Beleggingen in effecten. S10PSF Pensioenfondsen



Vergelijkbare documenten
OneGate. Quick Start Guide. 15 September 2011

Beleggingen in effecten. S10PSF Pensioenfondsen

Activiteiten met het buitenland. L01PKI Lijst van de ingezeten klanten die betalingen van beroepsmatige aard met het buitenland verrichten

Beleggingen in effecten. S10SNF Niet-financiële ondernemingen

GEDETAILLEERDE INVENTARIS VAN DE AAN DE INSTELLING TOEVERTROUWDE EFFECTEN (00/371.1 t/m 371.4) (uitsplitsing per land)

Beleggingen in effecten Enquêtes S10STB en S12STB

Overige investeringen met het buitenland

Beleggingen in effecten. S10PSF Pensioenfondsen

Tabellen t/m (aanduiden met x) GEDETAILLEERDE INVENTARIS VAN DE AAN DE INSTELLING TOEVERTROUWDE EFFECTEN (00/371.1 t/m 371.

Beleggingen in effecten Aangifte S10RIN

Beleggingen in effecten Aangifte S10INV

Geldtransfers met het buitenland Enquête F01MTR. Handleiding Ed. 2013

Beleggingen in effecten. S10INS S19INS Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen

(Belgisch Staatsblad van 10 februari p. 8088)

Een algemene en meer gedetailleerde handleiding van OneGate vindt u op

Overige investeringen met het buitenland

Snelle referentiegids

GEDETAILLEERDE INVENTARIS VAN DE DOOR DE INSTELLING UITGEGEVEN EFFECTEN (00/230, 271, 272 en 281)

Bijlage Circulaire. Gedetailleerde lijsten van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen

Handleiding gebruiker CKO2

Beleggingen in effecten. S10INS S19INS Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen

Beleggingen in effecten Aangiften S10INS en S19INS

Lijst van de ingezeten klanten die betalingen van beroepsmatige aard met het buitenland verrichten - Opgave L01PKI. Handleiding Versie 2016

GEDETAILLEERDE INVENTARIS VAN DE BAISSEPOSITIE EFFECTEN (00/222.2)

Lijst van de ingezeten klanten die betalingen van beroepsmatige aard met het buitenland verrichten Aangifte L01PKI. Handleiding Versie 2019

Intrastataangiften via One Gate

Geldtransfers met het buitenland F01MTR. Handleiding Ed. 2019

Activiteiten met het buitenland F01ENE: energie. Handleiding Ed (rev. 2019)

Activiteiten met het buitenland F02CCI: Betaalkaarten. Handleiding Ed (rev. 2019)

Activiteiten met het buitenland F01MER: driehoekshandel. Handleiding Ed (Rev. 2019)


Circulaire reporting boekjaar 2010: Nieuwigheden en aandachtspunten

(Belgisch Staatsblad van 10 februari p. 8088)

IDEP / GN8 (via OneGate) Quickstart

Activiteiten met het buitenland F02TRA: touroperators en reisbureaus. Handleiding Ed (rev. 2019)

Directe investeringen met het buitenland Kredietinstellingen Aangiften GRPFDI: structuur van de groep S23FDI: uitstaande bedragen van de directe

Gebruikershandleiding: Aangifte van werken Inhoudstafel

FSMA_2014_01-2 dd. 20/01/2014. Samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen op 31/12/2013. Aard van de waarden

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN CORFLAT II. Handleiding

OneGate. Gebruikershandleiding. 16 September 2011

Hoofdstuk 1: Toegang tot abonnementen & digipass

Samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen

INLEIDING... 3 INFORMATIE OVER HET STARTSCHERM INFORMATIE OVER DE BALK BOVENAAN... 3

We hebben de vragen ingedeeld als volgt:

Table des matières 1. INLEIDING

Gebruikershandleiding: Aangifte van werken Inhoudstafel

Gebruikershandleiding User Management Scenario 2

JAARAANGIFTE BEDRIJFSVOORHEFFING BELCOTAX-ON-WEB

Circulaire NBB_2012_12 - Bijlage 4

De functies van de toepassing zijn beschikbaar via iconen. De belangrijkste vind je in het volgende lijstje:

De controlekaart volledige werkloosheid

De toepassing Opvolgingssysteem MZG, MPG, FinHostaPortal

Beleggingen in effecten. S10OPC S10OPM Instellingen voor collectieve belegging

In de tabel hieronder vindt u een beschrijving van de verschillende velden die kunnen voorkomen in uw import-bestand.

FSMA_2013_01-1 dd. 15/01/2013. Activa die als tegenwaarde dienen van de solvabiliteitsmarge Zone A (4) Overige 1.

WEBTOEPASSING ACHIL (Ambulatory Care Health Information Lab)

Bestelling van uw Ticket Restaurant -kaarten en van uw elektronische maaltijdcheques

Gebruikershandleiding User Management Scenario 4

Activiteiten met het buitenland. F02BRO Verzekeringstussenpersonen

Versie December 2009

FSMA_2018_01-2 dd. 19/12/2017. Aard van de waarden

Gebruikershandleiding. Beheer Enveloppen

CAPELO - AANVULLINGEN BIJ HET

GEBRUIK van het SOFbestand. AG Employee Benefits Trust in expertise

Brussel 24-25/05/2011. De nieuwe aangifte in de vennootschapsbelasting

Toegangsbeheer. Inhoud. Inleiding

Gebruikershandleiding

HANDLEIDING store2actions. Online-beheer van uw voorraad

DB2P. Gebruikershandleiding User Management. Scenario 3

One Gate (CSSR) XML File Upload Protocol

Gebruikers handleiding Brugge Printshop webshop

Activa die als tegenwaarde dienen van de solvabiliteitsmarge

STARTUP GUIDE FileExchange

Handleiding : Opdrachten vanuit Excel

FiMiS User Guide for PAD Surveys

MANUELE INBRENG VAN NIET- FISCALE SCHULDEN VIA MYMINFIN

FSMA_2018_01-1 dd. 19/12/2017. Aard van de waarden

De toepassing Opvolgingssysteem MZG, MPG, FinHostaPortal

Gebruikershandleiding Intrum Web 2.0

WinBooks Versie 4 What s New?

CAPELO - AANVULLINGEN BIJ HET

Toegang tot de digitale steunmaatregelen (kmo-portefeuille, ecologiepremie en groeipremie).

De toepassing Doorsturen MZG, MPG, FinHostaPortal

IDEP / GN8 voor WINDOWS. Quickstart

MyBroker. Gebruikershandleiding

HULP BIJ GEBRUIK CV-CHECK

PROTOCOL OVER DE AFGIFTE VAN DE PORTFOLIOTABELLEN (BAISSEPOSITIE, UITGEGEVEN EFFECTEN EN BUITEN BALANS) DOOR DE KREDIETINSTELLINGEN

De eerste stappen in uw Klantenruimte

Gebruikershandleiding. Module betalingen Ondertekenen en wijzigen van bestanden

Handleiding Opmaken fiche

UNIDIS KLANTENDAG 2013 UW ADMINISTRATIE SEPA PROOF TRAINING

Bijlage Circulaire 2018/01

Handleiding Digitaal Aanvraagformulier

Praktische handleiding Aanmaak van een account

Handleiding EDIVAT Expert/m for Windows

Gebruikershandleiding. Quick Smart Dimona NEW

Hiervoor volstaat het dat u zich op uw Klantenzone MySodexo begeeft en de volgende 5 stappen volgt:

Portahealth: hoe de resultaten van de controles voor MZG, MPG of FINHOSTA opvolgen?

BVBA KMO-zone, Klein Boom Putte (Mechelen) Tel: (015) Fax: (015)

FORMULIER TOT MEDEDELING VAN REKENINGEN IN HET BUITENLAND AAN HET CENTRAAL AANSPREEKPUNT. Verklarende nota

Transcriptie:

Beleggingen in effecten S10PSF Pensioenfondsen

Beleggingen in effecten Enquête S10PSF Pensioenfondsen Handleiding Ed. 2006 (update 2012)

Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding.

