Klimaatbeleidsplan gemeente Coevorden 2009 en verder & Uitvoeringsprogramma 2009 2012



Vergelijkbare documenten
Energieakkoord Noord-Nederland

PostbusDVS - Brief PS over energieakkoord Rijk en Noord-Nederland.doc Pagina 1

Duurzame ontwikkeling:

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 15 april 2009 ALDUS BESLOTEN 23 APRIL Klimaatplan Doetinchem

Notitie energiebesparing en duurzame energie

VNG Raadsledencampagne

Energieakkoord voor duurzame groei

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

DUURZAAMHEID, KLIMAATVISIE EN REGIONALE ENERGIE STRATEGIE. Bijeenkomst gemeenteraad 5 februari 2019

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid Vaals

Helmonds Energieconvenant

Pagina 2 van 5. Financiële toelichting Lasten / baten Dekking in. Plan van aanpak Groene Energie in de Schappen

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/18

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Deelname van gemeente Heusden aan landelijke Stimuleringsregeling voor lokale Klimaatinitiatieven (SloK)

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

ENERGIEAKKOORD. Gevolgen, verplichtingen en kansen THOMAS KOKSHOORN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie. Regio West Friesland

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal

Energievisie Borne 22 september Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC.

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

Presentatie Duurzame Energie. Podiumbijeenkomst 17 maart

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

Raadsvoorstel. Voorloper. Startnotitie Duurzaam Druten. Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018

ROUTEKAART DUURZAAM OSS

Uitvoeringsmaatregelen Hier zijn als beeldvorming de richtingen aangegeven waar het college verder inhoud aan te geven.

s-gravenhage 27 November 2012 Activiteit: OPRICHTEN BUURTENERGIEBEDRIJF IN DE STATIONSBUURT Aanvraag subsidieverlening Planontwikkeling 1

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

tot eind LED verlichting bij vervanging - inzet slimme verlichtingsconcepten

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Werkdocument. Verklaringen diverse partijen mbt startmotor

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem

Onderwerp: Kaders voor windenergie

UITVOERINGSPROGRAMMA

Regionale Energie Strategie

Maatschappelijk Verantwoord Inkopen

Koninklijk Instituut Van Ingenieurs

gemeente Bunnik INFORMATIENOTA De gemeenteraad Het college van burgemeester en wethouders Datum: 7 maart 2017

Paragraaf duurzaamheid

De voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid

Energieakkoord: Wij zijn aan zet!

Beknopte beleidsnotitie voor zonne-energie gemeente Leeuwarderadeel Versie : ontwerp Datum : 1 februari 2016

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Datum: Adviserend. 24 januari Feb/mrt 30 januari

Regionale uitvoeringagenda.duurzame energie Achterhoek 2016

Regionale Energie Strategie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Een 10 puntenplan gemeenten die echt iets aan het klimaatprobleem willen doen

Er zijn meerdere Green Deals afgesloten, waarvan we er een aantal in het oog springende nader willen benoemen.

Kenniscentrum InfoMil Energie

TER KENNISNAME. Onderwerp : Klimaatbeleid (energiebeleid) de commissie grondgebiedzaken

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

1 van :03

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

CPB doorrekening verkiezingsprogrammaʼs: Duurzaamheid"

Energieakkoord voor duurzame groei. Juli 2014 WERK IN UITVOERING. Ed Nijpels. Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen?

De opkomst van all-electric woningen

Innovatienetwerk Nieuwe Energie Systemen (INES) Kies voor slimme technologie en bespaar energie

Riedsútstel. Underwerp Duurzaamheidsbeleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Oosterhout Nieuwe Energie Voorbereiding oprichting coöperatie

Beleidskader windenergie

Gebouwde Omgeving. Joop oude Lohuis, Leonie Jansen, Annemie Loozen

Verduurzaming bestaande gebouwde omgeving

dorpsinformatie avond Haarle Energieneutraal

Almere. Uitkomsten van de zoektocht naar dé klimaatneutrale gemeente in Flevoland 2015

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

gemeente Eindhoven Uitleg bij de indicatoren behorende bij de einddoelen van het programma Duurzaamheid

Het Lokaal Duurzaam Energiediensten Bedrijf

Startnotitie samenwerking Land van Cuijk gemeenten op het gebied van energie, klimaat & duurzaamheid

vrijdag 19 oktober 2018

Naar een klimaatneutrale sportvereniging

Concept Raadsvoorstel

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Provinciale Staten van Overijssel

Raadscommissievoorstel

helpende hand Groningse gemeenten :SLIM Ondersteuningsprogramma gemeenten

Energietransitie. 13 april 2018

Evaluatie Uitvoeringsprogramma versie: 29-jan Doelen Doelstelling bereikt? reductie

Flevoland maakt werk van duurzame energie

Samen werken aan een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente

Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld

Onderverdeeld naar sector bedraagt het energieverbruik procentueel: 32% 18%

Regionale Energiestrategie Fruitdelta Rivierenland. Raadsinformatiebijeenkomst 4 juli 2018

~1:t...~ Gemeente. ill. ~~/~Emmen ~ Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: I Energienota jaar. stuknr. Raad

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Klimaatakkoord Rijk en UvW

Meer met Minder. Duurzame Energie en Energiebesparing. Van Europa moet het. De Nederlandse overheid wil het. UNETO-VNI = ondernemersorganisatie

Onderwerp Raadsinformatiebrief Regionale Energiestrategie (RES) Metropoolregio Eindhoven

Energieprestatie. Energieprestatie van gebouwen en de rol van de installatiesector. Kees Arkesteijn (ISSO)

Transcriptie:

Klimaatbeleidsplan gemeente Coevorden 2009 en verder & Uitvoeringsprogramma 2009 2012 definitief mei 2009

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Kaderbepaling 3 3. Uitwerking Energieakkoord Noord Nederland 5 4. Klimaatbeleid gemeente Coevorden 2009 en verder 9 5. Borging en monitoring klimaatbeleid 15 6. Planning, uren, financiën 17 7. Uitvoeringsprogramma 2009-2012 23 Bijlagen en achtergronddocumenten 2

1. Inleiding Klimaatverandering is tegenwoordig overal aan de orde van de dag. Wereldwijd worden afspraken gemaakt om broeikasgassen te verminderen, opdat de aarde ook voor generaties na ons nog leefbaar is. Op mondiaal, nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau wordt beleid ontwikkeld om de gevolgen van het broeikaseffect voor de toekomst zoveel mogelijk te verminderen. Het Klimaatbeleidsplan 2003-2006 van de gemeente Coevorden is redelijk succesvol uitgevoerd, maar er moet nog flink wat werk verricht worden om aan de op hoger niveau gewenste doelstellingen met betrekking tot de terugdringing van het broeikaseffect te kunnen voldoen. Hiermee is tijd en geld gemoeid. In het Bestuursprogramma 2006-2010 is aangekondigd dat het college met voorstellen zal komen om, als vervolg op het Klimaatbeleidsplan 2003-2006, een nieuw Klimaatbeleidsplan op te stellen. Ten behoeve van de uitvoering van het in dit plan beschreven gemeentelijk klimaatbeleid willen we een aanvraag indienen voor SLOK 1 -subsidie bij het Rijk. De SLOK-subsidieregeling ondersteunt de door het rijk met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gesloten Klimaatakkoord 2007-2011. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de uitvoeringskosten. Voor de gemeente Coevorden is dit maximaal 174.380 als er gekozen wordt voor een basispakket of maximaal 231.356 als er gekozen wordt voor een pluspakket. Uitgangspunt is dat de projecten uit het Klimaatbeleidsplan zoveel mogelijk met behulp van bestaande middelen en reguliere uren uitgevoerd worden. Dit uitgangspunt geeft gelijk enige beperking in ambitieniveau. De kaders van het klimaatbeleid zijn vastgelegd in verschillende documenten, die als bijlage zijn bijgevoegd. 2. Kaderbepaling Om recht te doen aan de kaderstellende rol van de gemeenteraad heeft het college in de commissie Wonen en Leefomgeving van 23 februari 2009 een presentatie gehouden over de koers van het gemeentelijk klimaatbeleid. Daarbij is aangegeven dat het college wil inzetten op het realiseren van de doelen zoals die zijn gesteld in het Energieakkoord Noord-Nederland, dat door bijna alle noordelijke gemeenten (waaronder Coevorden), de vier noordelijke provincies, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland en het rijk in 2008 is ondertekend. Dit Akkoord tussen het Noorden en het rijk heeft als belangrijkste doelen: het leveren van een stevige bijdrage aan het oplossen van het klimaatprobleem en het behouden, versterken en uitbouwen 1 Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven, een vervolg op de BANS-subsidieregeling 3

