Inleiding privaatrecht



Vergelijkbare documenten
Inhoud. 1.5 Materieel en formeel recht Samenvatting 17

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv

Onderzoek als project

Praktisch Verbintenissenrecht

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Inleiding Privaatrecht

Belastingwetgeving 2015

Burgerlijk recht 4 BURGERLIJK RECHT 4 (CJU16.4/CREBO:56178)

De basis van het Boekhouden

Belastingwetgeving 2015

Recht in je opleiding

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Inhoud. Lijst van afkortingen 1. Volgnummers parlementaire stukken Staten 3 BOEK 1 PERSONEN- EN FAMILIERECHT 7. Inleidende opmerkingen 9.

I VERBINTENISSENRECHT 17

Verbintenissenrecht. Inleiding in het recht

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

Algemeen juridische beroepsvorming 4 ALGEMEEN JURIDISCHE BEROEPSVORMING 4 (CJU01.4/CREBO:50109)

VERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

Bedrijfsadministratie

Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht

Praktisch Burgerlijk Procesrecht. Mr. J.P.H. Timmermans Mr. N.H.P.G. Sommers

Basisstudie in het boekhouden

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 10

Compendium van het personenen familierecht

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Belastingrecht voor het ho 2014

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Recht voor de Horeca Casusboek

Basiskennis Calculatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Belastingrecht voor het ho 2014

Boekhouden geboekstaafd Opgaven

Bedrijfsadministratie MBA

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau.

Inhoud. Deel 1 Ondernemingsrecht 12

Rechtspersoon = Dat is aansprakelijk dus niet de mensen die erachter zitten.

Belastingrecht voor het ho 2012

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

12 merken, 13 ongelukken

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord

7 Inleiding / 11 8 Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap / 12 9 Nationaliteit en internationaal privaatrecht / 16

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

Compendium van het personenen familierecht

Samenvatting Ondernemingsrecht R10343

Bijlage. Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister

Elementaire praktijk van de Bedrijfsadministratie

Boekhouden geboekstaafd Uitwerkingen

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk

Inhoud. vii. Deel 1 Algemene inleiding 1. 1 Inleiding 3. Deel 2 De structuur Onderneming, eenmanszaak en personenvennootschappen 49

Wettenbundel Verzekeringen INKIJKEXEMPLAAR

VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN

Boekhouden geboekstaafd

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling.

Belastingrecht MBA 2014

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering

Belastingrecht voor het ho 2010

Financiële rapportage en analyse MBA

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Vermogensrecht. Bronnenboek. Mr. Lydia Janssen. Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 6 van dit boek.

Boekhouden geboekstaafd

Inhoud. Algemeen. De faillietverklaring

Jaarrekening. Henk Fuchs UITWERKINGEN OPGAVEN. Tweede druk

Boekhouden geboekstaafd

Examenmatrijs kennisexamen

Juridische begrippen in begrijpelijke taal

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Bedrijfsadministratie MBA

INHOUD AFKORTINGEN / 13 VERKORT AANGEHAALDE WERKEN / 15

Wetgeving sociaal recht 2009 / 2010

1 Huurrecht is burgerlijk recht

Minderjarigheid in het recht

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp

2.3.3 Overeenkomst is in strijd met de wet, goede zeden of openbare orde 58

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT

Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid

Vergelijking Curatele, Beschermingsbewind en Mentorschap

1 Inleiding: plaats van verbintenissenrecht

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 19 DECEMBER UUR

Corporate Alert: de 403-verklaring

Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw

Basiskennis Boekhouden

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Arbeidsrecht. Antwoorden en uitwerkingen examenopgaven en proefexamens. Editie H.W.P. van Pelt. Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

Samenwonen of trouwen

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

Transcriptie:

Inleiding privaatrecht

Inleiding privaatrecht Onder redactie van Mr AMJ van Buchem-Spapens Prof mr JH Nieuwenhuis Mr I de Waal-van Wessem Elfde druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Ontwerp omslag: G2K Omslagillustratie: istock Eventuele op- en aanmerkingen over deze of andere uitgaven kunt u richten aan: Noordhoff Uitgevers bv, Afdeling Hoger Onderwijs, Antwoordnummer 13, 9700 VB Groningen, e-mail: info@noordhoffnl Met betrekking tot sommige teksten en/of illustratiemateriaal is het de uitgever, ondanks zorgvuldige inspanningen daartoe, niet gelukt eventuele rechthebbende(n) te achterhalen Mocht u van mening zijn (auteurs)rechten te kunnen doen gelden op teksten en/of illustratiemateriaal in deze uitgave dan verzoeken wij u contact op te nemen met de uitgever Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen 0 1 2 3 4 5 / 15 14 13 12 11 2011 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, wwwreprorechtnl) Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, wwwstichting-pronl) All rights reserved No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher ISBN 978 90 01 79434 7 NUR 820

Woord vooraf bij de elfde druk Inleiding privaatrecht is bestemd voor het hoger beroepsonderwijs Het boek bevat een samenhangende en systematische behandeling van het burgerlijk recht, het handelsrecht en het burgerlijk procesrecht Het boek dient ter voorbereiding op de juridische problemen waarmee de student straks in de praktijk wordt geconfronteerd In verband daarmee wordt in deze uitgave ruim aandacht besteed aan onderwerpen die voor de praktijk van belang zijn, zoals het verzekeringsrecht, het arbeidsrecht, het huurrecht, het ondernemingsrecht en het personen- en familierecht In deze elfde druk is de tekst op alle terreinen geactualiseerd door het bespreken van nieuwe regelgeving en jurisprudentie en is aandacht besteed aan toekomstige ontwikkelingen In de hoofdstukken zijn voorbeelden en schema s opgenomen als hulpmiddel bij de bestudering van de stof Met behulp van de vragen en de casus aan het einde van ieder hoofdstuk kan de gebruiker van dit boek de kennis die hij inmiddels heeft verworven, toetsen en eventuele hiaten in die kennis opsporen De antwoorden op de vragen kan men zelf gemakkelijk opzoeken in het corresponderende hoofdstuk De oplossingen van de casusposities vindt men achterin het boek Tot slot wordt opgemerkt dat het bij de in dit boek genoemde artikelen gaat om artikelen uit het BW, tenzij anders is aangegeven Bedragen die voorkomen in oudere jurisprudentie zijn in guldens uitgedrukt met het bedrag in euro s er tussen haakjes achter Goirle/Oegstgeest/Winterswijk, najaar 2010 AMJ van Buchem-Spapens JH Nieuwenhuis I de Waal-van Wessem

