GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, gehouden op 5 september 2011 in het gemeentehuis, aanvangende om 20.00 uur. Voorzitter: de heer H.H. Jonker, burgemeester. Aanwezig zijn de leden: mevrouw G.A.M. Burger-van Denzel, de heren S. van Die, O. Doevendans, drs. A. Dogger, C.H. Don, mr. P. van der Giessen en B.P. van Ginkel, mevrouw M.C.G. Gommans-Dane, de heren J.C.W.H. Groos, E. van Hartingsveldt en M.J.H. van den Heuvel, mevrouw M.C. Kool-van Mourik en de heren drs. A. Ouwerkerk, L.P. Platschorre, ir. C.W. Timmers en A. van der Wel. Afwezig zijn de heren ing. P. Boudewijn en A. Cramer, mevrouw mr. E. Ossel, de heer drs. W. Schneider en mevrouw M.N.P. Vogelaar-Korpershoek. Tevens aanwezig zijn de heren A.J. Flach, T.A. Stoop, F.J. van de Velde en drs. G.B. van der Vlies, wethouders. Griffier: de heer drs. B.C.A.M. Poiesz. Agenda: * pag.: 1. Opening....1 2. Spreekrecht burgers....1 3. Vragenhalfuurtje raadsleden....2 4. Vaststelling van de agenda....2 5. Vaststelling notulen....2 6. Lijst van ingekomen stukken en mededelingen....2 7. Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden Financiën. 7.1 Verlening van ontslag aan een burgerraadslid en benoeming lid commissie Ruimtelijke zaken...3 8. Welzijn, Onderwijs en Sociale Zaken.... Er zijn geen voorstellen. 9. Ruimtelijke zaken De Volgerlanden. 9.1 Aanwijzings- en delegatiebesluit als gevolg van Wabo en Wro....3 9.2 Verklaring van geen bezwaar voor het voorbelasten van gronden, cluster 7.10 De Volgerlanden....5 9.3 Gemeenschappelijke regeling Bureau Openbare Verlichting....5 10. Sluiting....7 1. Opening. De voorzitter heet allen van harte welkom en opent de vergadering met het ambtsgebed. Berichten van verhindering zijn ontvangen van de dames Ossel en Vogelaar-Korpershoek en van de heren Boudewijn, Cramer en Schneider. 2. Spreekrecht burgers. *
Vergadering van 5 september 2011. 2 Voor gebruikmaking van het spreekrecht zijn geen aanmeldingen ontvangen. 3. Vragenhalfuurtje raadsleden. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 4. Vaststelling van de agenda. De agenda wordt conform vastgesteld. 5. Vaststelling notulen. De notulen van de openbare raadsvergaderingen van 30 mei en 15 juni 2011 worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Nadat in de notulen van de openbare raadsvergadering van 30 juni 2011 op pag. 18, 7e regel van boven, 'Zuidwende' is gewijzigd in 'Ambachtsezoom', op de 10e regel van beneden 'ontwerpbestemmingsplan' is vervangen door 'ontwerp-stedenbouwkundig plan', op pag. 32, 21e regel van beneden, 'collectief privaat ondernemerschap' is gewijzigd in 'collectief particulier opdrachtgeverschap', op pag. 42, 22e regel van boven, de woorden 'op zondag' zijn doorgehaald en in de 26e regel van boven de woorden 'vergunning voor' zijn vervangen door 'gunning van', worden deze notulen zonder hoofdelijke stemming vastgesteld, onder dankzegging aan de samensteller. De heer Dogger merkt op dat op pag. 11 is gesproken over een brief van de heer Krijgsman over gruwelijk dierenleed als gevolg van onzorgvuldig maaien. Het is nu twee maanden later en zijn fractie wil graag vernemen wat thans de stand van zaken bij de afhandeling van die brief is, zodat zij kan beoordelen of de brief alsnog naar categorie B moet worden overgebracht. Wethouder Van de Velde antwoordt dat het feit dat in de brief van de heer Krijgsman is beschreven, heeft plaatsgevonden in De Volgerlanden. Een stuk dat hierover naar de raad zal gaan, wordt momenteel ambtelijk voorbereid; nadat het bestuurlijk zal zijn bekrachtigd, wordt het aan de raad toegezonden. Naar aanleiding van het gebeurde is de aannemer van het groenonderhoud in de gemeente nogmaals gewezen op de noodzaak tot handhaving van de gedragscode Flora- en faunawet. Dat is vrijwel direct na ontvangst van de brief gebeurd. De heer Dogger heeft voorts een vraag naar aanleiding van het op bladz. 