Rapport 0-meting evaluatie Wmo proeftuin West



Vergelijkbare documenten
Vooruit met de proeftuin!

Feiten en cijfers mantelzorg

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse

Prestatieplan 2014 Stichting Welzijn Ouderen

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Steunpunten vrijwilligers en mantelzorg

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Preventief huisbezoek 75+

Beleid mantelzorg en vrijwilligers Fener Zorg

Onderzoek naar wensen en behoeften op het gebied van dagbesteding van (kwetsbare) ouderen en hun mantelzorgers in het Schilderskwartier in Woerden

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Eenzaamheid onder ouderen

waardering Zwolle Jonge mantelzorgers (jonger dan 18 jaar) zijn in de onderzoeken van de gemeente niet meegenomen,

Rapportage Onderzoek Mantelzorg

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014

Enquête mantelzorg in de gemeente Haren

Aanvullende cliëntinformatie behorend bij de kwartaalrapportage AWBZ

Bedankt voor het meedoen aan deze peiling. Het invullen duurt ongeveer 10 minuten. Succes!

zorgen voor elkaar over mantelzorgers met een migranten achtergrond stamm

Algemeen: Antwoorden in rood op vragen gesteld op de bijeenkomst over zorg in Stadsdorp Rivierenbuurt 13 december 2014.

Wijkgezondheidsteams Arnhem. 1 November 2013

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Iedereen moet kunnen meedoen

We zijn het eens en hebben het helder. Samenvatting van onze ambitie. 1. Ambitie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

met de mantelzorger 01 in gesprek met de mantelzorger model mantelzorgondersteuning > Algemene gegevens Naam mantelzorger Soort relatie met de cliënt

Monitor en klachten meldpunt Sociaal Domein

Vrijwilligerswerk Vrijwillige hulp

BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE

Ik heb een vraag over: Voorwoord. Ik voel me thuis niet prettig, kan ik met iemand praten?

Werkvloer mantelzorg en vrijwilligers

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

De KrimpenWijzer is er voor al uw vragen en ondersteuning op het gebied van welzijn, zorg, opvoeden en opgroeien.

Doen in 2019 en Actuele en correcte registratie van vrijwilligers (jaarlijkse controle).

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Wonen & Samenleven

Speerpunten en kwaliteitscriteria Bijzondere Subsidieverordening Ondersteuning Mantelzorg en Vrijwilligerswerk Amsterdam

HULPDIENST NIJMEGEN. Beleidsnotitie

Stimuleren dat oudere migranten de weg naar voorzieningen voor zorg en welzijn, wonen en inkomen weten te vinden. Dat beoogt Stem van de oudere

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey

met de wmo doet iedereen gewoon mee

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Nieuwsbrief nr. 3, september Hoge opkomst ontbijtbijeenkomsten Aalsmeer en Amstelveen

Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund?

Natuurlijk... NUTH. NUTH... Natuurlijk DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

In de Gemeente Marum

Wat is er in uw situatie veranderd dat u juist nu naar het loket komt?

Programma. 1. Presentatie onderzoek: Fadoua Achgaph uur. 2. Presentatie van organisaties uur Pluspunt MEE Activite

GESCAND OP 2 7 APR, Page 1 of 3. Zant, Tim j. Van: Ellen Bartels j Gemeente Oostzaan

We worden steeds ouder. Notitie Ouderen

Huis van Renkum. Doelen waaraan wordt bijgedragen

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Beleidsnotitie. Hulpdienst Nijmegen

Signaalrapport Meldpunt Consumentendezorg.nl. Onderwerp: Indicatiestelling en CIZ Periode: oktober 2010 november 2011

Zelf doen wat kan en ondersteuning waar moet.

Meldactie AWBZ oktober 2010

Gemeente Steenbergen. Wmo klanttevredenheid over juli 2014

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK SOCIAAL TEAM

Rapportage Enquête Mantelzorgondersteuning 2012

Hoofdstuk 19. Welzijnsorganisatie

Welzijn en zorg voor ouderen in Rotterdam. Prof.dr. Anna Nieboer

Mantelzorgers worden voldoende ondersteund. We spreken niet over mensen, maar met mensen

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning in Utrecht

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Evaluatie Meldpunt Zorg en Welzijn Stichting Samen Onbeperkt

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat?