Inhoud 1. Glossarium 5 1.1 Effect 5 1.1.1 Schuldbewijzen 5 1.1.2 Aandelen en gelijkgestelde effecten 5 1.2 Afgeleide producten 6 1.3 Haussepositie 6 1.4 Mobilisering van effecten/repo - Reverse repo 6 1.5 Ingezetene of niet-ingezetene 6 1.5.1 Ingezetene 6 1.5.2 Niet-ingezetene 7 1.6 Territoriale positie 7 1.7 Depositaris 7 2. Algemene bepalingen 9 2.1 Wettelijke verplichting 9 2.2 Aangifteplichtigen 9 2.3 Verantwoordelijkheid 9 2.4 Periodiciteit en leveringstermijn 9 2.5 Rapporteringswijzen 10 2.6 Nihil-opgave 10 2.7 Adressering 10 3. Te verstrekken informatie 11 3.1 Identificatie van uw onderneming 11 3.2 Identificatie van de contactpersoon in uw onderneming/derde aangever 11 3.3 Aangifteperiode 11 3.4 Eigenlijke aangifte 11 3.4.1 Lijst van tabellen per enquête 12 3.4.2 Definitie van de tabellen 12 3.1.1 Definitie van de kolommen 12 3.1.2 Lijst van kolommen per tabel 19 Bijlage 1: De elektronische aangiften via de toepassing OneGate 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Adres 21 1.3 Identificatie van de gebruikers 21 1.4 Functionaliteiten van de toepassing OneGate 22 1.4.1 Gebruik van de tabbladen 22 1.4.2 Het encoderen van de aangifte via het webformulier (tabblad Rapporten) 23 1.4.3 Het beveiligd importeren van CSV-bestanden binnen het webformulier (tabblad Rapporten) 24 1.4.4 Het beveiligd opladen van bestanden in XML-formaat (tabblad Opladen) 24 1.4.5 Status van de aangiften (tabblad Rapporten - Overview) 25 1.4.6 Gebruik van Berichten (tabblad Berichten) 25 1.5 Formaat van het CSV bestand 26 1.5.1 Algemeenheden 26 1.5.2 Voorbeeld van bestand 27 3

1.6 Schermafdrukken 28 1.6.1 Het encoderen van de aangifte via het webformulier 28 1.6.2 Het beveiligd uploaden van bestanden binnen het webformulier 29 Bijlage 2: Voorbeeld van tabellen 31 2.1 Tabel 0390 Haussepositie in schuldbewijzen op ten hoogste één jaar 32 2.2 Tabel 0391 Haussepositie in schuldbewijzen op meer dan één jaar 34 2.3 Tabel 0392 Haussepositie in aandelen en gelijkgestelde effecten 36 2.4 Tabel 0399 Haussepositie in afgeleide producten 38 Bijlage 3: Verwijzing naar de boekhouding 41 Bijlage 4: Land- en muntcodes 43 4

1. Glossarium 1.1 Effect In het kader van deze enquête wordt onder "effect" of "roerende waarde" iedere overdraagbare financiële vordering verstaan. 1.1.1 Schuldbewijzen Schuldbewijzen omvatten obligaties en andere schuldbewijzen, die de houder gewoonlijk het onvoorwaardelijke recht geven op een vast of een bij contract bepaald variabel geldelijk inkomen. De schuldbewijzen omvatten onder meer: schatkistobligaties, zerocouponobligaties, gesplitste obligaties (strips), obligaties met valutaclausule, obligaties met variabele rente, aan aandelen gekoppelde obligaties (bijv. converteerbare obligaties), perpetuele obligaties, obligaties met optionele vervaldagen; door vorderingen gewaarborgde schuldbewijzen zoals door hypotheken gedekte obligaties; geïndexeerde schuldbewijzen; niet-winstdelende preferente aandelen; euro-notes; verhandelbare depositobewijzen; certificaten aan toonder van neergelegde schuldbewijzen; schatkistbons; commercial paper; andere schuldbewijzen. Zij omvatten echter niet: rechten, opties en andere afgeleide producten; kredieten in rekening; handelskredieten en cliëntenrekeningen met een debetsaldo; rechten met betrekking tot de uitgifte van geldmarktinstrumenten zoals "note issuance facilities", "revolving underwriting facilities" en orderbriefjes met inbegrip van deze aan toonder; vastgoedcertificaten. 1.1.2 Aandelen en gelijkgestelde effecten Aandelen en gelijkgestelde effecten omvatten alle instrumenten en stukken die, nadat aan de aanspraken van alle schuldeisers is voldaan, de houders ervan recht geven op de residuele waarde van een onderneming. Zij omvatten onder meer: de aandelen: gewone aandelen, preferente aandelen, winstdelende aandelen,... ; deelbewijzen; certificaten aan toonder van neergelegde eigendomsbewijzen; aandelen of deelbewijzen van Instellingen voor Collectieve Belegging (ICB). 5

Zij omvatten echter niet: niet-winstdelende preferente aandelen (zijn als schuldbewijzen te beschouwen); rechten, opties, warrants en andere afgeleide producten. 1.2 Afgeleide producten Een contract aangaande afgeleide producten is een financieel instrument dat verbonden is aan een ander specifiek financieel instrument of aan een index of aan grondstoffen en via hetwelk specifieke financiële risico's (zoals renterisico, wisselkoersrisico, risico's m.b.t. de koersen van aandelen of van grondstoffen, kredietrisico's, etc.) apart kunnen onderhandeld worden op de financiële markten. Volgende producten zijn o.a. geviseerd: rechten, opties, warrants en andere afgeleide producten. 1.3 Haussepositie De effecten die aangehouden worden door de aangifteplichtige en die voorkomen op het actief van de balans vormen de "haussepositie". 1.4 Mobilisering van effecten/repo - Reverse repo Onder de meest courante mobiliseringverrichtingen komen de repoverrichtingen en reverse repos voor. Onder "repo" verstaat men iedere mobiliseringverrichting van effecten waarbij de eerste tegenpartij contant fondsen ontvangt en effecten levert aan de medecontractant met afsluiting van een tegengestelde verrichting op termijn. Onder "reverse repo" verstaat men iedere mobiliseringverrichting van effecten waarbij de eerste tegenpartij contant effecten ontvangt en fondsen levert aan de medecontractant met afsluiting van een tegengestelde verrichting op termijn. De mobiliseringverrichtingen mogen deze aangifte in geen geval beïnvloeden vermits zij de presentatie van de balans niet wijzigen en deze het enige criterium van aangifte is. Het al dan niet opnemen van effecten op het actief of het passief geldt als enig criterium. M.a.w. indien een effect dat zich op de actiefzijde van de balans bevindt het voorwerp uitmaakt van een "repo", blijft het opgenomen in de aangifte, ook al komt dit effect niet meer voor op de effectenrekening van de aangifteplichtige. Indien de effectenrekening van de aangifteplichtige daarentegen gecrediteerd wordt voor een effect ten gevolge van een "reverse repo", moet dit effect niet opgenomen worden in de aangifte vermits het effect niet voorkomt op de balans. 1.5 Ingezetene of niet-ingezetene 1.5.1 Ingezetene Een ingezetene kan zowel een natuurlijke persoon als een onderneming zijn, inclusief een bijkantoor of bedrijfszetel in België van een onderneming van buitenlandse oorsprong, die in België economische activiteiten ontplooit en daartoe voor langere tijd over een locatie in België beschikt. Meer concreet verstaan we onder ingezetene: elke rechtspersoon naar Belgisch privaatrecht, voor de activiteiten van zijn maatschappelijke zetel, van zijn dochtermaatschappijen, bijkantoren en bedrijfszetels gevestigd in België; 6

