Subsidiekader: Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 2012 en 2013 1. Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 1.1 Inleiding Alle kinderen en jongeren verdienen maximale kansen om het beste uit zich zelf te halen. Zo ook de cognitief begaafde leerlingen. Hiervoor is onderwijs op maat nodig, onderwijs dat inspeelt op de behoeften en de mogelijkheden van het kind of de jongere. Omdat geen leerling hetzelfde is, vraagt dit veel van de schoolleiding en de leraar. Zij staan voor de uitdaging om dit voor elkaar te krijgen, geen eenvoudige opgave. De gemeente Den Haag wil dat kinderen en jongeren optimale kansen krijgen. Daarom is het belangrijk dat er in de stad Den Haag ook een onderwijsaanbod is, dat aansluit op de mogelijkheden van meer en hoogbegaafde leerlingen. In de Haagse Educatieve Agenda 2010 2014 (HEA) is hoogbegaafdheid als onderwerp dan ook expliciet opgenomen. Onderwijs aan hoogbegaafde kinderen en jongeren vraagt specialistische kennis en inzet en betrokkenheid van het onderwijs. De gemeente wil dit graag ondersteunen en blijft zich de komende jaren voor dit onderwerp inzetten. In de Haagse aanpak (hoog)begaafdheid en het bijbehorende subsidiekader kunt u lezen op welke manier dit gebeurt en wat de rol van de gemeente is. 1.2 Doel In Den Haag hebben cognitieve talenten de ruimte en mogelijkheden om topprestaties te leveren. Den Haag kent een cultuur waarin deze prestaties worden gewaardeerd. 1.3 Eén subsidiekader voor basis en voortgezet onderwijs Meer en hoogbegaafde kinderen komen in alle leeftijdsgroepen voor. Een hoogbegaafd kind dat in het basisonderwijs zit, moet ook de overstap naar het voortgezet onderwijs maken. Deze stap is niet altijd eenvoudig gebleken. Om de samenhang in aanpak in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs te versterken en de doorgaande leerlijn te stimuleren, is gekozen één Haagse aanpak (hoog)begaafdheid en één subsidiekader te maken, voor zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. 1.4 Definities 1.4.1 Hoogbegaafdheid Er is geen vaste definitie voor hoogbegaafdheid. In de literatuur wordt er vaak uitgegaan van een IQscore van 130 of hoger. Naast de IQ score zijn ook andere eigenschappen van belang zoals motivatie en creativiteit. De Haagse aanpak richt zich op een bredere groep meer en hoogbegaafden. 1.4.2 Plusklassen Een plusklas is een aparte klas waar meerdere (hoog)begaafde leerlingen onderwijs krijgen. Dit loopt uiteen van enkele uren tot één of twee dagdelen per week. Daarnaast krijgen de leerlingen soms een verrijkt onderwijsaanbod in de eigen klas. Een plusklas kan zowel binnen de eigen school zijn als een aanbod betreffen dat samen met andere scholen wordt georganiseerd, en op één van de deelnemende scholen wordt aangeboden.