Verkorte inhoudsopgave 1 Rechtshandeling en overeenkomst (mr BWM Nieskens-Isphording, geactualiseerd door mr M van Walraven) 23 2 Vertegenwoordiging (mr PC Knol) 67 3 Overdracht (mr BWM Nieskens-Isphording, geactualiseerd door mr M van Walraven) 81 4 Pand, hypotheek, voorrechten en retentierecht (mr EB Rank-Berenschot) 107 5 Eigendom (prof mr CJJM Stolker) 143 6 Beperkte rechten (prof mr CJJM Stolker) 151 7 De verbintenis in het algemeen (mr MM Olthof) 163 8 Nakoming en niet-nakoming (mr MM Olthof) 175 9 Onrechtmatige daad (mr I de Waal-van Wessem) 209 10 Schadevergoeding (prof mr CJJM Stolker) 245 11 Zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking (prof mr Jac Hijma) 263 12 Koop en ruil (mr I de Waal-van Wessem) 275 13 Huurovereenkomst (mr MEL Fikkers) 315 14 Arbeidsovereenkomst (mr MEL Fikkers) 347 15 Verzekeringsrecht (mr RRM de Moor) 385 16 Ondernemingsrecht (mr VAEM Meijers) 425 17 Personenvennootschappen (mr VAEM Meijers) 435 18 Rechtspersonen (mr VAEM Meijers) 453 19 Vereniging en stichting (mr VAEM Meijers) 463 20 Naamloze vennootschap en besloten vennootschap (mr VAEM Meijers) 471 21 Personen- en familierecht (prof mr BE Reinhartz) 491 22 Erfrecht (prof mr TJ Mellema-Kranenburg) 539 23 Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering natuurlijke personen (mr RA Boon, voorheen geschreven door mr AMJ van Buchem-Spapens) 553 24 Burgerlijk procesrecht (mr HWB thoe Schwartzenberg, voorheen geschreven door mr AMJ van Buchem-Spapens) 575 Trefwoordenregister 657

Lijst van afkortingen A-G Advocaat-Generaal AMvB algemene maatregel van bestuur av Algemene Vergadering ava algemene vergadering van aandeelhouders Awgb Algemene wet gelijke behandeling BBA Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen bv besloten vennootschap BW Burgerlijk Wetboek cao collectieve arbeidsovereenkomst cp constitutum possessorium csqn conditio sine qua non cv commanditaire vennootschap CV(r) commanditaire vennootschap (met rechtspersoonlijkheid) euro EHRM Europees Hof voor de rechten van de mens EPV eenpersoonsvennootschap EVRM Europees Verdrag voor de rechten van de mens Fw Faillissementswet Grw Grondwet HvJEG Hof van Justitie van de Europese gemeenschappen HvJEU Hof van Justitie van de Europese Unie HR Hoge Raad Hrgb Handelsregisterbesluit 2008 Hrgw Handelsregisterwet 2007 IVO Europese Insolventieverordening JAR Jurisprudentie Arbeidsrecht jo juncto KG Kort Geding (tijdschrift) KvK Kamer van Koophandel LJN Landelijk Jurisprudentie Nummer (in databank Uitspraken op wwwrechtspraaknl) mnt met noot NBW Nieuw Burgerlijk Wetboek NJ Nederlandse Jurisprudentie nv naamloze vennootschap OV(r) openbare vennootschap (met rechtspersoonlijkheid) Prg Praktijkgids qq qualitate qua Rb rechtbank RO Wet op de rechterlijke organisatie Rv Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering RvC raad van commissarissen RvdW Rechtspraak van de Week SE Societas Europaea (Europese vennootschap) SER Sociaal Economische Raad Sr Wetboek van Strafrecht

UWV Vof WAM Wft WGB WMM WO WOR WR WvK WW Zvw het werkbedrijf van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (eigenlijk UWV WERKbedrijf) Vennootschap onder firma Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen Wet op het financieel toezicht Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wetsontwerp Wet op de ondernemingsraden Woonrecht Wetboek van Koophandel Werkloosheidswet Zorgverzekeringswet

Inhoud Lijst van afkortingen 9 1 Rechtshandeling en overeenkomst 23 11 De rechtshandeling 24 12 Tot stand komen van rechtshandelingen 27 121 Vereisten gesteld aan de persoon die de rechtshandeling verricht 27 122 Vereisten gesteld aan de handeling 28 13 De nietige en de vernietigbare rechtshandeling 36 131 Nietige rechtshandelingen 36 132 Vernietigbare rechtshandelingen 38 14 De rechtshandeling en derden 42 15 De overeenkomst 43 16 Tot stand komen van overeenkomsten 45 161 Aanbod en aanvaarding 46 162 Bepaalbaarheid van verbintenissen 49 163 Elektronisch contracteren 50 164 Dwaling 50 165 Algemene voorwaarden 53 17 Uitleg en rechtsgevolgen van overeenkomsten 57 171 Uitleg 57 172 Rechtsgevolgen 59 18 Precontractuele verhoudingen 60 Vragen 64 Casus 65 2 Vertegenwoordiging 67 21 Middellijke en onmiddellijke vertegenwoordiging 68 211 Vereisten voor onmiddellijke vertegenwoordiging 69 212 Verschillende gevallen van onmiddellijke vertegenwoordiging 69 213 Wettelijke regeling 70 22 Volmacht 70 221 Verlening van een volmacht 71 222 Gevolgen van volmachtuitoefening 72 223 Onbevoegde vertegenwoordiging 72 224 Einde van de volmacht 75 23 Vertegenwoordiging en bijzondere overeenkomsten 75 231 Lastgevingsovereenkomst 75 232 Bemiddelingsovereenkomst 76 233 Agentuurovereenkomst 77 234 Expeditieovereenkomst 77 235 Reisovereenkomst 77 Vragen 78 Casus 79

3 Overdracht 81 31 Goederen en overdracht 82 32 Vereisten voor een geldige overdracht 84 321 Een geldige titel 85 322 Beschikkingsbevoegdheid 88 323 De levering 89 324 De schakelbepaling: art 3:98 97 325 Samenvatting vereisten voor een geldige levering 97 33 Derdenbescherming bij verkrijging van goederen 98 331 Bescherming bij verkrijging van registergoederen 98 332 Bescherming bij verkrijging van roerende zaken 100 333 Bescherming bij verkrijging van vorderingen op naam 102 334 Het restartikel 3:36 103 Vragen 104 Casus 105 4 Pand, hypotheek, voorrechten en retentierecht 107 41 Verhaalsrecht 108 42 Pand en hypotheek: algemeen 110 421 Waar zijn deze rechten geregeld? 110 422 Enkele terminologische kwesties 110 423 Kenmerken 111 43 Pand 113 431 Wijze van totstandkoming 113 432 Bescherming van de pandhouder tegen beschikkingsonbevoegdheid van de pandgever 118 433 Bevoegdheden van de pandhouder 120 434 Verplichtingen van de pandhouder 123 435 Wijze van tenietgaan 123 44 Hypotheek 123 441 Wijze van totstandkoming 124 442 Bijzondere functies hypotheekrecht 126 443 Rangorde van hypotheken 127 444 Bijzondere bedingen 127 445 Bevoegdheden van de hypotheekhouder 129 446 Wijze van tenietgaan 130 45 Voorrechten 131 451 Kenmerken 131 452 Voorrechten op bepaalde goederen 132 453 Voorrechten op alle goederen 133 46 Retentierecht 134 461 Kenmerken 134 462 Functie 134 463 Tegen wie kan het retentierecht worden ingeroepen? 135 464 Einde van het retentierecht 136 465 Samenvatting retentierecht 137 47 Rangorde bij verhaal 137 Vragen 139 Casus 140

