Reflecteer over je woon-werkverkeer

Vergelijkbare documenten
25% Algemeen. 66% Tijdens de spitsuren

Enquêteformulier de ondernemingsraad. de vakbondsafvaardiging I of mededeling aan de werknemers II

Diagnostiek woon-werkverkeer 2017 (voorlopige versie)

Companies and sustainable mobility The company car debate and beyond 22/04/2016 VUB

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

& ' & ( # $ % & ' & ( ) - * % ) +&, - -. ) /!0!1!!/, -. ) )/& * ! " #$ % & & ' ( % & & ' ) *+,, *, ' " #! -.

Contactpersoon Fabrice DE CAFMEYER

Mobiliteitsenquête Vlaams ABVV Werk jij in een mobiliteitsvriendelijk bedrijf?

Reflecteer over je woon-werkverkeer

Aanvraag van een/de parkeerkaart(en) «BEDRIJF EN ZELFSTANDIGE»

Aanvraag van een virtuele parkeerkaart(en) «ONDERWIJS»

Mobiscan. Sint-Denijs-Westrem

1 juni 2017 Brussel Peter ANDRIES

Vorming. INFORMATIESESSIE Uw bedrijfsvervoerplan opstellen / actualiseren 27/06/2014

Mobiliteitsmanagement in uw bedrijf Trends en opportuniteiten waarop u kan inspelen

Nota MORA-secretariaat

Vorming. VERPLICHTING BEDRIJFSVERVOERPLAN: HET ACTIEPLAN (de maatregelen)

Mobiliteitsmanagement in uw bedrijf Thema bedrijfsvervoerplan (deel 2)

BIJLAGE 1: Frequentietabellen

Bedrijfsvervoersplan voor de industrieterreinen Genk-Zuid en Genk-Noord

Syndicale actiefiche De mobiliteit

Bedrijfsvervoerplannen: ze werken!

Basisopleiding mobiliteitscoördinatoren. Module 2 Aan de slag met mobiliteitsmanagement OEFENING

Belfius : al 13 jaar inspanningen wat betreft Mobiliteit. Bernard Dehaye Mobiliteitscoördinator Business Mobility Awards 4 juni 2014

SENSIBILISATIE VOOR EEN POSITIEVE MODAL SHIFT BIJ EEN VERHUIS

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 22 december 2004 ;

Ravenshout, -logisch op weg

Het bedrijfsvervoerplan opstellen: Het BVP Formulier Diagnose & tools

Vic De Meester Hoofd Milieudienst

Syndicaal aan de slag met mobiliteit: handvaten en maatregelen

Vragenlijst verplaatsingsgedrag in het woonwerkverkeer en bij dienstverplaatsingen

HET BVP formulier Deel 1 : diagnose

Gemeenschappelijke Raadszitting van woensdag 9 juli

Verschillende geldigheidsperiodes zijn hierbij mogelijk: 1 week, 1, 3 of 12 maanden voor traject- en nettreinkaarten. 15 dagen voor Railflex.

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2012)

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 9 november

EXPRESSO MOBILITEIT 5-18 MEI SOCIALE EEN TOVERWOORD? EEN TABOEWOORD? LIJST VERKIEZINGEN. PC 218 MAART 2008 Nr.14

Mobility Management. Hans Van Neyghem. Mobility Manager

Werk maken van werkbaar werk

BEST PRACTICE INFRAX. Marino Moons Infrax

Ervaringsbedrijf personeelsbeleid gelijke kansen en combinatie privé-werk WERKNEMER

Stappenplan voor het opstellen van een mobiliteitsplan

Basisopleiding mobiliteitscoördinatoren Takenpakket mobiliteitscoördinator. Delphine Eeckhout, Traject 28 april 2014

Diagnostiek woon-werkverkeer Informatiesessiete Antwerpen op

Quickscan Stichting Katholiek Onderwijs Enschede

Exemplarité en gestion de la flotte dans le cadre du plan de déplacements d entreprise PART 2. Voorbeeldgedrag vlootbeheer in het bedrijfsvervoerplan

Mobiliteitsbeleid Eandis Business Mobility Awards 21 September 2017

Vragenlijst over uw visie op mobiliteit

Bedrijven en vervoerplannen: de praktijk

Exemplarité en gestion de la flotte dans le cadre du plan de déplacements d entreprise PART 2. Voorbeeldgedrag vlootbeheer in het bedrijfsvervoerplan

DIAGNOSTIEK WOON-WERKVERKEER VAN 30 JUNI 2005 EINDVERSLAG. Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Mobiliteit en Verkeersveiligheid

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2017)

Deelfietsen in Deinze. 9 juni 2015 Marit De Wilde

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2019)

Fiets je rijk. Financiële voordelen voor werknemer en werkgever

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 juli 2014)

Wienerberger Mobiliteitsplan 14-18

#KORTRIJK. EEN SLIMME STAD organisatie DUURZAAM BEDRIJFSVERVOERPLAN 2.0 STAD KORTRIJK

Generator van rapporten op maat voor de ondernemingen die hebben deelgenomen aan de Federale Diagnostiek Woon-werkverkeer

Bedrijfsvervoerplan woon-werkverkeer van Stad Gent en OCMW Gent valt in de prijzen

Auteurs: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Directoraat-generaal Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid

Vakantiegeld... 2 Jaarlijkse gratificatie... 2 Jaarlijkse premie... 4 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten van het personeel...