12 vermelde verzoek van mevrouw Ossel om in de commissie ABA een keer te gaan praten 'over de wijze waarop klachten die bij het digitale loket worden ingediend, in het algemeen worden afgehandeld.' Als dit toch in die commissie zal worden besproken, wil hij daarbij graag de vraag betrokken zien hoe er wordt omgegaan met klachten van burgers aan het adres van het college en/of de raad. Wanneer wordt de behandeling van deze materie overigens geagendeerd? De voorzitter zal dit aan de orde stellen in de agendacommissie. Het lijkt hem overigens goed om eens een discussie te voeren over de gehele klachtenprocedure. Een paar jaar geleden verliep de afhandeling van klachten niet zo goed. Later ging het beter en is dit onderwerp eigenlijk niet meer aan de orde gekomen. Het is daarom goed de procedures weer even te gaan ijken. 6. Lijst van ingekomen stukken en mededelingen. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform de door het college van b. en w. met betrekking tot de ingekomen stukken gedane voorstellen besloten.
Vergadering van 5 september 2011. 3 7. Algemene bestuurlijke aangelegenheden en financiën. 7.1 Verlening van ontslag aan een burgerraadslid en benoeming lid commissie Ruimtelijke zaken. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. De voorzitter feliciteert de heer Dogger met diens benoeming. 8. Welzijn, Onderwijs en Sociale Zaken. Er zijn geen voorstellen. 9. Ruimtelijke zaken De Volgerlanden. 9.1 Aanwijzings- en delegatiebesluit als gevolg van Wabo en Wro. De heer Van Hartingsveldt geeft te kennen dat dit voorstel in de ogen van de fractie van SGP-ChristenUnie in feite een continuering van het onder de oude wetgeving genomen delegatiebesluit is. De fractie vindt het uitstekend dat het college met dit voorstel de mogelijkheid krijgt om slagvaardiger op initiatieven vanuit de Ambachtse bevolking in te gaan. Dat de regeldruk hiermede aanzienlijk wordt verlaagd, is een bijkomend voordeel. Zoals in het stuk is vermeld, regelt de Wabo dat er bij uitzondering kan worden meegewerkt aan een vergunningverlening ter voldoening aan een verzoek dat op zich in strijd is met een bestemmingsplan. Daar het dan gaat om specifieke gevallen, zoals kleine uitbreidingen van woningen en de bouw van bijgebouwen en dakkapellen, wil sprekers fractie hiermee graag instemmen. Zij heeft er alle vertrouwen dat het college de raad op gepaste wijze bij politiek gevoelige, majeure dossiers zal betrekken. De heer Van der Giessen voert aan dat het CDA evenals drie jaar geleden vindt dat het college de vrijheid moet krijgen om binnen de ruimte die de structuurvisie biedt, in kleine ruimtelijke zaken zelfstandig een afweging te maken. De fractie heeft daar dus vertrouwen in. De keerzijde van dit vertrouwen bestaat uit de verantwoordelijkheid van het college om de politiek bij gevoelige ruimtelijke onderwerpen te betrekken wanneer de volksvertegenwoordigende rol van de raad daar om vraagt. De CDA-fractie acht dit verantwoordelijkheidsgevoel bij dit college in ruime mate aanwezig en stemt dan ook in met dit voorstel. De heer Groos kreeg in de commissievergadering het gevoel dat het college met dit voorstel te veel macht zou worden gegeven, wat zou betekenen dat de raad buiten spel zou worden gezet. Hij noemde daarbij zaken als eventuele veranderingen in bouwvolume en bouwhoogte van de nieuwe Petrakerk. Thans heeft hij begrepen dat de raad al eerder bevoegdheden aan het college heeft gedelegeerd en dat dat besluit nu vanwege wetswijzigingen moet worden herhaald. Hij gaat ervan uit dat het college over politiek gevoelige zaken met de raad zal overleggen. De heer Ouwerkerk laat weten dat de fractie van de VVD het