RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij de Springplank Plaats : Harderwijk BRIN-nummer : 02WU Onderzoeksnummer : 121149 Datum schoolbezoek : 10 en 13 januari 2011 Datum vaststelling : 4 maart 2011
Inhoud 1 Inleiding 5 2 Bevindingen 7 3 Toezichtarrangement 15 pagina 3 van 15
1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 10 en op 13 januari 2011 een onderzoek uitgevoerd op SBO De Springplank naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Scholen waarvoor de inspectie geen risicoanalyse kan opstellen omdat geschikte opbrengstgegevens ontbreken, worden in principe om de twee jaar bezocht. SBO De Springplank is voor het laatst bezocht in 2006. Het doel van dit onderzoek is eventuele tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs op de school vast te stellen.op dit moment ontbreekt het aan een nieuwe norm voor opbrengstgegevens, wat om een nuancering van het eerdere oordeel vraagt. Het doel van dit onderzoek is eventuele tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs op de school vast te stellen. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie, een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan, een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland, onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn, analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten: de schoolgids en het schoolplan, ook zijn documenten aangereikt op de dag van het onderzoek, te weten: het kwaliteitsboek en onderdelen uit de managementrapportage, schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in kleutergroep Kansrijk en in de groepen geel 1, geel 5, blauw 4, groen 2, groen 4 en rood 2. gesprekken met de directie en de intern begeleiders over de kwaliteit van de indicatoren, een gesprek met een aantal leerlingen, een gesprek met het team, een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag na afloop van het schoolbezoek. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: Opbrengsten, Onderwijsleerproces, Zorg en begeleiding en Kwaliteitszorg. pagina 5 van 15
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs (oktober 2010). Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. pagina 6 van 15
2 Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2009. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2009 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * (SBO) De resultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.1.A (SBO) De technisch leesresultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.1.B (SBO) De begrijpend leesresultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.1.C (SBO) De spellingresultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.2 (SBO) De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. 5 pagina 7 van 15
Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.1.1 Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.1.2 Bij de aangeboden leerinhouden voor rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.2.1 De leerinhouden voor Nederlandse taal worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.2.2 De leerinhouden voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. 2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. Kwaliteitsaspect 3 Tijd 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 3.2 De school heeft voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde de onderwijstijd afgestemd op de behoeften van de leerlingenpopulatie. Kwaliteitsaspect 4 Schoolklimaat 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school. 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. pagina 8 van 15
Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 7.3 * (SBO) De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast. 7.4 * (SBO) De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzen. Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9.7 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. pagina 9 van 15
Naleving wet- en regelgeving NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT1B In de schoolgids is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO). NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO). NT2B In het schoolplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO). NT3A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT3B In het zorgplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 19, lid 2, WPO). NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO). ja nee 2.2 Beschouwing Context De Springplank kent van oudsher een vestiging in Harderwijk. Daarnaast is vanaf 2006 een aantal ontwikkelingen in gang gezet die tot doel hadden de leerlingen die in Zeewolde wonen, onderwijs te bieden in hun eigen woonomgeving. In de eerste plaats is daartoe in 2007 een locatie gevestigd in Zeewolde. Vervolgens is de school in samenwerking met een cluster vier-school in september 2008 een onderwijsvoorziening voor kwetsbare kleuters gestart. De doelstellingen, het aanbod en de evaluaties van deze onderwijsactiviteiten zijn inzichtelijk beschreven en vorm gegeven. Wel is tijdens het bezoek aan deze locatie waargenomen dat de voorzieningen die de