dossier VETO Hfst. 2 grondwerken T 1 HOOFDSTUK 02 - GRONDWERKEN EN BIJZONDERE FUNDERINGEN
dossier VETO Hfst. 2 grondwerken T 2 02.01 VOORAFGAANDE GRONDWERKEN 02.01.10 Verwijderen van teelaarde De teelaarde wordt over de volledige dikte verwijderd vóór de andere uitgravingen uitgevoerd worden. 02.01.11 Ontzoden en verwijderen van teelaarde FH m² Het terrein wordt ontdaan van puin en afval, welke buiten de bouwplaats worden afgevoerd. De graszoden worden afgegraven op een diepte van 0,10 m en worden van de bouwplaats afgevoerd. Het verwijderen van de aanwezige verhardingen zit begrepen in lot 1, art 01.16.61B. De teelaarde wordt afgegraven op een diepte van 0,20 m en afgevoerd buiten de bouwplaats. Deze teelaarde wordt eigendom van de aannemer. 1) Ter plaatse van nieuw te realiseren engelse koeren: aan beide kopgevels van het gebouw 2) Ter plaatse van de ondergrondse technische goot meeteenheid : m² meetcode : Netto af te graven oppervlakte.
dossier VETO Hfst. 2 grondwerken T 3 02.02 UITGRAVINGEN 02.02.10 Uitgravingen De uitgravingen hebben betrekking op het verwezenlijken van de bouwput en sleuven voor de op te richten gebouwen. De uitgravingen voor de voorafgaande werken, rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel. De uitgravingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering I art.1 en 2. Ze worden uitgevoerd in het droge. Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater zijn inbegrepen in dit artikel. De verlaging van het grondwater wordt pas stopgezet wanneer de bouwconstructie voldoende tegendruk biedt en mits akkoord van de leidende ambtenaar. Indien het opgepompte debiet meer dan 96 m³ per dag bedraagt zal de aannemer de nodige vergunningen aanvragen bij het: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie van Economie en Werkgelegenheid Dienst Natuurlijke Rijkdommen en Energie. 02.02.11 Uitgravingen voor kelders en kruipruimten FH m³ De afmetingen van de bouwput maken het mogelijk alle werken gemakkelijk uit te voeren en te controleren. De werkruimte tussen de wanden van de bouwput en deze van het bouwwerk bedraagt aan de basis ten minste 0,50 m. Inlichtingen omtrent de aard van de ondergrond en de grondwaterstand zijn vermeld in het sonderingsverslag opgemaakt door SGS dat ter inzage ligt bij het Bestuur. Er zal niet dieper gegraven worden dan de aanzet van de bestaande kelderfundering. Onderschoeiien is bijgevolg niet nodig. Wel dient de nodige voorzichtigheid geboden bij het uitgraven naast de bestaande kelder. Hiervoor zal de aannemer strikt de voorschriften naleven van de stabiliteitsingenieur, en de nodige voorzichtigheid aanwenden om de bestaande keldermuren niet te beschadigen. Nieuw te realiseren engelse koer: aan beide kopgevels van het gebouw Technische goot aan achtergevel meetcode : Het volume van de bouwput wordt begrensd door de buitenomtrek van de funderingszolen met een minimum van 0.50 m buiten de wanden van de kelders en geventileerde ruimten, zonder rekening te houden met taluds, de diepte van de uitgraving wordt gerekend tot de aanzet van kelder of geventileerde ruimte. 02.02.20 Afvoer van grond
dossier VETO Hfst. 2 grondwerken T 4 Grond van alle aard, voortkomende van afgravingen en uitgravingen die overtollig is of niet geschikt voor wederaanvulling op de bouwplaats wordt weggevoerd. Indien naderhand blijkt dat te veel grond werd weggevoerd wordt deze opnieuw aangevoerd door en op kosten van de aannemer. De grond afkomstig van de voorafgaande werken, rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel. 02.02.22 Afvoer van grond, eigendom van de aannemer FH m³ De grond wordt eigendom van de aannemer en wordt afgevoerd buiten het staatsdomein. Alle uitgegraven grond uit artikel 02.02.11, excl deze nodig voor art 02.03.11 (afvoer van teelaarde zit begrepen in art 02.01.11) meetcode : Netto volume van de af te voeren grond
dossier VETO Hfst. 2 grondwerken T 5 02.03 AANVULLINGEN EN OPHOGINGEN 02.03.10 Aanvullingen De aanvullingen hebben betrekking op het wederaanvullen rond de bouwput en sleuven van het op te richten gebouw. De aanvullingen voor voorafgaande werken, rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel. De wederaanvullingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering I art. 1. Ze mogen slechts aanvangen na het akkoord van de leidende ambtenaar nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de ondergrondse constructies uitgevoerd zijn. 02.03.11 Aanvullingen met grond voortkomend van de uitgravingen FH m³ De aanvullingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd. De volgende draagkracht moet bekomen worden: samendrukbaarheidsmodulus M1 groter dan of gelijk aan 11 MN/m². Bij de aanvulling zal de aannemer de verhardingen en beplantingen ter plaatse van de uitgravingen in hun oorspronkelijke staat herstellen. Rondom nieuw te realiseren engelse koer: aan beide kopgevels van het gebouw (inclusief herstelling asfaltering) Rondom en bovenop technische goot aan achtergevel (inclusief herstelling asfaltering) meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand tot het peil na afgraven van de teelaarde, begrensd door de buitenomtrek van de funderingszolen of tot 0,50 m buiten de wanden van kelders en geventileerde ruimten, zonder rekening te houden met taluds.