5 Eigendom 143 51 Wat is eigendom? 144 52 Beperkingen die aan het recht van eigendom kunnen worden gesteld 145 53 Kwalitatieve rechten 145 54 Kwalitatieve verplichtingen 147 Vragen 149 Casus 150 6 Beperkte rechten 151 61 Erfdienstbaarheid 152 62 Erfpacht 153 63 Opstal 154 64 Vruchtgebruik 155 641 Wijzen van totstandkoming 156 642 Belangrijkste bevoegdheden van de vruchtgebruiker 157 643 Verplichtingen van de vruchtgebruiker 158 644 Einde van het vruchtgebruik 159 Vragen 160 Casus 161 7 De verbintenis in het algemeen 163 71 De verbintenis 164 711 Bronnen van verbintenissen 165 712 Redelijkheid en billijkheid 167 72 Natuurlijke verbintenissen 169 721 Gevallen waarin een natuurlijke verbintenis bestaat 169 722 Rechtsgevolgen van een natuurlijke verbintenis 170 Vragen 172 Casus 173 8 Nakoming en niet-nakoming 175 81 Rechten van de schuldeiser; overzicht 176 82 Nakoming van verbintenissen 177 83 Opschorting van de nakoming 178 831 Wettelijke regeling der opschortingsrechten 178 832 Vereisten voor opschorting 180 833 Geen bevoegdheid tot opschorting 182 834 Gevolgen van opschorting 183 84 Recht op schadevergoeding 183 841 Reikwijdte van afdeling 619 183 842 Vereisten voor schadevergoeding 184 85 Niet-toerekenbaarheid van de tekortkoming 192 851 Schuld 192 852 Risico van de schuldenaar 193 853 Gevolgen van overmacht 198 86 Recht op ontbinding 199 861 Vereisten voor ontbinding 200 862 Gevolgen van ontbinding 202 863 De ongedaanmakingsverbintenissen 205 Vragen 206 Casus 207

9 Onrechtmatige daad 209 91 Aansprakelijkheid op grond van eigen onrechtmatige daad 210 911 Onrechtmatigheid 211 912 Toerekenbaarheid aan de dader 214 913 Schade 216 914 Causaal verband 216 915 Relativiteit 216 916 Schematische weergave vereisten voor aansprakelijkheid 218 92 Verhouding onrechtmatige daad en wanprestatie 219 93 Rechtsvorderingen op grond van onrechtmatige daad 220 94 Aansprakelijkheid voor personen en zaken 221 941 Aansprakelijkheid van ouders voor kinderen 221 942 Aansprakelijkheid voor ondergeschikten 224 943 Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten 227 944 Aansprakelijkheid voor opstallen 227 945 Aansprakelijkheid voor roerende zaken die een bijzonder gevaar opleveren 230 946 Aansprakelijkheid voor dieren 231 95 Productenaansprakelijkheid 232 951 Vereisten voor productenaansprakelijkheid 232 952 Gevolgen 235 953 Geen of verminderde aansprakelijkheid producent 236 954 Product recall 238 955 Samenvatting productenaansprakelijkheid 240 96 Schematische weergave onrechtmatige daad 241 Vragen 242 Casus 243 10 Schadevergoeding 245 101 Toepasselijkheid van afdeling 6110 246 102 Soorten van schade 247 1021 Vermogensschade 247 1022 Ander nadeel 249 103 Vorm van de schadevergoeding 250 104 Causaal verband en toerekening naar redelijkheid 251 105 Eigen schuld en medeschuld 255 1051 Eigen schuld 255 1052 Medeschuld 257 106 Voordeelstoerekening 257 107 Overlijdensschade 258 108 Rechterlijke matiging van de schadevergoeding 258 Vragen 261 Casus 262 11 Zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking 263 111 Zaakwaarneming 264 1111 Vereisten voor zaakwaarneming 264 1112 Verbintenissen van de zaakwaarnemer 266 1113 Verbintenissen van de belanghebbende 266 112 Onverschuldigde betaling 268 1121 Gevallen van onverschuldigde betaling 268 1122 Niet onverschuldigd 269 1123 Rechtsgevolgen van onverschuldigde betaling 269

113 Ongerechtvaardigde verrijking 270 1131 Niet ongerechtvaardigd 270 1132 Schadevergoeding 271 1133 Samenloop 272 114 Ontstane verbintenissen 272 Vragen 273 Casus 274 12 Koop en ruil 275 121 Wettelijke regeling 276 122 Belangrijke begrippen 277 123 Onderscheid koop-consumentenkoop 280 124 Verplichtingen van de verkoper 283 125 Niet-nakoming door de verkoper 288 1251 Bijzondere nakomingsvorderingen 289 1252 Bijzondere vordering tot ontbinding of prijsvermindering 290 1253 Bijzondere schadevergoedingsvordering 291 1254 Bijzondere regels voor schadevaststelling van zaken met een dagprijs bij ontbinding 292 1255 Risico ter zake van de koopprijs 293 1256 Klachttermijn 294 126 Verplichtingen van de (consument)koper 297 127 Niet-nakoming door de (consument)koper 297 128 Bijzondere beschermingsbepalingen voor de (consument)koper 299 1281 Ongevraagde toezending 299 1282 Koop van een registergoed 300 1283 Consumentenkoop op afstand 303 1284 Koop van rechten van gebruik in deeltijd van onroerende zaken 306 Vragen 309 Casus 310 13 Huurovereenkomst 315 131 Kenmerken van de huurovereenkomst 316 132 Belang van de kwalificatie huur 319 1321 Koop breekt geen huur (art 7:226) 319 1322 Reparaties, gebreken en aansprakelijkheid voor schade 320 1323 Het klusrecht van de huurder 323 1324 Onderhuur 324 1325 Overige rechten en plichten 325 1326 Einde van de huurovereenkomst 326 133 Huur en verhuur van woonruimte 327 1331 Einde van de huur van woonruimte 327 1332 Echtgenoten en samenwoners 332 1333 Onderhuurders 334 1334 Huurprijzen en andere vergoedingen 334 1335 Bijzondere procedure bij gebreken 336 134 Huur en verhuur van art 7:290-bedrijfsruimte 336 1341 Wat is art 7:290-bedrijfsruimte? 336 1342 Termijnbescherming 337 1343 Einde van de huur van bedrijfsruimte door opzegging 338 1344 Overige wijzen waarop beëindiging kan plaatsvinden 340 1345 Alternatieven voor de huurder 341 135 Huur en verhuur van art 7:230A-bedrijfsruimte 343 136 Nieuwe ontwikkelingen 344 Vragen 345 Casus 346

14 Arbeidsovereenkomst 347 141 Arbeid in verschillende gedaanten 348 142 Elementen van de arbeidsovereenkomst 349 1421 Gezagsverhouding 349 1422 Arbeid 350 1423 Loon 351 143 Bijzondere (arbeids)overeenkomsten 352 144 Tot stand komen van de arbeidsovereenkomst 353 1441 Sollicitatiefase 353 1442 Minderjarige werknemers 355 1443 Vormvereisten 355 145 Verplichtingen van de werkgever 358 1451 Loon betalen 358 1452 Veiligheidsmaatregelen 360 1453 Goed werkgever 363 1454 Aanpassing arbeidsduur 365 146 Verplichtingen van de werknemer 366 147 Einde van de arbeidsovereenkomst 368 1471 Beëindiging van rechtswege 368 1472 Beëindiging met wederzijds goedvinden 371 1473 Eenzijdige beëindiging 371 1474 Ontbinding door de rechter 377 148 Gevolgen van werkloosheid voor de werknemer 378 149 De uitzendovereenkomst 379 1410 Nieuwe ontwikkelingen 380 Vragen 382 Casus 383 15 Verzekeringsrecht 385 151 De verzekeringsovereenkomst 386 1511 Definitie verzekeringsovereenkomst 386 1512 Aard en karakter van de verzekeringsovereenkomst 386 1513 Polisvoorwaarden: uitleg en consumentenbescherming 388 152 Schadeverzekering 389 1521 Indemniteitsbeginsel 390 1522 Verzekerbaar belang 391 1523 Partijen 391 1524 Totstandkoming en formaliteiten 394 1525 Informatieverstrekking vóór sluiting van de verzekeringsovereenkomst 394 1526 Belang en verzekerd voorwerp 404 1527 Verzekerde som en waarde 405 1528 Verplichting van de verzekeringnemer/verzekerde 409 1529 Onzekerheid (eigen gebrek en eigen schuld) 413 15210 Subrogatie 418 153 Levensverzekering 420 1531 Betrokkenen 420 1532 Soorten levensverzekeringen 420 1533 Betekenis van schuld bij de levensverzekering 421 Vragen 422 Casus 423