Presentatie Resultaten Enquête TTS AGENCY INVESTMENT MANAGEMENT CONSULTING

Professionele verplaatsingen:

OVERZICHT. 1. Waarom 2. Nationale Werkgroep Zachte Mobiliteit Waarom? Leden Werking Agenda

vervoerkosten horeca

MOBILITEIT EN VERPLAATSINGSKOSTEN VOOR DE BOUWVAKARBEIDERS NIEUWE REGELING VANAF 1 OKTOBER 2007

Het bedrijfsvervoerplan woon-werkverkeer

Mobiliteit binnen sociaal overleg

Huidig vervoersmiddel

VAN MOBILITEITSBUDGET NAAR MOBILITEITSPLAN

Bij LBC-NVK, GEEN demagogische beloften, GEEN onrealistische claims, MAAR dagelijks werk in dienst van onze interne en externe collega s.

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2017/12528] 1 JUNI Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de bedrijfsvervoerplannen

Titel van de presentatie. Praktijkvoorbeeld/Getuigenis: belang van overleg & samenwerking 6 oktober 2015

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Loon- en arbeidsvoorwaarden

HET B2B-AANBOD VAN DE VERVOERSOPERATOREN. Rutger Huybrechts

De werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen.

BOUWSECTOR - TEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VOOR ARBEIDERS EN BEDIENDEN REGELING VANAF 1 JULI 2009.

Gemeenschappelijke Raadszitting van 19 juli Advies met het oog op de federale diagnostiek woon-werkverkeer x x x

Gemeenschappelijke verklaring. Van immobiliteit naar mobiliteit: nu handelen om het tij te keren!

Diagnostiek woon-werkverkeer 2014

Duurzame mobiliteit in de stad Antwerpen

Conclusienota Duurzame mobiliteit in de sociale economie: Survey + NACE. Project Duurzame Mobiliteit in de Sociale Economie

Het regionaal mobiliteitsplan

C A R P O O L I N G. Inhoud. Wettelijke omschrijving. Voordelen Verzekeringen. Stimuli van de overheid

beroepskosten 1 BBB info ajr KOSTEN forfaitaire beroepskosten bezoldigingen werknemers forfaitaire beroepskosten bezoldigingen werknemers

Gemeenschappelijke Raadszitting van 25 februari

mobi4u OUD vs. NIEUW Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 8 maart 2010

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

DIAGNOSTIEK AANGAANDE DE MOBILITEIT VAN WERKNEMERS

Slim naar Antwerpen: communicatiestrategie. VSV Mobiliteitsacademie, Introductiecursus Verkeerskunde 2 maart 2016

Woon-werk verkeer met de fiets : maatregelen ter promotie Infosessie DA VINCI Mobiliteitsplan

Mobiliteitsbeleid Eandis Netwerkmeeting: 24 oktober 2013

Lid worden. van ACV Openbare Diensten. Vlaamse overheid

PC 152 Flexibiliteit, vervoerskosten & vormingsinspanning

dienstencheques sector (PC )

Transcriptie:

Vervoersplan of trek-uw-plan Reflecteer over je woon-werkverkeer Bijlage bij Vakbeweging nr. 744 10 september 2011 Vakbeweging verschijnt tweemaal per maand Uitgegeven door het ACV, Haachtsesteenweg 579, 1030 Brussel afgiftekantoor Brussel X