1.4.3 Leonardoklas Een Leonardoklas is een aparte (bovenschoolse) klas waarin hoogbegaafde leerlingen al hun onderwijs via een apart voor hen samengesteld curriculum volgen. Leerlingen in een Leonardoklas gaan dus niet naar een reguliere klas. 1.5 Wat is er de laatste jaren gedaan op dit onderwerp in Den Haag? 1.5.1 Basisonderwijs De afgelopen drie schooljaren is er door de gemeente Den Haag, samen met het ministerie van OCW en schoolbesturen voor basisonderwijs, met de pilot Den Haag kiest voor excellentie ingezet op het onderwerp hoogbegaafdheid in het basisonderwijs. Zo zijn er plusklassen georganiseerd, is er een Leonardoklas gestart en is er ingezet op digitale leermaterialen. Verder werkt het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (SLO) aan een instrument om signalering van (hoog)begaafde leerlingen te verbeteren. De ontwikkeling van een methodiek voor signalering loopt nog door in 2012. 1.5.2 Plusklassen versus Leonardoklas Bij de pilot waren vijf plusklassen en één Leonardoklas betrokken. Uit het evaluatierapport blijkt dat de plusklassen inspelen op een behoefte. Leerlingen, ouders en leraren zijn in overgrote meerderheid tevreden over de plusklas. Leerlingen zijn ook positief over de Leonardoklas, ouders zijn hierover gematigd positief. Dit komt vooral doordat ouders vinden dat het onderwijs in de Leonardoklas niet voldoet aan hun verwachtingen. De Leonardoklas is, na het stoppen van de pilot, overgegaan in de plusklas. De vijf plusklassen zijn wel doorgezet na de pilotperiode. Een belangrijk argument om de Leonardoklas te stoppen, zijn de kosten die het met zich meebrengt. 1.5.3 Witte vlekken Naast de plusklassen uit de pilot zijn er ook andere scholen met een aanbod voor meer en hoogbegaafde kinderen. De verwachting is dat er in de stad witte vlekken zijn, locaties waar geen aanbod in de buurt aanwezig is. Belangrijk is om ook in deze witte vlekken een aanbod te realiseren. 1.5.4 Aanbevelingen uit pilot Over de pilotperiode is een evaluatieverslag geschreven. Dit verslag gaat in op de verschillende onderwerpen waarop is ingezet. Tevens bevat het verslag aanbevelingen voor een vervolgaanpak. De belangrijkste aanbevelingen worden hieronder kort benoemd. Met de Haagse aanpak (Hoog)begaafdheid 2012 2013 wordt richting gegeven aan de inzet op het onderwerp hoogbegaafdheid in Den Haag. De aanbevelingen uit het evaluatierapport zijn hierbij als vertrekpunt genomen. 1.5.5 Aanbevelingen Inzetten op een stedelijke spreiding waardoor ook (hoog)begaafde kinderen in hun eigen buurt naar school kunnen. Investeren in de kennis en vaardigheden van leraren die zich inzetten voor het onderwijs aan hoogbegaafden en het professionaliseren van leraren in het gebruik van meerdere selectiemethoden.
Inzetten op signalering bij kinderen van minder hoogopgeleide ouders en allochtone leerlingen. Op onderwerpen inzetten op een stedelijke samenwerking. Er moet worden onderzocht of er voor een complexe groep leerlingen een stedelijke aanpak moet worden gecreëerd. Inzetten op een betere overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen zou structureel moeten worden ingebed in de Haagse agenda van passend onderwijs. Meer informatie over de pilot Den Haag kiest voor excellentie is te lezen in het evaluatierapport, Kleuren buiten de lijntjes, waarin wordt ingegaan op de resultaten uit de pilotperiode. 1.5.6 Voortgezet onderwijs Ook in het voortgezet onderwijs is er aandacht voor (hoog)begaafde leerlingen. Het voortgezet onderwijs kent al differentiatie door de verschillende niveaus waarop onderwijs wordt aangeboden. Hierdoor vinden veel van de cognitief begaafde leerlingen de uitdaging die zij nodig hebben binnen het reguliere aanbod, bijvoorbeeld op het gymnasium, in een Vwo+ klas of in het tweetalige onderwijs. Verder is er in Den Haag een technasium, waar bèta talenten extra worden uitgedaagd. Voor de groep voor wie dit onvoldoende uitdaging biedt, is het Leonardo onderwijs, specifiek gericht op hoogbegaafden, mogelijk een goede plek. In Den Haag is er op dit moment één school voor voortgezet onderwijs die Leonardo onderwijs aanbiedt. Hoogbegaafdheid gaat soms samen met sociaal emotionele problematiek, bijvoorbeeld autisme. Voor deze leerlingen is speciale aandacht nodig. 1.5.7 Overgang PO/VO Den Haag kent ook initiatieven rond hoogbegaafdheid waarin het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs samenwerken. Kinderen uit groep zeven en acht krijgen gedurende een dagdeel in de week les op een school voor voortgezet onderwijs. Deze initiatieven zijn nieuw. Via onderzoek wordt bekeken of deze speciale lessen bijdragen aan de ontwikkeling van de kinderen. 1.6 Hoe nu verder. Lesgeven aan (hoog)begaafde leerlingen is niet eenvoudig. Als eerste moet je deze leerlingen signaleren. En als je ze hebt ontdekt dan vragen zij vaak een andere aanpak dan de gewone leerling. Waar de ene (hoog)begaafde leerling is gebaat bij een vorm van differentiatie in de eigen groep, heeft de ander juist behoefte aan een aparte setting met andere hoogbegaafden. Dit alles vraagt veel van de leraar of docent die deze leerlingen in zijn klas heeft. 1.6.1 Verantwoordelijkheid De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de school. Kennis over hoogbegaafdheid is dan ook van belang, maar kennis alleen is niet voldoende. Vaak vraagt dit speciale onderwijs om andere lesmaterialen en om specifieke vaardigheden van het onderwijsgevende personeel.