16 Ondernemingsrecht 425 161 Soorten privaatrechtelijke rechtsvormen 426 162 Begripsbepaling 427 1621 Onderneming 427 1622 Ondernemingsraad 428 1623 Ondernemingsrecht 428 1624 Concernrecht 428 1625 Rechtspersoonlijkheid 430 163 Handelsregister 430 164 Buitenlandse rechtsvormen 431 Vragen 432 Casus 433 17 Personenvennootschappen 435 171 Wat zijn personenvennootschappen? 436 172 Vennootschap 437 1721 Kernbegrippen 437 1722 Bestuur en vertegenwoordiging 440 1723 Aansprakelijkheid 440 1724 Ontbinding en defungeren 442 173 Openbare en stille vennootschap 444 1731 Ontstaan van de stille vennootschap 444 1732 Ontstaan van de openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid (OVR) 444 1733 Rechtspersoonlijkheid en hoofdelijke verbondenheid 444 174 Commanditaire vennootschap 445 1741 De overeenkomst 445 1742 Bijzondere vereisten voor een commanditaire vennootschap 446 1743 Afgescheiden vermogen van de cv/cv met rechtspersoonlijkheid (CVR) 446 1744 Bijzondere positie van de commanditaire vennoot 447 175 Samenvatting vertegenwoordiging en aansprakelijkheid 448 Vragen 450 Casus 451 18 Rechtspersonen 453 181 Wat zijn rechtspersonen? 454 182 Hoe functioneren rechtspersonen? 455 183 Besluiten van de rechtspersoon 456 184 Doel en doeloverschrijding 457 185 Jaarrekeningenrecht en boekhoudplicht 458 186 Omzetting van rechtspersonen 458 187 Juridische fusie en splitsing 459 188 Enquête 459 Vragen 460 Casus 461 19 Vereniging en stichting 463 191 Verenigingen 464 1911 Organisatorische regels voor verenigingen 465 1912 Bijzondere vormen van vereniging 466 192 Stichtingen 467 Vragen 469 Casus 470

20 Naamloze vennootschap en besloten vennootschap 471 201 Begripsbepaling 472 202 Soorten naamloze en besloten vennootschappen 473 203 Kapitaal 474 204 Aandelen 475 2041 Rechten en plichten van aandeelhouders 475 2042 Certificering 476 2043 Volstortingsplicht 476 2044 Aandelen op naam of aan toonder 477 2045 Overdracht van aandelen in een bv 477 2046 Blokkeringsregeling 478 205 Oprichting van de nv en de bv 479 2051 Storting bij oprichting 479 2052 Andere oprichtingseisen 479 2053 Oprichting in de praktijk 480 2054 Akte van oprichting; statuten 480 2055 Nv of bv in oprichting 480 206 Organen van de nv/bv 481 2061 Algemene vergadering 481 2062 Het bestuur 482 2063 Raad van commissarissen 484 207 Vertegenwoordiging 484 208 Structuurvennootschap 485 209 Ontbinding en vereffening 486 2010 Europese vennootschap 487 Vragen 489 Casus 490 21 Personen- en familierecht 491 211 Wat houdt personen- en familierecht in? 492 212 Persoon 492 213 Het recht op naam 493 214 Woonplaats 495 215 Burgerlijke stand 495 2151 Akten van de burgerlijke stand 496 2152 Registers van de burgerlijke stand 496 216 Afstamming 497 2161 Ontkenning van het vaderschap 498 2162 Erkenning 498 2163 Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap 500 217 Adoptie 501 2171 Voorwaarden 501 2172 Adoptie van buitenlandse kinderen 502 218 Minderjarigheid 503 2181 Leeftijdsgrens 503 2182 Handelingsonbekwaamheid 504 2183 Handlichting 504 2184 Meerderjarigverklaring en meerderjarig worden door huwelijk 505 219 Het gezag over minderjarigen 505 2110 Omgangs- en informatierecht 508 2111 Voogdij 509 21111 Twee typen voogdij 509 21112 Uitoefening van de voogdij 510

2112 Curatele 511 21121 Gronden voor curatele 511 21122 Ondercuratelestelling 511 21123 Handelingsonbekwaamheid van de curandus 512 21124 Bevoegdheden van de curator 513 21125 Publiciteit 513 2113 Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen 513 21131 Gronden voor onderbewindstelling 514 21132 Omvang van het bewind 514 21133 Onderbewindstelling 514 21134 Rechtsgevolgen van het bewind 514 21135 Bescherming wederpartij 515 2114 Mentorschap ten behoeve van meerderjarigen 516 2115 Huwelijk 516 2116 Geregistreerd partnerschap 518 21161 Vereisten voor het aangaan van een geregistreerd partnerschap 518 21162 Gevolgen van het geregistreerd partnerschap 518 21163 Beëindiging van het geregistreerd partnerschap 518 2117 Huwelijksvermogensrecht 519 21171 Aansprakelijkheid 520 21172 Beperking van de bevoegdheden van de echtgenoten; toestemmingsvereiste 520 21173 Wettelijke gemeenschap van goederen 523 21174 Huwelijkse voorwaarden 530 2118 Echtscheiding 531 21181 Gronden en wijzen 531 21182 Moment waarop de echtscheiding tot stand komt 532 21183 Alimentatie tussen ex-echtgenoten 532 2119 Scheiding van tafel en bed 534 2120 Levensonderhoud 534 21201 Vaststelling van het verschuldigde bedrag 534 21202 Wijzigingsgronden 535 Vragen 536 Casus 537 22 Erfrecht 539 221 Modern erfrecht 540 222 Wat is erfrecht? 540 223 Erfrecht bij versterf 540 224 Het testamentaire erfrecht 544 225 Erfstellingen en legaten 545 226 De legitieme portie 546 227 Aanvaarden en verwerpen van nalatenschappen 548 228 Ongehuwd samenwonenden 549 229 Boedelverdeling 550 Vragen 551 Casus 552