van de energiebedrijvigheid in Noord-Nederland. Coevorden wil op lokaal niveau actief meewerken aan de verwezenlijking van deze doelen. Partijen hebben in dit Akkoord aangegeven zich in te spannen opdat: a. De CO2-emissie in 2020 met 30% is verminderd ten opzichte van 1990. b. De energie-efficiency wordt verhoogd tot 2% per jaar (is nu 1%). c. Het aandeel hernieuwbare energiebronnen wordt verhoogd tot 20% in 2020. Daarbij wordt ingezet op de volgende vijf strategische thema's: 1. Energiebesparing in de gebouwde omgeving, glastuinbouw en industrie. 2. Duurzame energie. 3. Biotransportbrandstoffen en duurzame mobiliteit. 4. Schoonfossiele energie: het voorbereiden voor en eventuele realisatie van CO2-opslag. 5. Kennis en innovatie. De raadscommissie is gevraagd mee te denken over de inhoud van het gemeentelijk klimaatbeleid voor 2009 en verder. Daarbij zijn de volgende aandachtspunten aangedragen: - Aandacht voor voorlichting/educatie van de burgers over energiebesparing, energielabels en duurzame energie. - Voor een groot deel kunnen maatregelen aan de markt worden over gelaten; pioniersschap van de gemeente en marktwerking kan echter samen gaan waarbij je in gezamenlijkheid goede voorbeelden en resultaten kunt laten zien. - Mogelijk kunnen keuzes met betrekking tot duurzaamheid in relatie tot de economische crisis worden gemaakt. - Mogelijkheid windmolens langs het Schoonebekerdiep. - Mobiliteitsbeleid heeft ook relatie met klimaatbeleid. - Er liggen kansen voor energiebesparing bij de sporthallen in de gemeente, maar ook nog bij bijvoorbeeld supermarkten (afdekking van koel- en vriesvakken). - Stel vooral realistische doelen. Het concept Klimaatbeleidsplan is besproken in de commissie Wonen en Leefomgeving van 18 mei 2009. Daarbij zijn (o.a.) de volgende aandachtpunten aangedragen: - Gedragsverandering is een belangrijk punt van aandacht. - Ook aandacht besteden aan energiebesparing in bestaande woningen en woningen van corporaties. - Biomassa clusteren, geen grote industrieën op het platteland. - Meer aandacht voor zonne-energie bijvoorbeeld op de NAVO-hallen of andere grote daken. - Windenergie zoveel mogelijk clusteren - Duidelijk aangegeven wanneer, door wie en hoe e.e.a. uitgevoerd wordt. Deze aandachtpunten zijn meegenomen in dit Klimaatbeleidsplan 2009 en verder en het daarbij behorende Uitvoeringsprogramma 2009-2012. 4

3. Uitwerking Energieakkoord Noord-Nederland Vanwege de keuze voor aansluiting bij de doelen van het Energieakkoord worden in dit hoofdstuk de vijf in het Energieakkoord Noord-Nederland genoemde strategische thema s weergegeven. Voor de volledigheid worden ook de onderdelen beschreven, die niet direct van toepassing zijn op de gemeente Coevorden. In hoofdstuk 4 volgen de speerpunten van het gemeentelijke klimaatbeleid. 1. Energiebesparing in de gebouwde omgeving, glastuinbouw en industrie Een verbeterde energieprestatie voor alle gebouwen binnen de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. Het streven is om dit te doen door in samenwerking met gemeenten, woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars de EPC 2 -norm voor nieuwbouwwoningen (in huidig Bouwbesluit 0,8) per 2008 aan te scherpen tot 0,5 en per 2011 tot 0,3, alsmede een overeenkomstige aanscherping van de EPC-norm voor utiliteitsbouw. Voor nieuwe wijken met minimaal 500 woningen geldt aanvullend dat de EPL groter of gelijk aan 8.0 moet zijn. Uitgangspunt is om hierbij gebruik te maken van het Experimenteerartikel duurzaam bouwen (artikel 7a) van de Woningwet. Daarnaast is het streven om in samenwerking met gemeenten, woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars tot afspraken te komen om bij herstructurerings- en renovatieprojecten de energie-index van de woning met minimaal twee stappen te verbeteren en de aanwezigheid van energielabels te stimuleren. Toepassing van HRe-ketels in 5 à 10 duizend woningen in Noord-Nederland en ontwikkeling van het SPS (Smart Power Systems concept) tot een commercieel inzetbaar aansturingssysteem voor decentrale energieopwekkers. Programmatische benadering van alle geledingen van de gebouwde omgeving, gebruik makend van innovatieve (financierings-)concepten, evenals verdere uitrol van Wonen++ en cv-optimalisatie in Noord-Nederland. Toepassing van innovatieve energieopties bij enkele honderden ha glastuinbouw in Fryslân (nabij Sexbierum), Drenthe (Rundedal bij Emmen) en Noord-Holland (Agriport A7). Bevordering van ketenefficiency in de industrie, bijvoorbeeld door het gebruik van restwarmte en reststromen in Chemiepark Delfzijl, Europark Coevorden-Emlichheim en Emmtec Industry & Business Park te Emmen. 2 Energieprestatiecoëfficiënt 5

2. Duurzame energie Biomassa: - Het faciliteren van clusters van middelgrote biomassacentrales in de Eemshaven, Zuidoost- Drenthe, Fryslân en Noord-Holland Noord van in totaal 300-400 MW. - Het faciliteren van clusters van groen gasproductielocaties, zowel grootschalig (Groningen, Wijster) als kleinschalig (waaronder Leeuwarden, Heerenveen, Zwiggelte, Westerkwartier, Koudum, Wieringermeer) van in totaal 50-100 miljoen m3 groen gas. - Het faciliteren van de opbouw van hoogefficiënte gebruiksnetwerken van groen gas met onderzoek naar gecombineerd gebruik van bestaande transportnetwerken voor verschillende energiedragers op diverse locaties in Noord-Nederland. Windenergie: Noord-Nederland is bereid een aanzienlijk deel van de ambities voor de uitbreiding van het windenergievermogen on- en offshore uit Schoon en Zuinig 3 (2000 MW respectievelijk 450 MW) voor hun rekening te nemen, waarbij het accent ligt op de provincies Groningen en Noord-Holland. Voor wind op land bekijkt Noord-Nederland actief de mogelijkheden in de eigen regio, welke kunnen worden meegenomen in de Landelijke Uitwerking Windenergie. Geothermie: Winning van diepe aardwarmte (o.a. Assen, Zuidoost Drenthe en mogelijk Noordwest Fryslân). Warmte- en koudeopslag: Stimuleren van de uitbreiding van het aantal systemen in de woning- en glastuinbouw. Zonne-energie: Het realiseren van innovaties in productietechniek (o.a. gebruik van nieuwe materialen) en toepassing. Met name decentrale niet-netgebonden toepassingen waaronder vaar- en voertuigen. 3. Biotransportbrandstoffen en duurzame mobiliteit Biotransportbrandstoffen: - Faciliteren van clusters van biodieselproductie-installaties zoals in Emmen (Sunoil Biodiesel), Eemshaven (Biovalue), Heerenveen, Oosterwolde en Harlingen van in totaal tenminste 655 miljoen liter. - Faciliteren van clusters van ethanolproductie-installaties in Groningen (Grand Rapids/Cosun) en Wijster (Greennco) van in totaal 300 miljoen liter. - Andere initiatieven zoals BMCN in Delfzijl (biomethanol 500 miljoen liter, uitbreiding in de komende jaren tot maximaal 2 miljard liter), en projecten rondom de productie van biogas uit reststoffen, injectie in het gasnet en rijden op biogas. 3 In het werkprogramma Schoon en Zuinig beschrijft het kabinet de ambities voor Nederland. 6

