PC 152 Flexibiliteit, vervoerskosten & vormingsinspanning

Transcriptie

1 DIENST BELEIDSCOÖRDINATIE Brussel, 24 september 2013 VSKO/DB/13.13 Contact: Hans De Becker, Rudi Warson, PC 152 Flexibiliteit, vervoerskosten & vormingsinspanning 1 Flexibiliteit en vormingsaanbod Vooraf In het kader van het wegwerken van de precaire contracten 1 van het arbeiderspersoneel in onze scholen werd een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten. Dergelijke precaire contracten mogen niet meer afgesloten worden toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2009 (KB 17/03/2010, BS 17/06/2010). Sinds moet een arbeidsovereenkomst afgesloten worden voor ten minste de duur van een schooljaar (1 september tot 30 juni). Binnen die overeenkomst moeten alle dagen betaald worden. Dat betekent dat toegestane afwezigheid (TA) ( verlof zonder wedde ) niet meer mag gebruikt worden. Om de overgang van precaire contracten naar volledige 10 maandencontracten te vergemakkelijken konden scholen gebruik maken van het Tewerkstellingsfonds (met het oog op de subsidiëring van zgn. VAP dagen ). Een aantal scholen maakten geen gebruik van deze mogelijkheid en maken dus geen aanspraak maken op de subsidiëring via het Tewerkstellingsfonds. 1 Precaire contracten zijn overeenkomsten waarbij de werknemers geen volledige 10 maandencontracten krijgen of overeenkomsten waarin niet alle dagen betaald worden.

2 Voor wie De sociale partners stelden vast dat er in de sector opnieuw een toename is van het aantal dagen toegestane afwezigheid. Om dit tegen te gaan, richtten de sociale partners een systeem van flexibele arbeid in. Deze bijkomende regeling werd vastgelegd in de cao van Deze flexibiliteit die in deze cao wordt ingevoerd geldt voor een beperkte groep van personeelsleden. Het gaat hier om personeelsleden die een overeenkomst hebben die onmogelijk kan uitgevoerd worden tijdens de schoolvakanties, namelijk: voor- en naschoolse kinderopvang, busbegeleiding en middagtoezicht. De zonale busbegeleiders zijn uitgesloten van deze regeling aangezien voor deze personeelsleden een aparte regeling uitgewerkt werd. Voor de volledigheid voegen we eraan toe dat dit het tweede systeem van flexibele arbeid is in de sector. Er bestond al een beperkte flexibele arbeidsregeling voor overeenkomsten van onbepaalde duur. Enkel overeenkomsten waar gebruik gemaakt wordt van LUIK 2 van de Tewerkstellingsmaatregelen kwamen hiervoor in aanmerking: TAIRE2006/PC2006/WEGWIJS%20-%20TWEEDE%20OPROEP%2018%2009.PDF. Toepassing De flexibiliteit houdt in dat de wekelijkse arbeidsduur gemiddeld op 10 maanden moet gepresteerd worden. Bijvoorbeeld: een personeelslid dat een overeenkomst voor 20 uur per week heeft, moet die 20 uur dus gemiddeld presteren. Zo kan de wekelijkse arbeidsduur verhoogd worden tijdens het schooljaar (bv. tot 22 u). De gepresteerde meeruren worden dan gerecupereerd in de schoolvakanties. Gedurende het hele schooljaar wordt dan het loon uitbetaald dat overeenkomt met de gemiddelde arbeidsduur. Let wel, het kan niet dat de gemiddelde arbeidsduur daalt door de invoering van de regeling. De maximale afwijking bedraagt vijf uur per week. Een werkdag mag maximaal 9u duren. Daarnaast verbindt de werkgever er zich toe om maximaal gebruik te maken van het sectoraal vormingsaanbod:

3 Procedure De procedure tot invoering bestaat uit twee delen: Aanvraag bij het Tewerkstellingsfonds: De aanvraag dient te gebeuren via het formulier in bijlage bij de cao (zie bijlage 1). Dit formulier moet verstuurd worden naar het Tewerkstellingsfonds (Guimardstraat 1, 1040 Brussel) Wijziging van het arbeidsreglement: De alternatieve uurroosters moeten opgenomen worden in het arbeidsreglement. De normale procedure tot wijziging van het arbeidsreglement moet gevolgd worden. De invoering van het systeem van flexibiliteit gebeurt op individuele basis. De werknemer moet dus m.a.w. akkoord gaan om in dit systeem te stappen. 2 Vervoerskosten (bijlage 2) De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2013 m.b.t. de vervoerskosten wijzigt de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart De tussenkomst in de kosten voor verplaatsingen met het eigen vervoermiddelen wordt op 75% van de prijs van een maandabonnement van de NMBS gebracht. Ook voor de cao van 31 maart 2010 was het de bedoeling dat de terugbetaling op 75% van het maandabonnement bedroeg. De formulering was echter niet eenduidig: er was verwarring tussen de tabellen van de NMBS en deze van de Nationale Arbeidsraad. De nieuwe cao neemt de interpretatieproblemen weg. c) andere verplaatsingsmiddelen De werklieden die gebruik maken van een ander verplaatsingsmiddel voor de verplaatsingen tussen woonplaats en werkplaats, hebben, voor zover de afstand tussen woonplaats en werkplaats vijf kilometer of meer bedraagt, recht op een tussenkomst die 75% van de prijs van een maandabonnement voor dezelfde afstand in 2de klasse van de NMBS bedraagt. De tarieven worden aangepast telkens als de officiële NMBS-treintarieven wijzigen. De tabel met de tarieven van toepassing op 26 juni 2013 wordt in bijlage bij deze overeenkomst gevoegd. Bij deze overeenkomst werd ook een nieuwe tabel gevoegd die het bedrag van de tussenkomst vastlegt:

4 Afstand 100% van NMBS tarief 75% van NMBS tarief 5 38,50 28, ,00 30, ,50 32, ,00 34, ,50 36, ,00 38, ,00 39, ,00 42, ,00 43, ,00 45, ,00 47, ,00 49, ,00 51, ,00 53, ,00 54, ,00 57, ,00 58, ,00 60, ,00 62, ,00 64, ,00 66, ,00 68, ,00 69, ,00 71, ,00 73, ,00 75, ,00 78, ,00 83, ,00 87, ,00 92, ,00 96, ,00 101, ,00 105, ,00 108, ,00 111, ,00 115, ,00 120, ,00 125, ,00 130, ,00 135, ,00 141, ,00 147, ,00 152, ,00 157,50

5 Afstand 100% van NMBS tarief 75% van NMBS tarief ,00 162, ,00 168, ,00 174, ,00 179, ,00 184, ,00 189, ,00 195, ,00 201,00 3 Bijkomende vormingsinspanning Deze collectieve arbeidsovereenkomst is het formele luik van de voortdurende inspanning die de sociale partners leveren om de participatie aan opleiding en vorming in de sector te verhogen. Werknemers in onze sector kunnen gratis gebruik maken van het vormingsaanbod dat met Groep Intro werd uitgewerkt. Deze opleidingen worden gratis aangeboden en zijn volledig kostendekkend. Meer informatie over het vormingsaanbod kunt u terugvinden op de website van het VSKO:

6 BIJLAGE 1 PARITAIR COMITE VOOR DE GESUBSIDIEERDE INRICHTINGEN VAN HET VRIJ ONDERWIJS (PC 152) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST van 26 juni 2013 Vormingsaanbod en flexibele arbeidsroosters Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied Art. 1 Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de inrichtingen van het vrij onderwijs waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaams Gewest, en voor de inrichtingen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de maatschappelijke zetel in het Brussel Hoofdstedelijk gewest gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven zijn op de Nederlandse taalrol en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de hierboven vernoemde inrichtingen. Hoofdstuk 2 - Flexibele uurroosters Art. 2 Dit hoofdstuk is enkel van toepassing op werknemers waarbij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst gebonden is aan de aanwezigheid van leerlingen in de school. Het gaat hier om voor- en naschoolse kinderopvang, busbegeleiding en middagtoezicht. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op zonale busbegeleiders. Art. 3 De flexibele arbeidstijdregeling in deze overeenkomst wordt ingesteld conform de bepalingen in art. 2, 3 van de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen, en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen, algemeen verbinden verklaard bij koninklijk besluit van 18 juni Hierbij wordt de normale wekelijkse arbeidsduur verkort of verlengd en de normale uurroosters worden vervangen door alternatieve uurroosters. Deze uurroosters zullen voorzien in een aantal gelimiteerde effectieve meeruren. Met inbegrip van meeruren mag een arbeidsdag de bovengrens van negen uren arbeid niet overschrijden, alsook dienen de meeruren gelimiteerd te worden tot maximum vijf uren per week. De compensatie gebeurt in volledige arbeidsdagen volgens het uurrooster van betrokken werknemer.

7 Het invoeren van een flexibele arbeidstijdregeling dient te gebeuren conform de bepalingen van de cao van 25 juni 1991 betreffende de deeltijdse arbeid in uitvoering van de artikelen 182 en 189 van de programmawet van 22 december 1989, algemeen verbindend verklaard bij KB van 26 september 1991, B.S De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur dient gerespecteerd te worden per schooljaar (1 september tot 30 juni). In de instelling kan een flexibele arbeidstijdregeling nooit verplicht opgelegd worden aan de betrokken werklieden maar dient steeds te gebeuren op individuele vrijwillige basis. De invoering van alternatieve uurroosters zal gebeuren mits het in acht nemen van de procedure met betrekking tot de wijziging van het arbeidsreglement. Art. 4 De invoering van de flexibele arbeidsregeling uit artikel 3 mag in geen geval resulteren in een vermindering van de arbeidsduur. Art. 5 Voor dit systeem kan ingevoerd worden, moet de werkgever zich aanmelden bij het Sectoraal Tewerkstellingsfonds. De Raad van Beheer van het Sectoraal Tewerkstellingsfonds zal nagaan of aan de voorwaarden voldaan werd. Hiervoor moet de school gebruik maken van het formulier in bijlage. Hoofdstuk 3 - Opleiding Art. 6 Scholen die gebruik maken van de flexibele arbeidsregeling bepaald in artikel 3 van deze overeenkomst informeren de werknemers over het sectoraal opleidingsaanbod. De werkgever engageert zich om maximaal gebruik te maken van het aanbod van het fonds. Hoofdstuk 4 - Geldigheidsduur Art. 7 Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2013 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Elk van de partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes maanden. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs gericht.

