Een roze schoolkeuze? Vier vragen van lesbische, homo-, biseksuele en transgenderouders voor de basisschool van hun kind
Vier vragen voor basisschol Deze folder is voor roze ouders die op zoek zijn naar een prettige en veilige basisschool voor hun kind. U vindt hierin vier vragen om met de school te bespreken. Waarom deze vragen stellen? Dertig procent van de kinderen tussen de acht en twaalf jaar met roze ouders heeft op de basisschool last van vervelende grappen, irritante vragen, roddels en uitsluiting. Hoeveel last ze hiervan hebben, hangt af van de manier waarop de school daarmee omgaat. Daarom is het goed dat u als ouders nadenkt over de keuze voor een basisschool. Hulp nodig? Deze folder is met grote zorgvuldigheid ontwikkeld door studenten van de Hogeschool Leiden, in opdracht van de landelijke Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit. Wij hopen dat de folder u helpt bij het maken van een schoolkeuze voor uw kind. Wilt u liever dat anderen namens u met een basisschool praten? Neem dan contact op met de Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit om een MijnID ambassadeur in te schakelen. U kunt hen bereiken via EduDivers: telefoon: 020-428 8073
De kinderen uit groep 4 krijgen de opdracht om op een kastdeur een collage te maken over hun leefvorm. Rob wil een collage maken over zijn roze gezin, maar het blijkt dat er niet genoeg kastdeuren zijn. Meester Joop zegt dat die leefvorm toch weinig voorkomt en dat Rob dus best mee kan doen met een ander groepje. Rob is overstuur en begrijpt er niks van; waarom mag er geen collage komen over zijn gezin? Als de ouders van Rob met de school in discussie gaan, blijkt dat de school nog niet heeft nagedacht over het onderwerp. 1. Hoe heeft de school zich voorbereid op seksuele diversiteit? Een goede school bereidt zich voor op hoe om te gaan met seksuele diversiteit. Drie aandachtspunten voor de school De school gaat na wat de leerlingen en het personeel vinden van seksuele diversiteit en wat er verbeterd zou moeten worden. Vaak is dit onderdeel van een bredere inventarisatie, bijvoorbeeld rondom omgangvormen en seksuele vorming. De school stelt concrete doelen zodat iedereen weet waar men aan gaat werken. Verbeteringen gaan niet van de ene op de andere dag: de school formuleert een stappenplan om die doelen te realiseren.
Bij het kringgesprek in groep 6 mogen de kinderen vertellen over hun vakantie. Loes vertelt dat ze naar Frankrijk is geweest met haar twee moeders. Loes krijgt hierop verschillende reacties van de kinderen uit de klas. Na het verhaal van Loes zegt Amina dat ze het knap vindt dat Loes dit heeft verteld. Maar er zijn ook kinderen die het raar vinden. De juf ondersteunt Loes en praat erover met de kinderen uit de klas. Loes heeft aan het einde van de dag een prettig gevoel. Ze is opgelucht. 2. Hoe werkt de school aan een veilige omgeving voor kinderen uit roze gezinnen? Een goede school creëert een veilige omgeving voor uw kind: een omgeving waar kinderen elkaar niet pesten en elkaar alleen plagen als ze zeker weten dat andere kinderen zich daar niet rot onder voelen. Drie aandachtspunten voor de school Binnen de school zijn er duidelijke regels over respect. Kinderen weten hoe om te gaan met dingen die anders zijn dan wat ze al kennen. Ze gaan respectvol om met verschillen, waaronder seksuele diversiteit. De school heeft een consequente aanpak (regels, afspraken, overeenstemming) bij negatief gedrag over diversiteit.
In groep 5 geeft juf Denise les. Anne vindt het fijn dat juf Denise vaak verschillende voorbeelden gebruikt tijdens de les. Tijdens een dictee moet de klas de volgende zin opschrijven: De twee vaders van Sandra gaan naar de supermarkt. Na het dictee geven een paar kinderen uit de klas aan dat ze dit een gekke zin vinden. Juf Sandra gaat met de klas hierover in gesprek en laat Anne vertellen over haar roze gezin. Anne voelt zich vrij om te vertellen dat zij twee moeders heeft. 3. Hoe besteedt de school in de lessen aandacht aan seksuele diversiteit? Een goede school integreert de aandacht voor seksuele diversiteit op een vanzelfsprekende manier in de lessen. De leerkrachten gaan goed om met verbaasde of negatieve reacties. Drie aandachtspunten voor de school De school gebruikt in de lessen niet alleen stereotype man/vrouwrollen. De school geeft ook voorbeelden over bijvoorbeeld moeders die een fiets repareren. De school besteedt in de lessen aandacht aan verschillende seksen, geloofsovertuigingen, culturen en seksuele voorkeuren. De school heeft materiaal over seksuele diversiteit. Denk hierbij aan boeken, films, lespakketten, posters, games.
