Verzelfstandiging volgens het gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota

Vergelijkbare documenten

AGB of vzw? De motiveringsplicht bij verzelfstandiging volgens het gemeentedecreet

Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet

Rasschaert Advocaten. Gemeentelijke VZW s en verzelfstandiging. 1. Begrip verzelfstandiging (1/3) 1. Begrip verzelfstandiging (2/3)

De gemeentelijke VZW, wat doen we ermee? Griet De Wachter Juriste-LOCUS vzw. LOCUS vzw - De gemeentelijke VZW, wat doen we ermee?

Het vermoeden van verzelfstandiging, de weerlegging ervan en de gemeentelijke vzw: much ado about nothing? Rasschaert Advocaten

Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 08/09/2015

Het provinciedecreet voert wel een nieuwheid in, nl. het budgethouderschap. (art. 154 e.v. Provinciedecreet)

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden

Verzelfstandiging van Lokale Besturen. Door Sven De Spiegeleer 26 juni 2008

De vraag stelt zich welke juridische vorm het meest aangewezen en noodzakelijk is om vorm te geven aan de huidige vzw.

EVA s en IVA s in de jeugdsector?

Zodra jullie daar een bewuste keuze kunnen in maken, zijn er voor elke keuze oplossingen te vinden.

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTMOETINGSDAG VERZELFSTANDIGING LOCUS en VVC

Alle documenten uitgaande van de vereniging zullen de naam van de vereniging vermelden.

Steunpunt voor het Lokaal Cultuurbeleid 8 maart Omvorming van gemeentelijke vzw s

Statuten jeugdraad Glabbeek

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

Verzelfstandiging: de verschillende manieren

2. Deze adviesraad heeft als doel advies te verlenen over het algemeen beleid rond jeugd en jeugdwerk van het gemeentebestuur.

Moeder, waarom verzelfstandigen wij?

Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013

Huishoudelijk reglement gemeentelijke jeugdraad gemeente Alken

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Het Affligemse JeugdraadFundament

1902 ( ) Nr. 1 5 februari 2013 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet. van de heer Filip Dewinter

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen

Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Budgethouderschap IVA s 2

STATUTEN RAAD VOOR TOERISME

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

STATUTEN RAAD VERKEER EN MOBILITEIT

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

1.STATUTEN JEUGDRAAD WICHELEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies nummer 06/04 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 1 februari 2006;

Statuten BEHEERSORGAAN gemeentelijk gemeenschapscentrum van Herne

DE OMVORMING VAN EEN ( PROGRAMMA -) VZW NAAR EEN PRIVAATRECHTELIJK EXTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP IN VZW-VORM (EVA-VZW) EEN STAPPENPLAN

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

HUISHOUDELIJK REGLEMENT STEDELIJKE JEUGDRAAD

Statuten projectvereniging Berg en Nete

STATUTEN SAMENLEVINGSFORUM

2. Deze adviesraad heeft als doel advies te verlenen over het algemeen beleid rond culturele aangelegenheden van het gemeentebestuur.

29/11/2015. VVOS Vlaams-Brabant. Verzelfstandigen van openbare zorgvoorzieningen in een zorgbedrijf. Inhoud. Vraagstellingen

Statuten Lubko vzw. 1 De vereniging heeft tot doel de beoefening en bevordering van korfbal.

STATUTEN. Statuten stedelijke jeugdraad Waregem. Gemeenteraad 14 januari Titel I Een inleidende omschrijving

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK)

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

Overzicht Historiek Van oud naar nieuw AGB in Gemeentedecreet Oprichting en statuten Verhouding met gemeente Verhoudingen met derden Bestuursorganen W


Beleids- en beheerscyclus en gemeentelijke verzelfstandiging Jan Leroy, VVSG. Ontmoetingsdag Locus-VVC, 20 mei 2011

Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel

Jeugdwerk Ondersteunen in Sint-Niklaas vzw

Verslag aan de Provincieraad

3) onderzoek verrichten naar de culturele behoeften in het werkingsgebied en documentatie en informatie verzamelen over het cultureel leven;

Verslag aan de Provincieraad

Artikel 1. Voorwerp en grondslag van deze overeenkomst

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

STOS, vzw STATUTEN. Oprichting en zetel.

Intergemeentelijke samenwerking in kader van wijk-werken

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG & ONDERWIJS GEMEENTE KORTENAKEN

Regionaal Landschap Schelde- Durme

Verzelfstandiging van sportcentra en diensten na het gemeentedecreet

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Provincieraadsbesluit

DE OMVORMING VAN DE BESTAANDE VZW S IN DE CULTURELE SECTOR- EEN STAPPENPLAN

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

AFDELING 2 RAAD VAN BESTUUR

STATUTEN RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

GECOÖRDINEERDE STATUTEN

STATUTEN SENIORENADVIESRAAD

De commissie vergadert na bijeenroeping door de voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, de ondervoorzitter.