8 Identificatie Werkgever Aanvraag Flexibele Arbeidsregeling (bijlage bij CAO van 26 juli 2013) Naam School:... Instellingsnummer:... Adres: Tewerkstelling a. Totaal aantal uren gepresteerd op weekbasis vorig schooljaar :... b. Het gemiddeld gepresteerde uren op weekbasis dit schooljaar :... c. Het aantal meeruren dat wekelijks gepresteerd zal worden:... Het aantal uren in punt b moet gelijk of groter zijn dan het aantal uren in punt a. Vorming De school engageert zich om in overleg met de groep Intro de nodige vorming te voorzien. Bevestiging op eer Ik bevestig op eer dat deze verklaring getrouw en volledig is. Opgemaakt te., op... Handtekening en hoedanigheid van de ondertekenaar,......

9 BIJLAGE 2 Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs (Vlaamse gemeenschap) Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs (Vlaamse gemeenschap), tot wijziging van de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 31 maart 2010 betreffende de vervoerskosten met registratienummer 99406/CO/152). Artikel 1 In de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 31 maart 2010 (99406/CO/152) wordt artikel 2, punt c vervangen door volgende tekst: c) andere verplaatsingsmiddelen De werklieden die gebruik maken van een ander verplaatsingsmiddel voor de verplaatsingen tussen woonplaats en werkplaats, hebben, voor zover de afstand tussen woonplaats en werkplaats vijf kilometer of meer bedraagt, recht op een tussenkomst die 75% van de prijs van een maandabonnement voor dezelfde afstand in 2de klasse van de NMBS bedraagt. De tarieven worden aangepast telkens als de officiële NMBS-treintarieven wijzigen. De tabel met de tarieven van toepassing op 26 juni 2013 wordt in bijlage bij deze overeenkomst gevoegd. Artikel 2 Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2013 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij wijzigt de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2010 (met registratienummer 99406/CO/152). Elk van de partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs 152.

10 BIJLAGE 2 TABEL VERVOERSKOSTEN Afstand 100% van NMBS tarief 75% van NMBS tarief 5 38,50 28, ,00 30, ,50 32, ,00 34, ,50 36, ,00 38, ,00 39, ,00 42, ,00 43, ,00 45, ,00 47, ,00 49, ,00 51, ,00 53, ,00 54, ,00 57, ,00 58, ,00 60, ,00 62, ,00 64, ,00 66, ,00 68, ,00 69, ,00 71, ,00 73, ,00 75, ,00 78, ,00 83, ,00 87, ,00 92, ,00 96, ,00 101, ,00 105, ,00 108, ,00 111, ,00 115, ,00 120, ,00 125, ,00 130, ,00 135, ,00 141, ,00 147, ,00 152, ,00 157, ,00 162,75

11 ,00 168, ,00 174, ,00 179, ,00 184, ,00 189, ,00 195, ,00 201,00

12 BIJLAGE 3 PARITAIR COMITE VOOR DE GESUBSIDIEERDE INRICHTINGEN VAN HET VRIJ ONDERWIJS (PC 152) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST van 26 juni 2013 Betreffende bijkomende vormingsinspanningen Toepassingsgebied Art. 1 Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de inrichtingen van het vrij onderwijs waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaams Gewest, en voor de inrichtingen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de maatschappelijke zetel in het Brussel Hoofdstedelijk gewest gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven zijn op de Nederlandse taalrol en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de hierboven vernoemde inrichtingen. Vormingsinspanning Art. 2 In uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, van het Koninklijk Besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact en van het interprofessioneel akkoord voor de periode , zullen de in artikel 1 bedoelde werkgevers jaarlijks de opleidingsinspanningen verhogen door de deelname van de werknemers aan de door Vlaams Sociaal en Waarborgfonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs georganiseerde opleidingen aan te moedigen. Art. 3 De participatiegraad aan vorming en opleiding zal met 5% verhoogd worden. Art. 4 Concreet zal per werknemer opleidingstijd toegekend worden, individueel of collectief. De gevolgde uren vorming van de werknemer worden beschouwd als arbeidstijd. De werkgever betaalt het loon van de werknemer voor de uren effectieve vorming die de werknemer volgt. Geldigheidsduur Art. 5 Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en eindigt op 31 december 2013.