Duurzame mobiliteit: De ambitie om in 2015 in Noord-Nederland 100.000 voertuigen op alternatieve brandstoffen of elektrische aandrijving te laten rijden, inclusief de ontwikkeling van de bijbehorende tankinfrastructuur. Een deel hiervan zal reeds in 2011 zijn gerealiseerd. 4. Schoonfossiele energie Voorbereidingen voor en eventuele realisatie van CO2-opslag en het faciliteren van innovaties op dat terrein onder meer bij: 50 MW ZEPP-centrale te Drachten en mogelijke vervolgprojecten gebruikmakend van het ZEPPconcept en de leerervaringen te benutten voor andere projecten. Het faciliteren en het geschikt maken van de 1200 MW NUON Magnum-centrale voor CO2-opslag en realisatie van opslag vanaf 2013/14. Het faciliteren en het geschikt maken van de 1600 MW RWE energiecentrale voor CO2-opslag en realisatie van opslag vanaf 2013/14. Het faciliteren van de andere initiatieven met betrekking tot CO2-afvang, -transport en (seizoens)opslag in Noord-Nederland, bijvoorbeeld in aquifers, gasvelden, zoutcavernes en zoals ondermeer in de Stromenstudie Zuid-Oost Drenthe wordt onderzocht. Het onderzoeken van mogelijkheden om CO2 nuttig te hergebruiken in de industrie (bijv. Chemiepark Delfzijl) en de glastuinbouw. 5. Kennis en innovatie Naast de reeds gerealiseerde kennis- en innovatietrajecten kiest Noord-Nederland voor de volgende aanpak op de strategische energiethema s: Oprichting van kennis- en innovatiecentra die primair inspelen op regionale kansen en behoeften en die de potentie in zich dragen om uit te groeien tot centra van (inter)nationale betekenis. Samenwerking tussen bedrijfsleven en bestaande onderwijs- en kennisinstellingen staat hierbij voorop. Voorbeelden van initiatieven (die in voorbereiding) zijn: - GrASp - Gas research And Sustainability programme, een multidisciplinair programma dat zich op de volledige gasketen richt en de sterkten van Noord-Nederland op dit terrein bundelt. - INES - Innovatiecentrum voor duurzame EnergieSystemen, een samenwerking tussen Gasunie, Hanzehogeschool en TNO waarbij de koppeling tussen gas- en elektriciteitsystemen als basis voor de inpassing van duurzame energie leidend thema is. Uitbreiding met andere partners (ECN, KEMA etc) is voorzien. - Katalysatorcentrum Duurzame Mobiliteit, dat zich richt op de toepassing (voertuigen, tankinfrastructuur, etc.) van biotransportbrandstoffen. - ETP - Energietransitieparken, toegepaste technologiecentra die nauw aansluiten bij energie- en industriële activiteiten en die zich op de inzet van biomassa en andere reststromen richten voor de productie van elektriciteit, transportbrandstoffen, warmte, gas en grondstoffen. Mogelijke locaties zijn Delfzijl/Eemshaven, Emmen, Harlingen en Agriport/A7. - Bioerefinery Development Centre door o.a. ECN, WUR, RUG, Avebe, VNP, Cosun e.a., gericht op technologieontwikkeling voor het beter benutten van nevenstromen. 7

- FRYSEPS - Frysian Solar Energy Products & Services, een onder het Cartesius Instituut opgericht samenwerkingsverband tussen o.a. TU Delft en Noord-Nederlandse bedrijven gericht op innovatieve (productie en) toepassingen van foto-elektrische zonne-energie. - De door Carbohydrate Competence Centre ontwikkelde productinnovatie met koolhydraten als basis. - Toepassing van de door LOFAR ontwikkelde sensortechnologie in o.a. energie- en watergerelateerde onderwerpen. Ontwikkeling van ondersteunende diensten en producten om nieuwe kennis en innovaties te faciliteren. Daarbij valt te denken aan: - Oprichting van een Energy Valoriser met als doel de omzetting van nieuwe kennis en innovaties in concrete producten en diensten te begeleiden en te versnellen. Hieronder vallen professionele begeleiding van starters (businessplannen), huisvesting en financiering. - Oprichting van clusters van bedrijven (met name MKB) en potentiële gebruikers zoals regionale en lokale overheden die als launching customer kunnen optreden. Een voorbeeld is een cluster van gemeenten, woningbouwcorporaties en bouw- en installatiebedrijven om op uitgebreide schaal bij bestaande en nieuwe woningen (combinaties van) innovatieve toepassingen en slimme aansturing te realiseren. Een ander voorbeeld is de inrichting van complete ketens van productie tot en met eindgebruik van groen gas voor mobiliteit en voor de gebouwde omgeving. - Ondersteuning bij de ontwikkeling van nieuwe product-marktcombinaties door de hele keten heen om innovaties in kansrijke markten te laten landen. Voorbeelden hiervan liggen in de combinatie energie en ICT en toepassing van zonne-energieconcepten (bijvoorbeeld in de jachtenbouw). - Kennisoverdracht en voorlichting voor met name MKB en burgers, om hen kennis te laten nemen van nieuwe duurzame ontwikkelingen. 8

4. Klimaatbeleid gemeente Coevorden voor 2009 en verder De speerpunten van het klimaatbeleid voor de gemeente Coevorden voor de periode 2009 en verder zijn, zoals hiervoor aangegeven, afgeleid van de inhoud van het Energieakkoord Noord-Nederland. Bij de weergave van de gemeentelijke speerpunten is dezelfde thema-indeling gevolgd als in het vorige hoofdstuk. Per thema wordt verwezen naar de projecten waarin het thema wordt uitgewerkt. Projecten die bij meerdere thema s horen, worden hierbij vaker genoemd. Alle projecten zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma 2009-2012. Indien nodig worden de afzonderlijke projecten te zijner tijd nog voorgelegd aan B&W en eventueel de raad. 1. Energiebesparing in de gebouwde omgeving, glastuinbouw en industrie: a. Met ingang van 1 juli 2010 gelden voor Noord-Nederland strengere energie-eisen (EPC) voor nieuwbouwwoningen dan in de rest van Nederland. Bouwaanvragen voor nieuwbouw in Coevorden zullen dan verplicht aan deze strengere norm moeten voldoen. Vooruitlopend daarop willen we toekomstige bouwers in de wijk Ossehaar fase B in Coevorden door middel van een stimuleringsregeling duurzaam bouwen verleiden energiezuiniger te bouwen dan wettelijk verplicht is. b. De gemeente Coevorden wil door middel van voorbeeldwoningen aan toekomstige bouwers laten zien, dat energiezuinig bouwen in alle opzichten voordelen biedt. De eerste voorbeeldwoningen zullen medio 2009 in de wijk Ossehaar worden gebouwd. Deze woningen zijn energie(nota)- neutraal. c. De gemeente Coevorden wil prestatieafspraken maken met de woningbouwcorporaties Domesta en Woonservice over het verduurzamen van hun woningbestand in onze gemeente. Door enkele voorbeeldprojecten duurzaam (ver)bouwen (Binnenvree en Schoonoord), die door de gemeente worden ondersteund, kunnen de corporaties ervaring opdoen met energiezuinig bouwen en de effecten daarvan voor hun (toekomstig) woningbestand. Bij renovatieprojecten kunnen HRe-ketels een goed instrument zijn. De eerste 20 HRe-ketels in onze gemeente worden in het kader van het voorbeeldproject van Domesta in de renovatiewoningen in de wijk Binnenvree toegepast. d. De gemeente Coevorden wil particulieren regelmatig informeren over de voordelen van energiebesparende maatregelen aan hun nieuwe en bestaande woningen en zo mogelijk aanzetten tot gedragsverandering. Dit in navolging van het project Wonen ++ dat in 2007 is uitgevoerd in de gemeente Coevorden. Het rijk heeft aangekondigd dat het een stimuleringspremie van 300 tot 750 in het vooruitzicht wil stellen voor consumenten die besluiten tot forse energiebesparende maatregelen. De premie wordt als korting aangeboden op de kosten van een maatwerkadvies en de uitvoering van besparende maatregelen. De maatregelen moeten samen wel 20 tot 30% energiebesparing opleveren. In de loop van 2009 wil het rijk bovendien een energiebesparingsfonds oprichten, dat 9