STATUTEN JEUGDRAAD DE HAAN

Seniorenadviesraad Galmaarden

Omzendbrief BB 2007/03

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen

VERZELFSTANDIGING IN HET GEMEENTEDECREET AANDACHTSPUNTEN (BEKNOPTE VERSIE) 1

Provincieraadsbesluit

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder.

Bekendmakingen beslissingen gemeenteraad van 13/05/2019 cf. art. 286 van het decreet lokaal bestuur

Statuten Lokaal Overleg Kinderopvang

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

Het adviesorgaan voor toerisme heeft zijn zetel en adres te 2460 Kasterlee, Markt 13.

gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 20 november 2017 Besluit nummer: 2017_GR_01061

SPORTRAAD STATUTEN SPORTRAAD LEUVEN. De statuten van de Sportraad van Leuven worden vastgesteld.

Akte Oprichting gecoördineerde versie

Gecoördineerde statuten Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren

betreffende het onderwijs XXIV

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

Verzelfstandiging in provincies: van mogelijkheden naar toepasbaarheid, wenselijkheid en noodzaak Over verzelfstandiging

RAAD voor MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZITTING van 22 januari 2019

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD

2. Deze sportraad heeft als doel advies te verlenen over het algemeen sportbeleid van het gemeentebestuur.

STATUTEN GEMEENTELIJKE SPORTRAAD LEDE

Transcriptie:

Verzelfstandiging volgens het gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 1. Inleiding 1.1. De nieuwe verzelfstandigingsmogelijkheden bieden heel wat kansen Het gemeentedecreet heeft een hele titel gewijd (titel VII) aan de gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen. Deze titel heeft een heel nieuw decretaal kader gecreëerd voor het verzelfstandigen van aan de gemeente gelieerde entiteiten. De nieuwe mogelijkheden (Intern Verzelfstandigd Agentschap IVA), verfijning van de structuur van het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) en Extern Verzelfstandigd Agentschap in privaatrechtelijke vorm (EVA)) bieden ook in de jeugdsector heel wat kansen om bepaalde beleidsaspecten steviger, flexibeler, gestructureerder, maar alvast zeker meer op maat van wat nodig is aan te pakken. In het verleden zijn in veel gevallen gemeentelijke jeugdinitiatieven, zoals speelpleinwerking, Grabbelpas, tienerwerkingen, e.d.m. redelijk spontaan gegroeid. Men voelde de nood om er mee te starten, zocht en vond de goedkeuring van het college en de nodige middelen en was vertrokken. Zonder dat men vooraf echt stilgestaan had bij vragen zoals op welke wijze dit initiatief ingebed was in de gemeentelijke structuur of op welke wijze men de jongeren ging betrekken bij het bepalen van de te nemen beleidskeuzes voor het initiatief. Zo stellen we anno 2009 vast dat er nog steeds jeugdprojecten zijn die vanuit het gemeentebestuur zijn opgestart, maar waarvan de juridische status op dit moment niet zo duidelijk is, niet in het minst voor de jongeren zelf die zich inzetten voor deze projecten. Het spectrum is bijgevolg zeer gevarieerd. Van zuiver gemeentelijke initiatieven waar de jongeren enkel als uitvoerend vrijwilliger beschouwd worden die nauwelijks kansen krijgen om te participeren aan het beheer van het initiatief, over weliswaar in naam gemeentelijke initiatieven die de facto eigenlijk opereren als een soort feitelijke vereniging, tot de zogenaamde (para)gemeentelijke vzw in al hun vormen, waar jongeren in meer of mindere mate effectief het bestuur van de rechtspersoon op zich kunnen nemen. In die zin biedt het gemeentedecreet alvast een kans om een aantal onduidelijke, misgegroeide of zelfs nauwelijks legale structuren aan te passen en te moderniseren tot een kader dat alle kansen biedt om het jeugdproject op een correcte wijze in te passen in de gemeentelijke structuur, met alle instrumenten dat het nodig heeft om succesvol te werken en met maximale inspraakkansen voor de jongeren. 1.2. Maar toch leeft er heel wat onzekerheid en onrust Toch stijgt, naarmate de draagwijdte van dit decretaal kader bekender wordt, in de jeugdsector de ongerustheid over de wijze waarop sommige artikels kunnen geïnterpreteerd worden en voor de gevolgen die bepaalde toepassingen zouden kunnen hebben. We proberen in deze nota een overzicht te geven van de elementen die voor onrust zorgen. Met als bedoeling ze op tafel te krijgen en te duiden waarom ze voor onrust zorgen. We denken dat het zinvol is dat de bevoegde instanties dit in samenspraak met de betrokken sectoren bestuderen en samen bekijken op welke wijze er best een antwoord aan de ontstane onrust kan gegeven worden. Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 1