Ook het ministerie van OCW vindt het belangrijk dat deze groep leerlingen wordt bediend. In het voorjaar van 2011 hebben zij drie actieplannen 1 gepubliceerd waarin de ambities staan benoemd als het gaat om onderwijs aan toptalenten. Voor hoogbegaafdheid maakt het ministerie ook geld vrij, 20 miljoen in 2012 en vanaf 2013 structureel 30 miljoen. Dit geld wordt verdeeld over de schoolbesturen via de zogenoemde bestemmingsbox. Het schoolbestuur en de school kunnen zelf bepalen hoe dit geld wordt ingezet binnen de voorwaarden die daarvoor gelden. 1.7 Rol van de gemeente De gemeente Den Haag vindt het belangrijk dat er in Den Haag een passend aanbod is voor cognitief begaafde leerlingen. Het onderwijs gaat over de wijze waarop deze groep leerlingen het beste kan worden bediend, de gemeente steunt die initiatieven die het beste bijdragen aan het eerder benoemde doel: toptalenten de ruimte geven om topprestaties te leveren en omstandigheden te creëren waarin deze prestaties worden gewaardeerd. De komende jaren stelt de gemeente dan ook budget beschikbaar voor dit onderwerp. In het subsidiekader staat beschreven waar subsidie voor mogelijk is en wat de voorwaarden zijn om voor deze subsidie in aanmerking te komen. 1.7.1 De Haagse aanpak Scholen hebben de verantwoordelijkheid alle kinderen en jongeren een passend onderwijsaanbod te bieden. De kennis over het geven van onderwijs zit bij scholen, ook als het gaat om hoogbegaafdheid. De gemeente heeft een regisserende en faciliterende rol. Door het stellen van doelen en benoemen van ambities en subsidiemogelijkheden geeft de gemeente richting aan het beleid. Verder monitort de gemeente de resultaten. 1.7.2 Ambities Om dit te bereiken staan in de HEA staan de volgende stedelijke ambities benoemd: de stedelijke aanpak (hoog)begaafdheid in het basisonderwijs wordt gecontinueerd en uitgebreid op basis van de evaluatie van de pilots (hoog)begaafdheid 2 ; de expertise van leraren en schoolleiders op het gebied van onderpresterende leerlingen wordt vergroot door gerichte scholing; er komt een stedelijke aanpak hoogbegaafdheid voor het voortgezet onderwijs die aansluit op het basisonderwijs; er zijn minimaal vier scholen voor voortgezet onderwijs met een hoogbegaafdheidroute in 2014. 1.7.3 Algemene uitgangspunten Bij de inzet op het onderwijs aan meer en hoogbegaafden gelden de volgende algemene uitgangspunten: de school heeft een visie op het onderwijs aan (hoog)begaafden. Dit blijkt onder andere uit een beschrijving van de doelgroep waarop het aanbod zich richt; de school brengt eigen expertise en/of middelen in en is bereid opgedane kennis te delen met andere scholen; 1 Basis voor presteren (basisonderwijs), Beter presteren (voortgezet onderwijs) en Leraar 2020 een krachtig beroep. 2 Het evaluatieverslag Kleuren buiten de lijntjes blikt terug op het project Den Haag kiest voor excellentie.