school van gemeentewege in de huisvesting heeft, zeer karig zijn en zelfs als een belemmerende factor voor de voortgang van het onderwijs kunnen worden aangemerkt. Algemeen beeld In SBO De Springplank is het merendeel van de onderzochte indicatoren als voldoende beoordeeld. Daarmee tekent zich, vergeleken met het vorige inspectiebezoek in 2006, een stabiel beeld af, waarin echter ook een aantal verbeterpunten is vastgesteld voor de school. In de indicatoren die van onvoldoende kwaliteit zijn, is samenhang zichtbaar. De wijze waarop het analyseren van de resultaten van het onderwijs plaats vindt ten behoeve van het onderwijsaanbod, is op het niveau van de groep en het niveau van de individuele leerling voor verbetering vatbaar. Dat laatste betreft met name de wijze waarop de leerlingen worden gevolgd vanuit hun ontwikkelingsperspectief maar daarnaast ook in de wijze waarop de handelingsplanning wordt uitgevoerd voor de leerlingen die extra zorg behoeven. pagina 10 van 15
Toelichting op de oordelen Opbrengsten De inspectie van het onderwijs is op dit moment nog niet in staat om op basis van de ontwikkelingsperspectieven te beoordelen of de leeropbrengsten in lijn zijn met de mogelijkheden van de leerlingen. Indicator 1.1 is om die reden niet van een oordeel voorzien. De leerlingen stromen merendeels wel uit naar een vervolgschooltype dat in overeenstemming is met hun mogelijkheden. Met betrekking tot de opbrengsten van de in 2010 uitgestroomde groep leerlingen, constateert de inspectie een dubbel beeld. Enerzijds lijkt de uitspraak gerechtvaardigd dat de school voor de vakgebieden spelling en technisch lezen in onvoldoende mate uit de leerling haalt wat erin zit terwijl anderzijds de leeropbrengsten voor begrijpend lezen en rekenen-wiskunde wel overeen lijken te komen met wat van deze groep schoolverlaters verwacht mag worden. De school herkent dit beeld en heeft daarop al geruime tijd geleden schoolbrede verbeteringsactiviteiten gezet. Ook indicator 1.5 is niet te beoordelen. Omdat de school geen genormeerd instrument gebruikt voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen, kan de inspectie de sociale competenties van de leerlingen aan het einde van de schoolperiode niet geobjectiveerd beoordelen. Onderwijsleerproces De school biedt onderwijs dat voldoet aan de eisen van de kerndoelen. Ze heeft daartoe de geëigende methoden in gebruik. Daarmee maakt zij door middel van een registratie op tussendoelen en de behaalde resultaten ook inzichtelijk dat het aanbod aan voldoende leerlingen wordt aangeboden tot en met het niveau van groep 8. Daarnaast is er een specifiek aanbod voor de ontwikkeling van de sociale competenties dat op gedifferentieerde wijze de leerlingen wordt aangeboden. De school hanteert in procedures om de veiligheidsbeleving in beeld te krijgen. Dat men zich in voldoende mate veilig voelt, wordt bevestigd in de gesprekken die de inspectie heeft gevoerd met de leerlingen en de leraren. Daarnaast zijn er afspraken en regels met betrekking tot de veiligheid, waarbij aandacht is voor preventie en afhandeling. Een incidentenregistratie is aanwezig en wordt ook gebruikt. Opvallend is het dat de leraren in de groepen de leerlingen consequent bepalen bij een respectvolle wijze van omgaan met elkaar. Dat valt vooral op in de groepen waar dat vanwege de gedragsproblematiek die de leerlingen laten zien, niet vanzelfsprekend lijkt. Om die reden is indicator 4.7 als goed beoordeeld. In de groepen heeft de inspectie tijdens de lesbezoeken waargenomen dat de geplande onderwijstijd efficiënt wordt gebruikt. Dit vindt in de meeste groepen plaats dankzij een klassenmanagement waarbij weinig tijd verloren gaat. Alle indicatoren van het didactisch handelen van de leraren zijn als voldoende beoordeeld. In een meerderheid van de groepen is zichtbaar dat de leraren werken met het model van de directe instructie. De meeste onderdelen daarvan worden in voldoende mate uitgevoerd, waarbij echter ook is gezien dat de wijze waarop de leerlingen worden bepaald bij hun leerdoel en de reflectie daarop, nog kan worden versterkt. Het team heeft zich sinds het laatste inspectiebezoek verbeterd in de afstemming van het didactisch handelen. De differentiatie in de leerinhouden, de instructie, de verwerking en de onderwijstijd zijn alle van voldoende kwaliteit. De groepsplannen die de leraren maken, dragen hier zichtbaar aan bij en ondersteunen de processen. pagina 11 van 15