2. Vier problemen We kaarten volgende 4 problemen aan: 1. De samenstelling van de Algemene Vergadering van de gemeentelijke EVA s in privaatrechtelijke vorm (art. 246 GD) 2. Het vermoeden dat een rechtspersoon belast is met welbepaalde taken van gemeentelijk belang indien zijn financiële middelen voor meer dan de helft ten laste van het gemeentebudget vallen (art. 225 GD) 3. De onduidelijkheid over wat voor de toezichthoudende overheid afdoende argumenten zijn inzake de motiveringsplicht voor de oprichting van een gemeentelijk EVA in privaatrechtelijke vorm (art. 245 2 en 3 GD) 4. De onduidelijkheid over aan welke vzw s de gemeente al dan niet kan deelnemen indien deze niet belast zijn met taken van gemeentelijk belang (art. 195 GD) 2.1. De samenstelling van de Algemene Vergadering van de gemeentelijke EVA s in privaatrechtelijke vorm Toelichting Artikel 246 van het gemeentedecreet luidt: 1. Ongeacht de grootte van de eventuele inbreng van de verschillende partijen, beschikt de gemeente steeds over een meerderheid van de stemmen in de algemene vergadering van de gemeentelijke vennootschap of vereniging en draagt de gemeente steeds een meerderheid voor van de leden van de raad van bestuur van de gemeentelijke vennootschap, vereniging of stichting. Die voordracht waarborgt elke fractie een vertegenwoordiging. Ten hoogste twee derde van de door de gemeente voorgedragen leden van de raad van bestuur is van hetzelfde geslacht. 2. De vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering van de gemeentelijke vennootschap en vereniging worden door de gemeenteraad uit zijn leden gekozen. De vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad. 3. De gemeenteraad en de vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering, kunnen te allen tijde beslissen om respectievelijk de aanwijzingen en voordrachten te herroepen. De statuten van de gemeentelijke vennootschap, vereniging of stichting bepalen dat de betrokken vertegenwoordigers door die herroeping van rechtswege ontslagnemend zijn. Er wordt tot hun vervanging overgegaan. Alle aanwijzingen en voordrachten worden herroepen door de volledige vernieuwing van de gemeenteraad. De vertegenwoordigers blijven in functie totdat hun vervangers zijn aangewezen of benoemd. Duiding 1.1. Paragemeentelijke vzw s? Zonder dat er blijkbaar een echt wettelijk kader voor was hebben gemeentebesturen in het verleden ook reeds bepaalde gemeentelijke jeugdprojecten verzelfstandigd als vzw. Het gaat om jeugdcentra en beheerstructuren voor jeugdlokalen, maar ook speelpleinwerkingen, jeugdhuizen, jeugdwerk voor maatschappelijk kwetsbaren kinderen en jongeren, Het zijn o.a. deze sterk met de gemeente gelieerde vzw s die door toenmalig minister Kelchtermans in zijn omzendbrief BA 93/03 van 21 april 1993 benoemd werden als zogenaamde paragemeentelijke vzw s: Als zulke para-gemeentelijke of para-provinciale VZW's worden beschouwd, verenigingen die aan beide hiernavolgende voorwaarden voldoen Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 2

