Groepsbevorderende activiteit De broek van big (Jonathan Emmett) Beginsituatie - 65 kinderen () - 5 begeleiders - dieren aanwezig op de boerderij: paarden, ezel, konijnen, schapen, geiten, varkens, lama, kippen, hond Benodigdheden - boek De broek van big - micro - 65 afbeeldingen van varken - geplastificeerde prenten van broekje (6) - bh met bolletjes
Woensdagavond 31/05 Deel 1: boek voorstellen Ik ga jullie een verhaal voorlezen. Het verhaal gaat over een dier met een krulstaart. Welk dier bedoel ik? (varken) Maar het is het jong van een varken hoe heet dat? (een big) Hoe ziet een big eruit? (roze kleur, grote snuit, krulstaart) Wat doet een big graag? (hij eet bijna alles, hij speelt graag in de modder ) Het verhaal heet De broek van big. Wat zou er met het big aan de hand kunnen zijn? (hij draagt een broek, hij zoekt een broek, ) We bekijken de voorpagina. Wat zie je erop? (het big met zijn broek aan) Hoe ziet de broek eruit? (rood met witte stippen) Hoe zou het big zich voelen? (hij ziet er blij uit) Wat zie je nog op de prent? (een weide, een huisje) Welk soort huisje zou dit kunnen zijn? (een boerderij, het huis van de boer) Waarom? (het big woont op een boerderij) Welke dieren zouden daar nog kunnen wonen? (paarden, koeien, schapen, geiten, konijnen, kippen ) Deel 2 : Verhaal voorlezen Het verhaal wordt voorgelezen tot aan het moment dat de broek van het big daar opgegeten wordt door de geit.
Deel 3: vervolg van het verhaal raden Ik stop even met voorlezen Wat gebeurde er met big toen hij een broekje vond? (hij voelde zich speciaal, was vrolijk ) Wat gebeurde er toen hij ging slapen? (de broek verdween, de geit at hem op) Hoe zal big zich voelen als hij terug wakker wordt? (verdrietig, boos op de geit ) Wat zou er helpen om big terug blij te maken, denk je? (een dikke knuffel, een nieuwe broek ) Deel 4: opdracht rond verhaal Weet je wat, wij zullen ervoor zorgen dat big zich weer goed voelt. Stappen: De leerlingen krijgen de vorm van een biggetje De leerlingen tekenen zelf iets erbij wat big terug blij kan maken (een nieuwe broek, zijn vrienden, een lekker ontbijt, een modderbad ) De leerlingen beplakken het biggetje met crêpepapier of kleuren het zelf in
Deel 5: gesprek rond opdracht Wat maakte je om big blij te maken? Waarom? Wat zal er gebeuren als big dit krijgt? Wat zullen de andere dieren daarvan vinden? Opdracht Morgen zullen er op de kinderboerderij allemaal broekjes van big uithangen (rood met witte stippen). Jullie mogen die zoeken de hele dag door. Wie op het einde van de dag het juiste aantal broekjes heeft verzameld, is de winnaar. We lezen morgen verder in boek.
Donderdagavond 01/06 Deel 1: broekjes tellen We tellen wie vandaag het juiste aantal broekjes heeft verzameld. Deel 2: verhaal verder lezen De afloop van het verhaal wordt verteld. (+ bh met bolletjes in het publiek gooien) Deel 3: gesprekje rond verhaal Bron Hoe voelde big zich eerst toen zijn broek weg was? (verdrietig) Wat vertelden de andere dieren aan hem? (dat hij leuk is en niet de broek, dat hij de broek niet nodig heeft ) Wat bedoelt ze hiermee? (dat big zelf leuk is) Wat gebeurde er toen? (big wilde de broek niet meer, maar toen vloog er een bh tegen hem aan) Wat vond je van het einde van het verhaal? (grappig, leuk, een mooi einde) Wat zou het verhaal ons willen vertellen over kleren? (dat ze minder belangrijk zijn dan jij zelf, dat het niet telt hoe je eruit ziet) Zou dat alleen bij dieren zo zijn? (nee, dat is bij mensen ook zo) Wat vond je van big? (een grappig varken ) Hoe waren de andere dieren voor big? (ze waren lief voor hem, ze vertelden hem dat ze hem leuk vonden zoals hij is) Emmett J., Cabban V.(2010) De broek van big. Amsterdam: Van Goor.
Reflectie Bij deze activiteit paste ik de groepsgrootte aan om de kwaliteit van de opdracht te bevorderen. Het totaal aantal kinderen bedroeg 65 (zie beginsituatie). Ik plande om de voorleesactiviteit voor alle kinderen samen te doen. Uit onzekerheid ging ik hierover nog even in overleg met de leerkrachten. Hoewel er een micro ter beschikking was, leek de activiteit ons uiteindelijk toch beter haalbaar in kleinere groep (zichtbaarheid van de prenten...). Ik stemde in, doordat de leerkrachten een nuttig initiatief hadden voor de leerlingen die niet met de activiteit bezig waren: zich klaarmaken voor het slapengaan. Zo splitsten we de activiteit in groep 2 e leerjaar en groep 3 e leerjaar op. Groep 2 e leerjaar kwam als eerste aan de beurt. Ondertussen maakte het derde leerjaar zich klaar om te slapen (pyjama aandoen, tanden poetsen, naar het toitlet gaan...) onder begeleiding van de andere leerkrachten. Vervolgens werd er omgewisseld. Deze organisatorische aanpak werkte prima. Dit onthoud ik. De manier waarop ik voorlas, sprak de leerlingen aan. Ze gaven bijgevolg enthousiast mogelijke oplossingen voor het probleem van big. En ze gingen actief op zoek naar broekjes op de boerderij. Doordat ik een boek koos dat dicht bij de leefwereld/omgeving stond waar we op dat moment waren, konden we hier ook dieper op ingaan. Ik stelde bijvragen over het onderwerp de boerderij (zoals: Welke dieren kunnen er op die boerderij leven? Hoe zie je dat?) en de leerlingen konden hier vlot op antwoorden, net omdat ze er die dag over leerden. We integreerden en herhaalden dus leerinhouden aan de hand van het verhaal.