voorstel van het college om te besluiten "dat een verklaring van geen bedenkingen niet vereist is indien wordt afgeweken van het bestemmingsplan of de beheersverordening, en om de bevoegdheid van de raad tot het vaststellen van exploitatieplannen, al dan niet gekoppeld aan omgevingsvergunningen, te delegeren aan het college" bewoordingen die in dit voorstel exact zijn aan te treffen, niet zal steunen. In het voorstel is vermeld dat de commissie Ruimtelijke zaken in kennis zal worden gesteld van iedere verlening van een omgevingsvergunning en de daarmee samenhangende procedure. De bevoegdheid tot het vaststellen van bestemmingsplannen blijft onontkoombaar bij de gemeenteraad berusten. Door nu gebruikmaking van de mogelijkheid om van de door de raad vastgestelde bestemmingsplannen af te wijken in ruime mate daarvan is volgens de fractie sprake te delegeren aan het college, ondergraaft de raad zijn belangrijkste taak, namelijk het stellen van kaders en het uitoefenen van controle op het college. Mede met het oog op de majeure ontwikkeling die het belangrijkste centrum in deze gemeente te wachten staat, zijnde de ontwikkeling van de strook Cascade/De Schoof, acht de VVD-fractie het geen goed idee om met dit voorstel alle zeggenschap van de raad opzij te zetten, zodat deze slechts met voldongen feiten zal kunnen worden geconfronteerd terwijl
Vergadering van 5 september 2011. 4 daarvoor wel zijn handtekening wordt gewenst. De fractie zal zich bij alle komende plannen positiefkritisch opstellen, teneinde de belangen van haar kiezers en de inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht naar beste vermogen te dienen. Mevrouw Gommans-Dane heeft met dit voorstel geen enkel probleem als dit alleen vergunningverleningen ten behoeve van kleine projecten betreft. Voor wat de inspraak van de raad aangaande plannen tot realisering van dominante gebouwen en andere grootschalige projecten betreft, heeft de fractie van D66 het vertrouwen dat het college de raad met een bepaalde openheid zal benaderen, zodat men gezamenlijk tot besluitvorming ten behoeve van de totale bevolking zal kunnen komen. Als het college dit kan garanderen, kan de fractie met dit voorstel akkoord gaan. De heer Van der Wel deelt mede dat de PvdA-fractie met dit voorstel instemt, daar zij van mening is dat het college over kleine ruimtelijke dossiers zelf beslissingen moet kunnen nemen. Het voorstel zegt dat de besluiten welke op grond van dit delegatiebesluit zullen zijn genomen, jaarlijks aan de raad zullen worden bekend gemaakt, en dat is bijzonder prettig. Vertrouwen is de basis van alle handelen. De fractie heeft het volste vertouwen dat het college wel zóveel politiek gevoel heeft dat het de raad zal willen betrekken bij bepaalde ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening en daarop ook zal anticiperen. Wethouder Van de Velde dankt de fractie van SGP-ChristenUnie voor de steun voor dit voorstel. De door heer Van Hartingsveldt gebruikte woorden 'continuering', 'slagvaardig' en 'regeldruk 'zijn in dit dossier van groot belang. Wanneer er bij majeure projecten sprake is van strijd met het bestemmingsplan, zal het college de raad daarbij zeker betrekken, met name ook als het gaat om zaken die alle burgers betreffen. Dat is altijd al de houding van het college geweest en het zal die zeker niet veranderen; het wil het vertrouwen dat in het college is gesteld niet beschamen. Uit de woorden van de heer Van der Giessen maakt spreker op dat ook de CDA-fractie het vertrouwen heeft dat het college de raad bij majeure projecten zal betrekken. In de commissievergadering bleek de heer Groos inderdaad te denken dat met dit voorstel de raad buiten spel zou worden gezet. Dat is absoluut niet het geval. Bij de opstelling of wijziging van zaken als