a) de bestuursorganen worden samengesteld uit een meerderheid van leden, die deel uitmaken van de gemeente- of provincieraad of uit een meerderheid van leden die recht-streeks worden aangeduid of verkozen door leden van die raden; b) uit de begrotingen of de rekeningen blijkt dat de financiële middelen voor meer dan de helft ten laste vallen van de gemeente- of provinciebegroting. Voor paragemeentelijke vzw s die meer dan 100.000,- Belgische frank subsidie kregen van het gemeentebestuur legde de minister in zijn omzendbrief een aantal belangrijke regels vast: a) bij investeringen, uitgevoerd door de VZW, doch waarvan de financiering in hoofdzaak ten laste van de gemeente of provincie valt, verbindt de VZW zich ertoe strikt de wetgeving op de overheidsopdrachten na te leven, terwijl de desbetreffende besluiten enkel uitwerking hebben na goedkeuring ervan door de gemeente- of provincieraad in een gemotiveerd besluit; b) eventuele aanwervingen van personeel ten behoeve van de VZW gebeuren door de gemeente- of de provincieraad of met toepassing van dezelfde wervingsmodaliteiten en bezoldigingsregeling als deze die van toepassing zijn op het statutaire personeel, terwijl zulke aanwerving enkel uitwerking heeft na goedkeuring door de gemeente- of de provincieraad in een gemotiveerd besluit; c) de begroting en de rekening van de VZW worden goedgekeurd door de gemeenteof de provincieraad, waarbij alle verantwoordingsstukken met betrekking tot die documenten permanent ter inzage zijn van de leden van de raad; d) de controle op de toelage aan de VZW, verplicht krachtens de wet van 14 november 1983, wordt uitgeoefend door en binnen de eigen gemeentelijke of provinciale organisatie, dat is door ambtenaren handelend in hun functie. Ondanks kritiek op de juridische geldigheid van deze omzendbrief, werkten vele paragemeentelijke vzw s in de jeugdsector de voorbije 15 jaar relatief probleemloos volgens deze regels. En ook al zijn er zeker minder succesvolle verhalen bekend, het voordeel van deze vzw s was dikwijls dat ze in de praktijk redelijk autonoom konden werken, sterk gedragen door de jongeren. 1.2. Probleemstelling Uiteraard willen we het primaat van de politiek in deze niet in vraag stellen, maar we zijn wel bezorgd dat de nieuwe verplichtingen de flexibele en goede werking van deze initiatieven kan bemoeilijken. Vooral de verplichting in 2 dat het enkel gemeenteraadsleden kunnen zijn die de gemeente kunnen vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van de vzw baart zorgen. De besognes omvatten: Zuiver praktisch: gemeenteraadsleden hebben over het algemeen bijzonder drukke agenda s. Gaan deze mensen überhaupt wel voldoende tijd hebben voor de vergaderingen van deze EVA s (naast al hun andere verplichtingen)? Dat maakt het geldig vergaderen er niet gemakkelijker op. Beslissingen van de Algemene Vergadering die moeten uitgesteld worden omdat de AV niet in aantal is. Of gaan we de volmachtencultuur verder institutionaliseren? Inhoudelijk: de omzendbrief Kelchtermans liet toe dat het gemeentebestuur leden van de AV aanduidde zonder dat dit gemeenteraadsleden moesten zijn. Dit gaf de mogelijkheid om binnen de partijen geïnteresseerde jongeren of mensen met specifieke competenties te zoeken die nuttig zijn voor de organisatie. Deze meerwaarde dreigt verloren te gaan. Participatief: jongeren die zich binnen het EVA engageren zullen in de algemene vergadering meer dan vroeger geconfronteerd worden met gemeenteraadsleden die door de band genomen doorwinterde vergadertijgers zijn. Het zal voor deze jongeren er niet gemakkelijker op worden om hun stem te doen klinken binnen deze EVA s. Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 3

Minstens even belangrijk in dit verband is te vermelden dat we anderzijds óók signalen horen en vragen krijgen van beleidsverantwoordelijken zélf die hier niet gelukkig mee zijn. Een aantal 1 zijn vragende partij voor een oplossing om onder deze verplichting uit te komen of meer zelfs, negeren vooralsnog de conclusie dat ze de vzw zullen moeten aanpassen, ook al wijzen alle gegevens duidelijk in de richting dat de rechtspersoon volgens artikel 225 van het gemeentedecreet door de gemeente met welbepaalde taken van gemeentelijke belang is belast en bijgevolg zal moeten omgevormd worden tot een gemeentelijk EVA. Zo zijn er de voorbije jaren ettelijke jeugdhuizen opgericht in uitvoering van het jeugdbeleidsplan. In een aantal gevallen zijn deze vzw s (mee) opgericht door schepenen en/of gemeenteraadsleden, krijgen ze via subsidie ruim de helft van hun werkingsmiddelen uit de gemeentebegroting, hebben ze een stek gekregen in gemeentelijke accommodatie en is er soms nog een medewerker van de jeugddienst bij wie het ondersteunen van het jeugdhuis tot zijn takenpakket behoort. Naast het praktische aspect van de drukke agenda s wijzen sommige beleidsverantwoordelijken ook expliciet op argumenten van participatieve, emancipatorische en pedagogische aard: het was net een beleidsdoelstelling om het jeugdhuis te laten verzelfstandigen en de jongeren zélf verantwoordelijkheid te laten nemen. Deze doelstelling dreigt nu veel moeilijker haalbaar te zijn geworden. Er leven in elk geval veel vragen hoe deze doelstellingen in overeenstemming kunnen worden gebracht met de verplichtingen die door het gemeentedecreet worden opgelegd ten aanzien van het bestuur van het EVA. We merken voor de volledigheid nog op dat er zich tot voor kort ook nog een ander probleem stelde met de samenstelling van de bestuursorganen van de EVA s (alle vormen, dus ook de autonome gemeentebedrijven). Volgens artikel 229 4 konden de leden van een bestuurs- of controleorgaan van een rechtspersoon of de werknemer van een rechtspersoon waarin het agentschap niet deelneemt en die activiteiten uitoefent in dezelfde beleidsdomeinen als het agentschap niet worden voorgedragen of aangewezen als vertegenwoordiger of bestuurder in een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap. Dit betekende dus dat bv. niemand van het bestuur van een jeugdhuis deel kon uitmaken van het bestuur van het jeugdcentrum waarin ze gevestigd zijn, als dat beheerd wordt door een AGB of EVA. Gelukkig is dit probleem opgelost door het decreet tot wijziging van het gemeentedecreet van 23 januari 2009. In dit wijzigingsdecreet wordt het cumulverbod (althans voor wat 4 betreft) beperkt tot personen die op commerciële wijze of met een winstoogmerk activiteiten uitoefenen in dezelfde beleidsdomeinen als het agentschap en waarin het agentschap niet deelneemt, alsook de werknemers en de leden van een bestuurs- of controleorgaan van die personen. 1 In dit document hebben we er mede op vraag van betrokkenen die lokaal geen slapende honden willen wakker maken bewust voor gekozen geen concrete gemeenten te vernoemen. Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 4