Reflecteer over je woon-werkverkeer Dit najaar wordt voor de derde keer de federale diagnostiek woon-werkverkeer georganiseerd. Met deze diagnostiek wil de regering, hierbij ondersteund door de sociale partners, een gedragswijziging teweegbrengen bij werknemers en werkgevers om minder de privéwagen te gebruiken voor woon-werkverplaatsingen. Werknemers moeten worden gestimuleerd om meer met het openbaar vervoer en de fiets naar het werk te komen. De Programmawet van 8 april 2003 legde aan alle bedrijven en openbare instellingen die gemiddeld meer dan 100 werknemers in dienst hebben de verplichting op om de drie jaar een anonieme gegevensverzameling van de woon-werkverplaatsingen van hun personeel op te stellen. Ongeacht het aantal werknemers moeten de bedrijven en openbare instellingen dit ook afzonderlijk doen voor hun hoofdzetel en voor de vestigingen met gemiddeld 30 werknemers. Deze enquête werd een eerste keer georganiseerd in 2005 en een tweede keer in 2008, waardoor het mogelijk wordt om de resultaten ervan over de jaren heen te vergelijken. Hoe gaat het in zijn werk? De betrokken ondernemingen en instellingen moeten aan de hand van een vragenlijst gegevens verzamelen over het woon-werkverkeer van hun werknemers en hiervan een schriftelijk verslag maken. De werkgever moet de gegevens vervolgens overmaken aan de federale overheid die ze voor heel België verzamelt in een centrale gegevensbank. In ruil voor de gegevens kunnen de ondernemingen en instellingen ook de vakbondsafgevaardigden of de werknemers op eigen vraag een advies krijgen over mogelijke maatregelen die zij kunnen nemen ter verbetering van de kwaliteit en de verduurzaming van de woon-werkverplaatsingen. Dit al dan niet in samenwerking met nabijgelegen bedrijven of met openbare vervoersmaatschappijen zoals De Lijn en de NMBS. De vragenlijst bevat een verplicht in te vullen gedeelte en een vrijblijvend gedeelte. In het verplichte gedeelte moet de werkgever volgende info geven: de organisatie van de arbeidstijd; de indeling van de werknemers volgens woonplaats tot op straatniveau volgens hun voornaamste verplaatsingswijze; de bereikbaarheid van de plaats van tewerkstelling; de maatregelen die de werkgever reeds heeft getroffen op het vlak van mobiliteitsbeheer; een beschrijving van de specifieke mobiliteitsproblemen van de onderneming of de instelling. De gegevens hebben enkel betrekking op het woon-werkverkeer van de werknemers. Het vrachtvervoer of zakelijk verkeer dat door of voor de onderneming wordt georganiseerd, wordt dus niet door de enquête gevat. Uitzendkrachten en andere werknemers die geen contract hebben met de werkgever van de onderneming, maar die wel gedurende meer dan de helft van hun werkdagen in de bedrijfsvestiging aanwezig zijn, worden in de diagnostiek ook meegeteld bij het personeel van de betrokken onderneming. Sociaal overleg over mobiliteit De verzamelde gegevens moeten niet alleen aan de federale administratie worden overgemaakt. Ze moeten ook verplicht besproken worden in de ondernemingsraad. Bij gebrek aan een ondernemingsraad is dit de taak van de vakbondsafvaardiging. Wanneer er geen vakbondsafvaardiging in het bedrijf aanwezig is, moeten de werknemers minstens op de hoogte worden gebracht van de gegevensanalyse. Ook in 2 Vervoerspl an of trek-uw-pl an 10 september 2011