aantrekkelijke, goedkope leningen mogelijk maakt voor huiseigenaren voor energiebesparende investeringen in hun woning. De stimuleringspremie en het energiebesparingsfonds worden meegenomen bij de communicatie. Indien mogelijk en zinvol wordt hieraan ook binnen andere projecten aandacht besteed. e. De gemeente Coevorden voert voor de eigen gebouwen alle energiebesparende en duurzame energie opwekkende maatregelen uit die zichzelf binnen de afschrijvingstermijn, tot een maximum van 10 jaar, terugverdienen. f. De gemeente Coevorden wil ketenefficiency in de industrie bevorderen, bijvoorbeeld door het gebruik van restwarmte en reststromen op het Europark Coevorden-Emlichheim. De gemeente vervult hierbij met name een aanjagende rol. De uiteindelijke investeringen in de aanleg van een energienetwerk op het Europark zullen aan de markt worden over gelaten. g. Aan nieuwe bedrijven die zich willen vestigen op industrieterrein Leeuwerikenveld II in Coevorden wordt een duurzaamheidscan aangeboden. Eventuele aanvullende adviezen naar aanleiding van de scan zullen door de bedrijven zelf moeten worden bekostigd. Daarnaast wordt aandacht besteed aan energievoorschriften in milieuvergunningen en aan reductie van niet CO2-broeikasgassen. Projecten Energiebesparing in de gebouwde omgeving, glastuinbouw en industrie: 1.A.1 Stimuleringsregeling Ossehaar, fase B 1.A.2 Gasloze kavels Ossehaar, fase C 1.A.3 Ruimte voor collectieve duurzame energieopties in bestemmings- en bouwplannen 1.B.1 Actief zoeken naar ontwerpende en uitvoerende partijen die duurzaam kunnen en willen bouwen 1.B.2 Energieprestatieafspraken maken met bouwpartijen over te ontwikkelen panden of locaties 1.C.1 Energiedoelstellingen opnemen in prestatieafspraken met woningcorporaties 1.C.2 Energiedoelstellingen opnemen in gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 1.C.3 Wijkgerichte aanpak: 2 pilots 1.D.1 Deelname Drenthe Bespaart! 1.D.2 Promotie Klimaatstraatfeest 1.E.1 Inkoop van duurzame energie 1.E.2 Nulmeting CO2 en nulmeting energieverbruik 1.E.3 Opzet energiemanagement gemeentelijke gebouwen 1.E.4 Toetsing EPC nieuwe gemeentehuis 1.F zie project 2.A.1 Uitvoeren plan van aanpak voor het benutten van duurzame energieopties op met name het Europark 10

Projecten Energiebesparing in de gebouwde omgeving, glastuinbouw en industrie (vervolg): 1.G.1 Vergunningverlening/ en handhaving gericht op de reductie van niet-co2 broeikasgassen, bij supermarkten, koel- en vrieshuizen, gasmotoren en warmtekrachtinstallaties 1.G.2 Opstellen en uitvoeren plan van aanpak over opname energievoorschriften in milieuvergunningen 1.G.3 Uitvoeren energiescans bedrijven Leeuwerikenveld 2 2. Duurzame energie a. Biomassa De gemeente Coevorden wil clusters van middelgrote biomassacentrales in Zuidoost-Drenthe faciliteren. Hiertoe willen we samen met de provincie Drenthe en de gemeente Emmen een (virtueel) energiebureau Zuidoost Drenthe oprichten, dat de markt ondersteunt bij initiatieven in deze. Voorkomen moet worden dat er grote industrieën ontstaan op het platteland. b. Windenergie De gemeente Coevorden is bereid een bijdrage te leveren aan de uitbreiding van het opgestelde vermogen aan windenergie op land. Hierbij wordt (zoveel mogelijk) rekening gehouden met de wens om windmolens te clusteren. Er liggen twee concrete verzoeken bij de gemeente om windturbines te plaatsen. Een in het gebied Mepper- en Aalderveld en een in het gebied tussen Coevorden en Schoonebeek. Wij zullen in beginsel medewerking verlenen aan de totstandkoming van een aantal windturbines in het gebied tussen Coevorden en de grens met de gemeente Emmen (langs het Schoonebekerdiep). De hoeveelheid windenergie die daarmee in Coevorden kan worden opgewekt kan, met inbegrip van de plannen van Defensie en anderen, worden uitgebreid tot ongeveer 30 MW, goed voor het gemiddeld elektriciteitsgebruik van ongeveer 18.000 4 huishoudens. c. Geothermie en warmte- en koudeopslag: Winning van diepe aardwarmte is geen optie binnen de gemeente, warmte- en koudeopslag biedt voor de gemeente wel mogelijkheden. Door een aanscherping van de wettelijke EPC tot 0,5 in het noorden van het land (naar verwachting per 1 juli 2010), zal warmte- en koudeopslag in combinatie met een warmtepomp in veel gevallen worden toegepast zonder nadere inzet van de gemeente. Door de stimuleringsregeling duurzaam bouwen voor Ossehaar fase B en de gasloze kavels voor Ossehaar fase C wordt warmte- en koudeopslag ook voor die datum gestimuleerd. Doelstelling van de gemeente is, dat in de periode 2010-2013 in 25% van de nieuwbouwwoningen gebruik gemaakt wordt van warmte- en koudeopslag in combinatie met een warmtepomp, dan wel van een warmtepomp met gebruikmaking van lucht. 4 De gemeente Coevorden heeft ongeveer 14.500 huishoudens. 11

d. Zonne-energie: Wij achten toepassing van zonne-energie het belangrijkste middel om duurzame energie op te wekken op decentraal niveau. Door innovaties in productietechniek (hogere opbrengsten tegen lagere kosten) en toepassing van rijkssubsidies zal zonne-energie voor nieuw en bestaande woningen naar verwachting snel rendabel worden. Wij zullen, bij voorkeur samen met andere Drentse gemeenten, vanaf 2009 door middel van herhaalde communicatieve acties toepassing van zonne-energie nader onder de aandacht van huiseigenaren brengen. Daarnaast zal aandacht besteed worden aan de mogelijkheden voor zonne-energie op grote daken, zoals bijvoorbeeld de daken van de NAVO-depots. e. Energie opgewekt door afvalverwerkingsbedrijf: Het rijk beschouwt de energie die door afvalverwerkingsbedrijven wordt opgewekt, voor wat betreft subsidieverlening, ook als duurzame energie. Op deze wijze wordt in Coevorden ongeveer 60 MW elektriciteit opgewekt, vergelijkbaar met het gebruik van ongeveer 36.000 huishoudens. In de gemeente Coevorden wordt met de opwekking van de elektriciteit door de afvalverbrandingsinstallatie en de toekomstige windturbines op het Europark bovenmatig alternatieve elektriciteit opgewekt. Projecten Duurzame energie: 2.A.1 Uitvoeren plan van aanpak voor het benutten van duurzame energieopties op met name het Europark 2.B.1 Uitvoeren plan windenergie 2.C zie project 1.A.1 Stimuleringsregeling Ossehaar, fase B en project 1.A.2 Gasloze kavels Ossehaar, fase C 2.D.1 Communicatietraject zonne-energie 3. Biotransportbrandstoffen en duurzame mobiliteit a. De ambitie van Noord-Nederland is om in 2015 100.000 voertuigen op alternatieve brandstoffen of elektrische aandrijving te laten rijden, inclusief ontwikkeling van de bijbehorende tankinfrastructuur. Een deel hiervan zal reeds in 2011 zijn gerealiseerd. De gemeente Coevorden heeft in dit kader als uitgangspunt, dat bij vervanging van voertuigen in geval van gelijkblijvende kosten en praktische uitvoerbaarheid, wordt gekozen voor voertuigen die op alternatieve brandstoffen rijden. b. Mogelijkheden voor duurzame mobiliteit worden vastgelegd in ruimtelijk ordeningsbeleid, verkeersbeleid en/of mobiliteitsbeleid. Tevens worden de mogelijkheden van thuis- en/of telewerken van ambtenaren in beeld gebracht. Projecten Biotransportbrandstoffen en duurzame mobiliteit: 3.A.1 Duurzaam inkopen wagenpark 12