2.2. Het vermoeden dat een rechtspersoon belast is met welbepaalde taken van gemeentelijk belang indien zijn financiële middelen voor meer dan de helft ten laste van het gemeentebudget vallen Toelichting Artikel 225 van het gemeentedecreet luidt: 1. De gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen zijn diensten met een eigen rechtspersoonlijkheid die door de gemeente worden opgericht of waarin de gemeente deelneemt en die belast zijn met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang. Vanuit hun taakstelling inzake beleidsuitvoering kunnen de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen tevens betrokken worden bij de beleidsvoorbereiding. De Vlaamse Regering kan de taken van gemeentelijk belang nader bepalen waarvoor gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen kunnen worden opgericht. Onder voorbehoud van de toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen, mogen de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen hun taken van gemeentelijk belang noch geheel, noch gedeeltelijk overdragen aan andere rechtspersonen. 2. Het is de gemeenten verboden om, rechtstreeks of onrechtstreeks, rechtspersonen die belast zijn met welbepaalde taken van gemeentelijk belang op te richten, erin deel te nemen of zich erin te laten vertegenwoordigen of om aan die rechtspersonen personeel, financiële middelen, infrastructuur of andere activa ter beschikking te stellen, tenzij die rechtspersonen voldoen aan de voorschriften van deze titel of er voor de oprichting, deelname of vertegenwoordiging een andere decretale of wettelijke rechtsgrond bestaat. 3. Met het oog op de toepassing van 2, wordt vermoed dat een rechtspersoon door een gemeente met welbepaalde taken van gemeentelijke belang is belast als hij aan een van de volgende voorwaarden voldoet: 1 een of meer van zijn organen bestaan voor meer dan de helft uit gemeenteraadsleden of leden van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente in kwestie of de leden van de organen worden voor meer dan de helft aangewezen of voorgedragen door die personen; 2 de gemeente of haar vertegenwoordigers beschikken over de meerderheid van de stemrechten in een of meer van zijn organen; 3 zijn financiële middelen vallen voor meer dan de helft ten laste van het gemeentebudget. Probleemstelling Dit gaat dus lang niet enkel over de zogenaamde paragemeentelijke vzw s! In toepassing van het 3 lid worden àlle rechtspersonen waarvan meer dan de helft van de financiële middelen komen uit subsidies van de gemeente "vermoed belast te zijn met welbepaalde taken van gemeentelijk belang". We hebben vooralsnog geen zicht op over hoeveel verenigingen dit zou kunnen gaan, maar het betekent alleszins dat er een groot aantal particuliere lokale vzw's uit de jeugdsector (maar evengoed uit de sport-, cultuur- en andere sectoren) "vermoed worden belast te zijn met gemeentelijk belang", ook heel wat vzw's die in oorsprong zuiver particulier zijn maar omwille van een hoge kostenstructuur en een sterk ondersteuningsbeleid van de gemeente meer dan de helft van hun middelen uit gemeentelijke subsidies betrekken. Gelukkig is dit vermoeden van 3 weerlegbaar: de gemeenteraad kan beslissen dat ondanks het voldoen aan de voorwaarde de activiteit toch niet "van gemeentelijk belang moet worden beschouwd. De Memorie van Toelichting zegt daarover: "Weerlegbaar, omdat kan worden aangetoond dat ondanks het vervuld zijn van de voorwaarde, de activiteit niet als van gemeentelijk belang moet worden beschouwd. Gedacht kan worden aan een Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 5