bestemmingsplannen en structuurvisie is de raad sowieso kaderstellend. Zoals al gezegd, zal het college de raad zeker raadplegen over aan de orde komende majeure projecten. De heer Ouwerkerk zei dat de VVD dit voorstel om verscheidene redenen niet kan steunen. Het was overigens prettig dat hij aan het eind van zijn betoog zei dat de VVD zich positiefkritisch zal opstellen ten opzichte van projecten en plannen welke de raad in de komende tijd zullen worden voorgelegd. Ook voor wat mevrouw Gommans over vertrouwen en openheid heeft gezegd, geldt dat het college zijn in de afgelopen jaren gevolgde handelwijze wil continueren. De heer Van der Wel wees terecht op de in het voorstel opgenomen afspraak dat het college de raad jaarlijks een lijst zal voorleggen van besluiten welke op basis van het nu te nemen delegatiebesluit zullen zijn genomen. Dit gebeurde voorheen ook. Verder moet de politieke antenne van het college inderdaad goed functioneren; spreker garandeert dat het college daarvoor zijn best zal doen. De heer Ouwerkerk deelt mede dat de VVD tegen dit voorstel blijft. Hij hoopt dat alle optimistische geluiden van andere fracties en van het college zullen worden bewaarheid, hetgeen dan zal betekenen dat het tegen dit voorstel stemmen een vergissing is geweest. De voorzitter: "U calculeert dat al in?" De heer Ouwerkerk: "Nee, wij delen het uitgesproken optimisme niet en zijn daarom tegen dit voorstel." Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het voorstel besloten, onder aantekening dat de fractie van de VVD geacht wil worden te hebben tegengestemd.
Vergadering van 5 september 2011. 5 9.2 Verklaring van geen bezwaar voor het voorbelasten van gronden, cluster 7.10 De Volgerlanden. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 9.3 Gemeenschappelijke regeling Bureau openbare Verlichting. Mevrouw Gommans-Dane brengt naar voren dat D66 tegen dit voorstel is. In een elf maanden oud advies dat de raad is toegezonden, is te lezen dat twee gemeenten hebben afgehaakt. De fractie vraagt zich af waarom Hendrik-Ido-Ambacht geen aansluiting bij het samenwerkingsverband binnen de Drechtsteden heeft gezocht. Zij zou dit nog graag onderzocht willen hebben. Het is hiervoor, nu het contract in januari afloopt, wel kort dag, maar D66 wil erg graag dat er een vergelijking tussen beide mogelijkheden wordt gemaakt, zodat kan worden bekeken of Hendrik-Ido-Ambacht zich toch niet beter bij het samenwerkingsverband binnen de Drechtsteden kan aansluiten. Nu zo'n vergelijking er niet is, moet de fractie tegen dit voorstel stemmen. De heer Ouwerkerk leest in dit voorstel dat de raad wordt gevraagd een bestaande samenwerking in BVvorm, waarin Hendrik-Ido-Ambacht met een bijzondere verzameling van gemeenten optrekt met betrekking tot onderhoud en administratief beheer van de openbare verlichting, om te zetten in een gemeenschappelijke regeling. Aan de opstelling van dit voorstel is een uitvoerige studie voorafgegaan. Desondanks is het de fractie in de behandeling in de commissie Ruimtelijke zaken niet duidelijk geworden waarom er voor het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling wordt gekozen en waarom het optreden in Drechtstedenverband geen betere kans heeft gekregen. Het college stelde dat in de tweede mogelijkheid Dordrecht centrumgemeente zou zijn en dat Hendrik-Ido-Ambacht in dat verband minder invloed zou hebben dan in een samenwerking met Gorinchem en Zederik. De fractie van de VVD begrijpt dat een bestaand samenwerkingsverband niet van de ene op de andere dag kan worden gewijzigd, maar als zich zo'n gelegenheid voordoet in dezen overduidelijk het geval, zal er moeten worden gezocht naar het verder ontwikkelen van een samenwerkingsverband met de gemeenten waarmee Hendrik-Ido-Ambacht zich het meest