openbare instellingen moet de diagnostiek worden besproken in het bevoegde overlegorgaan. De werknemersvertegenwoordigers moeten binnen twee maanden volgend op het einde van de gegevensverzameling door de werkgever hierover worden geraadpleegd en een advies formuleren. Zie erop toe dat dit ook gebeurt. De diagnostiek biedt immers een unieke gelegenheid om binnen de onderneming of instelling een debat op gang te brengen over de mobiliteitsproblematiek en initiatieven te nemen om het woon-werkverkeer te verbeteren. Zeker in ondernemingen/instellingen waar de werkgever weigert om de discussie hierover aan te gaan, kan de verplichte gegevensverzameling een hefboom zijn voor een beter sociaal overleg over mobiliteit. Misschien leidt het overleg op termijn wel tot een bedrijfsvervoerplan of een ondernemings-cao over mobiliteit, met hogere werkgeverstussenkomsten voor openbaar vervoer of met hogere fietsvergoedingen. Alleszins zijn er in elke onderneming of instelling wel gegronde argumenten te vinden om het woon-werkverkeer hoog op de agenda van het sociaal overleg te plaatsen: een slechte bereikbaarheid en toegankelijkheid van de vestiging, een tekort aan parkeerplaatsen, een slechte afstemming van de arbeidstijden op het openbaar vervoer, arbeidsongevallen op weg van en naar de onderneming, nood aan overdekte fietsenstallingen of douches, Verslag vóór 31 januari 2012 Bij de gegevensverzameling moet de werkgever zich baseren op de mobiliteitssituatie in de onderneming of instelling op 30 juni 2011. Het verslag met de gevraagde gegevens dient bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer toe te komen vóór 31 januari 2012. Ondernemingen/instellingen die nalaten om tijdig hun verslag in te dienen, kunnen daarvoor door de overheid worden gesanctioneerd. Ondernemingsraadsleden dienen er in de komende zes maanden op toe te zien dat hun werkgever een verslag met de hoger vermelde gegevens voorlegt en dat hierover in de ondernemingsraad een bespreking wordt gevoerd. Spoor je werkgever aan om ook het niet-verplichte, facultatieve gedeelte van de vragenlijst in te vullen en ter bespreking voor te leggen. Meten is weten De vorige federale diagnostiek woon-werkverplaatsingen 1, die de FOD Mobiliteit en Vervoer afnam in 2008, maakte duidelijk dat 68% van de werknemers in België zelf met de auto naar het werk komt. Zo n 4% doet aan carpooling. Ongeveer 10% van de werknemers maakt voor zijn hoofdverplaatsing gebruik van de trein. 6% doet voor de woon-werkverplaatsing een beroep op de diensten van de regionale openbare vervoersmaatschappijen, dus op bus, tram of metro. Verder fietst 8% naar het werk, 2,2% gaat te voet, 1,6% neemt de bromfiets of motorfiets en 1% maakt gebruikt van het collectief vervoer dat de werkgever ter beschikking stelt. Verschillen naargelang regio Het openbaar vervoer is vooral een succes bij werknemers die in het Brusselse aan het werk zijn. 34% van de werknemers in Brussel komt met de trein naar het werk en 15% met bus, tram of metro. Brussel is dan ook een knooppunt in het Belgische spoornetwerk en er zijn heel wat overheidsdiensten gevestigd die de werknemers zo goed als gratis gebruik laten maken van het openbaar vervoer. In Vlaanderen ligt het aandeel van het openbaar vervoer in het woon-werkverkeer veel lager ( 5% neemt de trein en 4% verplaatst zich met de bus of tram). Niettemin is er ook in stedelijke agglomeraties een lichte toename van het aandeel van het openbaar vervoer, voornamelijk in steden zoals Leuven en Luik waar recent stations werden gerenoveerd. Het gebruik van de fiets blijft vooral een Vlaamse aangelegenheid met een relatief aandeel van 12,8%. De Vlaamse steden doen het op dit vlak niet slecht, met Brugge als uitschieter (24,5%). In Brussel speelt de fiets in de woon-werkverplaatsing slechts een marginale rol. Verschillen naargelang werkregime en statuut De algemene cijfers verhullen verschillen tussen werkregimes en categorieën van werknemers. Zo gaan arbeiders in ploegendienst vaker dan gemiddeld met de fiets naar het werk. In ploegen zonder nachtdienst is de gewoonte om met collega s te carpoolen dan weer meer ingeburgerd. Werknemers die s nachts werken doen bijna uitsluitend op de auto een beroep. Bedienden maken enerzijds meer dan arbeiders gebruik van de auto, maar sporen anderzijds ook meer met de trein naar het werk. Arbeiders maken dan weer meer gebruik van het stads- en streekvervoer van De Lijn en de MIVB of laten zich ophalen door een bus die wordt ingelegd door de werkgever. Gemiddelde afstand De gemiddelde afstand tussen de woonplaats en de werkplaats bedraagt in Vlaanderen 18,8 km. Iets meer dan een kwart van alle werknemers woont op een afstand van minder dan 5 km van zijn arbeidsplaats. Niettemin neemt bijna de helft van hen nog altijd de wagen. Eén derde fietst naar het werk en zo n 10% gaat te voet. Reistijd Twee derde van de werknemers in Vlaanderen is dagelijks tot maximaal één uur onderweg van en naar de werkplek. Zo n 10% doet er langer dan twee uur over. De gemiddelde verplaatsingstijd stijgt naarmate de scholingsgraad hoger is of de onderneming groter. De gemiddelde reistijd is het grootst bij de (midden)kaders en uitvoerende bedienden en het kleinst bij de ongeschoolde arbeiders. Link met werkstress De verplaatsingstijd van en naar het werk heeft ook invloed op de werkstress en op de werk-privébalans 2. Werknemers die veel tijd besteden aan de woonwerkverplaatsing lopen meer risico op werkstress en ondervinden (gemiddeld) ook meer moeilijkheden om werk en privéleven vlot te combineren. 1 Eindverslag diagnostiek woon-werkverkeer 2008, FOD Mobiliteit en Vervoer 2 Technische nota: Is er een verband tussen de verplaatsingstijd van en naar het werk en de werkprivébalans en de werkstress van werknemers?, SERV, STV-Stichting Innovatie en Arbeid, maart 2008 Vervoerspl an of trek-uw-pl an 10 september 2011 3