Ahmed is gelovig opgevoed. Toen hij thuis vertelde over de twee moeders van Rosa (een meisje uit zijn klas), werd er negatief gereageerd. Vanuit zijn geloof begrijpt hij niet goed wat hij hiervan moet vinden. Ahmed vertelt dit aan meester Bart. Hij stuurt hem door naar de vertrouwenspersoon op school. Die legt uit dat iedereen anders is en dat het prettig is als je gerespecteerd wordt om wie je bent. Dit betekent dat Ahmed en zijn familie gelovig zijn en dat mogen laten zien, maar ook dat Rosa mag zijn wie ze is en respect verdient voor haar gezin. Ahmed snapt het nu: Je hoeft het er niet mee eens te zijn, maar je moet het wel respecteren. 4. Hoe begeleidt de school kinderen rond seksuele diversiteit? Een goede school begeleidt kinderen die extra aandacht en zorg nodig hebben, ook als het gaat om negatief gedrag over seksuele diversiteit. Drie aandachtspunten voor de school De school heeft een vertrouwenspersoon of begeleider waar kinderen terecht kunnen met vragen over roze gezinnen en seksuele diversiteit. De vertrouwenspersoon geeft steun aan lesbische, homo-, biseksuele en transgenders-ouders en hun kinderen. De school begeleidt het kind bij worstelingen.
8 vragen voor roze ouders 4. Hoe zou u het vinden als uw kind gevraagd wordt in de klas iets te vertellen over haar/zijn gezin? 5. Wilt u zelf een keer op school uitleggen hoe het eraan toe gaat in uw gezin? 1. Welke voorbeelden en materialen mag een 6. leerkracht gebruiken in de klas van uw kind? Hoe kunt u uw verwachtingen aan de school duidelijk maken en wat doet u als de school hier nog niet over heeft nagedacht? 2. Hoe wilt u als roze ouders geïntroduceerd worden bij de andere ouders uit de klas, bijvoorbeeld 7. op een ouderavond? Hoe wilt u dat de school omgaat met moederdag en vaderdag? 3. 8. Hoe wilt u dat uw thuissituatie bekend is bij andere kinderen? Hoe wilt u dat de school optreedt als uw kind wordt gepest met zijn/haar roze gezin?
Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit Deze folder is een uitgave van de Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit. De alliantie is een platform van organisaties die samenwerken aan vanzelfsprekende integratie van seksuele diversiteit in scholen. www.onderwijsalliantie.nl, info@onderwijsalliantie.nl Telefonisch kunt u de alliantie bereiken via stichting EduDivers, www.edudivers.nl: 020-428 8073 Colofon: Lisa Bieleman, Ingeborg van Dijk, Lavinia Langezaal, Nathalie Verheggen, Peter Dankmeijer (2014) Een roze schoolkeuze? Vier vragen van lesbische, homo-, biseksuele en transgenderouders voor de basisschool van hun kind. Amsterdam: Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit. Eindredactie: Annemies Gort. Vormgeving: gebr.silvestri. Deze folder kwam mede tot stand door sponsoring van: gebr.silvestri, Trutfonds, EduDivers, leden van zwemvereniging Plons en diverse individuele gulle gevers (zie www.edudivers.nl/over ons/projecten/folders-voor-roze-gezinnen-en-de-basisschool). MijnID campagne De Onderwijsalliantie voert een MijnID campagne (www.mijnid.info). Het doel van de campagne is dat iedereen zichzelf kan zijn op school. Daarvoor werft de alliantie op elke school MijnID ambassadeurs en biedt de ambassadeurs materiaal en training, met het accent op seksuele diversiteit. U kunt ook zelf ambassadeur worden via www.mijnid.info/aanmelden.