57 265 3 336 bouw 2 5 5 91 147 559 668 63 137 666 98 116 127 11 392 228 713 713 41 41 453 494 65 12 462 65 metaal/ electro 226 57 45 572 87 126 83 147 83 121 41 58 76 16 41 64 32 42 32 47 54 1 46 61 175 46 8 77 142 49 99 groothandel 39 92 61 83 78 174 66 171 46 94 65 98 11 196 45 12 55 12 137 137 73 2 179 225 8 124 41 76 69 135 63 115 overig 428 485 144 191 78 139 72 83 41 92 35 68 77 18 52 66 26 93 16 84 31 41 14 18 64 99 25 74 83 128 44 78 totaal 222 694 13 276 83 176 114 215 6 128 78 13 163 317 65 219 92 177 44 533 74 183 269 351 87 185 7 157 94 214 17 21