3.B.1 Aanbod Het Nieuwe Rijden voor medewerkers buitendienst 3.B.2 Uitgangspunten duurzame mobiliteit vastleggen in ruimtelijk ordeningsbeleid, verkeersbeleid en/of mobiliteitsbeleid 4. Schoonfossiele energie Voorbereidingen voor en eventuele realisatie van CO2-opslag en -afvang en het faciliteren van innovaties op dat terrein, zijn voor de gemeente Coevorden op dit moment niet relevant. De gemeente Coevorden staat op voorhand ook niet positief tegenover CO2 opslag binnen de gemeentegrenzen, gezien de onzekerheden die hieraan verbonden zijn. 5. Kennis en innovatie De gemeente Coevorden en Europark GmbH zetten zich in om samen met andere partijen, zoals de Hogeschool Drenthe, een kenniscentrum te ontwikkelen op of nabij het Europark. Samenwerking tussen bedrijfsleven en bestaande onderwijs- en kennisinstellingen staat hierbij voorop. Projecten Kennis en innovatie Zie project 2.A.1 Uitvoeren plan van aanpak voor het benutten van duurzame energieopties op met name het Europark Aanvullingen op het Energieakkoord Noord-Nederland 6. Duurzaam inkopen De gemeente Coevorden vindt duurzaam inkopen belangrijk en heeft daarom de Verklaring Duurzaam Inkopen van SenterNovem ondertekend. De gemeente spreekt in deze verklaring uit, dat ze: - de ambitie heeft in 2015 voor 100% duurzaam in te kopen, eventueel met als tussenstap 75% in 2010. - in het (milieu)jaarverslag zal rapporteren over concrete resultaten van duurzaam inkopen en de realisatie van bovengenoemde ambitie. - mee wil werken aan de Monitor Duurzaam Inkopen van het Ministerie van VROM. - good practices en ervaringen met duurzaam inkopen terug zal koppelen aan SenterNovem en ermee instemt, dat op de website van het Ministerie van VROM en van SenterNovem wordt vermeld dat de gemeente de verklaring heeft ondertekend. In het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente, dat in de eerste helft van 2009 wordt vastgesteld, wordt vastgelegd hoe deze ambitie in het inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt ingebed. 13

Uitgangspunt is, dat de duurzaamheidscriteria van SenterNovem worden gebruikt bij het doorlopen van de specificatiefase van nationale en Europese aanbestedingen. De richtlijn daarbij is: binnen de bestaande budgetten zo duurzaam mogelijk in te kopen. De (deel)budgethouders zijn verantwoordelijk voor het aan de orde stellen van duurzaamheidsaspecten in de specificatiefase van een aanbestedingsprocedure. Geadviseerd om ook bij enkelvoudige en meervoudige onderhandse aanbestedingen aandacht te besteden aan duurzaamheidscriteria. Bij aanbestedingen waarbij de Inkoopfunctie betrokken is heeft de Inkoopfunctie een signalerende en adviserende rol. Projecten duurzaam inkopen Zie project 3.A.1 Duurzaam inkopen wagenpark Zie project 1.E.1 Inkoop van duurzame energie 7. Millenniumgemeente De gemeenteraad van Coevorden heeft de ambitie uitgesproken om millenniumgemeente te worden. Dat houdt in dat de gemeente een bijdrage wil leveren aan het (mee) realiseren van de millenniumdoelen en dat bewust wil uitdragen. Door het stimuleren van energiebesparing, duurzame energie, duurzame mobiliteit en duurzaam inkopen levert de gemeente een bijdrage aan millenniumdoel 7 Meer mensen leven in een duurzaam milieu. Alle projecten uit dit Klimaatbeleidsplan leveren een bijdrage aan dit Millenniumdoel. 14

5 Borging en monitoring klimaatbeleid Het uitvoeren van de projecten uit het uitvoeringsprogramma wordt begeleid door een projectgroep. Voor de deelnemers aan de projectgroep wordt gedacht aan: de klimaatcoördinator en de teamleider Ruimte namens de afdeling Beleid & Strategie, de teamleider Buitendienst Centraal en de gebouwenbeheerder namens de afdeling Beheer & Uitvoering, de teamleider Bouw & Milieu namens de afdeling Publieksservice en de medewerker facilitaire zaken/inkoop namens de afdeling Bedrijfsvoering & Ondersteuning. Van de projectgroepleden wordt verwacht dat zij enthousiast en voortvarend aan de slag gaan met het beschrijven en uitvoeren van hun eigen projecten en/of met het begeleiden van de projecten van hun team. De projectgroep komt eenmaal per kwartaal bijeen om de stand van zaken en de voortgang te bespreken. De verantwoordelijk wethouder wordt op de hoogte gehouden van de stand van zaken en de voortgang. De klimaatcoördinator informeert het college en de raad jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van het Klimaatbeleidsplan. Daarnaast worden het college, de raad en de organisatie (indien relevant) tussentijds op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen, bijvoorbeeld via intercom. Indien nodig, worden de afzonderlijke projecten aan het college en eventueel de raad voorgelegd ter besluitvorming. In 2013, na afloop van het uitvoeringsprogramma, wordt de uitvoering van het klimaatbeleidsplan geëvalueerd door klimaatcoördinator in samenwerking met de projectgroep. De klimaatcoördinator informeert het college en de raad over deze evaluatie. Project Borging en monitoring: 8.1 Coördinatie klimaatbeleid Per project is door de projecttrekker beschreven welke interne en/of externe partijen bij het project betrokken moeten worden. Gedurende de uitvoering bepaalt de projecttrekker welke mate van interactiviteit daarbij aan de orde is. Leidraad hiervoor is de nota Interactief Beleid. De projecttrekker bepaalt ook of er voor het uitvoeren van het project een projectgroep nodig is, indien ja, dan stelt de projecttrekker deze samen. Uren benodigd voor de uitvoering van de klimaatprojecten moeten worden opgenomen in de het betreffende afdelingsplan. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de projectverantwoordelijken. 15