Diagnostiek woon-werkverkeer syndicaal aanpakken! De federale diagnostiek woon-werkverkeer is een uitstekende gelegenheid om mobiliteit terug op de agenda van het sociaal overleg te plaatsen. De ondernemingsraad moet bij de bespreking worden betrokken. Zijn we tevreden met het verzamelen van enkele statistische gegevens of zetten we een stap verder? Een goede syndicale aanpak kan resulteren in concrete maatregelen die de mobiliteit van de werknemers verbeteren. De federale diagnostiek woon-werkverkeer staat de komende maanden op de agenda van de ondernemingsraad. Bij gebrek aan ondernemingsraad moet de vakbondsafvaardiging zijn advies geven. We weten echter dat een deel van de werkgevers niet of te laat aan de diagnostiek begint, dat de kwaliteit van de gegevens soms te wensen overlaat en dat syndicale pottenkijkers niet altijd gewenst zijn. Het is aan de leden van de ondernemingsraad om de syndicale betrokkenheid op te eisen. We stellen voor om stap voor stap tewerk te gaan. Eerst moet je afspraken maken over de basissituatie (betrokken werknemers, betrokken sites/plaatsen van tewerkstelling, enz.) en over de manier waarop gegevens worden verzameld. Nadien moet de ondernemingsraad geconsulteerd worden over de verzamelde gegevens. Na ontvangst van het verslag hebben de werknemersvertegenwoordigers twee maanden om te reageren. Pas nadat het advies gegeven is wordt de diagnostiek doorgestuurd naar de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Ook overheidsdiensten moeten trouwens een diagnostiek opmaken. In dat geval nemen de bevoegde overlegorganen de taak van de ondernemingsraad op zich. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) verzorgt voor vakbonden een gratis vormingsaanbod over woon-werkverkeer en het opstellen van bedrijfsvervoerplannen. Deze vorming richt zich tot werknemersafgevaardigden, vakbondssecretarissen, syndicale vormingsmedewerkers en andere geïnteresseerden. Tijdens dit najaar wordt de focus gelegd op het bespreken van de federale diagnostiek woon-werkverkeer en het aanpakken van mobiliteitsproblemen in en rond de onderneming. Indien je geïnteresseerd bent om met je ondernemingskern of regionale kern van militanten dergelijke vormingssessie (een dag, een halve dag of een avond) te volgen, neem dan contact op met Kirsten De Mulder, stafmedewerker vorming van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde, Louizastraat 40, 2800 Mechelen, tel. 015/44.61.39, fax 015/44.65.59, e-mail: kirsten.demulder@verkeerskunde.be Naar een bedrijfsvervoerplan Je kan er syndicaal voor zorgen dat de werkgever meer en beter doet dan wat wettelijk verplicht is. De onderneming kan bij de verzameling van de gegevens bijvoorbeeld werknemers betrekken die wettelijk niet voorzien zijn zoals uitzendkrachten of werknemers van onderaannemers die kort in de onderneming aanwezig zijn of werknemers van sites met minder dan 30 werknemers. Bij de gegevensverzameling kunnen ook de ketenverplaatsingen worden meegenomen. Dit zijn de verplaatsingen die de rechtstreekse weg tussen de woning en het werk onderbreken: school, kinderopvang, winkel, Waarom ook niet de discussie opentrekken naar het goederenvervoer? De diagnostiek wordt pas echt zinvol wanneer de mobiliteitsproblemen die worden vastgesteld worden aangepakt met concrete maatregelen. Bespreek eerst de gegevens van de diagnostiek en zet de belangrijkste problemen of tekortkomingen op een rijtje. Bekijk vervolgens welke maatregelen kunnen worden genomen. Wanneer je deze maatregelen in een plan- 4 Vervoerspl an of trek-uw-pl an 10 september 2011

Mobiliteitsmaatregelen ning giet, met een strikte timing en een duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden, dan kan je spreken van een echt bedrijfsvervoerplan. Het zal nooit perfect zijn vanaf de eerste poging, maar een planmatige aanpak laat je toe om afspraken te evalueren, eventueel te herzien en nieuwe dingen eraan toe te voegen. Sensibiliseren is de boodschap Vergeet niet het personeel tijdig te informeren over de opmaak van de diagnostiek en te betrekken bij de discussie over mobiliteitsmaatregelen. Sensibiliseren is de boodschap. Het personeel moet overtuigd zijn van het nut en de nodige medewerking verlenen. Daarom stel je best een aantal maatregelen voor die op korte termijn positieve effecten hebben. Maar je kan verder gaan dan sensibiliseren en informeren. Je kan vormingsinitiatieven opzetten, de directie aanmanen mee te werken aan campagnes van de overheid of andere organisaties, denk aan de jaarlijkse week van de mobiliteit en week van de vervoering, bike-to-work,. Alle info over bedrijfsvervoerplannen, een opsomming van mogelijke maatregelen (zie ook in het kaderstuk) en enkele goede voorbeelden uit de praktijk vind je in de ACV-brochure Hoe mobiel is uw onderneming?. Fiets Je kan het gebruik van de fiets bevorderen door fietsen ter beschikking te stellen voor dienstverplaatsingen en verplaatsingen van en naar het station. Overdekte en beveiligde fietsstallingen en kleedruimtes en douches voor fietsers zorgen er mee voor dat mensen effectief de fiets gebruiken. Ook financiële stimuli zoals het invoeren van een fietsvergoeding of het verhogen van de tussenkomst tot het wettelijk maximum werken motiverend. Openbaar vervoer Ook het openbaar vervoer biedt mogelijkheden. Je kan de tussenkomst van de werkgever in abonnementen verbeteren of een derdebetalersregeling invoeren. Zorg voor een gemakkelijke verbinding met de opstapplaatsen voor het openbaar vervoer. Dat kan door collectief vervoer of bedrijfsfietsen te voorzien. Stimuleer ook dienstverplaatsingen met het openbaar vervoer. Je kan ook overleggen met de openbare vervoersmaatschappijen over een betere uurregeling, betere en extra aansluitingen, verbeteringen in de bestemmingen van de treinen en bussen, opstapplaatsen dichter bij de onderneming, pendeldiensten naar opstapplaatsen, de kwaliteit van de opstapplaatsen en voertuigen, enz. Het is evident dat je werknemers in de eerste plaats goed informeert over de mogelijkheden van het openbaar vervoer. Carpoolen Om van carpoolen een succes te maken kan je zorgen voor gereserveerde parkeerplaatsen voor carpoolers en helpen bij het zoeken naar de ideale carpoolpartner: in de onderneming zelf of door aan te sluiten bij een carpooldatabank. De onderneming kan de verzekerde thuisrit organiseren wanneer de vaste carpoolpartner vroeger weg moet (ziekte, overwerk, ) en rekening houden met carpoolteams bij de organisatie van het werk (wisselen van ploegen, ). Arbeidsorganisatie Verplaatsingen kunnen worden beperkt via een betere arbeidsorganisatie, bijvoorbeeld via systemen van (deeltijds) thuiswerk of telewerk (in een satellietkantoor). Ook kan gedacht worden aan een verkorte werkweek zodanig dat het aantal verplaatsingen verminderd wordt (bijvoorbeeld 4 dagen van 9,5 uur in plaats van 5 dagen van 8 uur). Arbeidstijden worden best ook aangepast aan de dienstregelingen van het openbaar vervoer. Het invoeren van glijdende werktijden kan hierbij helpen. Milieubesparende maatregelen Bovenstaande maatregelen hebben tot doel om het individueel autogebruik maximaal terug te dringen. Dit bevordert de mobiliteit van alle weggebruikers, maar heeft daarbij ook het belangrijke voordeel dat er gewerkt wordt aan de beperking van de luchtverontreiniging en de CO 2 -uitstoot. Het is meestal een utopie om het gebruik van auto s volledig uit te bannen. Daarom kan gedacht worden aan milieubesparende maatregelen zoals de aankoop van energiezuinige en minder vervuilende (bedrijfs)wagens of het organiseren van lessen in milieuvriendelijk en zuinig auto- en vrachtwagengebruik. Mobiliteitscoördinator Hoe gemakkelijker de keuze voor een alternatief wordt, hoe succesvoller de maatregelen. Daarom kan het meer dan nuttig zijn om in de onderneming een vorm van dienstverlening op te zetten: opmaken van een bereikbaarheidsfiche, ter beschikking stellen van de uurregelingen van het openbaar vervoer, verkopen van vervoersbewijzen voor het openbaar vervoer, helpen zoeken van carpoolingpartners, uitstippelen van fietsroutes, bezorgen van informatie over fiscale voordelen, Om alle initiatieven op het vlak van mobiliteit in goede banen te leiden kan een mobiliteitscoördinator worden aangesteld. Vervoerspl an of trek-uw-pl an 10 september 2011 5