23 Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering natuurlijke personen 553 231 Faillissement 555 232 Gang van zaken bij de faillietverklaring 556 2321 Op wiens initiatief kan het faillissement worden uitgesproken? 557 2322 Vonnis 557 2323 Wie kan failliet worden verklaard? 557 233 Omvang van de failliete boedel 558 234 Invloed van het faillissement op de rechtspositie van de schuldenaar 559 2341 Wordt de wederpartij beschermd bij door de failliet onbevoegd verrichte rechtshandelingen? 560 2342 Bevoegdheid van de failliet om als procespartij op te treden 560 2343 Invloed van het faillissement op bestaande overeenkomsten 561 235 Actio Pauliana 562 236 Invloed van het faillissement op de positie van de schuldeisers 562 237 Opheffing van het faillissement 565 238 Vereenvoudigde afwikkeling 565 239 Verificatie van de vorderingen 565 2310 Het akkoord 566 2311 De uitdeling 566 2312 Surseance van betaling 567 23121 Definitieve surseance 567 23122 Rechtsgevolgen van de surseance 567 23123 Aanbieden van het akkoord 568 23124 Einde van de surseance 568 2313 Schuldsanering natuurlijke personen 568 23131 Aanvragen van de schuldsaneringsregeling 569 23132 Wat houdt het schuldsaneringsregime in? 570 23133 Enkele rechtsgevolgen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling 571 2314 Europese Insolventieverordening 571 Vragen 573 Casus 574 24 Burgerlijk procesrecht 575 241 Burgerlijk procesrecht, een inleiding 576 2411 Aard en functie van het burgerlijk procesrecht 576 2412 Vindplaats regels van het burgerlijk procesrecht 576 2413 Beginselen van het burgerlijk procesrecht 577 2414 Bevoegdheid van de burgerlijke rechter 583 2415 Rechtsmacht (internationale bevoegdheid) 583 2416 Absolute competentie 584 2417 Sectorcompetentie 584 2418 Relatieve competentie 584 242 Gang van zaken bij de gewone civiele procedure 585 2421 Begin van de procedure: de dagvaarding 585 2422 Verstek en verschijning 586 2423 Conclusie van antwoord 586 2424 Reconventionele vordering 586 2425 Comparitie na antwoord 587 2426 Pleidooien 588 2427 Bewijs 588 2428 Vonnis 592

243 Enkele bijzondere procedures 593 2431 Verzoekschriftprocedure 593 2432 Kort geding 594 2433 Arbitrage en bindend advies 595 244 Executie- en beslagrecht 596 2441 Executie en executoriale titel 597 2442 Reële executie 597 2443 Executoriaal beslag 599 2444 Conservatoir beslag 600 2445 Rechtsgevolgen van het beslag 602 2446 Indirecte dwangmiddelen: lijfsdwang en dwangsom 602 Vragen 604 Casus 605 Begrippenlijst 607 Antwoorden casus 633 Illustratieverantwoording 655 Trefwoordenregister 657

Rechtshandeling en overeenkomst 1 11 De rechtshandeling 12 Tot stand komen van rechtshandelingen 13 De nietige en de vernietigbare rechtshandeling 14 De rechtshandeling en derden 15 De overeenkomst 16 Tot stand komen van overeenkomsten 17 Uitleg en rechtsgevolgen van overeenkomsten 18 Precontractuele verhoudingen Dat de rechtshandeling in dit boek in het eerste hoofdstuk wordt behandeld, is geen toeval Van het privaatrecht is de rechtshandeling de kern Hiermee is meteen het belang van deze rechtsfiguur aangegeven Een grondig begrip van de rechtshandeling is de basis voor kennis van, en inzicht in, de belangrijkste onderdelen van het privaatrecht In paragraaf 11 zetten we aan de hand van een groot aantal voorbeelden uiteen wat een rechtshandeling is en in paragraaf 12 hoe deze tot stand komt Dit gebeurt door één of meer personen: het gaat om een menselijke handeling Hieruit vloeit voort dat er bij de totstandkoming iets mis kan zijn of mis kan gaan Er is bijvoorbeeld sprake van bedrog of van een misverstand De nietige en de vernietigbare rechtshandeling worden daarom direct na de behandeling van de totstandkomingsvereisten aan de orde gesteld in paragraaf 13 Aangezien de werking van de rechtshandeling niet beperkt hoeft te blijven tot de partij(en) zelf, zetten we in paragraaf 14 uiteen hoe en wanneer derden daarbij betrokken kunnen raken Er zijn verschillende soorten rechtshandelingen Verreweg de belangrijkste is de verbintenisscheppende overeenkomst, die we in paragraaf 15 zullen behandelen Contracten kunnen immers niet uit het daagse bestaan van particulieren, consumenten en handelspartijen worden weggedacht De overeenkomst is als rechtshandeling aan de totstandkomingsvereisten van de rechtshandeling onderworpen, maar is als gevolg van het eigen karakter tevens aan eigen regels onderworpen Bijzondere regels gelden wanneer de overeenkomst op elektronische wijze tot stand komt Deze komen in paragraaf 16 aan de orde Kennis hiervan is van belang om de rechtsgeldigheid van contracten te kunnen controleren Noordhoff Uitgevers bv 23

Partijen willen met hun overeenkomst een bepaald doel bereiken, het is hun oogmerk rechtsgevolgen in het leven te roepen Daarbij telt echter niet alleen hun (gezamenlijke) wil, het kan ook voorkomen dat de overeenkomst als gevolg van verschil van mening tussen de betrokken partijen door een objectieve derde (de rechter) moet worden uitgelegd Op welke wijze dit geschiedt, zetten we uiteen in paragraaf 17 Tot slot hoort bij kennis over de rechtshandeling in het algemeen en de overeenkomst in het bijzonder sinds een aantal jaren ook inzicht in de omstandigheden die partijen al aan elkaar kunnen binden vóór de totstandkoming van de overeenkomst De zogenoemde precontractuele verhoudingen komen in paragraaf 18 aan de orde Kennis hiervan is van wezenlijk belang bij het voeren van onderhandelingen Rechtshandeling Eenzijdig 11 De rechtshandeling Centraal in het privaatrecht staat de rechtshandeling, dat wil zeggen: de handeling die erop gericht is een bepaald rechtsgevolg in het leven te roepen De rechtshandeling moet onderscheiden worden van de handeling die niet is bedoeld om rechtsgevolgen mee te brengen en die deze ook inderdaad niet heeft Ook zijn er rechtshandelingen die niet worden verricht met het oog op de rechtsgevolgen, maar die deze in de praktijk wel hebben Bekijk voor deze drie categorieën de volgende voorbeelden Voorbeeld 11 A steekt een sigaret op B gooit een steen door de ruit van een school C maakt zijn testament D neemt ontslag als chauffeur van Q E spreekt met F af dat hij het huis van F mag bewonen tegen betaling van 500 per maand De handeling van A is puur feitelijk; zij wordt niet verricht met het oog op een bepaald rechtsgevolg noch brengt zij enig rechtsgevolg teweeg Zij is voor het recht irrelevant De handeling van B wordt evenmin verricht met het oog op een bepaald rechtsgevolg Zij brengt echter wel rechtsgevolgen mee: B is verplicht de door hem aangerichte schade te vergoeden en wel op grond van art 6:162 lid 1 Hij heeft een onrechtmatige daad gepleegd Van een rechtshandeling is echter ook hier geen sprake, zelfs niet als hij de steen zou gooien louter met het oogmerk om aansprakelijk te worden gesteld en om schadevergoeding te moeten betalen Het is de wil van de wetgever die het rechtsgevolg (schadevergoedingsplicht) in het leven roept, de wil van de handelende doet dan niet ter zake Met het maken van een testament daarentegen, wenst C te regelen wat er na zijn dood met zijn nalatenschap gebeurt en hierover heeft hij wel zeggenschap C s handeling is erop gericht rechtsgevolgen in het leven te roepen (X en Y moeten opvolgen in zijn vermogen, Z krijgt zijn boeken enzovoort) en wanneer C zich aan de voorgeschreven regels houdt, worden aan zijn handeling in overeenstemming met zijn bedoeling rechtsgevolgen toegekend Het maken van een testament is dus een rechtshandeling en wel één van het type dat men eenzijdig noemt: de 24 1 Rechtshandeling en overeenkomst Noordhoff Uitgevers bv