Stichting SWOS Welzijn en ondersteuning

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

Toegang Sociaal Domein

Wijziging Nadere regels voor subsidieverstrekking Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

1 Inleiding Onderzoeksgroep en dataverzameling Informatie De aanvraag Procedure Wachttijd...

Voor cliënten. Mijn AWBZ-begeleiding vervalt of wordt minder. Wat nu?

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Eenzaamheid onder mantelzorgers Jolanda Elferink, Expertisecentrum Mantelzorg

BURGERPANEL CAPELLE OVER EENZAAMHEID

Mantelzorgbeleid WZU Veluwe 2015

Onbeperkt Actief Deventer

Ambtenaren / managers Ambtenaren die werken met moeilijk bereikbare groepen

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk. Mythen en feiten rond de informele steunstructuren

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat?

Daarvoor gaat u naar Minters

Hoe maakt u optimaal gebruik van vrijwilligers?

Beleid mantelzorg. Versie Herzieningsdatum

'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid'

Uitgelicht: Adviezen participatieraad Asten Bijlage 4

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Hebt u zorg nodig? Informatie over de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en het aanvragen van zorg

Transcriptie:

Rapport 0-meting evaluatie Wmo proeftuin West Gemeente Utrecht Juli 2005

Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Sector Bestuurszaken Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 bestuursinformatie@utrecht.nl in opdracht van Afdeling Welzijn Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Gemeente Utrecht internet www.onderzoek.utrecht.nl rapportage Gemma vriens informatie Gemma Vriens (030) 286 1387 bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: Bestuursinformatie, gemeente Utrecht

Samenvatting In de wijk West, locatie van de Wmo-proeftuin op het gebied van huishoudelijke zorg, (vrijwillige) ondersteuning en welzijnsactiviteiten, ervaart 22% van de bewoners hun gezondheid als matig of slecht. Naar schatting 1.700 mensen worden voortdurend of vaak belemmerd in het ondernemen van sociale activiteiten als gevolg hier van. De huidige signalering van vragen en problemen bij cliënten is bij de betrokken organisaties eerder afwachtend dan outreachend. Zij hebben een redelijk aanvullend aanbod op het vlak van zorg, ondersteuning en welzijnsactiviteiten en bedienen iets verschillende doelgroepen. Allochtonen en sociaal geïsoleerde mensen worden met het bestaande aanbod niet goed bereikt. Van samenwerking tussen formele en informele zorg en (welzijns)activiteiten is nog geen sprake. De betrokken organisaties hebben positieve verwachtingen ten aanzien van de Wmo-proeftuin maar formuleren ook diverse aandachtspunten. Deze nulmeting geeft inzicht in de huidige stand van zaken bij de betrokken organisaties bij de Wmo-proeftuin in West en geeft aanknopingpunten voor evaluatie van het project. De proeftuin in de wijk West: potentiële hulpvragers en vrijwillig potentieel De Utrechtse wijk West is de locatie van de Wmo-proeftuin waarbij (in fase 1) huishoudelijk werkers vragen en problemen bij 144 cliënten signaleren en mogelijkheden voor (vrijwillige) ondersteuning en (welzijns)activiteiten aanbieden. De wijk heeft 26.254 inwoners. 17% van de bewoners is 55 jaar of ouder. Ongeveer 12% van de ouderen is Turks of Marokkaans. In West ervaart 22% van de bewoners de eigen gezondheid als matig of slecht. 8% van de wijkbewoners wordt voortdurend of vaak belemmerd in het ondernemen van sociale activiteiten als gevolg van gezondheids- of emotionele problemen. De subwijk Oog in Al scoort het beste als het gaat om beoordeling van de buurt en sociale cohesie. Bijna één op de drie wijkbewoners is actief als vrijwilliger. Ruim één op de vier mensen is actief in de buurt. In West zijn naar schatting 788 mantelzorgers. Huidige signalering van vragen en behoeften Aveant, het meldpunt vrijwillige thuishulp, Welzijnsorganisatie Portes en het Steunpunt Mantelzorg Utrecht hebben een redelijk aanvullend aanbod van professionele en vrijwillige zorg, ondersteuning en activiteiten in Utrecht en in West. De organisaties bedienen allemaal een iets verschillende groep cliënten. Allochtonen en mensen in een sociaal isolement worden slecht bereikt. Voor ondersteuning van mantelzorgers bestaat een zeer beperkt (stedelijk) aanbod. De signalering van problemen of vragen bij cliënten is eerder afwachtend dan outreachend. Cliënten ervaren verschillende problemen die hen beperken in het zelfstandig functioneren, waaronder lichamelijke beperkingen, eenzaamheid en administratieve problemen. Hoewel de organisaties vinden dat hun aanbod redelijk aanvullend en sluitend is, geeft ongeveer één op de vijf ouderen aan ontevreden te zijn over ouderenvoorzieningen. Eén op de vier wijkbewoners heeft behoefte aan sociaal-culturele activiteiten. Samenwerking tussen betrokken organisaties Van een intensieve samenwerking tussen formele zorg en informele zorg, ondersteuning en welzijnsactiviteiten is geen sprake. Aveant verwijst alleen door binnen de eigen organisatie. Ze hebben 3 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