elke rechtspersoon naar Belgisch publiekrecht en alle diensten daarvan in België, alsook de Belgische diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen in het buitenland; elke rechtspersoon naar buitenlands recht, voor de activiteiten van zijn bijkantoren en bedrijfszetels gevestigd in België; elke natuurlijke persoon die zijn hoofdverblijfplaats in België heeft, hierbij inbegrepen de ambtenaren van een organisatie naar internationaal of Europees recht, gevestigd in België. Elke persoon die in de bevolkingsregisters van een gemeente ingeschreven is, wordt geacht daar zijn hoofdverblijfplaats te hebben; elke natuurlijke persoon van Belgische nationaliteit die in een Belgische diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het buitenland een zending vervult, alsook de familieleden die deel uitmaken van zijn gezin en die hem vergezellen; elke natuurlijke persoon die, ofschoon hij zijn hoofdverblijfplaats in het buitenland heeft of niet in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente is ingeschreven, op duurzame wijze een onderneming uitbaat in België, en dat voor de activiteiten van die onderneming. 1.5.2 Niet-ingezetene Het begrip "niet-ingezetene" verwijst naar iedereen die geen ingezetene is en die zijn economisch belangencentrum buiten België heeft. Ook moeder- en dochterbedrijven in het buitenland van ingezeten ondernemingen worden in dit verband als niet-ingezetenen beschouwd. De notie van niet-ingezetene komt niet overeen met die van buitenlander in de gewone betekenis van het woord. De nationaliteit is immers niet bepalend voor de hoedanigheid van ingezetene of niet-ingezetene. Meer concreet verstaan we onder niet-ingezetene: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet als een ingezetene mag beschouwd worden; elke natuurlijke persoon van buitenlandse nationaliteit die een betrekking uitoefent in een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van zijn land die gevestigd is in België, alsook de familieleden die deel uitmaken van zijn gezin en die hem vergezellen; de organisaties naar internationaal of Europees recht die gevestigd zijn in België; de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen die in België gevestigd zijn. 1.6 Territoriale positie Onder "territoriale positie" verstaan we, voor een ingezetene, het geheel van bijkantoren en bedrijfszetels gevestigd in België. De te gebruiken code om de territoriale positie aan te duiden in de aangifte is de code 10 in de zone "identificatie van de positie". 1.7 Depositaris Onder depositaris of bewaarnemer verstaan we de instelling waarbij de effecten van de aangifteplichtige in bewaring zijn neergelegd. 7

2. Algemene bepalingen 2.1 Wettelijke verplichting Alle ingezeten ondernemingen zijn wettelijk verplicht om periodiek de aangifte over hun activa in effecten rechtstreeks aan de Nationale Bank van België (NBB) te leveren. Ter herinnering: bijkantoren en bedrijfszetels in België van rechtspersonen naar buitenlands recht hebben eveneens de hoedanigheid van ingezetenen. Bijgevolg moeten ook zij hun activa in effecten aan de NBB meedelen. 2.2 Aangifteplichtigen De inzameling van gegevens omtrent effecten gebeurt d.m.v. de enquête S10PSF gericht aan alle ingezeten pensioenfondsen. De enquête S10PSF beoogt een aangifte op territoriale positie van gedetailleerde informatie, effect per effect, over het geheel van alle effecten die op de balans voorkomen. 2.3 Verantwoordelijkheid Een aangifteplichtige kan volmacht geven aan een derde om zijn aangifte in te vullen. De verantwoordelijkheid voor de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de aangifte blijft echter altijd bij de aangifteplichtige berusten. 2.4 Periodiciteit en leveringstermijn De aangifte is ofwel maandelijks, ofwel driemaandelijks, ofwel jaarlijks naargelang de rekenkundige som van de posten op de balans m.b.t. effecten (posten 003, 004, 005 en 007) al of niet de drempels van 1 000 000 000 of van 100 000 000 bereiken. Aldus, indien de rekenkundige som de drempel van 1 000 000 000 bereikt, moet de aangifte maandelijks aangeleverd worden binnen de 11 werkdagen na het einde van de te rapporteren maand. Indien de rekenkundige som tussen 100 000 000 en 1 000 000 000 komt te liggen, moet de aangifte driemaandelijks (per einde maart, juni, september en december) aangeleverd worden binnen de 25 kalenderdagen na het einde van het te rapporteren kwartaal. In de andere gevallen is de aangifte jaarlijks en moet ze opgesteld worden per eind december en aangeleverd worden binnen de 25 kalenderdagen. 9

2.5 Rapporteringswijzen De aangiften kunnen enkel elektronisch aangeleverd worden. De NBB stelt een volledig beveiligde toepassing ter beschikking voor de aangiften via internet. Met deze toepassing kunnen de aangiften gecodeerd worden en kunnen ook bestanden geüpload worden. Aangifteplichtigen die moeilijkheden zouden ondervinden met deze toepassing kunnen een CD-ROM aanvragen die een software bevat waarmee eveneens aangiften kunnen worden gedaan. Ondernemingen die vanuit eigen applicaties geautomatiseerde aangiften verstrekken, kunnen dit doen via een XML bestand dat ze per e-mail opsturen of via internet met filetransfer uploaden; de record lay-out van dit meer complexe bestand wordt nader uitgelegd in een apart document. Bijlage 1 gaat nader in op de elektronische aangifte. 2.6 Nihil-opgave Indien er in een aangifteperiode voor een bepaalde tabel geen effect aan te geven is, moet er toch een aangifte met aanduiding "nihil" gedaan worden. De aangifteformulieren voorzien een speciaal veld voor een dergelijke nihil-aangifte. 2.7 Adressering De elektronische aangiften kunnen aangeleverd worden via de webtoepassing OneGate ofwel via onze portaalsite op het internetadres: http://www.nbb.be/onegate ofwel rechtstreeks via de volgende URL's: https://onegate-standard.nbb.be voor aangifte met gebruikersnaam en paswoord of https://onegate-certificate.nbb.be voor aangifte via een elektronisch certificaat ofwel via email per XML-formaat (uitsluitend gecodeerd bestand) op het internetadres: onegate@b2b.nbb.be. 10

3. Te verstrekken informatie 3.1 Identificatie van uw onderneming Uw uniek ondernemingsnummer op 10 posities wordt als identificatiegegeven voor de aangifte gebruikt. In veel gevallen stemt dit overeen met uw BTW-nummer op 9 posities voorafgegaan door een 0 (recente ondernemingsnummers kunnen ook met 1 beginnen). Opgelet: het vestigingseenheidsnummer mag in geen enkel geval als identificatiegegeven gebruikt worden. 3.2 Identificatie van de contactpersoon in uw onderneming/derde aangever Om snel met de verantwoordelijke belast met de aangifte te kunnen communiceren, gelieve de identificatiegegevens van de contactpersoon in uw onderneming (of van de derde aangever) rechtstreeks in de aangifte te vermelden. 3.3 Aangifteperiode Een maandaangifte mag alleen gegevens afgesloten op het einde van één bepaalde maand bevatten (bv. januari, februari, maart, etc.). De maand moet aangegeven worden met 2 posities (bv. 01, 02, 03, etc.) en het jaar met 4 posities (bv. 2006). Een kwartaalaangifte mag alleen gegevens afgesloten op het einde van één bepaald kwartaal bevatten (bv. januari-maart, april-juni, etc.). Het kwartaal moet aangegeven worden via de laatste maand van het kwartaal met 2 posities (bv. 03 voor het 1ste kwartaal, 06 voor het 2de kwartaal, 09 voor het 3de kwartaal en 12 voor het 4de kwartaal) en het jaar met 4 posities (bv. 2006). Een jaaraangifte mag alleen gegevens afgesloten op eind december bevatten. 3.4 Eigenlijke aangifte De aangifte S10PSF bestaat uit 4 tabellen die elk geïdentificeerd worden aan de hand van een getal met 4 cijfers. Deze verschillende tabellen dienen om de effecten aan te geven die zich onderling onderscheiden door: de aard van de effecten: schuldbewijzen of aandelen/gelijkgestelde effecten; de initiële looptijd van de effecten; de lokalisatie van de effecten op de actiefzijde van de balans. 11

