1. morgen krijgen we duitsers op bezoek. 2. in onze klas zitten ook kinderen uit irak, somalië en marokko. 3. ik doe boodschappen bij de aldi.

Vergelijkbare documenten
Leestekens, geen punt!

Spelling in Beeld R 3. woorden op ~t en ~d. het paard de staart het land de krant het sportveld de goudvis

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12

Het Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.

Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

Melkweg. Een dagje ouder. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Ouder worden

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Samenvatting Nederlands Spelling

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Spelling. Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen

als iets niet letterlijk is bedoeld.

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Loopt vader met moeder in het park?

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Spelling - hoofdletters en leestekens h3

Spelling - hoofdletters en leestekens v3

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

Tijd van Monniken en ridders: Het Christendom

NEDERLANDS Taalverzorging 1F Woord/zin Deel 1 van 3

Proefexamen Schrijven 1 Deel 2

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Tekstsoortenles Brief niveau B

Melkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken.

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven

TOETS NT2-1 schrijven. Goed voorbereid slagen. voor het staatsexamen NT2 programma 1. Opgavenboekje nr. 1 SCHRIJVEN. niveau B1. tijdsduur: 120 minuten

Spelling - Hoofdletters en Leestekens v3

Visuele Leerlijn Spelling

Les 4. De fysiotherapeut.

Melkweg. Naar de dokter. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezondheid: De huisarts

6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

klas gewerkt aan de hand van thema s. Die thema s is in allerlei activiteiten terug te zien.

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

Tips Examen Nederlands

instapkaarten taal verkennen

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Verkiezingsprogramma ChristenUnie- SGP in begrijpelijke taal

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Antwoorden Nederlands Afdeling C Leestekens

INTRO. Laat je door de Heer helpen om van Hem te houden en om net zo vast te houden aan het geloof als Christus. (2 Tessalonicenzen 3:5)

Leestekens 3F. Doelgroepen Leestekens 3F. Omschrijving Leestekens 3F

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.

Week 2. De Hemel op Aarde: Thuis! Opdrachten om het adventsproject ook thuis te beleven.

Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer

Inhoud. 1 Spelling 10

TAKENBOEK DEEL 1 0-A1

zelfstandig naamwoord

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Oefenvormen Blinden/Slechtzienden:

Knabbel en Babbeltijd.

Woorden die eindigen op ig en lijk

instapkaarten taal verkennen

Kom op, Maarten, je moet naar school! Moeder geeft haar jongen een duwtje. Even later loopt Maarten door de straten van Mansfeld. Dat is de stad waar

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 2

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Opa, wie is God? Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van kinderen van 0-8 jaar

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 3 Het weer

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

REGELS. Onderstreep het onregelmatige werkwoord in de zin.

Nieuwsbrief 4,van de Boerderijklas

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Wat vindt de ChristenUnie belangrijk

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

EEN ZAKELIJKE BRIEF SCHRIJVEN NEDERLANDS

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. Woord vooraf 8

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

maandag JANUARI NIEUWJAARSDAG

zoals Nehemia! Een boekje voor thuis. elke dag te lezen in de Bijbelse Themaweek

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Het onderzoeksverslag De verdediging

Voor alle data geldt: Deo Volente (zo de Heere wil en wij leven) 30 november 2015 Beste ouders / verzorgers,

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1

MIJN PREKEN. Nieske Selles - ten Brinke

Stem dan ChristenUnie. André Rouvoet ChristenUnie

Spreekopdrachten thema 7 Werken

instapkaarten taal verkennen

Transcriptie:

2 Hoofdletter Wanneer gebruik je een hoofdletter? Aan het begin van de zin Morgen kom ik. Als de zin met een apostrof begint, krijgt het tweede woord een hoofdletter: s Morgens werk ik. t Gaat goed. Bij eigennamen Een eigennaam is de naam van een persoon, dier of zaak: Klaas, K. v. d. Veen, meneer Van der Veen, mevrouw Van der Veen de Keizer, Moortje, V&D. Oefening 2 In de volgende zinnen staan geen HOOFDLETTERS. Pak een kleurpotlood of een gekleurde pen en schrijf de hoofdletters op de juiste plaats. 1. morgen krijgen we duitsers op bezoek. 2. in onze klas zitten ook kinderen uit irak, somalië en marokko. 3. ik doe boodschappen bij de aldi. 4. kom je met pinksteren bij ons? 5. in de pinkstervakantie kom ik niet. 6. meneer jansen is langer dan mevrouw van dalen. 14. wij bidden tot god, maar zij bidden tot allah. 15. wij lezen uit de bijbel, zij hebben de koran. 16. in de middeleeuwen schreven de monniken prachtige sierletters. 3