De militanten van Philips en van de werkgroep mobiliteit van de regio Turnhout voerden actie voor betere fietspaden in en rond de industriezone en voor de herinrichting van enkele gevaarlijke kruispunten. Op de foto van links naar rechts Paul Bax, Elke Gelens, Peter Roes, Greet Boonen en Miel Baaten en onderaan Sabine Verheyen. ACV Philips Turnhout gaat voor duurzame mobiliteit! Philips Turnhout is een lampenfabriek met ongeveer 1800 werknemers. Op 15 juni organiseerden de ACV-militanten in nauwe samenwerking met ACV-Kempen een sensibilisatieactie voor een duurzame en werknemersvriendelijke mobiliteit. Ze willen vooral het fietsgebruik aanmoedigen, maar ook het carpoolen stimuleren en het gebruik van openbaar vervoer aantrekkelijker maken. Geen gekke voorstellen wanneer je weet dat bijna 50% van het personeel op minder dan 10 km van het bedrijf woont. Vakbeweging sprak met de militanten van ACV-METEA, LBC-NVK en de regionale ACV-werkgroep mobiliteit. Na herhaaldelijk aandringen nam de directie eindelijk initiatief en verzamelde via het Provinciaal Mobiliteitspunt Antwerpen Slimweg gegevens over het woon-werkverkeer van de werknemers. 24% van de werknemers bleek binnen een straal van 5 km van de onderneming te wonen, 46% binnen een straal van 10 km. De kansen om het woon-werkverkeer duurzamer te maken, liggen dus voor het grijpen. Zo kan het optrekken van de fietsvergoeding tot het maximum fiscaal aftrekbaar bedrag een belangrijke stimulans zijn om met de fiets naar het werk te komen. Ook het ter beschikking stellen van fietsen, een hersteldienst, de inrichting van volwaardige fietsenstallingen, betere kleedkamers en douchefaciliteiten kunnen helpen. En staan dan ook op ons verlanglijstje. Ook gaven we al meermaals aan om aansluitpunten te voorzien voor het elektrisch opladen van fietsen, bromfietsen en auto s in het vooruitzicht dat meerdere werknemers hiervan in de toekomst zullen gebruik maken. Een probleem waar ook dringend verder werk van moet worden gemaakt is het gebrek aan degelijke fietspaden in en rond de industriezone. Ook de kruispunten in de industriezone moeten veiliger worden gemaakt. Dit overstijgt de bevoegdheid van de onderneming en daarom werken we hiervoor samen met de regionale ACVwerkgroep mobiliteit (zie kaderstuk). Een tiental jaar geleden voerde het ACV ook al campagne voor betere fietspaden. Een eerste fase wegenwerken werd ondertussen afgerond. Het vernieuwde fietspad fase één werd met veel toeters en bellen en de nodige persaandacht geopend. Nu is het wachten op de beloofde verbetering van fase twee en de herinrichting van enkele gevaarlijke kruispunten in de buurt. Vakbeweging: Maken werknemers gebruik van het openbaar vervoer? Slechts een heel klein deel van de werknemers komt nu met de trein of de bus naar het werk. Met een treinstation op meer dan 5 km is het niet vanzelfsprekend om de trein naar het werk te nemen. Een pendeldienst of bedrijfsfietsen aan het station zouden hier een oplossing kunnen bieden. Er is nu sprake van de aanleg van een gloednieuw treinstation ter hoogte van het industrieterrein. Afwachten wat daar van komt. Het gebruik van de Lijnbussen is een ander verhaal. Het openbaar vervoer is nu niet aangepast aan de flexibele werkuren van het personeel. Het is ook moeilijk om met andere bedrijven, die dan weer andere werkuren hebben, een gemeenschappelijke aanpak uit te werken. Een extra stimulans om te kiezen voor het openbaar vervoer is de derdebetalersregeling. Maar die regeling is dan weer enkel uitgewerkt voor bedienden en kaderleden, niet voor arbeiders. Een gemiste kans. Vakbeweging: Kan carpoolen een oplossing bieden? Carpoolers kunnen gebruik maken van gereserveerde parkeerplaatsen dicht bij de poort. Het ontbreekt voorlopig echter aan een goede coördinatie en communicatie van werkgeverszijde om werknemers die uit dezelfde buurt komen met elkaar in contact te brengen. Carpoolen is zeker een interessante piste, zeker nu sinds be- 6 Vervoerspl an of trek-uw-pl an 10 september 2011