Meerzijdig wilsverklaring van één persoon is voldoende om de rechtshandeling tot stand te brengen De eenzijdige rechtshandeling is in dit geval ongericht, aangezien zij niet tot een bepaald persoon gericht is Dat bepaalde personen daarvan wel de gevolgen ondervinden na de dood van C, is daarvoor niet van belang; de rechtshandeling komt tot stand door de wilsverklaring van één persoon, de erflater D, in dienst bij Q, neemt ontslag Deze handeling is erop gericht de beëindiging van zijn dienstverband met Q teweeg te brengen Ook ontslag nemen (geven) is een eenzijdige rechtshandeling: voldoende voor het beoogde rechtsgevolg is de wilsverklaring van één persoon Deze eenzijdige rechtshandeling is er echter een die men gericht noemt Zij is gericht tot een ander persoon, Q, met wie D een arbeidsovereenkomst gesloten had, en om geldig te zijn moet Q van de wilsverklaring kennis hebben genomen of hebben kunnen nemen (art 3:37 lid 3) E en F beogen met hun afspraak ieder voor zich een bepaald rechtsgevolg te realiseren E verplicht zich maandelijks een bedrag aan F te betalen waartegenover hij recht krijgt op het genot van de woning, terwijl F zich verplicht deze woning ter beschikking te stellen waartegenover hij recht krijgt op de huursom Deze rechtshandeling is meerzijdig: de wilsverklaring van meer dan één persoon is noodzakelijk om de rechtshandeling tot stand te brengen Meerzijdige rechtshandelingen heten overeenkomsten Er zijn verschillende soorten overeenkomsten; de belangrijkste groep wordt gevormd door de verbintenisscheppende of obligatoire overeenkomsten De rechtshandeling E-F is zo n verbintenisscheppende overeenkomst, en wel een huurovereenkomst waaruit voor beide partijen rechten en verplichtingen voortvloeien die men verbintenissen noemt; vergelijk art 6:213; zie ook paragraaf 15 Het begrip verbintenis komt zowel voor in een enge betekenis, te weten de prestatieverplichting, als in een ruime betekenis: de vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen krachtens welke de een de schuldenaar verplicht is tot een bepaalde prestatie waartoe de ander de schuldeiser gerechtigd is Figuur 11 geeft een schematisch overzicht van de verschillende typen van rechtshandelingen Figuur 11 Onderverdeling rechtshandelingen Rechtshandeling Gericht Bijv: ontslag geven/nemen Eenzijdig: wil van één persoon doet verbintenis ontstaan Ongericht Bijv: testament maken Meerzijdig: wil van twee of meer personen doet verbintenis ontstaan Bijv: koopovereenkomst Bijv: huurovereenkomst Bijv: arbeidsovereenkomst Noordhoff Uitgevers bv 11 De rechtshandeling 25

De rechtshandeling in het algemeen is in de wet geregeld in titel 2 van Boek 3 De wet geeft geen definitie van de rechtshandeling, maar stelt vast waaraan moet zijn voldaan wil een geldige rechtshandeling tot stand komen De wet kent het onderscheid tussen meerzijdige en eenzijdige, en tussen gerichte en ongerichte rechtshandelingen Zie hiervoor art 3:32 en 3:34 lid 2 Het onderscheid is hier met name van belang voor de vraag wat de gevolgen zijn wanneer een rechtshandeling verricht wordt door onbekwamen en personen met een geestelijke stoornis Daarop wordt hierna in paragraaf 13 nader ingegaan Rechtshandelingen kunnen onder een tijdsbepaling of een voorwaarde worden verricht Zie art 3:38 Opschortende en ontbindende werking Voorbeeld 12 X belooft zijn kleinzoon Y in augustus dat hij hem als kerstcadeau een kleurenprinter zal geven Voorbeeld 13 P belooft zijn kleinzoon Q een kleurenprinter wanneer hij tot zijn 21ste verjaardag niet zal roken X uit voorbeeld 12 verricht een rechtshandeling (het schenken van een printer) onder een tijdsbepaling, dat wil zeggen: de werking van de rechtshandeling is afhankelijk van een zekere toekomstige gebeurtenis waarvan het moment van intreden in dit geval vaststaat (in het voorbeeld: 25 december) maar niet behoeft vast te staan (X belooft zijn kleinzoon Y een kleurenprinter wanneer hij, X, overlijdt) P uit voorbeeld 13 verricht een rechtshandeling (het schenken van een kleurenprinter) onder een voorwaarde, dat wil zeggen: de werking van de rechtshandeling is afhankelijk van een onzekere toekomstige gebeurtenis Q kan immers besluiten om wel te gaan roken, in welk geval hij geen aanspraak kan maken op de voorwaardelijk geschonken kleurenprinter Zowel tijdsbepaling als voorwaarde kan een opschortende en een ontbindende werking hebben Opschortend: de rechtshandeling krijgt pas werking op het moment dat de toekomstige gebeurtenis plaatsvindt, zoals in voorbeeld 12 en 13 het geval is Ontbindend: de rechtshandeling krijgt onmiddellijk werking, maar deze werking vervalt op het moment dat de toekomstige gebeurtenis plaatsvindt Zie hiervoor art 6:22 Wanneer een overeenkomst onder voorwaarde verplicht tot overdracht van een goed, vindt de levering van dat goed plaats onder dezelfde voorwaarde Ter uitvoering van de verbintenis uit deze overeenkomst wordt slechts een recht verkregen dat aan dezelfde voorwaarde als die verbintenis is onderworpen, zie art 3:84 lid 3 Voorbeeld 14 P verrast zijn kleinzoon Y op zijn 18de verjaardag met een autootje met de mededeling: Denk eraan! Tot je 21ste wordt er niet gerookt vriend! Het is de auto of de sigaret Wanneer Y een jaar later naar de sigaret grijpt, heeft deze gebeurtenis tot gevolg dat de schenkingsovereenkomst wegvalt De ontbindende voorwaarde gaat in vervulling P kan nu de auto als eigenaar van Y terugeisen Vergelijk art 3:84 lid 4 26 1 Rechtshandeling en overeenkomst Noordhoff Uitgevers bv