verbonden voelt. Wisselende samenwerkingsverbanden zijn niet handig, niet qua organisatie, niet qua effectiviteit en niet qua kostenbeheersing. Het college laat met dit voorstel niet zien een visie op de toekomst te hebben. Kortom, de fractie van de VVD zal niet met dit voorstel instemmen. De heer Van Ginkel merkt op dat de fractie van SGP-ChristenUnie het een goed idee vindt om de samenwerking tussen gemeenten vorm te geven. Het doel daarbij is de controle vanuit de bestuurlijke en politieke betrokkenheid te verbeteren. Ten opzichte van de huidige regeling komt dit voorstel ook de continuïteit ten goede. De fractie gaat ervan uit dat Bureau Berenschot een deugdelijk en onafhankelijk onderzoek heeft verricht en sluit zich dan ook aan bij de conclusie van het rapport dat het aangaan van een gemeenschappelijke regeling op dit moment de beste oplossing is. Wethouder Van de Velde begreep dat de fractie van D66 tegen dit voorstel is omdat twee gemeenten die hebben meegedaan aan het onderzoek om te bezien of het Bureau OVL in een samenwerkingsverband binnen de Drechtsteden zou kunnen worden ondergebracht, inderdaad voor die constructie hebben gekozen, dit in tegenstelling tot de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht. Mevrouw Gommans zei voorstandster te zijn van het uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheid van samenwerking binnen het verband van de Drechtsteden. Dat onderzoek heeft al plaatsgevonden, namelijk door de ambtelijke organisatie, en was zeer gedegen. Bekeken is of de vier gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam, Papendrecht en Sliedrecht de zorg voor hun openbare verlichting zouden kunnen onderbrengen in een gemeenschappelijke regeling binnen het kader van de Drechtsteden. De gemeente Dordrecht zou daarbij een heel speciale rol spelen, gelet op haar expertise op het gebied van de openbare verlichting. Dat onderzoek heeft ertoe geleid dat er is gezegd dat dit nogmaals moest worden geprobeerd; de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht heeft er dus zeker met een positieve instelling naar gekeken. De kracht van de Drechtstedenconstructie van dit moment is dat elke gemeente autonoom is in het kiezen van een oplossing voor een aan de orde zijnd probleem; dit geldt voor Hendrik-Ido- Ambacht en ook voor Dordrecht. De gemeente Dordrecht heeft gezegd als centrumgemeente te willen opere-
Vergadering van 5 september 2011. 6 ren en niet in een gemeenschappelijke regeling van de Drechtsteden te willen opgaan. Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht wilden dat juist graag wèl, en er is ook alles aan gedaan om tot zo'n regeling te komen. Toen dat niet mogelijk bleek, heeft de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht gekozen voor een oplossing die past bij haar eigen organisatie en een goed prijsniveau kent en zal blijven kennen; de gemeente zal daarop ook invloed houden. Vanwege die twee zaken heeft Hendrik-Ido-Ambacht gekozen voor het aangaan van een gemeenschappelijke regeling met de, nu nog, twaalf gemeenten. Spreker wil nogmaals benadrukken dat er heel degelijk is nagegaan of er een oplossing binnen het kader van de Drechtsteden mogelijk zou zijn. De visie op de Drechtsteden houdt ook in dat men lokaal doet wat men lokaal kan doen en dat men subregionaal en regionaal kan bekijken of er samenwerkingsverbanden zijn aan te gaan. Als voorbeeld is te noemen de samenwerking met Zwijndrecht bij het beheer van begraafplaatsen. Als gemeente heeft men dus keuzemogelijkheden. Dit wil overigens niet zeggen dat men niet dynamisch zou moeten zijn met betrekking tot dat wat er binnen de Drechtsteden gaat gebeuren; men moet een antenne behouden voor mogelijke toekomstige vormen van samenwerking. Met het voorgaande is al op heel wat van