Tabel 1. Projectverantwoordelijken: 1.A.1 Stimuleringsregeling Ossehaar fase B - projectgroep Ossehaar 1.A.2 Gasloze kavels Ossehaar fase C - projectgroep Ossehaar 1.A.3 Ruimte voor collectieve duurzame energieopties in bestemmings- en bouwplannen Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 1.B.1 Actief zoeken naar ontwerpende en uitvoerende partijen die duurzaam kunnen en willen bouwen - Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 1.B.2 Energieprestatieafspraken maken met bouwpartijen over te ontwikkelen panden of locaties - Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 1.C.1 Energiedoelstellingen opnemen in prestatieafspraken met woningbouwcorporaties Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 1.C.2 Energiedoelstellingen opnemen in volkshuisvestingsbeleid - Afdeling Beleid & Strategie/ team Ruimte 1.C.3 Wijkgerichte aanpak: 2 pilots - Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 1.D.1 Deelname Drenthe bespaart - Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 1.D.2 Promotie Klimaatstraatfeest - Afdeling Bedrijfsvoering & Ondersteuning / team Bestuurszaken en Dienstverlening 1.E.1 Inkoop van duurzame energie - Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 1.E.2 Nulmeting CO2 en nulmeting energieverbruik - projectgroep klimaat 1.E.3 Opzet energiemanagement gemeentelijke gebouwen Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 1.E.4 Toetsing EPC nieuwe gemeentehuis - Projectleider(s) nieuwbouw 1.G.1 Vergunningverlening en handhaving gericht op de reductie van niet-co2 broeikasgassen bij supermarkten, koel- en vrieshuizen, gasmotoren en warmtekrachtinstallaties - Afdeling Publieksservice / team Bouw en Milieu 1.G.2 Opstellen en uitvoeren plan van aanpak over opname (standaard) energievoorschriften in milieuvergunningen - Afdeling Publieksservice / team Bouw en Milieu 1.G.3 Uitvoeren energiescan bedrijven Leeuwerikenveld 2 - Afdeling Beleid & Strategie / team ruimte 2.A.1 Uitvoeren plan van aanpak voor benutten duurzame energie opties op met name Europark - Afdeling beleid & Strategie / team Economie 2.B.1 Uitvoeren plan windenergie - Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 2.D.1 Communicatietraject zonne-energie - Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 3.A.1 Duurzaam inkopen wagenpark - Afdeling Beheer & Realisatie / team Buitendienstcentraal 3.B.1 Aanbod Het Nieuwe Rijden voor medewerkers buitendienst - Afdeling Beheer & Realisatie / team Buitendienst-centraal 3.B.2 Uitgangspunten duurzame mobiliteit vastleggen in ruimtelijk ordeningsbeleid, verkeersbeleid en/of mobiliteitsbeleid - Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 8.1 Coördinatie klimaatbeleid Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte 16

6 Planning, uren en kosten In tabel 2 is een overzicht opgenomen van de planning van het Uitvoeringsprogramma klimaat. Per jaar zijn per project de uren en kosten aangegeven. Omdat het uitgangspunt is dat het uitvoeringsprogramma zoveel mogelijk met bestaand budget en reguliere uren uitgevoerd wordt, is in deze tabel een onderscheid gemaakt tussen reguliere uren en extra uren en bestaand budget en extra budget. Zoals uit de tabel blijkt is het in grote lijnen gelukt dit uitgangspunt te handhaven. Extra budget dat nodig is voor de uitvoering van het klimaatbeleid wordt naar verwachting verkregen door het aanvragen van SLOK-subsidie. Deze subsidie bedraagt maximaal 50% van de uitvoeringskosten, dat wil zeggen kosten voor personeel, onderzoek, communicatie en educatie. Investeringen in installaties en het geven van subsidies worden niet tot de uitvoeringskosten gerekend. De gemeente Coevorden komt in aanmerking voor een bedrag tussen de 174.380 (basispakket) en 231.356 (pluspakket). Op dit moment lijken de projecten uit het Uitvoeringsprogramma te voldoen aan een pluspakket. Het is echter pas op het moment van de beoordeling van de aanvraag, definitief duidelijk hoe VROM/SenterNovem de projecten inschatten. Volgens tabel 2 is er naast de reguliere uren en het bestaande budget ruim 106.000 extra nodig voor de uitvoering van het klimaatbeleid. Beide subsidiebedragen bieden hier voldoende ruimte voor, inclusief het opvangen van eventuele tegenvallers, veranderde inzichten, te optimistische ramingen, e.d. In tabel 3 is een begroting opgenomen van de totale kosten van de uitvoering van het klimaatbeleid (exclusief de subsidies voor Ossehaar fase B en C). Er is een onderscheid gemaakt tussen loonkosten en externe kosten. De loonkosten zijn de gemeentelijke uren à 67 per uur. Dit uurtarief is vastgesteld op basis van de Handleiding Overheidstarieven 2009 5. Uitgegaan is van het kostendekkend uurtarief plus winstopslag in schaal 10. De externe kosten zijn bedoeld voor inhuur van adviesbureau s, communicatiemiddelen, e.d. De totale inzet voor de uitvoering het klimaatbeleid is 763.457 (en 770.000 subsidies). 5 Ministerie van Financiën, Directie Begrotingszaken, november 2008 17

Tabel 2. Overzicht klimaatprojecten planning uren en kosten 2009 2010 2011 2012 Projecten uren kosten uren kosten uren kosten uren kosten regulier extra budget extra regulier extra budget extra regulier extra budget extra regulier extra budget extra 1.A.1 Stimuleringsregeling Ossehaar fase B 65-115.000-25 - 115.000-25 - 115.000-25 - 115.000-1.A.2 Gasloze kavels Ossehaar fase C 150-100.000-50 - 100.000-50 - 100.000-50 - 100.000-1.A.3 Ruimte voor collectieve duurzame energieopties in bestemmings- en bouwplannen 1.B.1 Actief zoeken naar ontwerpende en uitvoerende partijen die duurzaam kunnen en willen bouwen 1.B.2 Energieprestatieafspraken maken met bouwpartijen over te ontwikkelen panden of locaties 1.C.1 Energiedoelstellingen opnemen in prestatieafspraken met woningcorporaties 1.C.2 Energie in volkshuisvestingsbeleid 50-10.000-50 - 10.000-50 - 10.000 50-10.000 - - - - 100 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 75 - - 5.000 - - - - 35 - - - 35 - - - 35 - - - 35 - - - 25 - - - 125 - - - 25 - - - 25 - - - 1.C.3 Wijkgerichte aanpak: 2 pilots 35 - - 35 - - - 35 - - - 35 - - - 1.D.1 Deelname Drenthe bespaart 30-2.000-30 - 2.000-30 - 2.000-30 - 2.000-1.D.2 Promotie Klimaatstraatfeest 16-1.000 - - - - - - - - - - - - - 18

Tabel 2. Overzicht klimaatprojecten planning uren en kosten 2009 2010 2011 2012 Projecten uren kosten uren kosten uren kosten uren kosten regulier extra budget extra regulier extra budget extra regulier extra budget extra regulier extra budget extra 1.E.1 Inkoop van duurzame energie - - - - 20-6.000 - - - - - - - - - 1.E.2 Nulmeting CO2 en nulmeting energieverbruik 1.E.3 Opzet energiemanagement voor bestaande gebouwen 1.E.4 Toetsing EPC nieuwe gemeentehuis 1.G.1 Vergunningverlening en handhaving gericht op de reductie van niet-co2 broeikasgassen bij supermarkten, koel- en vrieshuizen, gasmotoren / warmtekrachtinstallaties 1.G.2 Opstellen en uitvoeren plan van aanpak over opname energievoorschriften in milieuvergunningen 1.G.3 Uitvoeren energiescans bedrijven Leeuwerikenveld 2 50 - - - 50 - - 10.000 - - - - - - - - 25 - - 9.900 25 - - 7.500 25 - - 7.500 25 - - 7.500 10 - - - 10 - - 5.000 - - - - - - - - 50 - - - 75 - - - 75 - - - - - - - - 130 - - 100 - - - 100 - - - 100 - - - - - - 20-35.000-10 - 35.000-10 - 30.000-2..A.1 Uitvoeren plan van aanpak voor het benutten van duurzame energie opties op m.n het Europark 125-23.500-125 - 40.500-125 - 37.500-125 - - - 19