Week van de Mobiliteit in Vlaanderen Laat je auto thuis, geniet van de voordelen. Dat is het motto van de Week van de Mobiliteit die van 16 tot 22 september in Vlaanderen wordt georganiseerd. Met een Autovrije Zondag op 18 september. Meer info op www.weekvandemobiliteit.be gin 2011 de begin- en eindtijden voor alle productiemedewerkers gelijkgetrokken zijn in de verschillende ploegenregimes. Maar dan moet er meer ruchtbaarheid aan worden gegeven. Als ACV zijn we echter de enigen die via het syndicaal onthaal hierover spreken met de nieuwe werknemers. Vakbeweging: Jullie zijn met de ACVkern de voortrekkers inzake mobiliteit? De ACV-militanten zijn steeds de drijvende kracht geweest achter de mobiliteitsvoorstellen. De onderneming neemt soms wel initiatieven, maar die vallen meestal vlug weer stil. De diagnostiek woon-werkverkeer werd in het verleden niet echt besproken op het overleg en een bedrijfsvervoerplan bestaat misschien wel, maar het ACV kreeg het nooit te zien. Een eerste reactie van de directie op onze actie van 15 juni was de belofte om de bedrijfswerkgroep mobiliteit terug samen te roepen. Hopelijk komt ze haar belofte na. Ook zullen we de nieuwe diagnostiek woon-werkverkeer met beide handen aangrijpen om de mobiliteit terug op de agenda van het overleg te zetten en zo werk te maken van een operationeel bedrijfsvervoerplan. De aanstelling van een mobiliteitscoördinator is zeker het overwegen waard. Zonder onze acties en voorstellen zou er niets gebeuren. We zullen ons dan ook blijven inspannen voor een betere en veiligere mobiliteit voor alle werknemers. Een regionale werkgroep mobiliteit Mobiliteitsproblemen vragen vaak een bedrijfsoverschrijdende aanpak. Daarom richtte ACV-Kempen voor de regio Turnhout een werkgroep mobiliteit op. Die ondersteunde de actie bij Philips, maar was daarmee zeker niet aan zijn proefstuk toe. Zo stond de werkgroep ook al op de bres voor een werknemersvriendelijke mobiliteit in de Turnhoutse binnenstad. Die actie werd vertaald in een concreet Vijfpuntenplan met onder meer de vraag om een verkeersplatform op te richten. In een stadsregio als Turnhout is het beheersen van de mobiliteit een zeer belangrijk aandachtspunt Inzake wonen, werken, studeren, winkelen, zorg, cultuur, mobiliteit en recreatie is Turnhout het hart van een gebied van meer dan 150.000 inwoners. Turnhout is een echte centrumstad die veel meer burgers bedient dan de 41.000 mensen die in de stad wonen. De vakbonden worden echter onvoldoende betrokken bij het regionaal mobiliteitsbeleid. Het ACV vertegenwoordigt nochtans de grote groep mensen die in de Turnhoutse regio wonen en werken. ACV-Turnhout vindt de recente oprichting van het stadsplatform mobiliteit dan ook een hele goede zaak. We dromen nu hardop van een verkeersplatform dat echte participatie alle kansen geeft en de positieve betrokkenheid van burgers en werknemers bij het verkeersbeleid stimuleert. Werknemers niet de dupe van nieuw mobiliteitsbeleid Werknemers mogen uiteraard niet de dupe worden van een nieuw mobiliteits- beleid. Neem bijvoorbeeld de invoering van het betalend parkeren in de binnenstad... Het kan niet dat werknemers die met de auto komen werken omdat er geen alternatief bestaat, plots 250 euro of meer per jaar moeten betalen om te parkeren. Het ACV blijft voorstander van duurzame randparkings die uitgerust zijn met degelijke fietsenstallingen en van waaruit frequente busverbindingen met de binnenstad worden ingelegd, en dit afgestemd op de werkuren van werknemers. In afwachting van de versnelde realisatie van een optimale (rand)infrastructuur is ACV-Turnhout vragende partij voor een herziening van het parkeerbeleid voor werknemers/werkzoekenden. Vandaar de vraag om bepaalde zones, op weekdagen en tussen bepaalde uren, gratis open te stellen voor werknemers. Ook willen we dat nieuwe ondernemingen een duurzaam mobiliteitsplan voorleggen met voldoende parkeerplaatsen en alternatieven voor de auto. Deze alternatieven worden maar mogelijk wanneer in de stad voldoende ruimte is voor de zwakke weggebruikers, zoals fietsers. Vervoerspl an of trek-uw-pl an 10 september 2011 7