3.4.1 Lijst van tabellen per enquête Tabel 0390 Haussepositie in schuldbewijzen op ten hoogste één jaar; Tabel 0391 Haussepositie in schuldbewijzen op meer dan één jaar; Tabel 0392 Haussepositie in aandelen en gelijkgestelde effecten; Tabel 0399 Haussepositie in afgeleide producten. In bijlage 2, vindt u een voorbeeld van elk van deze tabellen waaruit de aangifte is samengesteld. 3.4.2 Definitie van de tabellen Bij elke definitie van een tabel werd een indicatieve lijst toegevoegd van de overeenstemmende posten van het boekhoudplan. Deze lijst is niet exhaustief: zo moet elk effect dat aan de definitie beantwoordt maar dat opgenomen is in een andere post van het boekhoudplan dan deze die vermeld werden, ook opgenomen worden in de rapportering. 3.4.2.1 Tabel 0390 - Haussepositie in schuldbewijzen op ten hoogste één jaar Deze tabel omvat de schuldbewijzen uitgegeven voor een initiële looptijd kleiner dan of gelijk aan één jaar aangehouden door de aangifteplichtige en die over het algemeen opgenomen zijn onder de volgende boekhoudpost: III B 2 (code 2322) :Beleggingen - Verhandelbare titels en overige financiële instrumenten - Obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten 3.1.1.1 Tabel 0391 - Haussepositie in schuldbewijzen op meer dan één jaar Deze tabel omvat de schuldbewijzen uitgegeven voor een initiële looptijd van meer dan één jaar aangehouden door de aangifteplichtige en die over het algemeen opgenomen zijn onder de volgende boekhoudpost: III B 2 (code 2322) :Beleggingen - Verhandelbare titels en overige financiële instrumenten - Obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten 3.1.1.1 Tabel 0392 - Haussepositie in aandelen en gelijkgestelde effecten Deze tabel omvat de aandelen en gelijkgestelde effecten aangehouden door de aangifteplichtige en die over het algemeen opgenomen zijn onder de volgende boekhoudposten: II C (code 223) : Vaste activa - Financiële vaste activa III B 1 (code 2321) : Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren III B 3 (code 2323) : Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Rechten van deelneming in gemeenschappelijke beleggingsfondsen en investereringsfondsen. 3.1.1.1 Tabel 0399 - Haussepositie in afgeleide producten Deze tabel omvat de afgeleide producten aangehouden door de aangifteplichtige en die over het algemeen opgenomen zijn onder de volgende boekhoudpost: III B 4 (code 2324) : Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Afgeleide financiële instrumenten.. 3.1.1 Definitie van de kolommen De verschillende tabellen van de enquête over de beleggingen in effecten zijn samengesteld uit lijnen en kolommen. In een tabel worden de verschillende records voorgesteld onder de vorm van successieve lijnen geïdentificeerd aan de hand van volgnummers. In een kolom vindt men altijd hetzelfde type informatie in de verschillende opeenvolgende records: de kolommen worden gewoontegetrouw geïdentificeerd door een kolomnummer dat dezelfde betekenis heeft in alle tabellen. 12

Een unieke definitie van elke kolom voor het geheel van de tabellen wordt hieronder gegeven, alle kolommen komen evenwel niet noodzakelijk voor in alle tabellen (cf. punt 3.4.4). De kolommen die in de enquête voorkomen, zijn de volgende: 01: Identificatie van de positie; 05: Nummer van de post van de boekhoudstaat waarin de effecten zijn opgenomen; 10: Identificatiecode van het effect volgens de codering vermeld in kolom 11; 11: Identificatie van de gebruikte codering; 15: Benaming van het effect; 25: Aantal effecten (voor aandelen en gelijkgestelde effecten); 30: Stemrecht in % (aandelen en gelijkgestelde effecten); 40: Muntcode (ISO 4217 code); 50: Nominale waarde per effectcode (voor schuldbewijzen) (in de munt van kolom 40); 60: Boekwaarde per effectcode (in tegenwaarde EUR); 70: Marktwaarde per effectcode (in de munt van kolom 40); 71: Identificatie van het type marktwaarde; 97: Land van de tegenpartij (voor de afgeleide producten); 98: Identificatiecode van het land van de bewaarnemer (ISO 3166 code op 2 cijfers); 99: Ondernemingsnummer van de ingezeten bewaarnemer; CBFA 4-1: Code afzonderlijk vermogen; CBFA 5: Code subcategorieën; CBFA 6: Marktwaarde per eenheid; CBFA 7: Af te trekken bedrag; CBFA 8: Affectatiewaarde; CBFA 9: Link met een afgeleid product; CBFA 9-5: Zakelijk recht; CBFA 10: Naam van de in bewaring nemende instelling; CBFA 11: Adres van de in bewaring nemende instelling; CBFA 12: Rekeningnummer bij de in bewaring nemende instelling; CBFA 13: Affectatiewaarde van gelopen en niet vervallen interesten. 3.1.1.1 Kolom 01 - Identificatie van de positie Deze kolom bevat de code van het type positie. Voor deze enquête is de code gelijk aan "10", vermits het om een enquête gaat volgens territoriale positie. Deze kolom staat niet aangegeven in de voorbeelden van tabellen in bijlage 2, vermits het een constante betreft; deze moet echter wel aangegeven worden in de elektronische bestanden. 3.1.1.2 Kolom 05 - Nummer van de post van de boekhoudstaat waarin de effecten zijn opgenomen Voor dit gegeven moet u het nummer aangeven van de post van de boekhoudstaat (Hoofdstuk II, Sectie I van de bijlage bij het Koninklijk Besluit van 19 april 1991 betreffende de jaarrekening van private voorzorginstellingen onderworpen aan de wetgeving betreffende de controle der verzekeringsondernemingen) waarin de effecten zijn opgenomen. 3.1.1.3 Kolom 10 - Identificatiecode van het effect volgens de codering vermeld in kolom 11 In kolom 10 moet men bij voorrang de ISIN-code opgeven. Indien geen enkele ISIN-code bestaat, is een andere code toegelaten. Bij gebrek aan enige code zijn blanco's toegelaten. Voorbeeld: de code BE0000257635 is de ISIN-code van een lineaire obligatie - OLO 1992/2007-8,50% uitgegeven door het Koninkrijk België op 20/02/1992 met vervaldag 01/10/2007. Bijzonder geval: 13

De Belgische kas- en groeibons, met of zonder kapitalisatie, en de vervallen coupons van kas- en groeibons met facultatieve kapitalisatie, moeten verplicht geïdentificeerd worden op basis van één van de volgende fictieve ISINcodes: LIJST VAN FICTIEVE ISIN-CODES VOOR KAS- EN GROEIBONS OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR OP MEER DAN ÉÉN JAAR Zonder kapitalisatie FF06MAXI01Y6 FF06OVER01Y9 Met facultatieve kapitalisatie Met automatische kapitalisatie FF06FACUCAP3 FF06AUTOCAP9 Vervallen coupons van kas- en groeibons met facultatieve kapitalisatie FF06EXPCOUP1 3.1.1.4 Kolom 11 - Identificatie van de gebruikte codering In kolom 11 (ID = identificatie) wordt het codetype vermeld voor de code in kolom 10 ter identificatie van het effect. De waarden moeten ofwel voorkomen in de vooraf vastgestelde tabel, ofwel een benaming zijn voor de codering die niet in de vooraf vastgestelde tabel voorkomen, ofwel blanco's zijn ingeval geen enkele code vermeld is in kolom 10. Indien een fictieve ISIN-code (cf. 3.4.3.3) gebruikt wordt in kolom 10, dient in de kolom 11 de waarde "01" vermeld te worden (ter aanduiding van een ISIN-codificatie). Voor het vermelde voorbeeld onder punt 3.4.3.3 van een effect geïdentificeerd via een ISIN-code, is de waarde in te voeren in kolom 11 gelijk aan "01" vermits het om een codificatie van het ISIN type gaat. Hieronder vindt u een lijst van de gebruikte codetypes. De aanpassingen aan deze lijst kunnen geraadpleegd worden op de internetsite www.betalingsbalans.be. Wanneer een effect geïdentificeerd moet worden aan de hand van een in de lijst niet opgenomen codetype, vraagt men best aan de NBB dit nieuwe type in de lijst op te nemen. Uitzonderlijk is het toegestaan de identificatiecode " " (blanco) te gebruiken; dergelijke registraties worden onderworpen aan een speciale controle en monden over t algemeen uit op een vraag om bijkomende inlichtingen bij de aangever. TYPE EFFECTENCODE CODETYPE BENAMING OMSCHRIJVING 01 ISIN Internationale standaard ("International Securities Identification Number") 02 COMMON Gemeenschappelijke code voor Euroclear Bank en Clearstream Bank 03 SVM - SRW Oude Belgische standaard voor effecten uitgegeven in België 04 SEDOL 1 "Stock Exchange Daily Official List" code ter identificatie van effecten in het Verenigd Koninkrijk en Ierland 05 SEDOL 2 "Stock Exchange Daily Official List" code ter identificatie van effecten in het Verenigd Koninkrijk en Ierland 21 CUSIP Gebruikt door de "US finance industry" voor de effecten uitgegeven of verhandeld in de Verenigde Staten en Canada 22 CINS "Cusip International Numbering System" gebruikt door de "US finance industry" voor effecten uitgegeven of verhandeld buiten de Verenigde Staten en Canada 23 BLO Bloomberg codering, New York 14