Tabel 2. Overzicht klimaatprojecten planning uren en kosten 2009 2010 2011 2012 Projecten uren kosten uren kosten uren kosten uren kosten regulier extra budget extra regulier extra budget extra regulier extra budget extra regulier extra budget extra 2.B.1 Uitvoeren plan windenergie 40 - - 10.000 40 - - - - - - - - - - - 2.D.1 Communicatietraject zonneenergie 40-5.000-40 - 5.000-40 - 5.000-40 - 5.000-3.A.1 Duurzaam inkopen wagenpark 50 - - - 50 - - 10.000 50 - - - - - - - 3.B.1 Aanbod Het Nieuwe Rijden voor medewerkers buitendienst 3.B.2 Uitgangspunten duurzame mobiliteit vastleggen in ruimtelijke ordeningsbeleid, verkeersbeleid en/of mobiliteitsbeleid - - - - 40 - - 5.000 - - - - - - - - 50 - - - 50 - - - 50 - - - 50 - - - 8.1 Coördinatie Klimaatbeleid 250 - - - 250 - - - 250 - - - 250 - - - 20

Tabel 3. Begroting Projecten uren loonkosten externe kosten totaal 1.A.1 Stimuleringsregeling Ossehaar fase 6 140 9.380 90.000 99.380 B 1.A.2 Gasloze kavels Ossehaar fase C 7 300 20.100 20.000 40.100 1.A.3 Ruimte voor collectieve duurzame energieopties in bestemmings- en bouwplannen 1.B.1 Actief zoeken naar ontwerpende en uitvoerende partijen die duurzaam kunnen en willen bouwen 1.B.2 Energieprestatieafspraken maken met bouwpartijen over te ontwikkelen panden of locaties 1.C.1 Energiedoelstellingen opnemen in prestatieafspraken met woningbouwcorporaties 1.C.2 Energiedoelstellingen opnemen in volkshuisvestingsbeleid 200 13.400 40.000 53.400 100 6.700-6.700 75 5.025 5.000 10.025 140 9.380-9.380 200 13.400-13.400 1.C.3 Wijkgerichte aanpak: 2 pilots 140 9.380-9.380 1.D.1 Deelname Drenthe bespaart 120 8.040 8.000 16.040 1.D.2 Promotie Klimaatstraatfeest 16 1.072 1.000 2.072 1.E.1 Inkoop van duurzame energie 20 1.340 6.000 7.340 1.E.2 Nulmeting CO2 en nulmeting energieverbruik 1.E.3 Opzet energiemanagement gemeentelijke gebouwen 100 6.700 10.000 16.700 100 6.700 32.400 39.100 1.E.4 Toetsing EPC nieuwe gemeentehuis 20 1.340 5.000 6.340 1.G.1 Vergunningverlening en handhaving gericht op de reductie van niet-co2 broeikasgassen bij supermarkten, koel- en vrieshuizen, gasmotoren en warmtekrachtinstallaties. 1.G.2 Opstellen en uitvoeren plan van aanpak over opname (standaard) energievoorschriften in milieuvergunningen 1.G.3 Uitvoeren energiescan bedrijven Leeuwerikenveld 2 2.A.1 Uitvoeren plan van aanpak voor benutten duurzame energie opties op met name Europark 200 13.400-13.400 430 28.810-28.810 40 2.680 100.000 102.680 500 33.500 101.500 135.000 2.B.1 Uitvoeren plan windenergie 80 5.360 10.000 15.360 2.D.1 Communicatietraject zonne-energie 160 10.720 20.000 30.720 3.A.1 Duurzaam inkopen wagenpark 150 10.050 10.000 20.050 6 Externe kosten zijn exclusief 370.000 subsidie, omdat dit niet meetelt voor de SLOK-aanvraag. 7 Externe kosten zijn exclusief 400.000 subsidie, omdat dit niet meetelt voor de SLOK-aanvraag. 21

Tabel 3. Begroting Projecten uren loonkosten 3.B.1 Aanbod Het Nieuwe Rijden voor medewerkers buitendienst 3.B.2 Uitgangspunten duurzame mobiliteit vastleggen in ruimtelijke ordeningsbeleid, verkeersbeleid en/of mobiliteitsbeleid externe kosten totaal 40 2.680 5.000 7.680 200 13.400-13.400 8.1 Coördinatie klimaatbeleid 1.000 67.000-67.000 Totaal 4.471 299.557 463.900 763.457 22

7 Uitvoeringsprogramma 2009-2012 23

1.A.1 Stimuleringsregeling Ossehaar fase B Subthema Taakstelling Doelstelling B. Woningen: NB4 Nieuwbouw Voorlopend: Realiseren van woningen met een 20% à 37,5 % verscherpte EPC Door gemeentelijke stimulering lagere EPC-waarden in particuliere woningbouw realiseren. Resultaten Lagere EPC-waarde (0,6 of 0,5) in Ossehaar fase B. Particuliere bouwers zijn bekend met gemeentelijk beleid m.b.t. verlaagde EPC en hoe zij daaraan kunnen voldoen. Bouwpartijen zijn bekend met de gemeentelijke stimuleringsregeling en maken er maximaal gebruik van. Aanpak Uitvoerder/betrokken partijen Investeringen Planning Neveneffecten: Verbetering comfort, kwaliteit en binnenmilieu van nieuwbouwwoningen. Betere verkoopbaarheid/ verhuurbaarheid, ook op termijn. 1. Opstellen stimuleringsregeling (d.m.v. beleidsregel) verlaagde EPC voor particuliere bouwers in Ossehaar fase B. 2. Vaststellen benodigde bedrag. 3. Overleg met en inhuur van adviesbureau voor advies aan aspirantbouwers en voor het uitvoeren van controles. 4. Ontwikkelen van een aanvraagformulier en procedures voor uitbetaling en toetsing. 5. Opzetten van een administratiesysteem voor de uitgekeerde gelden. 6. Uitwerking van de regeling in een communicatieplan. 7. Uitvoering van het communicatieplan en de regeling. 8. Evaluatie van de regeling. Interne partijen: Projectgroep Ossehaar (trekker) Afdeling Bedrijfsvoering & Ondersteuning / team Bestuurszaken & Dienstverlening Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte Externe partijen: Aspirant-bouwers Hypotheekverstrekkers Makelaars, aannemers, bouw- en installatiebedrijven Adviesbureau Tijd: 140 uur voor communicatie en overleg. Kosten: Communicatie 10.000 Adviesbureau 80.000 Uitvoering van de regeling raming 370.000 (geen SLOK subsidie) 2009 opstelling regeling 2009 en 2010 uitvoering regeling 2010 evaluatie van de regeling 24

1.A.2 Subthema Taakstelling Doelstelling Gasloze kavels Ossehaar fase C B. Woningen: NB4 Nieuwbouw Voorlopend: Realiseren van woningen met een 25% à 100% verscherpte EPC. Stimulering van lage EPC-waarden door verkoop van gemeentelijke gasloze kavels voor particuliere woningbouw. Resultaten Verkoop gasloze kavels in Ossehaar fase C. Particuliere bouwers zijn bekend met gemeentelijk beleid m.b.t. duurzaamheid en de mogelijkheden van het duurzame energiesysteem van Rendo. Bouwpartijen zijn bekend met gemeentelijk beleid en de mogelijkheden die Rendo biedt in dit kader. Mogelijke neveneffecten: Verbetering comfort, kwaliteit en binnenmilieu van nieuwbouwwoningen. Betere verkoopbaarheid/ verhuurbaarheid, ook op termijn. Aanpak 1. Energiebedrijf Rendo schrijft een voorstel voor het realiseren van een duurzaam energiesysteem in Ossehaar fase C inclusief taakverdeling en financiële consequenties hiervan. 2. Advies op aan B&W en Raad. 3. Uitwerking van het voorstel in een plan van aanpak en een communicatieplan. 4. Uitvoering van het plan van aanpak en het communicatieplan en start van de kavelverkoop. 5. Begeleiding van en advisering aan aspirant-bouwers door Rendo. 6. Evaluatie van de regeling. Uitvoerder/betrokken partijen Interne partijen: Projectgroep Ossehaar (trekker) Afdeling Bedrijfsvoering & Ondersteuning / team Bestuurszaken & Dienstverlening Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte Investeringen Planning Externe partijen: Rendo Aspirant-bouwers Hypotheekverstrekkers Makelaars, aannemers, bouw- en installatiebedrijven Tijd: 300 uur voor overleg en communicatie. Kosten: 20.000 voor communicatie 400.000 uitvoering van de regeling (geen SLOK subsidie). 2009 opstellen voorstel 2010 t/m 2012 uitvoering 25