12 Tot stand komen van rechtshandelingen Voor het tot stand komen van een geldige rechtshandeling moet aan een aantal vereisten zijn voldaan Vereisten worden in de wet gesteld: 1 aan de persoon die de rechtshandeling verricht; 2 aan de handeling zelf Handelingsbekwaamheid 121 Vereisten gesteld aan de persoon die de rechtshandeling verricht De persoon die de rechtshandeling wil verrichten, moet aan twee voorwaarden voldoen: 1 Hij moet handelingsbekwaam zijn (art 3:32) 2 Hij moet handelingsbevoegd zijn (art 3:43) Ad 1 Handelingsbekwaamheid Handelingsbekwaamheid houdt in: de geschiktheid van een persoon om voor zichzelf rechtshandelingen tot stand te brengen Deze geschiktheid wordt door de wet in beginsel toegekend aan iedere natuurlijke persoon Met het aangaan van rechtshandelingen kunnen echter grote belangen gemoeid zijn, en het is duidelijk dat niet ieder mens op ieder moment in zijn leven even goed in staat is zijn belangen op de juiste wijze te behartigen Het is de taak van de overheid om deze mensen tegen zichzelf in bescherming te nemen, vandaar dat de wet zichzelf de bevoegdheid toekent vast te stellen dat bepaalde (groepen van) personen onbekwaam zijn om rechtshandelingen te verrichten Vergelijk art 3:32 lid 1 Onbekwaam onder de huidige wetgeving kunnen zijn: minderjarigen; zie art 1:234; onder curatele gestelden; zie art 1:381 lid 2 Minderjarigen (zij die de ouderdom van achttien jaren niet hebben bereikt en niet gehuwd of geregistreerd zijn of gehuwd of geregistreerd zijn geweest) en curandi (zie voor de gronden die tot curatele kunnen leiden art 1:378) hebben een wettelijk vertegenwoordiger die op grond van deze hoedanigheid namens hen rechtshandelingen kan verrichten, maar ook toestemming kan geven tot het zelf verrichten van bepaalde rechtshandelingen Wanneer minderjarigen of onder curatele gestelden zonder toestemming rechtshandelingen verrichten, hangt het van het type rechtshandeling af wat daarvan de gevolgen zijn Meerzijdige rechtshandelingen verricht door een handelingsonbekwame zijn vernietigbaar, evenals een eenzijdig gerichte rechtshandeling zoals het nemen van ontslag Een rechtshandeling van een handelingsonbekwame die niet tot een of meer bepaalde personen gericht is, is nietig, zie art 3:32 lid 2 Voorbeeld 15 A, een jongen van 14 jaar, verkoopt zijn Rolex-horloge Dit is een meerzijdige rechtshandeling die op grond van art 3:32 lid 2 vernietigd kan (let wel, niet: moet) worden door zijn wettelijk vertegenwoordiger Voorbeeld 16 B, een meerderjarige die onder curatele is gesteld wegens een geestelijke stoornis, maakt een testament Dit is een eenzijdige ongerichte rechtshandeling die op grond van art 3:32 lid 2 nietig is Noordhoff Uitgevers bv 12 Tot stand komen van rechtshandelingen 27

Voorbeeld 17 C, een meerderjarige die wegens verkwisting onder curatele is gesteld, zegt de huur van zijn kamer op Dit is een eenzijdige rechtshandeling die op grond van art 3:32 lid 2 vernietigbaar is Bekwaamheid betreft de geschiktheid van een persoon in het algemeen Minderjarigen en curandi kunnen als regel geen onaantastbare rechtshandelingen verrichten; slechts in bepaalde uitzonderingsgevallen kunnen zij dat wel Dit is anders voor de eveneens voor een rechtshandeling vereiste handelingsbevoegdheid Handelingsbevoegdheid Ad 2 Handelingsbevoegdheid Handelingsbevoegdheid houdt in: de geschiktheid van een persoon om een bepaalde rechtshandeling te verrichten Iemand die in het algemeen bekwaam is rechtshandelingen aan te gaan (een geestelijk gezonde meerderjarige), kan in een bijzonder geval op grond van een wettelijke bepaling onbevoegd zijn deze ene rechtshandeling te verrichten Zie hiervoor met name art 3:43 Hier worden groepen van personen aangewezen die onbevoegd zijn met betrekking tot bepaalde rechtshandelingen Het gaat in dit geval steeds om personen die door hun bijzondere positie in staat zouden zijn zichzelf voordelen te verschaffen Om (schijn van) misbruik te voorkomen, bepaalt de wet dat zij bepaalde rechtshandelingen niet kunnen verrichten Handelingen in strijd met de bepaling verricht, zijn namelijk nietig en verplichten de onbevoegde tot schadevergoeding Wilsverklaring Voorbeeld 18 Een rechter, werkzaam in de rechtbank Maastricht, kan geen geldige koopovereenkomst sluiten met de eigenaar van een huis in Ulestraten, die met zijn buurman procedeert ter zake van de grenslijn tussen beider percelen Vergelijk art 3:43 lid 1 sub a Ook kan een deurwaarder niet overgaan tot aankoop van de piano die door hem na beslag gelegd door een schuldeiser van de eigenaar in het openbaar wordt verkocht Vergelijk art 3:43 lid 1 sub b 122 Vereisten gesteld aan de handeling Wil men een boot kopen, een kamer huren, een voetbalvereniging oprichten of een rekening openen bij een bank, dan komt men niet ver wanneer het bij willen blijft Deze wil moet kenbaar worden gemaakt alvorens er van een rechtshandeling sprake kan zijn: alvorens de koop gesloten wordt, de huurovereenkomst tot stand komt, de voetbalvereniging ontstaat enzovoort Een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard is dan ook het eerste vereiste dat door de wet wordt gesteld aan de handeling die erop gericht is rechtsgevolgen in het leven te roepen Zie art 3:33 Dit geldt zowel voor eenzijdige als voor meerzijdige rechtshandelingen, met dien verstande dat in geval van een meerzijdige rechtshandeling sprake moet zijn van twee (of meer) op elkaar aansluitende wilsverklaringen Voorbeeld 19 A wil een testament maken Hij verklaart deze wil door middel van een notariële akte 28 1 Rechtshandeling en overeenkomst Noordhoff Uitgevers bv

Er is een geldige eenzijdige rechtshandeling verricht indien A bekwaam is om een testament te maken (zie art 3:32) Voorbeeld 110 X wil een schilderij kopen Hij gaat naar galerie Y en komt onder de indruk van een werk van Herman Brood Y noemt de prijs en X schrijft ogenblikkelijk een cheque uit Y verklaart door het noemen van de prijs zijn wil om het schilderij te verkopen X verklaart zijn wil om dit schilderij te kopen door het schrijven van een cheque ter grootte van het gevraagde bedrag Er is sprake van twee wilsverklaringen die op elkaar aansluiten De rechtshandeling komt, indien aan de overige voorwaarden is voldaan, geldig tot stand Wilsverklaring en vorm De wilsverklaring is in beginsel niet aan enige vorm gebonden Een boot kan worden gekocht door middel van een mondelinge aanvaarding van een aanbod, maar ook per brief of telegram Zie art 3:37 lid 1 Soms schrijft de wet echter voor een bepaalde handeling een bepaalde vorm voor Huwelijkse voorwaarden moeten bij notariële akte worden aangegaan (art 1:115), een concurrentiebeding moet schriftelijk worden overeengekomen (art 7:653) In deze gevallen is de rechtshandeling op straffe van nietigheid aan de voorgeschreven vorm gebonden Zie art 3:39 Aan de handeling die erop gericht is rechtsgevolgen in het leven te roepen, stelt de wet dus twee voorwaarden Zij moet: 1 berusten op een verklaarde wil van de handelende persoon; 2 indien de wet dit voorschrijft, zijn verricht in de voorgeschreven vorm Om werking te hebben, moet de wilsverklaring de persoon tot wie zij is gericht, ook bereiken Ook daaraan stelt de wet eisen (art 3:37 lid 3) Voorbeeld 111 A wil zijn huis verkopen voor 330000 Hij zet een bord Te Koop in zijn tuin Als B naar de prijs informeert, vergist A zich en vraagt 300000 B aanvaardt het aanbod Voorbeeld 112 C is wegens een zware depressie opgenomen in een psychiatrische inrichting Tijdens weekendverlof verkoopt hij, zonder enig afwijkend gedrag te vertonen en voor een uitstekende prijs, zijn geliefde Bugatti uit 1937 Bij A uit voorbeeld 111 ontbreekt de wil om de overeenkomst te sluiten, inhoudende de verkoop van zijn huis voor de prijs van 300000 A heeft anders gewild dan hij heeft verklaard; aan art 3:33 is niet voldaan C uit voorbeeld 112 heeft verklaard, maar heeft juridisch gezien niet gewild Hij handelde onder invloed van een geestelijke stoornis die hem belette zijn wil in vrijheid te bepalen Ook hier is niet voldaan aan art 3:33 Is, dientengevolge, in deze beide gevallen geen geldige rechtshandeling tot stand gekomen? Het handelsverkeer zou er groot nadeel van ondervinden wanneer in alle gevallen waarin wil en verklaring elkaar niet dekken, besloten moest worden dat er geen geldige rechtshandeling tot stand kon komen Vandaar Noordhoff Uitgevers bv 12 Tot stand komen van rechtshandelingen 29

