TOETSEN OP DE PWA; het hoe en waarom Alle basisscholen in Nederland moeten beschikken over een leerlingvolgsysteem: een serie toetsen of observaties waarmee de ontwikkeling van de kinderen gevolgd kan worden vanaf het moment dat zij de basisschool binnenstappen, tot het moment dat zij naar het voortgezet onderwijs gaan. Een leerlingvolgsysteem vergelijkt de prestaties van uw kind met dat van alle kinderen in Nederland. De PWA gebruikt daarvoor, voor groep 3 t/m 8, het Leerling Volg Systeem (LOVS), ontwikkeld door Cito. De toetsen worden afgenomen in januari (=midden) en juni (=eind), afhankelijk van de lengte van het schooljaar. Wij zetten in dit schrijven op een rijtje hoe de volgtoetsen van Cito in elkaar steken en wat de resultaten betekenen. Methodetoetsen en Citotoetsen Uw kind maakt dus zowel toetsen uit de lesmethodes, de methodetoetsen, als de toetsen uit het LOVS, de Cito toetsen. Wat is het verschil? De methodetoetsen zijn bedoeld om vast te stellen of uw kind de lesstof die net is behandeld voldoende beheerst. De leerkracht weet zo of hij door kan gaan in de methode of dat herhaling wenselijk is. De Cito toetsen hebben een ander doel. Ze zijn bedoeld om: - te meten wat de leerling na de gehele periode (een half leerjaar) nog weet en kan toepassen. - het vaardigheidsniveau van uw zoon of dochter te kunnen vergelijken met het niveau van andere leerlingen uit Nederland. Door ook moeilijke opgaven in de toets op te nemen, krijgen de betere kinderen de kans om te laten zien wat ze kunnen. Het omgekeerde geldt ook voor de minder sterke leerlingen. Voor hen zijn makkelijkere opgaven opgenomen, zodat ook zij kunnen laten zien wat ze kunnen. Nadat een leerling de toets heeft gemaakt, kijkt de leerkracht hoeveel opgaven de leerling goed heeft gemaakt. Om de score van een toets uit groep 3 te kunnen vergelijken met een toets uit groep 4, zet de leerkracht de score om naar een vaardigheidsscore. Dit is een score op een speciale meetlat. Hoe hoger de leerling op de meetlat scoort, des te groter de vaardigheid. In groep 3 zal een gemiddelde leerling lager op de meetlat scoren dan in groep 4. Met de meetlat brengen we, net als bij lengte, de groei van een leerling helder in beeld. Bovendien volgen de leerkrachten zo de ontwikkeling van uw kind nauwkeurig. Hoe dat werkt? De toetsen van een leergebied, bijvoorbeeld Spelling of Rekenen-Wiskunde, zijn door een speciale meettechniek allemaal aan elkaar gekoppeld. De score van de toets in groep 3 kunnen we daardoor bijvoorbeeld vergelijken met die van de toets in groep 4. Zo is direct duidelijk of uw kind voldoende vooruit is gegaan. In veel gevallen komt de uitslag op de toetsen van Cito overeen met wat de leerkracht vanuit observaties, het op school gemaakte werk en vanuit de methodetoetsen verwacht. In sommige gevallen levert het echter verrassende informatie op. Hé, vermenigvuldigen en delen gaat toch beter dan ik dacht. Of: Bij spelling kon hij eerst wel goed de ou- en au-woorden onderscheiden, maar dat is nu toch weggezakt. Dit soort informatie geeft de leerkracht de kans om tijdig bij te sturen in het onderwijsleerproces. Zo kan de leerkracht na afname inspelen op de behoeften van groepen leerlingen en zo nodig individuele leerlingen.