geen contacten met aanbieders van informele zorg, vrijwillige hulp of welzijnsactiviteiten in de wijk. Het Meldpunt vrijwillige thuishulp en het Steunpunt Mantelzorg werken stadsbreed en zijn goed op de hoogte van de maatschappelijke kaart. Portes kent de mogelijkheden voor ouderen in West. Aanbod, expertise en netwerken van de vier organisaties zijn grotendeels aanvullend. Verwachtingen ten aanzien van de proeftuin Betrokken organisaties zijn optimistisch over de kansen die de Wmo-proeftuin biedt. De afstemming tussen verschillende vormen van professionele hulp, vrijwillige hulp en welzijnsactiviteiten kan resulteren in betere ondersteuning van cliënten. Er zijn ook punten die aandacht behoeven. Is het management van Aveant 100% bereid een centrale rol in de proeftuin op zich te nemen? Zijn de huishoudelijk werkers voldoende toegerust om goed te kunnen signaleren en doorverwijzen? Daarnaast wordt er gewaarschuwd voor bureaucratisering en mogelijke concurrentie tussen professionele en vrijwillige zorg en dienstverlening. 4 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 6 1 De Wijk West 7 2 Signalering van vragen en behoeften 11 3 Huidige samenwerking 17 4 Verwachtingen ten aanzien van de proeftuin 18 4 Aanknopingspunten voor de evaluatie 20 Bijlage 1: vraagpuntenlijst 22 Bijlage 2: registratieformulier Aveant 24 5 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Inleiding De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) komt eraan in 2006. Doel van de wet is om mensen langer zelfstandig te laten wonen, gebruik makend van de algemene voorzieningen en ondersteund door mantelzorgers. Een aantal verstrekkingen van de AWBZ worden overgeheveld naar de gemeente. Hieronder valt ook de huishoudelijke verzorging waar mensen een beroep op kunnen doen. In de Utrechtse wijk West wordt er een proef gedaan in het kader van de Wmo. Huishoudelijk werkers van thuiszorgorganisatie Aveant krijgen een signaalfunctie zodat zij hen in een vroeg stadium kunnen doorverwijzen naar welzijnsactiviteiten, vrijwillige thuishulp of mantelzorgondersteuning. In de tweede fase van het project worden ook mantelzorgers en vrijwilligers toegerust om beter te kunnen signaleren en doorverwijzen. Doel van de proef is om mensen langer en zo volwaardig mogelijk thuis te laten wonen, door eerder en meer preventieve activiteiten in te zetten. Het resultaat van de proeftuin is niet alleen dat mensen langer thuis blijven wonen, maar dat ze ook een aangenaam en volwaardig leven leiden. Dit alles is gericht op versterking van de civil society en grotere zelfredzaamheid van zorgvragers. De proeftuin heeft een looptijd van 2 jaar. Het proefproject bereikt een relatief kleine groep mensen. Omdat het bij succes navolging zal krijgen in andere wijken en wellicht ook andere gemeenten, is een evaluatie van het project van belang. Om dit goed te kunnen doen is het nodig de huidige situatie in kaart te brengen middels een 0-meting. De uitkomsten van de 1- en 2- meting kunnen hiermee dan vergeleken worden. De doelstellingen van de 0-meting zijn: A. Inzicht krijgen in de wijk West en de potentiële doelgroep. B. Inzicht bieden in de huidige signaalfunctie van de huishoudelijk werkers en de werkwijze van het meldpunt vrijwillige thuiszorg, de ouderenadviseur en het steunpunt mantelzorg. C. Globaal inzicht bieden in de huidige aansluiting van vraag en aanbod van zorg, vrijwillige thuishulp, ondersteuning van mantelzorgers en welzijnsactiviteiten. D. Inzicht bieden in de huidige samenwerking tussen bovengenoemde zorg/ activiteitenaanbieders onderling. E. Het genereren van evaluatiecriteria voor 1- en 2- meting. F. Het kunnen bepalen welke gegevens geregistreerd moeten worden voor de evaluatie. Deze doelstellingen komen achtereenvolgens aan de orde in deze rapportage. De 0-meting bestaat uit deskresearch op basis van bestaande gegevens en interviews met vertegenwoordigers van betrokken organisaties. Hierin geven zij hun visie op de eigen organisatie, de wijze van signaleren en doorverwijzen, de huidige samenwerking en de verwachtingen ten aanzien van de proeftuin. Ook geven ze advies over evaluatie en registratie van de proeftuin. 6 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