gemeentelijke vereniging die, door een occasionele toelage, in één welbepaald jaar een meerderheid van zijn middelen van de gemeente ontvangt". Maar dit betekent wel dat er een gemeenteraadsbesluit nodig is die het vermoeden weerlegt. Voor de meeste verenigingen zal dit hopelijk weinig discussie opleveren, te meer daar het voor een gemeentebestuur sowieso onbegonnen werk is en ook volstrekt niet de bedoeling dat zij het bestuur van een massa particuliere verenigingen overnemen. Maar er zijn perfect situaties denkbaar (bv. Werkingen met Maatschappelijk Kwetsbare Kinderen en Jongeren, bepaalde jeugdhuizen of beheersvzw's van jeugdlokalen), waarin sommige lokale politici van oordeel zijn dat het eigenlijk nog niet zo slecht is dat zij zeggenschap hebben over het bestuur van de jeugdvereniging in kwestie. En aangezien de Vlaamse Regering (nog?) niet bepaald heeft voor welke taken van gemeentelijk belang gemeentelijke EVA's kunnen worden opgericht, slaat het besluit op dit moment nog op alle beleidsterreinen, dus ook jeugdwerk. Zeker de combinatie van art. 225 en 246 boezemt een aantal mensen in de jeugdsector schrik in. In principe is het op dit moment op basis van het gemeentedecreet dus mogelijk dat een gemeente een lokale vzw die meer dan de helft van zijn financiële middelen uit gemeentesubsidies krijgt "overneemt" omdat ze het vermoeden dat de vzw belast is met een welbepaalde taak van gemeentelijk belang niet weerlegt, de vzw op basis daarvan als een EVA moet beschouwen en bijgevolg de meerderheid van de stemmen in de algemene vergadering op basis van art. 246 aan gemeenteraadsleden moet toewijzen. In dit scenario zou dat voor de betrokken vereniging dus neerkomen op ofwel afzien van (een deel van) de gemeentelijke subsidies, ofwel akkoord gaan met een feitelijke overname door het gemeentebestuur. Zoals onder punt 1 reeds vermeld kan ook hier kan de redenering omgedraaid worden: er zijn eveneens jeugdwerkinitiatieven waarvan op basis van de criteria moet geconcludeerd worden dat ze belast zijn met beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang, en waarvan de beleidsverantwoordelijken dit zelf absoluut wénsen te weerleggen. Maar waar het dan zeer onzeker is of de toezichthoudende overheid dit zou aanvaarden, zeker als men weet dat het initiatief niet enkel meer dan de helft van zijn financiële middelen via subsidie uit het gemeentebudget krijgt, maar ook gebruik kan maken van gemeentelijke infrastructuur en ondersteund wordt door een jeugdwerker die werkzaam is op de gemeentelijke jeugddienst. We kennen diverse jeugdhuizen in dit geval. Wellicht zijn er op dit moment nog niet zo heel veel gemeenten echt mee bezig omdat de overgangsperiode nog loopt tot 2013, maar het is duidelijk dat dit in de komende jaren voor flink wat lokale troebelen kan zorgen. Want er is dus wel degelijk een reëel gevaar voor de bestaande verzelfstandigingen die niet voldoen aan de bepalingen van het gemeentedecreet. Zo zou de gemeenteraadsbeslissing tot toekenning van middelen aan de niet-conforme vzw kunnen worden vernietigd. Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 6

2.3. De onduidelijkheid over wat voor de toezichthoudende overheid afdoende argumenten zijn inzake de motiveringsplicht voor de oprichting van een gemeentelijk EVA in privaatrechtelijke vorm Toelichting Artikel 245 2 en 3 van het gemeentedecreet luidt: 2. De gemeenteraad beslist over de oprichting of deelname, bedoeld in 1, op grond van een door het college van burgemeester en schepenen opgemaakt verslag. In dat verslag worden de voor- en de nadelen van externe verzelfstandiging in de gekozen vorm afgewogen en wordt aangetoond dat het beheer binnen de rechtspersoonlijkheid van de gemeente of in de vorm van een autonoom gemeentebedrijf niet de vereiste voordelen kan bieden. Tot de oprichting of deelname kan pas worden overgegaan nadat de gemeenteraadsbeslissing hiertoe werd goedgekeurd overeenkomstig 3. 3. De beslissing tot oprichting of deelname wordt samen met het verslag, bedoeld in 2, en het ontwerp van statuten binnen dertig dagen aan de Vlaamse Regering verzonden. Binnen honderd dagen na verzending keurt de Vlaamse Regering de beslissing al dan niet goed. Als die termijn verstrijkt zonder dat de Vlaamse Regering een beslissing heeft genomen en die beslissing verzonden heeft aan de gemeente, dan wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend. Illustratief voor de onduidelijkheid over wat relevante argumenten zijn is de vaststelling dat alle beslissingen tot oprichting van een EVA aanvankelijk door de toezichthoudende overheid werden vernietigd (er wordt gesproken van een 15-tal afgekeurde dossiers vooraleer het eerste EVA daadwerkelijk werd goedgekeurd, maar dit konden we niet verifiëren). Tot op dit moment (einde januari 2009) zijn er voor zover we konden nagaan nog altijd maar een 10- tal gemeentelijke EVA s door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur goedgekeurd, waarvan 2 in de jeugdsector, met name vzw De Warande in Kortrijk (speelpleinwerking en beheer jeugdverblijfscentrum) en vzw Antwerpen Studentenstad. Wat we op dit moment weten vanuit de Memorie van Toelichting bij het decreet en de informatie die het Agentschap Binnenlands Bestuur ter beschikking is dat er begrijpelijkerwijze geen limitatieve lijst van aanvaardbare argumenten kan worden opgesteld, maar dat stijlformules alleen zeker niet volstaan. Wat men dan als een loutere stijlformule beschouwt is minder duidelijk. Volgende voordelen kunnen volgens de MvT wel een rol spelen: Het stimuleren van initiatieven tot samenwerking met of betrokkenheid van particulieren of private belangengroepen; De noodzaak van een doorgedreven onafhankelijkheid van het agentschap; De noodzaak de gemeentelijke taken in het kader van de non-profit te realiseren onder werkingsvoorwaarden die identiek zijn aan die van de andere actoren die gelijkaardige activiteiten ontwikkelen. De administratie geeft aan dat andere argumenten voor hen kunnen zijn: De meerwaarde van de andere oprichtende leden, Het belang van een uitgebreide raad van bestuur, Het imago van een vzw, Fiscale voordelen, Financiële vrijheid, Voorwaarde voor het verkrijgen van subsidies of sponsoring, Het personeelsstatuut. Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 7