het aanbod in een plusklas is aanvullend op het reguliere onderwijsaanbod en is kwalitatief hoogwaardig; bij het bepalen van het aanbod houdt de gemeente rekening met bestaande voorzieningen en initiatieven in de stad; het aanbod is primair gericht op Haagse leerlingen en is te bereiken zonder verplichte (financiële) drempels; de school draagt bij aan een goede overgang tussen het basis en het voortgezet onderwijs (en eventueel wetenschappelijk onderwijs). 1.8 Financiering De inzet op hoogbegaafdheid vraagt om investeringen van het onderwijs en van de gemeente. De productgroep onderwijsbeleid heeft voor dit onderwerp momenteel een budget beschikbaar van: 100.000 voor het primair onderwijs 100.000 voor het voortgezet onderwijs Dit budget is jaarlijks beschikbaar in de kalenderjaren 2012 als 2013. Daarnaast is er voor het kalenderjaar 2012 éénmalig extra budget beschikbaar van: 50.000 voor initiatieven rondom de overgang PO/VO vanuit het primair onderwijs 50.000 voor initiatieven rondom de overgang PO/VO en/of VO/Hbo WO vanuit het voortgezet onderwijs In het bijgevoegde subsidiekader staan de voorwaarden benoemd voor de subsidieaanvraag en subsidieverlening. Dit subsidiekader is vastgesteld voor de kalenderjaren 2012 en 2013. Echter wanneer nodig kan, op basis van ontwikkelingen in het veld, aanpassing noodzakelijk zijn. 1.9 Passend onderwijs Er zijn op dit moment veel ontwikkelingen rondom passend onderwijs. In het nieuwe stelsel passend onderwijs krijgen scholen de verantwoordelijkheid om voor elk kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te vinden. Het passend onderwijs voor zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs wordt vanaf het schooljaar 2013/2014 ingevoerd. Op dit moment stemmen scholen, samenwerkingsverbanden, jeugdzorg en andere betrokken partijen de ontwikkelingen op elkaar af. Hoogbegaafdheid is één van de onderwerpen die in de ontwikkeling van passend onderwijs wordt meegenomen. Mogelijk heeft dit invloed op de inzet op het onderwerp hoogbegaafdheid. De gemeente Den Haag zal de ontwikkelingen in het passend onderwijs nauwlettend volgen en waar nodig op deze ontwikkelingen aansluiten.
2. Subsidiekader: Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 2012 en 2013 Dit subsidiekader bevat voorwaarden en richtlijnen die gelden voor de subsidiemogelijkheden voor het onderwerp (hoog)begaafdheid. Het geeft een nadere uitwerking van het ingezette beleid op het onderwerp en geeft aan door wie en op welke manier subsidie kan worden aangevraagd en verleend. Het subsidiekader bestaat uit drie delen, één deel voor het basisonderwijs, één deel voor het voorgezet onderwijs en één deel voor (eenmalige) initiatieven rondom de overgang basisonderwijs naar voortgezet onderwijs (en eventueel het wetenschappelijk onderwijs). 2.1 (Hoog)begaafdheid basisonderwijs 2.2.1 Omschrijving activiteit en doelstelling subsidie Deze subsidie is bedoeld voor initiatieven die bijdragen aan het onderwijs aan en de talentontwikkeling van cognitief (hoog)begaafde leerlingen. Dit kan in aanvulling op het reguliere aanbod zijn, in de eigen klas of daarbuiten (bijvoorbeeld een plusklas), maar ook in een (bovenschoolse) setting waarbij de leerling al het onderwijs in een aparte klas krijgt, samen met andere hoogbegaafde leerlingen. Het kan een initiatief van een losse school zijn, maar ook een initiatief van twee of meer samenwerkende scholen en /of schoolbesturen. In het geval dat het een initiatief van meerdere samenwerkende partners betreft, dient deze samenwerking en de rolverdeling duidelijk beschreven te zijn. 2.1.2 Subsidiabele kosten zijn: kosten visie en planvorming; scholingskosten (deskundigheidsbevordering); kosten (ontwikkeling) van materialen; kosten aanvullend op reguliere kosten; kosten in verband met borging in de organisatie. 