Niveau indicaties I t/m V Om snel te zien hoe een leerling scoort ten opzichte van leeftijdsgenoten, heeft Cito niveau indicaties ontwikkeld, weergegeven met de Romeinse cijfers I t/m V. Deze normering laat een gelijkmatige verdeling over de niveaus zien. Niveau I : goed (Ver boven het gemiddelde) Niveau II : ruimvoldoende (Boven het gemiddelde) Niveau III : voldoende (De gemiddelde groep leerlingen) Niveau IV : onvoldoende (Onder het gemiddelde) Niveau V : zwak (Ver onder het gemiddelde) Wat betekent dat nu concreet? Als Uw kind een niveau I heeft, dan gaat het leren hem of haar gemakkelijk af. We houden wel in de gaten dat er voldoende uitdaging blijft. Wellicht is dan verdiepings- of verrijkingsstof op z'n plaats. Als uw kind een II of III- niveau heeft, zullen er ook weinig of geen problemen zijn. Als uw kind een IV-niveau heeft, zal het verlengde instructie nodig hebben. We vragen dan soms ook om thuis wat extra met uw kind te oefenen. Bij een V-niveau zal er zo nodig extra onderzoek plaatsvinden en mogelijk vanaf groep 5 een aangepaste leerlijn opgesteld worden. Het niveau van een kind wordt voor een groot deel mede bepaald door zijn of haar capaciteiten, een kwestie van aanleg. Een kind dat op IV-niveau functioneert, en ook consequent op dat niveau blijft, ontwikkelt zich, op zijn niveau, goed. Vergelijk het met het bijhouden van de groei van uw kind op het consultatiebureau: het is geen probleem als uw kind klein is, maar het moet wel blijven groeien. Maar wanneer uw kind na twee jaar niveau II plotseling op een niveau IV gaat scoren, dan is dat een teken dat er "iets" aan de hand is. Werken aan de kwaliteit van het onderwijs op de PWA Na iedere toets periode analyseert de groepsleerkracht de resultaten van de groep. De groepsleerkracht en de IB-er bespreken de analyses. Ze constateren gezamenlijk of de resultaten wel of niet aan de verwachtingen voldoen en relateren dit aan de gehanteerde didaktiek, het onderwijsaanbod, de aard van de schoolbevolking, de leertijd, de materialen en middelen. Ze bepalen welke acties succesvol en minder succesvol zijn geweest, welke maatregelen we continueren en welke aanpassingen we moeten doorvoeren. Na de volgende toets periode kunnen we dan bekijken of de getroffen maatregelen effect hebben gehad. Vervolgens leggen we alle scores naast elkaar en analyseren we gezamenlijk de school resultaten. Hierdoor krijgen we een beeld van de opbrengsten van het onderwijs op onze school. Zo werken we met het hele team stelselmatig aan beter onderwijs. De trendanalyses worden besproken in de MR.
Hoe volgen we de leerlingen in groep 1 en 2? De leerkrachten van groep 1 en 2 hanteren het registratie systeem van de methode Onderbouwd, om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. Er worden geen Cito-toetsen afgenomen in deze groepen. Op basis van verschillende observaties, gemaakte werkjes en uitgevoerde opdrachten, registreert de leerkracht het niveau van de leerling. Sommige kinderen krijgen n.a.v. de geregistreerde ontwikkeling meer uitleg en voor sommige leerlingen past de leerkracht het onderwijsaanbod aan. Het ene kind heeft moeite met de concentratie en krijgt het werk in kleine stapjes aangeboden, het andere kind kent de taal misschien minder goed en heeft plaatjes nodig om iets te begrijpen. Er wordt bij alles steeds zoveel mogelijk gedifferentieerd. Naast de observaties door de leerkrachten, is nader individueel onderzoek binnen de school mogelijk. Medio maart wordt er een individuele, methode onafhankelijke toets afgenomen bij alle leerlingen in groep 2. Deze toets is een goede voorspeller voor de kans van slagen in groep 3 t.a.v. het technisch lezen. O.a. het rijmen, de letterkennis, de auditieve synthese en de schrift oriëntatie wordt getoetst. Toetsen vanaf groep 3 Het afnemen van (cito)toetsen gebeurt op verschillende manieren. De meest bekende manier is een toets op papier. De leerling leest zelf de opgave en noteert het antwoord. In sommige gevallen leest de leerkracht de opgave voor en noteert de leerling het antwoord, bijvoorbeeld bij een spellingdictee. Tot en met medio groep 4 zal de leerkracht afhankelijk van het leergebied de opgaven doorgaans voorlezen. Een toets kan bestaan uit open vragen of opdrachten, waarbij de leerling zelf een antwoord moet opschrijven, of gesloten vragen, waarbij de leerling een keuze moet maken uit verschillende antwoorden. Een andere vorm is de mondelinge toets. Die wordt gebruikt bij het toetsen van de leesvaardigheid. De leerling leest letters, woorden of een tekst hardop voor. De leerkracht registreert de fouten en maakt notities over de kwaliteit van het lezen. Op de PWA gebruiken we hoofdzakelijk papieren toetsen. Een enkele keer wordt er in het belang van de leerling gebruikt gemaakt van digitale toetsen. De volgende toetsen worden afgenomen: Rekenen en Wiskunde (cito) Drie Minuten Toets (DMT; meet snelheid van het lezen) Begrijpend lezen (cito) Spelling (cito) Woordenschat (cito) AVI (lezen, indien nodig) Sociaal emotionele ontwikkeling Natuurlijk speelt de sociaal-emotionele ontwikkeling een grote rol in het onderwijsleerproces. Goed in je vel zitten is een voorwaarde om goed te kunnen leren.