de opmerkingen van ook de heer Ouwerkerk ingegaan. Volgens hem zijn wisselende samenwerkingsverbanden niet erg doeltreffend. Spreker wijst erop dat er in dit geval niet wordt gewisseld, maar dat de gemeente juist kiest voor continuïteit van de samenwerking die haar in het verleden goed is bevallen. Het gaat nu wel om een ander samenwerkingsverband dan een samenwerkingsverband in het kader van de Drechtsteden, maar het woord 'wisselen' wil spreker daarvoor niet gebruiken. Volgens de heer Ouwerkerk mist het college een visie op de toekomst. Sprekers reactie hierop is dat het college met dit voorstel aanhaakt op de toekomstvisie van de Drechtsteden. Aan die visie doet het geen afbreuk, het opereert juist in het verlengde daarvan. De heer Ouwerkerk moet zeggen dat het betoog dat de portefeuillehouder nu heeft gehouden vele malen beter en duidelijker is dan het betoog dat in de commissievergadering werd gehouden. Er is dus sprake geweest van een gemiste kans. Men kan over woorden als 'wisselend' discussiëren, maar wat wisselend is, is dat men in de Drechtsteden regelmatig in allerlei verbanden tot de beste oplossingen probeert te komen en dat er nu een samenwerkingsverband aan de orde is met een veel bredere en andere structuur. Weliswaar bestaat deze structuur al jaren, maar zij is niet toekomstbestendig. De portefeuillehouder zei dat Dordrecht een centrumgemeente is en wil blijven. Zou men dan niet met de vier overblijvende gemeenten in de Drechtsteden tot een regeling kunnen komen? Dit kan nu niet meer aan de orde komen, maar spreker blijft wel met deze vraag zitten. Hij ziet geen aanleiding om terug te komen van het eerder ingenomen standpunt. De fractie handhaaft dus haar tegenstem. Mevrouw Gommans-Dane begreep dat de wethouder meende dat D66 tegen dit voorstel zou zijn omdat twee andere gemeenten zich al tegen het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling hadden uitgesproken. Dat was wat kort door de bocht geredeneerd. Wel is in de commissievergadering gezegd dat men eigenlijk niet meer onder dit voorstel uit zou kunnen. Dat kan juist zijn, want in art. 13 van het reglement staat dat de opzegtermijn 13 maanden bedraagt. De fractie heeft zich echter afgevraagd wat de voordelen zouden zijn van het aangaan van een samenwerking in Drechtstedenverband tegenover die van het nu voorgestelde samenwerkingsverband. Het antwoord dat de wethouder vanavond heeft gegeven, was een stuk helderder dan wat in de commissievergadering is betoogd. Vanwege de zorgvuldigheid waarmee dit voorstel is voorbereid, zal spreekster er straks toch voor stemmen. Wethouder Van de Velde stelt vast dat zijn antwoord de heer Ouwerkerk er niet toe heeft kunnen brengen om van mening te veranderen. Wel is het plezierig dat de vanavond gegeven uitleg als beter is gewaardeerd dan de uitleg welke in de commissievergadering is gegeven. Dat de VVD-fractie dit voorstel blijft afwijzen, respecteert spreker. Hij wil toezeggen dat het college de opmerkingen van de VVD zal betrekken bij overwegingen over dit soort samenwerkingsverbanden en de dynamiek die zij moeten hebben. Mevrouw Gommans wordt bedankt voor het feit dat zij uiteindelijk toch haar steun aan dit voorstel kan geven.
Vergadering van 5 september 2011. 7 Ten slotte dankt spreker ook de heer Van Ginkel voor de steun voor dit voorstel die deze namens de fractie van SGP-ChristenUnie heeft uitgesproken. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het voorstel besloten, onder aantekening dat de fractie van de VVD geacht wil worden te hebben tegengestemd. 10. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 20.43 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 oktober 2011. De griffier, De voorzitter, drs. B.C.A.M. Poiesz. H.H. Jonker. alg. verslagbureau drexhage c.s.