TYPE EFFECTENCODE CODETYPE BENAMING OMSCHRIJVING 24 ISM ISMA codering (International Securities Market Association), London 25 RIC Reuters Identificatiecode, Londen 26 TK Telekurs Zwitserse standaard voor uitgegeven effecten 41 SIS "Securities Information System" Belgische standaard voor uitgegeven effecten 42 WKN "Wertpapierkennummer" Duitse standaard voor uitgegeven effecten 43 SVN "Valorennummer" Zwitserse standaard voor uitgegeven effecten 3.1.1.5 Kolom 15 - Benaming van het effect Tekstuele informatie die de benaming van het effect omvat. De benaming van het effect in kolom 15 moet in geval van schuldbewijzen de vermelding van de nominale intrestvoet bevatten. 3.1.1.6 Kolom 25 - Aantal effecten (voor aandelen en gelijkgestelde effecten) Aantal effecten afgerond op de éénheid. In de tabel 0399 moet het aantal contracten slechts vermeld worden wanneer het gaat om genoteerde afgeleide producten. 3.1.1.7 Kolom 30 - Stemrecht in % (aandelen en gelijkgestelde effecten) Percentage stemrechten die de aangifteplichtige aanhoudt in de onderneming geïdentificeerd door het effect. Dit percentage dient te worden vermeld met twee decimalen. Wanneer het percentage niet met zekerheid gekend is maar in ieder geval kleiner is dan 10% (percentage vanaf hetwelk het aanhouden van de effecten als een participatie wordt beschouwd) dient men de defaultwaarde "1,00" te vermelden. 3.1.1.8 Kolom 40 - Muntcode Identificatie, volgens de ISO 4217 code op 3 posities, van de munt waarin het effect uitgegeven werd. De lijst van de muntcodes is beschikbaar in bijlage en op onze internetsite www.betalingsbalans.be. 3.1.1.9 Kolom 50 - Nominale waarde per effectcode (voor schuldbewijzen) Het te vermelden bedrag is de som van de nominale waarden van het geheel van genoteerde effecten op de lijn in kwestie. De waarde wordt afgerond op de éénheid, zonder negatieve waarden en zonder decimalen en wordt uitgedrukt in de munt vermeld door de code in kolom 40. 3.1.1.10 Kolom 60 - Boekhoudwaarde per effectcode Boekhoudwaarde van het geheel van de effecten genoteerd op de lijn. De boekhoudwaarde zoals opgenomen in de balans wordt steeds uitgedrukt in tegenwaarde euro, afgerond op de éénheid, zonder negatieve waarde en zonder decimalen. De waarde op het actief van de balans moet slechts vermeld worden in kolom 60 wanneer een balans werd opgesteld op dezelfde datum. 15

3.1.1.11 Kolom 70 - Marktwaarde per effectcode Marktwaarde van het geheel van de effecten genoteerd op de lijn. Deze waarde wordt afgerond op de éénheid, zonder negatieve waarde en zonder decimalen in de munt vermeld door de code in kolom 40. 3.1.1.12 Kolom 71 - Identificatie van het type marktwaarde Deze kolom vermeldt het valorisatietype dat gebruikt werd voor de berekening van kolom 70. Voor de tabellen 0390, 0391, 0392 en 0399 kan de kolom 71 de volgende 2 waarden aannemen: "1": indien de marktwaarde een echte marktwaarde einde maand is volgens "clean price" (d.w.z. zonder de gelopen en niet-vervallen intresten); "2": indien geëvalueerd volgens de beste schatting. Een blanco is niet toegelaten. 3.1.1.13 Kolom 97 - Land van de tegenpartij (voor afgeleide producten) In het geval van een genoteerd afgeleid product, gekocht op een beursmarkt, is het land van de tegenpartij het land waar deze markt zich bevindt. De lijst van de landcodes wordt in bijlage opgenomen en op de website www.betalingsbalans.be. 3.1.1.14 Kolom 98 - Identificatiecode van het land van de bewaarnemer (ISO 3166 code op 2 cijfers) Deze kolom vermeldt d.m.v. een ISO code de identificatie van het land van verblijf van de bewaarnemer van de effecten of de afgeleide producten. In het geval van neerlegging in België, moet in kolom 99 ook het ondernemingsnummer van de bewaarnemer worden opgegeven. Voorbeeld: wanneer de effecten die op die lijn vermeld staan, neergelegd zijn bij een instelling in België, moet men de code "BE" vermelden. De lijst van de landcodes wordt in bijlage opgenomen en op de website www.betalingsbalans.be. 3.1.1.15 Kolom 99 - Ondernemingsnummer van de ingezeten bewaarnemer Deze kolom bevat het ondernemingsnummer van de ingezeten bewaarnemer. Het gebruik van deze kolom houdt in dat de code in kolom 98 verplicht gelijk is aan "BE". Wanneer de bewaarnemer een niet-ingezetene is, moet het ondernemingsnummer niet vermeld worden. Voorbeeld: wanneer de effecten die op die lijn vermeld staan, neergelegd worden bij de NBB, is de waarde van deze kolom gelijk aan het ondernemingsnummer van de NBB "0203201340". 3.1.1.16 Kolom CBFA 4-1 - Code afzonderlijk vermogen De code bestaat telkens uit een lettergedeelte en een cijfergedeelte (vier posities) dat het volgnummer aangeeft. Volgende lettercombinaties zijn mogelijk : PFB : de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de werknemers in België; PFT : de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de werknemers in grensoverschrijdende activiteit; PKB : de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de zelfstandigen in België; PKT : de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de zelfstandigen in grensoverschrijdende activiteit; DIS : de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de werknemers die van een vrijstelling genieten (per bijdragende onderneming); 16