2.1.3 Beschikbaar bedrag Er is 100.000 beschikbaar per kalenderjaar. Dit bedrag wordt voor 2012 en 2013 beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat de gemeenteraad de begroting goedkeurt. 2.1.4 Subsidiebedrag per activiteit Er is geen maximum gesteld voor het aan te vragen bedrag. Echter (gedeeltelijke) toekenning van geschikte subsidieaanvragen zal op basis van de verdeelsleutel (zie paragraaf 2.1.8) worden gedaan. 2.1.5 Voor wie De subsidie is bestemd voor Haagse scholen voor primair onderwijs. 2.1.6 Specifieke toekenningcriteria De subsidieaanvraag wordt beoordeeld op de op kwaliteit en inhoud. Het plan van aanpak gaat in op de ambities van de school op het onderwerp (hoog)begaafdheid. In het plan van aanpak wordt minimaal ingegaan op de volgende punten: de school heeft een visie op onderwijs aan meer en hoogbegaafden;
het aanbod richt zich primair op Haagse leerlingen en wordt ingezet op een schoollocatie in Den Haag; wanneer het over een aanvullend aanbod gaat (bijvoorbeeld een plusklas) wordt duidelijk hoe de relatie met het reguliere aanbod wordt gelegd; er is een duidelijke omschrijving welke criteria er worden gehanteerd bij de selectie van kinderen voor deelname aan het aanbod; er zijn geen verplichte (financiële) drempels voor (ouders van) leerlingen voor deelname aan het aanbod; hoe de deskundigheid van leerkrachten wordt gewaarborgd; uit het plan blijkt duidelijk hoe borging (in/naast het reguliere aanbod) is gewaarborgd; het plan bevat een begroting waaruit de totale financiering van het plan van aanpak blijkt, inclusief de eigen inbreng; de inzet op de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs; in de situatie dat het een aanvraag van samenwerkende partners betreft, is de rolverdeling duidelijk aangegeven. 2.1.7 Specifieke subsidieverplichtingen De subsidieontvanger levert de benodigde gegevens aan voor (financiële) verantwoording. De subsidieontvanger is bereid mee te werken aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van evaluatie en monitoring. De verleende subsidie wordt besteed conform het plan van aanpak De school is bereid om de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking te stellen aan andere scholen. 2.1.8 Verdeelsleutel De verdeelsleutel is belangrijk wanneer er meer subsidie wordt aangevraagd dan er beschikbaar is en al deze aanvragen voldoen aan de criteria voor verlening. Op basis van de verdeelsleutel wordt dan bepaald welke aanvraag wanneer voor subsidie in aanmerking komt. Er wordt voorrang gegeven op initiatieven van samenwerkende scholen en besturen. Er wordt voorrang gegeven aan scholen op locaties in Den Haag waar nog geen/beperkt aanbod is voor (hoog)begaafden. Er wordt voorrang gegeven aan nieuwe initiatieven en initiatieven die in de startfase (maximaal 2 jaar) zitten*. * NB. Voor het kalenderjaar 2012 wordt er voorrang gegeven aan aanvragen van plusklassen die aan de pilot Den Haag kiest voor Excellentie hebben mee gedaan. Voorwaarde is dat in de aanvraag is opgenomen hoe voor de periode na 2012 borging binnen de eigen organisatie en (middelen) wordt gerealiseerd. Algemeen geldt: bij overinschrijving wordt voorrang gegeven aan die aanvragen, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting van meer belang is voor het beleid en meer zal bijdragen aan de verwezenlijking van het doel van de subsidie. Er kan worden besloten de subsidie (deels) te verdelen over de ingediende aanvragen, van gelijke kwaliteit en impact, die passen binnen het beleid. 