Probleemstelling Het is vooralsnog niet zo duidelijk of één of meerdere van deze andere argumenten volstaan als motivatie, of er minstens één argument uit de reeks die aangehaald werd in de MvT moet bij zijn. We hebben bv. al opgevangen dat argumenten als fiscale voordelen, financiële vrijheid of het soepeler kunnen werken met personeel niet als enige argumentatie kan worden aanvaard. We denken dat er voor vzw s in de jeugdsector in vele gevallen heel sterke argumenten voorhanden zijn op het vlak van het belang om de betrokkenheid van jongeren of jeugdorganisaties te garanderen en te stimuleren. Maar of dit afdoende argumenten zijn is lang niet zeker. Uiteraard moet elk dossier op zijn merites beoordeeld worden en het in eerste instantie aan elke gemeente apart is om voor een concreet dossier een stevige motivatie op te bouwen, maar het zou zeker een hulp zijn mocht hiervoor aan de gemeentebesturen ondersteunend materiaal ter beschikking kunnen gesteld worden, bv. in de vorm van duidende teksten, good practices, de mogelijkheid om voorafgaandelijk de argumentatie die men wil opbouwen ter motivering van de verzelfstandiging af te toetsen bij de administratie die het dossier zal moeten beoordelen. We weten dat de medewerkers op de administratie zeker bereid zijn om advies te geven, maar deze ondersteuning lijkt vooralsnog niet structureel ingebed binnen de administratie en hangt dus vooral af van de goodwill en de werkdruk van deze medewerkers. Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 8

2.4. De onduidelijkheid over aan welke vzw s de gemeente al dan niet kan deelnemen indien deze niet belast zijn met taken van gemeentelijk belang Toelichting Artikel 195 van het gemeentedecreet luidt: 1. Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, kunnen de gemeenten verenigingen, stichtingen en vennootschappen met sociaal oogmerk oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen voorzover die verenigingen, stichtingen en vennootschappen met sociaal oogmerk niet belast worden met de verwezenlijking van welbepaalde taken van gemeentelijk belang. Onder dezelfde voorwaarden kunnen de gemeenten een andere vennootschap in de zin van het Wetboek Vennootschappen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen indien deze vennootschap de realisatie van lokale PPS-projecten in de zin van het decreet betreffende publiek-private samenwerking als uitsluitende doelstelling heeft. Het college van burgemeester en schepenen houdt een volledig en geactualiseerd overzicht bij van de verenigingen, stichtingen en vennootschappen waarin de gemeente deelneemt. Minstens eenmaal per jaar wordt de gemeenteraad in kennis gesteld van dit geactualiseerd overzicht met een toelichting over alle wijzigingen dewelke zich sinds de vorige toelichting aan deze overzichtslijst hebben voorgedaan. 2. Deze oprichting, deelname of vertegenwoordiging mag niet gepaard gaan met de overdracht of terbeschikkingstelling van gemeentelijk personeel of met de overdracht van gemeentelijke infrastructuur. 3. Het is de gemeenten verboden om, rechtstreeks of onrechtstreeks, rechtspersonen die niet belast zijn met welbepaalde taken van gemeentelijk belang op te richten, erin deel te nemen of zich erin te laten vertegenwoordigen, tenzij die rechtspersonen voldoen aan de voorschriften van dit hoofdstuk of er voor die oprichting, deelname of vertegenwoordiging een andere decretale of wettelijke rechtsgrond bestaat. Artikel 195 van het gemeentedecreet biedt de mogelijkheid dat een gemeente participeert aan een particuliere vzw zonder dat deze aan de voorwaarden van een EVA moet voldoen. Het gemeentedecreet stelt evenwel belangrijke voorwaarden: aan deze vzw mogen geen welbepaalde taken van gemeentelijk belang worden toevertrouwd er mag geen overdracht of terbeschikkingstelling van gemeentelijk personeel zijn er mag geen overdracht van infrastructuur zijn De Memorie van Toelichting geeft zelf het voorbeeld van een vertegenwoordiging in sport- of culturele verenigingen om coördinerend op te treden of voeling te houden met het gemeentelijk verenigingsleven. Ook de deelname in allerlei overlegfora wordt vermeld. Probleemstelling Op zich lijkt het artikel 195 dus een zeer geschikte mogelijkheid te bieden om een gemeente indien gewenst te laten participeren in een jeugdorganisatie, maar zonder de vzw te verplichten zich te schikken in het strakke keurslijf van een EVA, waar de participatie van jongeren niet zo evident is. Maar zo simpel blijkt het niet. Opnieuw stelt zich hier de levensgrote vraag naar interpretatie. Wat zijn welbepaalde taken van gemeentelijk belang? Het is de Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 9