INS : wanneer de NBB dat oplegt, de activiteiten die het voorwerp uitmaken van een herstelmaatregel ; LEG : de pensioenregelingen bedoeld in artikel 135, eerste lid, 2, van de WIBP (wettelijk pensioen). Ingeval er een afzonderlijk vermogen wordt ingericht voor de solidariteitsactiviteit: SOW : de solidariteitsprestaties voor de werknemers; SOZ : de solidariteitsprestaties voor de zelfstandigen. Dus bv. : PFB0001, PFB0002, PFT0001, DIS0001, INS0001, SOZ0001, SOW0001,... 3.1.1.17 Kolom CBFA 5 - Code subcategorie Voor elke dekkingswaarde, moet men de code vermelden van de betrokken subcategorie opgenomen in bijlage A van de circulaire P.39. De subcategorieën-codes en de subcategorieën zijn: CODES SUBCATEGORIEËN SUBCATEGORIEËN 1.1 Obligaties van Belgische overheden en gelijkgestelde effecten 1.2 Obligaties van Staten andere dan België, behorende tot de zone A en gelijkgestelde effecten 1.3 Obligaties van Staten andere dan België, niet behorende tot de zone A en gelijkgestelde effecten 1.4 Obligaties van internationale organisaties waarvan een lidstaat van de Europese Unie deel uitmaakt 1.5 Obligaties van internationale organisaties waarvan geen enkele lidstaat van de Europese Unie deel uitmaakt 1.6 Obligaties verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen van de Europese Unie onderworpen aan een overheidstoezicht 1.7 Obligaties verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen van de zone A, andere dan opgenomen onder 1.6 1.8 Obligaties verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen niet behorend tot de zone A 1.9 Obligaties niet verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen van de Europese Unie onderworpen aan een overheidstoezicht 1.10 Obligaties niet verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen van de zone A, andere dan opgenomen onder 1.9 1.11 Obligaties niet verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen niet behorend tot de zone A 2.1 Aandelen verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen van de Europese Unie onderworpen aan een overheidstoezicht 2.2 Aandelen verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen, andere dan opgenomen onder 2.1 2.3 Aandelen niet verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen van de Europese Unie onderworpen aan een overheidstoezicht 17

CODES SUBCATEGORIEËN SUBCATEGORIEËN 2.4 Aandelen niet verhandeld op een gereglementeerde markt van ondernemingen, andere dan opgenomen onder 2.3 3.1 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in obligaties 3.2 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in aandelen 3.3 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in gemengde en andere waardepapieren 3.4 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in liquide middelen 3.5 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in vastgoed 3.6 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die niet aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in obligaties 3.7 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die niet aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in aandelen 3.8 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die niet aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in gemengde en andere waardepapieren 3.9 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die niet aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in liquide middelen 3.10 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die niet aan de bepalingen van de richtlijn 85/611/EEG voldoen, belegd in vastgoed 4.1 Andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten van overheden behorende tot de zone A 4.2 Andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten van overheden niet behorende tot de zone A 4.3 Andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten van internationale organisaties waarvan een staat lid is van de Europese Unie 4.4 Andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten van internationale organisaties waarvan geen enkele staat lid is van de Europese Unie 4.5 Andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten van ondernemingen en andere instellingen van de Europese Unie onderworpen aan een overheidstoezicht 4.6 Andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten van ondernemingen en andere instellingen behorende tot de zone A, andere dan opgenomen onder 4.5 4.7 Andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten van ondernemingen en andere instellingen niet behorende tot de zone A 5.1 Afgeleide instrumenten aangewend ter dekking in de zin van de artikelen 27ter en 36sexies van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen en waarmee geen rekening werd gehouden voor de vaststelling van de affectatiewaarde van andere dekkingswaarden 5.2 Overige afgeleide instrumenten waarmee geen rekening werd gehouden voor de vaststelling van de affectatiewaarde van andere dekkingswaarden 7.2 Vastgoedcertificaten 18

CODES SUBCATEGORIEËN OA SUBCATEGORIEËN Activa die geen technische voorzieningen dekken, maar wel bv. verplichtingen ten aanzien van derden, anderen dan de aangeslotenen en de begunstigden of de solvabiliteitsmarge 3.1.1.18 Kolom CBFA 6 - Marktwaarde per eenheid Voor de effecten verhandeld op een gereglementeerde markt, moet de beurskoers vermeld worden. Voor de effecten niet verhandeld op een gereglementeerde markt, moet de marktwaarde vermeld worden (zie artikel 12, lid 2,3 van het koninklijk besluit van 7 mei 2000 betreffende de activiteiten van de voorzorginstellingen). De marktwaarde per eenheid moet opgegeven worden in de munt vermeld in kolom 40. 3.1.1.19 Kolom CBFA 7 - Af te trekken bedrag Te vermelden: de schulden aangegaan met het oog op de verwerving van het effect; de voorrechten en zakelijke rechten die op het effect rusten. 3.1.1.20 Kolom CBFA 8 - Affectatiewaarde Voor het vaststellen van de affectatiewaarde, zie de bepalingen van artikelen 30 tot 36 van het koninklijk besluit van 12 januari 2007 betreffende het prudentieel toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. 3.1.1.21 Kolom CBFA 9 - Link met een afgeleid product Gelieve met een sterretje (*) te vermelden of de affectatiewaarde van een effect rekening houdt met een afgeleid product op het effect. 3.1.1.22 Kolom CBFA 9-5 - Zakelijk recht Hier wordt aangegeven of er een zakelijk recht rust op het betrokken activabestanddeel. Deze kolom heeft dezelfde kenmerken als de kolom CBFA9 - "Link met een afgeleid product" 3.1.1.23 Kolom CBFA 10 - Naam van de in bewaring nemende instelling Voor de kolommen 10, 11 en 12 (identiteit van de in bewaring nemende instelling), gelieve voor de effecten vatbaar voor open bewaargeving overeenkomstig artikel 16, 2 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de volledige identificatie te vermelden (naam en adres) van de in bewaring nemende instelling bedoeld in artikel 16 2,4 of 5 lid van de wet van 9 juli 1975, alsook het rekeningnummer. 3.1.1.24 Kolom CBFA 11 - Adres van de in bewaring nemende instelling Zie 3.4.3.21 3.1.1.25 Kolom CBFA 12 - Rekening bij de in bewaring nemende instelling Zie 3.4.3.21 3.1.1.26 Kolom CBFA 13 - Affectatiewaarde van gelopen en niet vervallen interesten 3.1.2 Lijst van kolommen per tabel Hieronder is voor iedere tabel het geheel van kolommen vermeld die moeten meegedeeld worden. 19

TABELLEN NUMMERS VAN DE KOLOMMEN 0390 05, 10, 11, 15, 40, 50, 60, 70, 71, 98, 99, CBFA 4-1, CBFA 5, CBFA 6, CBFA 7, CBFA 8, CBFA 9, CBFA 9-5, CBFA 10, CBFA 11, CBFA 12, CBFA 13 0391 05, 10, 11, 15, 40, 50, 60, 70, 71, 98, 99, CBFA 4-1, CBFA 5, CBFA 6, CBFA 7, CBFA 8, CBFA 9, CBFA 9-5, CBFA 10, CBFA 11, CBFA 12, CBFA 13 0392 05, 10, 11, 15, 25, 30, 40, 60, 70, 71, 98, 99, CBFA 4-1, CBFA 5, CBFA 6, CBFA 7, CBFA 8, CBFA 9, CBFA 9-5, CBFA 10, CBFA 11, CBFA 12 0399 05, 10, 11, 15, 25, 40, 60, 70, 71, 97, 98, 99, CBFA 4-1, CBFA 5, CBFA 6, CBFA 7, CBFA 8, CBFA 9-5, CBFA 10, CBFA 11, CBFA 12 20

Bijlage 1: De elektronische aangiften via de toepassing OneGate 1.1 Inleiding De statistische aangiften te leveren aan de NBB worden elektronisch doorgegeven door middel van een internet toepassing genaamd OneGate, d.i. de nieuwe versie van onze centrale server voor statistische aangiften CSSR (Central Server for Statistical Reporting). Deze toepassing laat het volgende toe: het encoderen van de aangifte met behulp van een webformulier (tabblad Rapporten); het beveiligd importeren van bestanden in CSV-formaat via het webformulier (tabblad Rapporten); het beveiligd opladen van bestanden in XML-formaat (tabblad Opladen). OneGate stelt de aangevers ook in staat om: hun contactgegevens in te brengen (tabblad Profiel), te verifiëren of hun aangifteplicht correct vervuld is (tabblad Rapporten) via Rapporten (Overview), hun voorgaande aangiften te raadplegen (tabblad Rapporten) via Rapporten (Periode), berichten versturen naar de domein- en of dossierbeheerder binnen de NBB (tabblad Rapporten), berichten raadplegen en logging consulteren van bestandsoverdrachten (tabblad Berichten). Deze verschillende functionaliteiten worden in wat volgt nader beschreven. 1.2 Adres De toepassing OneGate is beschikbaar op volgend adres: http://www.nbb.be/doc/dq/onegate/nl/login_nl.html Een testtoepassing volledig identiek aan de productietoepassing is eveneens beschikbaar. 1.3 Identificatie van de gebruikers Vooraleer in de toepassing OneGate te kunnen gaan, is het om veiligheidsredenen noodzakelijk dat de gebruiker zich identificeert. Van zodra de aangevers op de hoogte gebracht zijn van hun aangifteplicht, worden hen een eigen identificatiecode evenals een paswoord via de post medegedeeld. Niettemin kan het gebeuren dat het nodig is, om één of andere reden (vergetelheid, verlies,...) de identificatiecode en het paswoord te vernieuwen. In dat geval volstaat het zich te wenden tot de helpdesk (e-mail: access.onegate@nbb.be; tel.+32 2 221 54 86). 21