De leerkrachten van alle groepen brengen de sociale vaardigheden van uw kind in beeld door middel van een SCOL = Sociale Competentie Observatie Lijst. Tweemaal per jaar vult de leerkracht de lijst in (rond de herfstvakantie en het voorjaar). Door de leerling voorafgaand aan het invullen nog eens bewust te observeren, toetst de leerkracht het (voor)oordeel aan het gedrag van de leerling en vult vervolgens 26 vragen in. In groep 5 t/m 8 vullen de leerlingen zelf ook een vragenlijst in. De school is zich aan het oriënteren op een andere observatielijst voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. We willen graag een instrument dat aansluit bij ons programma De Vreedzame School, zodat we de uitkomsten van de meting kunnen gebruiken / inpassen in het programma De Vreedzame School. Centrale Eindtoets Basisonderwijs De Centrale Eindtoets Basisonderwijs van Cito is sinds het schooljaar 2015 voor alle basisscholen verplicht en wordt aan het eind van het schooljaar afgenomen. Deze Eindtoets meet wat een leerling in vergelijking met andere leerlingen in acht jaar basisonderwijs geleerd heeft op het gebied van Taal, Rekenen-Wiskunde en (optioneel) Wereldoriëntatie. Op basis van het totaal aantal goed op de onderdelen Taal en Rekenen-Wiskunde wordt de zogenaamde standaardscore berekend. Dit is een getal tussen de 501 en 550. De toets wordt in april afgenomen. Op basis van het leerlingvolgsysteem, de methode toetsen en de observaties van de leerkracht t.a.v. concentratie en werkhouding, geeft de school een uitstroom advies; welke vorm van voortgezet onderwijs past het beste bij de leerling. De score van de eindtoets kan niet leiden tot een lager uitstroomadvies. Wel kan op basis van een onverwacht hoge score het advies naar boven bijgesteld worden. De eindtoets wordt op twee niveaus aangeboden. Leerlingen met een uitstroom advies VMBO BB/KB komen in aanmerking voor de niveau toets. Leerlingen met een hoger uitstroom advies, maken de basistoets. In uitzonderlijke gevallen kunnen leerlingen vrijgesteld worden van het maken van de eindtoets. Van de Eindtoets Basisonderwijs wordt elk jaar een nieuwe versie gemaakt. We analyseren de resultaten van de Eindtoets basisonderwijs en we maken een trendanalyse van de resultaten van de Eindtoets basisonderwijs van de afgelopen drie jaren. Deze analyses kunnen leiden tot aanpassingen in ons onderwijs. De (trend)analyse van de eindtoets wordt besproken in de MR. Leerling voorbereid van start Omdat de vraagstelling in de cito toetsen vaak net even anders is dan de vraagstelling die de methodes hanteren, is het belangrijk om de leerlingen voor te bereiden op de cito toetsen. Verschillende uitgeverijen hebben hier op ingespeeld en hebben materiaal ontwikkeld aansluitend bij de vraagstelling van cito. Voor begrijpend lezen, rekenen en spelling gebruiken wij dit aanvullende materiaal. Hierdoor worden de leerlingen niet plotseling geconfronteerd met een vraagstelling waar ze niet mee bekend zijn. Ter voorbereiding op de eindtoets oefenen de leerlingen a.d.h.v. eindtoetsen van voorgaande jaren. Dit doen ze eerst in tweetallen. De toetsen worden nabesproken en er wordt instructie gegeven daar waar nodig. Daarnaast maken we gebruik van het Oefenboek Cito-toets.
Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.