Week van Vervoering in Brussel Van 16-22 september wordt ook in Brussel de Week van Vervoering georganiseerd. Dat is een week lang activiteiten en animatie waarbij je Brussel op een andere manier ontdekt: te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer. Hoogtepunt is de tiende editie van de Autoloze Zondag op 18 september. De Week van Vervoering is een initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in samenwerking met de 19 gemeenten. www.autolozezondag.irisnet.be Een stapje verder in Brussel! De ondernemingen met meer dan 100 werknemers die gevestigd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten bovenop de federale diagnostiek een bedrijfsvervoersplan uitwerken. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil immers dat de ondernemingen het autosolisme (gebruik van de wagen door slechts één persoon) terugdringen en meer vriendelijke vervoermiddelen (stappen, fietsen, openbaar vervoer, carpooling) stimuleren. Ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten zoals alle Belgische ondernemingen gegevens verzamelen over de woon-werkverplaatsingen van hun personeel. Maar daar mag het niet bij blijven. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verplicht elke instelling van publiek en privaat recht met meer dan 100 personeelsleden op eenzelfde plaats ook een bedrijfsvervoersplan uit te werken. Om dubbel werk te vermijden werden de informaticaverplichtingen en de timing goed op elkaar afgestemd. Wat wel verschilt is de rol die wordt toegekend aan de overleginstanties in de onderneming. Voor het uitwerken van een bedrijfsvervoersplan is op geen enkele manier voorzien in betrokkenheid van de werknemersafgevaardigden, terwijl de federale diagnostiek een consultatie van de ondernemingsraad oplegt. Wat moet bedrijfsvervoersplan inhouden? Het bedrijfsvervoersplan bestaat uit een diagnostiek en actieplannen. De diagnostiek die ook deel uitmaakt van de federale verplichting geeft volgende info: geografische verdeling van de werknemers, hun werkuren en vervoerswijzen; aantal professionele verplaatsingen per dag, de verplaatsingen door bezoekers en leveranciers; aantal voertuigen en fietsen die ter beschikking zijn op de site; parkeergelegenheid in en rondom de site; toegankelijkheid van de site; de reeds ondernomen acties. De actieplannen moeten vermelden: de doelstellingen inzake mobiliteit te bereiken op 30 juni 2014; de acties die de onderneming onderneemt om die doelstellingen te bereiken. De nieuwe reglementering voorziet verplichte acties, zoals: aanstelling van een contactpersoon, bij voorkeur de mobiliteitscoördinator; informatie van de werknemers over de maatregelen van het bedrijfsvervoersplan en sensibilisatie van de werknemers over duurzame vervoerswijzen; terbeschikkingstelling van toegankelijkheidsplan van de site aan werknemers en bezoekers; uitwerking maatregelen die het gebruik van het openbaar vervoer bevorderen; terbeschikkingstelling van overdekte fietsenstalling; rekening houden met de ecoscore bij de aankoop of leasing van bedrijfs- en dienstvoertuigen. Op www.ecoscore.be vind je een calculator om de ecoscore van een voertuig te berekenen. uitwerking van specifieke maatregelen bij vervuilingspieken. Timing Ondernemingen met meer dan 200 werknemers die reeds een bedrijfsvervoersplan indienden onder de geldende reglementering moeten hun bedrijfsvervoersplan met een actualisatie van de cijfers en nieuwe acties indienen vóór 15 oktober 2011. Ondernemingen tussen 100 en 200 werknemers moeten hun bedrijfsvervoersplan overmaken vóór 15 januari 2012. Na een periode van drie jaar moet het worden geactualiseerd, dus in 2014. Redactie Vakbeweging: Postbus 10 1031 Brussel Tel. 02/246.34.81 Fax 02/246.30.10 E-mail: pers@acv-csc.be Website: www.acv-online.be De teksten in dit dossier zijn van Jeroen Roskams, Fredrik Snoeck, Kris Van Eyck en BénédicteVellande Eindredactie: Patrick Van Looveren Vormgeving: Gevaert Graphics druk: Corelio Printing verantw. uitgever: Dominique Leyon