dat art 3:33, dat overeenstemming van wil en verklaring vooronderstelt, een hoofdregel formuleert die nader wordt genuanceerd in art 3:35 Met betrekking tot de totstandkoming van rechtshandelingen is in de wet gekozen voor een dubbele grondslag: 1 Stemmen wil en verklaring overeen (het normale geval), dan komt de rechtshandeling tot stand op de grondslag van de verklaarde wil: vergelijk art 3:33 2 Lopen wil en verklaring uiteen, dan kan niettemin een geldige rechtshandeling tot stand komen en wel op de grondslag van het opgewekte vertrouwen; zie art 3:35, dat luidt: Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil Vertrouwensbeginsel Wanneer de wederpartij van degene wiens wil niet met zijn verklaring overeenstemt, er onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze op vertrouwen mocht dat de verklaarde wil de werkelijke wil weergaf, is de verklarende partij ondanks zijn niet-willen en dus ondanks art 3:33 aan zijn verklaring gebonden We noemen dit het vertrouwensbeginsel Met betrekking tot voorbeeld 111 houdt dit in dat A, op grond van het bij B gewekte vertrouwen, zijn huis voor 300000 moet overdragen Er is op grond van art 3:35 een geldige overeenkomst tot stand gekomen Ook C uit voorbeeld 112 is gebonden aan de gesloten overeenkomst De koper van de Bugatti mocht erop vertrouwen dat C s verklaring in overeenstemming was met zijn werkelijke wil C gedroeg zich geheel normaal en vroeg een gangbare prijs voor de auto Ook hier is op grond van art 3:35 sprake van een geldig tot stand gekomen rechtshandeling De regel van art 3:35 is in het belang van het handelsverkeer De chaos zou niet te overzien zijn wanneer een partij, steeds wanneer zijn verklaring op voor de wederpartij niet kenbare wijze afwijkt van wat hij heeft gewild, een beroep zou kunnen doen op deze afwezigheid van wil, en de rechtshandeling als gevolg daarvan ongeldig zou blijken te zijn De regel van art 3:35 is tevens billijk ten opzichte van de handelende partijen Iemand die anders verklaart dan hij wil, hoort het risico te dragen dat de wederpartij, die vertrouwde op de opgewekte schijn, hem aan die verklaring houden wil Anderzijds is duidelijk dat aan de goede trouw van de wederpartij strenge eisen moeten worden gesteld In het kader van art 3:35 speelt art 3:11 een belangrijke rol Voorbeeld 113 A wil zijn huis verkopen voor 330000 B informeert naar de prijs A stuurt een brief waarin hij, als gevolg van een tikfout, een bedrag van 133000 vermeldt B laat weten dat hij akkoord gaat B moet begrijpen dat het om een tikfout gaat; het is uitgesloten dat A dit huis voor dit geld kwijt wil Onder de omstandigheden mag hij aan de verklaring van A redelijkerwijze niet de betekenis van een reëel aanbod toekennen Ondanks zijn acceptatie is er geen overeenkomst tot stand gekomen aangezien aan art 3:33 noch aan art 3:35 is voldaan Art 3:11 brengt hier mee dat B bij A informeert of er een fout is gemaakt 30 1 Rechtshandeling en overeenkomst Noordhoff Uitgevers bv

Voorbeeld 114 C, een psychiatrisch patiënt, verkoopt tijdens een weekendverlof onder een vloed van tranen zijn Bugatti voor een normale prijs aan D Hij vertelt dat ze hem dwingen zijn baby te verkopen D zegt dat het allemaal wel los zal lopen en koopt de auto Ook D kan zich niet beroepen op art 3:35 Het merkwaardige gedrag van C bood hem geen basis om te vertrouwen dat C s verklaring overeenstemde met zijn wil Toch bestaat de mogelijkheid dat D van de Bugatti eigenaar wordt Wanneer wil en verklaring van elkaar afwijken als gevolg van een geestelijke stoornis, treedt namelijk de speciale regel van art 3:34 lid 2 in werking Dit is een regel die het heldere systeem van de dubbele grondslag, zoals dat is vastgelegd in art 3:34 en 3:35, op fundamentele wijze doorkruist Wanneer iemand een rechtshandeling verricht onder invloed van een geestelijke stoornis en er is sprake van een situatie waarin bij de wederpartij een rood lichtje moet gaan branden (art 3:35 is dus niet van toepassing), dan is de rechtshandeling in kwestie vernietigbaar Een eenzijdige rechtshandeling die niet tot een of meer bepaalde personen gericht was, wordt door het ontbreken van de wil echter nietig Met betrekking tot voorbeeld 114 betekent dit dat de rechtshandeling C-D in beginsel rechtsgeldig is D kan zich niet op art 3:35 beroepen, en niets belet C om de koopovereenkomst in stand te laten Het is immers mogelijk dat hij, ondanks zijn geestelijke toestand, de auto toch wilde verkopen Was dat echter niet het geval, en handelde hij onder invloed van de stoornis, dan staat hem een beroep open op de speciale regel van art 3:34 lid 2 Hij kan, zich beroepend op zijn geestelijke stoornis, de overeenkomst vernietigen, waarvoor hij het nodige bewijs moet bijbrengen (vergelijk voorbeeld 115 en 117), maar hij kan deze ook in stand laten (Zie voor de vernietigbare rechtshandeling verder subparagraaf 132) Voorbeeld 115 X wordt verpleegd in een psychiatrische inrichting Tijdens een proefverlof verkoopt hij een verzameling zilveren guldens aan zijn buurman Y Een maand later is de collectie door een plotselinge stijging van de zilverprijs bijna het dubbele waard Onvoorzienbaar nadeel De overeenkomst X-Y is geldig; zij kan door X worden vernietigd wanneer zij tot stand kwam onder invloed van zijn geestelijke stoornis Dit moet door X worden bewezen Zie art 3:34 lid 1 X moet bewijzen: a de stoornis zelf en b causaal verband tussen de stoornis en de wilsverklaring Dit verband is aanwezig wanneer de stoornis een redelijke waardering van zijn belangen belette ofwel wanneer de verklaring onder invloed van de stoornis gedaan werd Dit laatste wordt vermoed zo te zijn, wanneer de rechtshandeling voor de gestoorde nadelig was, tenzij dit nadeel op het tijdstip van de rechtshandeling redelijkerwijze niet was te voorzien Het nadeel dat X in dit geval door de verkoop lijdt een maand later is de collectie in waarde verdubbeld valt daar niet onder: dit nadeel was op het tijdstip van de verkoop redelijkerwijze niet te voorzien; zie lid 1 laatste zinsnede Betekent dit nu ook dat X hoe dan ook aan de koop gehouden kan worden? Nee In gevallen van onvoorzienbaar nadeel blijven voor de gestoorde de overige mogelijkheden om te vernietigen vanzelfsprekend Noordhoff Uitgevers bv 12 Tot stand komen van rechtshandelingen 31