2.2 (Hoog)begaafdheid voortgezet onderwijs 2.2.1 Omschrijvingactiviteit en doelstelling Deze subsidie is bedoeld voor initiatieven die bijdragen aan het onderwijs aan cognitief (hoog)begaafde leerlingen in het voortgezet onderwijs. Deze projecten zijn gericht op het bieden van
een passend aanbod aan deze groep leerlingen. Met deze subsidie kunnen leerlingen voor wie het reguliere aanbod onvoldoende (geschikt) is, een aanbod op maat krijgen. Dit subsidiekader gaat in op voor wie en welke onderwerpen subsidie mogelijk is. 2.2.2 Subsidiabele kosten zijn: kosten visie en planvorming; scholingskosten (deskundigheidsbevordering); kosten (ontwikkeling) van materialen; kosten aanvullend op reguliere kosten; kosten in verband met borging in de organisatie. 2.2.3 Beschikbaar bedrag Er is 100.000 beschikbaar per kalenderjaar. Dit bedrag wordt zowel in het kalenderjaar 2012 als 2013 beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat de gemeenteraad de begroting goedkeurt. 2.2.4 Subsidiebedrag per activiteit Er is geen maximum gesteld voor het aan te vragen bedrag. Echter (gedeeltelijke) toekenning van geschikte subsidieaanvragen zal op basis van de verdeelsleutel (zie paragraaf 2.2.8) worden gedaan. 2.2.5 Voor wie Deze subsidie is bestemd voor Haagse scholen voor voortgezet onderwijs. 2.2.6 Specifieke toekenningcriteria De subsidieaanvraag wordt beoordeeld op de op kwaliteit en inhoud. Het plan van aanpak gaat in op de ambities van de school op het onderwerp (hoog)begaafdheid. In het plan van aanpak wordt minimaal in gegaan op de volgende punten: de school heeft een visie op onderwijs aan meer en hoogbegaafden; het aanbod richt zich primair op Haagse leerlingen en wordt ingezet op een schoollocatie in Den Haag; wanneer het over een aanvullend aanbod gaat wordt duidelijk hoe de relatie met het reguliere aanbod wordt gelegd; er is een duidelijke omschrijving welke criteria er worden gehanteerd bij de selectie van kinderen voor deelname aan het aanbod; er zijn geen verplichte (financiële) drempels voor (ouders van) leerlingen voor deelname aan het aanbod; hoe de deskundigheid van leerkrachten wordt gewaarborgd; uit het plan blijkt duidelijk hoe borging (in/naast het reguliere aanbod) is gewaarborgd; het plan bevat een begroting waaruit de totale financiering van het plan van aanpak blijkt, inclusief de eigen inbreng; de inzet op de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs; in de situatie dat het een aanvraag van samenwerkende partners betreft, is de rolverdeling duidelijk aangegeven. 2.2.7 Specifieke subsidieverplichtingen De subsidieontvanger levert de benodigde gegevens aan voor (financiële) verantwoording. De subsidieontvanger is bereid mee te werken aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van evaluatie en monitoring. De verleende subsidie wordt besteed conform het plan van aanpak De school is bereid om de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking te stellen aan andere scholen.