Zorg en begeleiding In dit aspect liggen voor de school de meest essentiële verbeterpunten. Van de acht indicatoren draagt de helft in onvoldoende mate bij aan de kwaliteit van het onderwijs. De leraren zijn primair verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorg in de groepen en zij worden hierin ondersteund en versterkt door de intern begeleiders en de remedial teacher. Zo is het groepsplan dat de leraren hebben leren maken, de basis van de reguliere differentiatie in de groepen. Daarnaast maken de leraren voor de leerlingen die extra zorg nodig hebben, individuele handelingsplannen. Het team bevindt zich nog volop in een leerproces om in de verschillende onderdelen van de differentiatie en in de uitvoering van de extra zorg steeds vaardiger te worden. Er wordt gebruik gemaakt van genormeerde instrumenten om alle leer- en ontwikkelingsgebieden te volgen. Dat geldt niet voor de wijze waarop onderdelen van de ontwikkeling van de geletterdheid en gecijferdheid worden gevolgd bij de kleuters. Daarvoor heeft de school namelijk geen geobjectiveerde toetssystematiek beschikbaar. Daarom is indicator 7.1 als onvoldoende beoordeeld. De leraren volgen per vakgebied de vorderingen en prestaties van hun leerlingen. Niet alleen gebeurt dat door een eigen registratie van toetsresultaten, maar in de wijze waarop het ontwikkelingsperspectief wordt gevolgd. Waaraan het echter schort is dat de analyse van deze ontwikkelingen niet systematisch (en eenduidig) wordt uitgevoerd. Met het invoeren van een nieuwe spellingdidactiek is er wel gerichte aandacht voor gekomen om de (spelling)resultaten systematisch te analyseren, maar voor de overige vakgebieden is dat nog in onvoldoende mate aan de orde. Indicator 7.2 draagt daarom in onvoldoende mate bij aan het onderwijs. Bij de inschrijving van een nieuwe leerling vindt een intake plaats waarbij voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief wordt vastgesteld op grond van de resultaten van een intelligentieonderzoek en een afweging van de bevorderende en belemmerende factoren. De leerling wordt gevolgd in zijn ontwikkelingen en indien nodig wordt het ontwikkelingsperspectief bijgesteld. Ook de (tussen)doelen van de leergebieden worden bijgesteld. Met de ouders worden deze zaken regelmatig gecommuniceerd. Wat echter de consequenties zijn in het onderwijsaanbod dat de leerling krijgt, na de bijstelling van het ontwikkelingsperspectief en de leerdoelen, heeft de school in onvoldoende mate in haar procedures vastgelegd. Daardoor is de aanpassing en de planning van het onderwijsaanbod te zeer leraarafhankelijk. Om die reden is indicator 7.4 van onvoldoende kwaliteit. Binnen de (cyclische) uitvoering van de zorg is vastgesteld dat de signalering van de leerlingen van voldoende kwaliteit is en bovendien ook in voldoende mate vroegtijdig plaats vindt. De analyse van de gegevens van de leerling is in de meeste handelingsplannen gebaseerd op kwantitatieve gegevens en om die reden te weinig leidend om te komen tot een concrete doelstelling voor de extra zorg. Daardoor wordt ook het orthodidactisch handelen in onvoldoende mate aangestuurd. Indicator 8.2 is als onvoldoende gewaardeerd. Wel is vastgesteld dat de planmatigheid van de zorg van voldoende kwaliteit is. Uit gegevens in de leerlingen- en groepsregistratie (waaronder de groepsplannen) is in de meeste groepen aantoonbaar wie, wanneer en wat doet ten behoeve van een consequente uitvoering van de zorg. Ook de evaluatie van de zorg voldoet aan de daarvoor geldende criteria. Niet alleen worden de doelen geëvalueerd, het leidt ook aantoonbaar voor keuzes in het vervolgtraject van de (zorg)leerling. pagina 12 van 15
Kwaliteitszorg Voor alle indicatoren in dit aspect heeft de inspectie vastgesteld dat zij van voldoende kwaliteit zijn. Er is een heldere cyclus van handelen in de kwaliteitszorg van de schoolorganisatie, die in het kwaliteitsboek is vastgelegd. De interne evaluatie van het onderwijsleerproces vindt binnen het team in voldoende mate regelmatig plaats en leidt tot aanpassingen of verbeteringen die vervolgens in het handboek worden geborgd. De evaluatie van de leerresultaten van de leerlingen vormt binnen de evaluaties ook een steeds prominenter onderdeel. De school heeft eigen kengetallen en analyses beschikbaar waarmee de opbrengsten van de afgelopen jaren overzichtelijk en inzichtelijk zijn weergegeven. Met deze gegevens verantwoordt de school zich naar het bevoegd gezag maar ook hebben ze geleid tot verbeteringsactiveiten die tot doel hebben de leerresultaten te verbeteren, bijvoorbeeld voor het spellingonderwijs en het technisch lezen. Daarnaast vinden er jaarlijks personeelstevredenheidspeilingen plaats. De directeur bezoekt de leraren regelmatig in de lessen, waar een kijkwijzer wordt gehanteerd ten behoeve van het jaarlijks gesprek betreffende het functioneren. Ook externe evaluaties worden geregeld uitgevoerd. De school schakelt daarvoor een extern bureau in maar evalueert haar onderwijs ook regelmatig met behulp van oudertevredenheidspeilingen. De verantwoording van de gerealiseerde onderwijskwaliteit wordt in de eerste plaats in een managementrapportage aan het bestuur uitgevoerd. Daarnaast rapporteert de school ook naar de ouders op het niveau van de individuele leerlingen. Op schoolniveau rapporteert de school over haar resultaten in de jaarlijkse schoolgids, in een weergave van de kengetallen met betrekking tot de terugplaatsingen en verwijzingen van de leerlingen en de schoolverlatersadviezen van de afgelopen tien jaren. Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die in dit onderzoek standaard zijn gecontroleerd. pagina 13 van 15
3 Toezichtarrangement De Inspectie van het Onderwijs kent aan SBO De Springplank het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. pagina 15 van 15