gemeenteraad die dit vaststelt. De toezichthoudende overheid kan die beslissing slechts marginaal toetsen, stelt de Memorie van Toelichting. Op zich is dit logisch en ook toe te juichen. Gemeentebesturen zijn uiteraard het best geplaatst om te kunnen inschatten of een bepaalde activiteit een taak van gemeentelijk belang is. Toch blijkt hier op dit moment de grootst mogelijke verwarring over. We horen interpretaties die wel zeer ver uit elkaar lopen. Over eenzelfde dossier kan de ene betrokkene van mening zijn dat dit perfect toelaatbaar is omdat hij dat niet als een taak van gemeentelijk belang beschouwt, terwijl een andere betrokkene absoluut overtuigd is van het tegendeel. Deze verschillen in interpretatie bestaan blijkbaar zowel binnen gemeentebesturen als binnen de toezichthoudende overheid. Dit maakt het bijzonder moeilijk voor lokale actoren om dossiers voor te bereiden en voor ondersteunende organisaties (zoals VVSG, ISB, Locus, VVJ enz.) om hen daarbij te helpen. Naar ons aanvoelen is er dus echt wel nood aan een minimaal richtinggevend kader waarbinnen de gemeentebesturen dan in alle autonomie hun afweging kunnen maken. Een ander probleem van interpretatie kan het verbod op overdracht van infrastructuur en het verbod op overdracht of terbeschikkingstelling van gemeentelijk personeel zijn. Heel wat particuliere jeugdwerkinitiatieven zitten in gemeentelijke jeugdinfrastructuur. Sommige jeugdhuizen zitten in een gemeentelijk jeugdcentrum. Is dit overdracht van infrastructuur? Het lijkt ons dat je kan argumenteren dat dit infrastructuur is die ter beschikking wordt gesteld van het jeugdwerkinitiatief zonder dat ze aan deze jeugdorganisatie is overgedragen, want de infrastructuur blijft uiteraard eigendom van het gemeentebestuur. Maar bekijkt de toezichthoudende overheid dat ook zo? Idem met het verbod op overdracht of terbeschikkingstelling van gemeentelijk personeel. Als een jeugdwerker die in dienst is van het gemeentebestuur exclusief aan een bepaald jeugdwerkinitiatief is toegewezen kan je wellicht moeilijk anders dan concluderen dat dit terbeschikkingstelling van personeel is. Maar wat met jeugdwerkers in dienst van de gemeente die meerdere opdrachten hebben, waaronder als één van de taken het ondersteunen van het jeugdhuis of een ander jeugdwerkinitiatief. Is dit dan ook terbeschikkingstelling? Naar ons aanvoelen niet aangezien de jeugddienstmedewerker uitdrukkelijk onder het gezag van het gemeentebestuur blijft werken, niet onder dat van de autonome rechtspersoon. Momenteel lijken nog heel veel gemeenten de kat uit de boom te kijken en af te wachten, aangezien er nog ruim tijd is om hun structuren aan te passen (tot 2013). Maar het is duidelijk dat er echt wel nood is aan een grotere duidelijkheid aan wat kan en wat niet kan binnen het kader van artikel 195 van het gemeentedecreet. Vereniging Vlaams Jeugddiensten en Consulenten vzw 4 februari 2009 Verzelfstandiging gemeentedecreet in de jeugdsector Probleemstellende nota 10