2.2.8 Verdeelsleutel De verdeelsleutel is belangrijk wanneer er meer subsidie wordt aangevraagd dan er beschikbaar is en al deze aanvragen voldoen aan de criteria voor verlening. Op basis van de verdeelsleutel wordt dan bepaald welke aanvraag wanneer voor subsidie in aanmerking komt. Er wordt voorrang gegeven op initiatieven van samenwerkende scholen en besturen. Er wordt voorrang gegeven aan scholen op locaties in Den Haag waar nog geen/beperkt aanbod is voor (hoog)begaafden. Algemeen geldt: bij overinschrijving wordt voorrang gegeven aan die aanvragen, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting van meer belang is voor het beleid en meer zal bijdragen aan de verwezenlijking van het doel van de subsidie. Er kan worden besloten de subsidie (deels) te verdelen over de ingediende aanvragen, van gelijke kwaliteit en impact, die passen binnen het beleid. 2.3 Projecten excellente prestaties 2.3.1 Omschrijvingactiviteit en doelstelling Deze subsidie is bedoeld als een eenmalige impuls, eenmalige projecten of initiatieven die bijdragen aan het onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen of voor initiatieven die zich richten op de doorgaande leerlijn PO/VO/Hbo WO voor (hoog)begaafde leerlingen. 2.3.2 Subsidiabele kosten zijn: kosten visie en planvorming; coördinatiekosten; onderzoekskosten; scholingskosten (deskundigheidsbevordering); kosten (ontwikkeling) van materialen; kosten aanvullend op reguliere kosten; kosten in verband met borging in de organisatie. 2.3.3 Beschikbaar bedrag Er is twee maal 50.000 beschikbaar per kalenderjaar. 50.000 voor initiatieven vanuit het primair onderwijs. 50.000 voor initiatieven vanuit het voortgezet onderwijs. 2.3.4 Subsidiebedrag per activiteit Er is geen maximum gesteld voor het aan te vragen bedrag. Echter (gedeeltelijke) toekenning van geschikte subsidieaanvragen zal op basis van de verdeelsleutel (zie paragraaf 2.3.8) worden gedaan. 2.3.5 Voor wie Deze subsidie is bestemd voor Haagse scholen voor primair onderwijs en het Haagse scholen voor voortgezet onderwijs. Dit kan zowel een aanvraag zijn van een individuele school of bestuur als van samenwerkende scholen of besturen. In het geval dat het een aanvraag van samenwerkende scholen en/of besturen betreft, treedt één van de partijen op als penvoerder.
2.3.6 Specifieke toekenningcriteria De subsidieaanvraag wordt beoordeeld op de op kwaliteit en inhoud. Het project of initiatief draagt bij aan de overgang PO/VO en/of VO/Hbo WO en draagt zo bij aan een doorlopende leerlijn. Het aanbod richt zich primair op Haagse leerlingen en wordt ingezet op een schoollocatie in Den Haag. Uit het plan blijkt duidelijk hoe borging is gewaarborgd. Het plan bevat een begroting waaruit de totale financiering van het plan van aanpak blijkt, inclusief de eigen inbreng. In de situatie dat het een aanvraag van samenwerkende partners betreft, is de rolverdeling duidelijk aangegeven. 2.3.7 Specifieke subsidieverplichtingen De subsidieontvanger levert de benodigde gegevens aan voor (financiële) verantwoording. De subsidieontvanger is bereid mee te werken aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van evaluatie en monitoring. De verleende subsidie wordt besteed conform het plan van aanpak De school is bereid om de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking te stellen aan andere scholen. 2.3.8 Verdeelsleutel De verdeelsleutel is belangrijk wanneer er meer subsidie wordt aangevraagd dan er beschikbaar is en al deze aanvragen voldoen aan de criteria voor verlening. Op basis van de verdeelsleutel wordt dan bepaald welke aanvraag wanneer voor subsidie in aanmerking komt. Er wordt voorrang gegeven op initiatieven van samenwerkende scholen en besturen voor primair onderwijs met scholen en besturen voor voortgezet onderwijs. Algemeen geldt: bij over inschrijving wordt voorrang gegeven aan die aanvragen, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting van meer belang is voor het beleid en meer zal bijdragen aan de verwezenlijking van het doel van de subsidie. Er kan worden besloten de subsidie (deels) te verdelen over de ingediende aanvragen, van gelijke kwaliteit en impact, die passen binnen het beleid.