1.A.3 Subthema Taakstelling Doelstelling Resultaten Aanpak Ruimte voor collectieve duurzame energieopties in bestemmingsen bouwplannen Uitvoerder/betrokken partijen Investeringen Planning B. Woningen: NB5 Nieuwbouw Voorlopend : Realiseren van woningen met een 25 % verscherpte EPC en realiseren van een EPL van 8,0 tot 9,0 bij woningbouwprojecten met meer dan 200 woningen. Door collectieve DE-opties op te nemen in bestemmings- en bouwplannen creëert de gemeente de ruimtelijke randvoorwaarden voor collectieve DEopties. Bij bouwplannen voor ontwikkeling of herstructurering van woningen in het algemeen en voor het bestemmingsplan Polakkers in het bijzonder wordt onderzoek naar mogelijkheden voor collectieve DE-opties opgenomen in het programma van eisen (zodat er geen reële mogelijkheden voor collectieve DE-opties over het hoofd gezien worden). De vergunningsprocedure kan gemakkelijker doorlopen worden omdat de mogelijke opties al genoemd zijn in het bestemmingsplan. 1. Intern overleg over de noodzaak om de ruimtelijke aspecten van collectieve DE-opties vast te leggen. 2. Inventarisatie van toekomstige herzieningen van bestemmingsplannen en toekomstige (woning)bouwlocaties. 3. Inventariseren van mogelijkheden voor gebruik van lokale duurzame energiebronnen. 4. Intern bepalen hoe deze aspecten zullen worden betrokken in planvormingsproces, plankaart, voorschriften en/of toelichting. 5. Overleg met betrokken afdelingen en relevante partijen zoals projectontwikkelaars en provincie. Gezamenlijke afspraken vastleggen over de te behalen energieprestatie en beheersvormen. 6. Informatiebijeenkomst bestemmingsplanherziening waarin aandacht voor de mogelijke collectieve DE-opties. 7. Verwerken van de resultaten in bestemmingsplannen. Interne partijen afdeling: Afdeling Beleid en Strategie / team Ruimte (trekker) Afdeling Publieksservice / team Bouw & Milieu Afdeling Bedrijfsvoering & Ondersteuning / team Bestuurszaken & Dienstverlening Externe partijen: Provincie Woningcorporaties Projectontwikkelaars Deelgebiedscommissie 4 buitengewoon platteland Architecten Bouwbedrijven Uren: 200 uur voor overleg en communicatie Kosten: 10.000 voor communicatie 30.000 voor de voorbereiding en begeleiding van het traject, het opstellen van een Duurzaamheidsplan en het monitoren van de resultaten. 2009 t/m 2012 26

1.B.1 Subthema Taakstelling Doelstelling Actief zoeken naar ontwerpende en uitvoerende partijen die duurzaam kunnen en willen bouwen C. Utiliteitsgebouwen: NB4 Nieuwbouw van utiliteitsgebouwen Actief : Realiseren van utiliteitsgebouwen met een 10 % verscherpte EPC. Het vergroten van de kans dat utiliteitsbouw binnen de gemeente met lagere EPC wordt gerealiseerd door betrokkenheid van bouwende partijen die aan energieprestaties willen voldoen. Resultaten Lagere EPC-waarde wordt gerealiseerd in alle nieuwbouwprojecten. Bouwpartijen zijn bekend met gemeentelijk beleid m.b.t. verlaagde EPC en weten hoe zij daaraan kunnen voldoen. Bouwpartijen zien zelf kansen van lage EPC voor toekomstige orderportefeuille. Mogelijke neveneffecten: Gemeente krijgt duurzame uitstraling door nieuwbouwprojecten met innovatieve en duurzame concepten. Aanpak 1. Interne discussiebijeenkomst lage EPC-waarde: bespreken voor- en nadelen, hoe een lage EPC-waarde bereikt kan worden en wie daarvoor nodig zijn. 2. Informeren bij diverse bronnen (vooruitlopende gemeenten, SenterNovem, etc.) naar innovatieve en duurzame bouwpartijen en door hen gerealiseerde projecten. 3. Lijst opstellen van deze bouwpartijen, hun expertise erbij zetten, hun referenties checken en voorselectie maken. 4. Uitnodigen van iedere bouwpartij voor informatief gesprek. 5. (Dynamische) lijst van innovatieve en duurzame bouwpartijen opstellen. 6. Inventariseren toekomstige bouwplannen voor utiliteitsbouw, wie de opdrachtgevers zijn en wie de grondpositie heeft. 7. Bespreken per bouwplan waar innovatieve en duurzame bouwpartijen actief betrokken kunnen worden. 8. Actief benaderen van bouwpartijen en monitoren van resultaten. Regionale aanpak Uitvoerder/betrokken partijen ja, mogelijk Interne partijen: Projectleiders gemeentelijk projectbureau (grootschalige bouwprojecten) Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte (trekker) Wethouder Investeringen Externe partijen: Projectontwikkelaars Architecten Bouw- en installatiebedrijven Tijd: 100 uur Kosten: geen Planning 2010 27

1.B.2 Subthema Taakstelling Doelstelling Resultaten Energieprestatieafspraken maken met bouwpartijen over te ontwikkelen panden of locaties C. Utiliteitsgebouwen: NB2 Nieuwbouw van utiliteitsgebouwen Actief : Realiseren van utiliteitsgebouwen met een 10 % verscherpte EPC Verbeteren van de energetische kwaliteit van utiliteitsgebouwen door prestatieafspraken te maken met bouwpartijen. Nieuwbouwprojecten worden gerealiseerd met een verlaagde EPC. Bouwpartijen committeren zich aan de gemeentelijke energie-eisen door het afsluiten prestatieafspraken. Aanpak 1. Intern en bestuurlijk draagvlak: Informatie verzamelen over voorbeeldprojecten. Organiseren informatiebijeenkomst voor betrokken afdelingen en projectleiders en in beeld brengen voor- en nadelen). 2. Inventariseren regionale en lokale bouwpartijen en uitnodigen voor bijeenkomst. 3. In bijeenkomst doelen gemeente, gezamenlijke belangen en voorbeeldprojecten toelichten. 4. Opstellen concept-prestatieafspraak in de vorm van een convenant en voor commentaar toesturen naar bouwpartijen. Voorbeeld van een dergelijke afspraak is: nieuwbouw krijgt een energetische kwaliteit die bepaald wordt door (exploitatie)technische mogelijkheden i.p.v. het wettelijke minimumniveau zoals vastgelegd in het Bouwbesluit. 5. Reacties verwerken en definitieve prestatieafspraak toesturen. 6. Ondertekening prestatieafspraak laten plaatsvinden met publiciteit. 7. Informatiebijeenkomsten met architecten en aannemers over prestatieafspraken in combinatie met bezoek aan voorbeeldprojecten en excursie. 8. Aandacht voor nazorg, handhaving en monitoring. Regionale aanpak Uitvoerder/betrokken partijen ja, mogelijk Interne partijen: Afdeling Beleid & Strategie / team Ruimte (trekker) Afdeling Beheer & Onderhoud Afdeling Publieksservice / team Bouw & Milieu Investeringen Externe partijen: Projectontwikkelaars Vastgoedeigenaren Tijd: 75 uur voor overleg en organisatie Planning 2011 Kosten: 5.000,-. voor voorlichting, excursies, e.d. 28