Wat een lawaai! Oefening 6Schrijf de volgende zinnen goed over. gisteren was ik bij madame tussauds in amsterdam 6 Komma Even een kleine pauze. Een komma gebruik je om de zin overzichtelijk te maken. Op de plaats waar je bij het lezen even een rust neemt, een kleine pauze, zet je een komma. Zoals in de zin die je net hebt gelezen. Bij lange zinnen is het lastig lezen, als je geen komma's gebruikt. Voor de duidelijkheid gebruik je dan komma's. Als je hardop leest, merk je dat je stem omhoog gaat op de plaats van een komma. Na de komma hoort eerst een spatie, voordat je de rest van de zinopschrijft of typt. Vóór de komma komt géén spatie. Oefening 7Schrijf de volgende zinnen goed over. als ik morgen thuiskom ga ik de planten water geven Wanneer gebruik je meestal een komma? A Voor voegwoorden Een voegwoord voegt woorden of zinnen samen: woorden Jan en Piet Vader of moeder De arme man en de rijke man woordgroepen (bij en en of hoeft hier geen komma) Ik neem de paraplu mee. Het regent. Ik neem de paraplu mee, omdat het regent. Van twee zinnen heb je één gemaakt met het voegwoord zinnen omdat. Dat kan ook met andere voegwoorden. Ik ga naar huis, want het regent. Ik ga wel, maar ik wil eigenlijk niet. Ik ging naar huis, nadat ik mijn werk klaar had. 6

Oefening 14 Zet de komma op de goede plek. Tjonge moet ik nu al naar huis? Kijk daar is het Johan. Kees hoe laat is het? I In aanhef, afsluiting en datering van een brief (of mail) Welke kommaregels er zijn voor een brief of mail? Kijk eens naar de drie komma s in de volgende brief: Amsterdam, 3 januari 2012 Lieve oma, Ik heb nu vakantie. Graag wil ik enkele dagen bij u logeren. Kan ik vrijdag komen? Pappa en mamma brengen mij wel. Heel veel liefs, Carla Een komma dus tussen plaatsnaam en datum boven aan de brief, na de aanhef (Lieve oma, Geachte heer,) en na de afsluiting (Heel veel liefs, Met vriendelijke groet, Hoogachtend,). den haag 3 september 2012 geachte heer van dalen graag wil ik mij opgeven voor de cursus engels voor beginners is er nog een plekje voor mij hoogachtend jan de boer steenstraat 12 2511 kr den haag 9

Ook hier sluit het aanhalingstekende zin af: eerst het uitroepteken, vraagteken of beletselteken, dan pas het aanhalingsteken. Tegenwoordig gebruiken we, zeker in getypte tekst, steeds meer de hoge aanhalingstekens. Maar beide manieren zijn goed. In plaats van,,het is prachtig weer. wordt het Het is prachtig weer. Oefening 21 Schrijf de volgende zinnen goed over. piet antwoordt ik ben om zes uur thuis Als we deze zinnen omdraaien,gebruiken we geen dubbele punt, wel een komma: er zit daar immers een kleine pauze in de zin. Na die komma volgt een kleine letter. Ook deze zinnen staan in de directe rede. Ik kom je om vier uur halen, zegt Jan. hoofdletter geen hoofdletter aanhalingsteken openen aanhalingsteken sluiten komma punt Welke zin is goed? In de tweede zin staat een komma voor vroeg. C. Is het echt waar? vroeg ik. D. Is het echt waar?, vroeg ik. In dit soort zinnen in de directe rede kom je na een vraag- of uitroepteken die komma voor vroeg lang niet altijd tegen. Ook dit zie je weer op beide manieren. In dit boek gaan we uit van de tweede vorm, de vorm met komma dus. Let op: Als je(woordelijk) weergeeft wat iemand denkt, gebruik je geen aanhalingstekens. Ook komt er dan in een zin als de eerste voorbeeldzin hieronder geen hoofdletter na de dubbele punt. Hij dacht: dat gaat goed. Komen we wel op tijd?, dacht de chauffeur. Oefening 22 Schrijf de volgende zinnen goed over. loop naar de pomp schreeuwde hij boos 12

10 Apostrof Nu laat ik iets weg. De apostrof ziet eruit als een kleine komma. De apostrof kan worden gebruikt als weglatingsteken. Op de plaats van de apostrof is een deel van het woord weggelaten. Let hieronder goed op waar bij bijvoorbeeld t Water of s Maandags aan het begin van een zin de hoofdletter komt. t Water smaakt heerlijk. Het water Ik kom liever s middags dan s avonds. des middags, des avonds Oefening 27 Schrijf met een apostrof. Des winters sneeuwt het vaak. s Winters Heb jij haar gezien? Oefening 28 Wat wordt hier bedoeld? Ik woon in A dam. Amsterdam t Regent. Veel vaker nog gebruiken we de apostrof als uitspraakteken: om een verkeerde uitspraak te voorkomen. Als we woorden in het meervoud zetten die eindigen op een enkele klinkerletter die als lange klinker wordt uitgesproken. Of als we willen aangeven dat iets van iemand is. komma s menu s kiwi s lolly s Otto s jas baby s flesje In sommige verkleinwoorden staat ook een apostrof als uitspraakteken: 15