1.4 Functionaliteiten van de toepassing OneGate 1.4.1 Gebruik van de tabbladen Navigeren binnen de toepassing OneGate gebeurt d.m.v. een aantal tabbladen. De gebruiker beschikt via de tabbladen in het bovenste deel van de toepassing over de volgende functies (tussen haakjes vind je het relevante tabblad): Invullen en wijzigen van het persoonlijke profiel van de gebruiker (Profiel); Invullen en raadplegen van rapporten en importeren van CSV-bestanden (Rapporten); Consulteren van het OneGate mailsysteem (Berichten); Opladen van XML-bestanden (Opladen); Nagaan met welke versie van de toepassing je werkt (About). Elk tabblad heeft een eigen menu. De functies van de toepassing zijn beschikbaar via o.a. volgende standaardiconen: Terugkeren naar het vorige scherm Terugkeren naar de vorige pagina van een lijst Naar de volgende pagina van een lijst gaan Ophalen van documentatie Naast de standaardiconen vinden we de volgende rapportgebonden iconen: Sluiten van een aangifte voor een bepaalde periode (bevestig en verstuur) Importeren van een aangifte vanuit een bestand (CSV) Exporteren van een aangifte naar een bestand (CSV, XML) Afdrukken of exporteren van de samenvatting van een aangifte (PDF) Een aangifte expliciet als "leeg" (nihil) indienen De velden van een formulier op de beginwaarden (initieel) zetten Valideren van de inhoud van een aangifte (enkel bij fouten) Versturen van een bericht naar een verantwoordelijke Bewaren van de aangifte Voor de meeste functies moet je eerst één of meerdere formulieren selecteren d.m.v. een vinkje. De toepassing geeft een foutmelding wanneer geen formulier geselecteerd werd. Daarnaast zijn er nog enkele specifieke buttons: 22

Om ingebrachte persoonsgegevens te bewaren Om gegevens op te halen al dan niet na het invullen van zoekcriteria Om gegevens en/of zoekcriteria te wissen Om bestanden te zoeken en op te halen van de PC. Om via Browse geselecteerde bestanden op te laden in de toepassing. De gebruiker heeft tenslotte nog bij het tabblad "Berichten" volgende functies ter beschikking: Ophalen van de historiek van opgeladen bestanden. Schrappen van één of meerdere elementen. 1.4.2 Het encoderen van de aangifte via het webformulier (tabblad Rapporten) OneGate laat de aangevers toe hun aangiften in een volledig beveiligde omgeving te encoderen met behulp van invoerschermen eigen aan elke aangifte. Eigen aan de toepassing OneGate is ook dat de encodering gradueel kan gebeuren. Als de gegevensinvoer niet voltooid is, kan de aangever zijn werk opslaan en er naderhand op terugkomen teneinde zijn aangifte te vervolledigen. Enkel op het moment dat de aangever beslist zijn werk af te sluiten via het icoon "Sluiten", wordt de aangifte als volledig beschouwd. Blancovelden moeten niet opgevuld worden met nulwaarden indien er voor bepaalde delen van de aangifte niets te rapporteren valt. De te volgen stappen bij manuele input zijn: Stap 1 Kies het tabblad "Rapporten" en selecteer onder "Mijn Rapporten" bij domein Portfolio (Port) het gewenste rapport door te klikken in de lijst. Het daaropvolgende scherm Rapport (Overview) geeft een algemeen overzicht van de perioden waarvoor het rapport aangemaakt werd en de status van elk van deze perioden. Klik op de gewenste periode en je komt op het scherm Rapport (Periode). Klik vervolgens op het formulier en vervolgens op de gewenste sectie(s) van de inhoudstafel. Stap 2 Breng de gegevens voor de gepaste rubriek in: land van de medecontractant, munt, waarde in eenheden. Binnen het elektronisch formulier heb je volgende mogelijkheden d.m.v. volgende iconen: Toevoeging van meerdere lijnen binnen een rubriek Schrappen van een lijn binnen een rubriek Bewaren van de gegevens Verwijderen van gegevens Het navigeren binnen het elektronisch formulier gebeurt ofwel via de navigatiebar onderaan ofwel door aanpassing van het aantal lijnen per pagina gecombineerd met navigeren via de navigatiebalk opzij. 23

Na manuele inbreng van de gegevens en na eventueel één (via ) of meerdere lijnen (via ) te hebben toegevoegd, moet je de gegevens bewaren door op het icoon Rapport (Periode) formulier-scherm via het icoon (Terug). (Bewaren) te klikken. Keer terug naar het Stap 3 Het formulier selecteren d.m.v. een vinkje en vervolgens op icoon (Sluiten en versturen) klikken. Pas dan zijn de gegevens bevestigd en verstuurd en is de verplichting vervuld. Stap 4 Je kan nu terugkeren naar het overzichtscherm Rapport (Overview) en zien of de status van de betrokken periode op gesloten staat. Als dit in orde is, kan je de toepassing verlaten via de link rechts bovenaan; logout komt eigenlijk neer op het sluiten van de browsersessie. 1.4.3 Het beveiligd importeren van CSV-bestanden binnen het webformulier (tabblad Rapporten) Ter vervanging van of in aanvulling op het encoderen, laat OneGate toe gegevensbestanden in CSV-formaat te importeren, conform de specificaties van de NBB. De aangevers kunnen hier wel een deel van hun aangifte opladen en ze vervolledigen of wijzigen met behulp van specifieke invoerschermen. De te volgen stappen bij import CSV-bestand zijn: Stap 1 Kies het tabblad "Rapporten" en selecteer onder "Mijn Rapporten" bij domein Portfolio (Port) het gewenste rapport door te klikken in de lijst. Het daaropvolgende scherm Rapport (Overview) geeft een algemeen overzicht van de perioden waarvoor het rapport aangemaakt werd en de status van elk van deze perioden. Klik op de gewenste periode en je komt op het scherm Rapport (Periode). Stap 2 Het formulier selecteren d.m.v. een vinkje en vervolgens op icoon (Importeer CSV) klikken. Op het scherm Import-CSV type "Toevoegen" of "Vervangen" aanduiden en vervolgens op de button klikken om het vooraf aangemaakte CSV-bestand op uw PC te zoeken; eenmaal gevonden en aangeduid klik je op de button. Daarna krijg je een infobericht van verwerking met aanduiding van een ticket-number van verwerking. Op het scherm "Lijst met de Historiek van de Bestandsoverdrachten" kan je de toestand van de verwerking opvolgen. Je moet de lijn met het aangegeven ticket-number selecteren d.m.v. een vinkje en op icoon (Historiek) klikken om de toestand op te volgen en desgewenst het validatierapport te consulteren. Opmerking: het opladen van een bestand kan een tijdje duren en de gebruiker moet soms eventjes wachten om feedback te krijgen. Stap 3 Het formulier selecteren d.m.v. een vinkje en vervolgens op icoon (Sluiten en versturen) klikken. Pas dan zijn de gegevens bevestigd en verstuurd en is de verplichting vervuld. Stap 4 Je kan nu terugkeren naar het overzichtscherm Rapport (Overview) en zien of de status van de betrokken periode op gesloten staat. Als dit in orde is, kan je de toepassing verlaten via de link rechts bovenaan, d.i. het sluiten van de browsersessie. Alle inlichtingen betreffende het CSV-formaat zijn hieronder beschikbaar. 1.4.4 Het beveiligd opladen van bestanden in XML-formaat (tabblad Opladen) Er bestaat eveneens de mogelijkheid binnen de toepassing OneGate bestanden in XML-formaat op te laden. In tegenstelling tot het beveiligd importeren van bestanden binnen het webformulier heeft de aangever hier niet de mogelijkheid zijn aangifte te wijzigen of te vervolledigen na het opladen van zijn bestand. De toepassing beschouwt deze aangifte sowieso als volledig en valideert ze onmiddellijk. De te volgen stappen bij opladen van een XML-bestand zijn: 24

Stap 1 Kies tabblad "Opladen". Op het scherm Opladen van XML-bestanden klik je op de button om het vooraf aangemaakte XML-bestand op uw PC te zoeken; eenmaal gevonden en aangeduid klik je op de button. Daarna krijg je een infobericht van verwerking met aanduiding van een ticket-number van verwerking. Op het scherm "Lijst met de Historiek van de Bestandsoverdrachten" kan je de toestand van de verwerking opvolgen. Je moet de lijn met het aangegeven ticket-number selecteren d.m.v. een vinkje en op icoon (Historiek) klikken om de toestand op te volgen en het validatierapport te consulteren. Opmerking: het opladen van een bestand kan een tijdje duren en de gebruiker moet soms eventjes wachten om feedback te krijgen. Stap 2 Je kan nu terugkeren naar het overzichtscherm en zien of de status van de betrokken periode op gesloten staat. Als dit in orde is, kan je de toepassing verlaten via de link rechts bovenaan; dit is het sluiten van de browsersessie. 1.4.5 Status van de aangiften (tabblad Rapporten - Overview) Na selectie van een rapport in de lijst onder "Mijn Rapporten" geeft het daarop volgende scherm een onmiddellijk overzicht van de perioden waarvoor het rapport geïnitialiseerd werd met de status van elk van deze perioden. We noemen dit scherm de Control Panel of "Rapporten (Overview)". Binnen de OneGate-toepassing kan een aangifte volgende status hebben: Initieel Open Fout Waarschuwing Ok Gesloten De periode voor dewelke de aangifte verplicht is, is lopende; de aangever is in de mogelijkheid gegevens te registreren. Een vinkje in deze kolom betekent dat nog geen waarden ingevoerd werden voor het rapport. De aangever heeft gegevens geregistreerd maar heeft zijn werkzaamheden nog niet afgesloten. Hij kan het rapport nog steeds wijzigen; het rapport werd nog niet afgesloten. De gegevens zijn wel degelijk opgeslagen in OneGate maar de aangever mag ten alle tijde wijzigingen aanbrengen. De aangever heeft gegevens geregistreerd, een vinkje duidt aan dat fouten gedetecteerd werden tijdens de validatie van het rapport. Vooraleer de aangifte af te sluiten, dienen aanwezige fouten te worden gecorrigeerd. Een vinkje duidt aan dat bij de validatie van het rapport problemen opgedoken zijn. De gegevens zijn niet volledig conform de vereisten maar ze kunnen toch aanvaard worden. Tijdens de validatie van het rapport zijn geen anomalieën ontdekt. Het rapport werd gesloten. De aangever heeft zijn aangifte afgesloten en bevestigd. De aangever kan de gegevens nog consulteren maar niet meer wijzigen tenzij hij er de toestemming voor vraagt aan de NBB. Periode : de rapporteringsperiode neemt de vorm jaar-periode aan. Voor maandelijkse rapporten stemt periode overeen met de maand. 2009-12 staat bv. voor december 2009. Kwartaalrapporten zullen 3, 6, 9 of 12 als periode hebben - de laatste maand van elk kwartaal. 1.4.6 Gebruik van Berichten (tabblad Berichten) U kunt onder het tabblad "Rapporten" in OneGate berichten uitwisselen met de domein- of dossierbeheerders. Versturen van berichten op domeinniveau: naast de titel van het domein staat een icoon (Mail) dat op dit niveau dient om berichten te sturen gericht aan de domeinverantwoordelijke. De berichten die in deze context verzonden worden, zijn algemene berichten die verband houden met het domein of de rapporten en niet met concrete aangiftes. 25

Versturen van een bericht naar de verantwoordelijke van de collecte: eerst het formulier voor een bepaalde periode aanvinken en vervolgens op het icoon "Mail" klikken. Berichten die in deze context verstuurd worden, hebben betrekking op specifieke rapporten of formulieren met de dossierbeheerder als bestemmeling. De gebruiker tikt zijn boodschap in Bericht. Hij kan eventueel bestanden bijvoegen door in Selecteer een aan te hechten bestand via de Browse knop documenten toe te voegen. Klik op Versturen om de boodschap te versturen. De berichten worden niet via e-mail verstuurd. Ze blijven volledig binnen OneGate. De gebruiker kan de verzonden berichten steeds consulteren via de functie Berichten->Berichten->Verzonden. Onder het tabblad "Berichten" kunt u enerzijds de intern uitgewisselde berichten consulteren en anderzijds de opvolging van uitgevoerde bestandsoverdrachten (import CSV-bestanden en opladen XML-bestanden) opvragen. Onder Berichten vinden we twee opties: Ontvangen en Verzonden. Ontvangen berichten zijn alle boodschappen die vanuit het systeem (beheerders of programma's) naar de gebruiker verzonden zijn. Wanneer een gebruiker bv. data oplaadt via een bestand zal de software een bericht verzenden met daarin een referentienummer waarmee de gebruiker het resultaat van zijn actie kan opvolgen. De verzonden berichten worden door de gebruiker zelf verstuurd. Na import van een CSV-bestand of opladen van een XML-bestand, wordt dit bestand op de server behandeld en het resultaat van de verwerking wordt in een log weggeschreven. De functie Bestandsoverdracht Log dient om die logging te consulteren. Wanneer een bestand voor verwerking wordt opgeladen, genereert het systeem een referentie-nummer - ook wel een ticket genoemd. De verwerking zelf verloopt asynchroon; het systeem heeft een eigen planning voor verwerking en de aangever ziet niet onmiddellijk het resultaat. Via het ticket kan de aangever het verloop van de verwerking volgen. Een schermafdruk van het beveiligd uploaden van bestanden binnen het webformulier is terug te vinden op het einde van deze bijlage. Alle inlichtingen betreffende het CSV formaat zijn hieronder beschikbaar. 1.5 Formaat van het CSV bestand 1.5.1 Algemeenheden Het is niet mogelijk één enkel formaat van CSV bestand te beschrijven dat kan doorgestuurd worden via de toepassing One-Gate voor het geheel van effectenrapporteringen. Inderdaad, de rapportering omvat verschillende tabellen die elk hun eigen voorstelling hebben naargelang het gaat om, bijvoorbeeld, rapportering betreffende participatie-effecten (aandelen) of portefeuille-effecten (obligaties). Men kan hier echter wel de algemene regels uiteenzetten om een CSV bestand te construeren en een voorbeeld geven. Een CSV tekstbestand kan slechts informatie bevatten die betrekking heeft op één enkele tabel. Deze informatie is altijd opgeslagen zoals ze voorkomt in de tabellen beschreven in de handleiding en zoals men ze aantreft op het scherm van de webtoepassing voor de aangifte. De volgorde van de kolommen dient strikt te worden nageleefd, de gedefinieerde kolomnummers worden altijd in stijgende volgorde 1 gebruikt. De velden worden gescheiden door een kommapunt. Bij elk einde van een registratie bevindt zich een CRLF (carriage return, line feed 2 ). Voor de velden waar geen waarden in te vullen zijn, moeten deze niet ingevuld worden (wel separator). 1 Op die manier ziet men nooit de kolom "15" vóór de kolom "05" maar wel altijd de kolom "05" vóór de kolom "15". 2 CRLF: terugkeer van de slede, voortgang met één lijn. Het betekent gewoon dat men het volgende record op de volgende lijn schrijft. 26