1 De bewoners van de wijk West Er wonen 26.254 mensen in West. 17% van de bewoners is 55 jaar of ouder. In subwijk Oog in Al wonen relatief de meeste ouderen. Van de bewoners is 34% allochtoon. Ongeveer 11% van de ouderen is Turks of Marokkaans. 22% van de wijkbewoners ervaart de eigen gezondheid als matig of slecht. Van de wijkbewoners wordt 8% voortdurend of vaak belemmerd in het ondernemen van sociale activiteiten als gevolg van gezondheids- of emotionele problemen. Bijna één op de drie wijkbewoners is actief als vrijwilliger. Ruim één op de vier mensen is actief in de buurt. Organisaties in de zorg en dienstverlening hebben de meeste moeite in het werven van vrijwilligers. In West zijn naar schatting 788 mantelzorgers. Oog in Al scoort het beste als het gaat om beoordeling van de buurt en sociale cohesie. 5% van de wijkbewoners vindt dat hij te weinig sociale contacten heeft. De Wmo doet een beroep op het sociale netwerk van mensen met gezondheidsproblemen, ouderdomsklachten, een functiebeperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem. De proeftuin is erop gericht behoeften aan ontspanning, ontplooiing, ontmoeting en ondersteuning bij kwetsbare groepen beter en eerder te signaleren. Hoewel de proeftuin in de Utrechtse wijk West klein van opzet is (het bereikt in de eerste fase alleen cliënten van Aveant die huishoudelijke zorg krijgen), is het van belang een globaal inzicht te hebben in de context van het project. Daarom leest u in dit hoofdstuk over de potentiële doelgroep van de Wmo en het aantal vrijwilligers en mantelzorgers in de wijk West. Er wonen 26.254 mensen in West De Utrechtse wijk West heeft 26.254 inwoners in de subwijken Lombok/ Leidseweg, Nieuw Engeland/ schepenbuurt en Oog in Al/ Welgelegen. (1 januari 2005). De 14.166 huishoudens bestaan voor 24% uit paren zonder kinderen, 18% uit paren met kinderen, er zijn 614 eenoudergezinnen (4%). Meer dan de helft is alleenstaand. (54%). Deze cijfers komen globaal overeen met het stedelijke beeld. Eén op de drie wijkbewoners in West is allochtoon Van de bewoners in West is 34% van allochtone afkomst (Utrecht 32%). De etnische samenstelling van de wijk is als volgt: 7 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Etnische samenstelling West in procenten (afgerond op hele cijfers) en absoluut Etnische groep % van gehele bevolking absoluut Nederlands 67% 17.674 Overig Westers 8% 2.174 Marokkaans 8% 2.020 Overig Niet-Westers 7% 1.820 Turks 7% 1.812 Surinaams/ Antilliaans 3% 754 Grieks/ Italiaans/ Spaans/ Portugees 2% 461 Bron: WistUData/ GBA Ruim 4,5 duizend 55-plussers in West De doelgroep van de Wmo proeftuin bestaat uit diverse (kwetsbare) groepen met een hulpvraag. De grootse doelgroep van het huishoudelijk werk bestaat uit ouderen. Daar zoomen we op in. Over de andere groepen zijn nog geen gegevens beschikbaar 1. Ruim 4,5 duizend mensen (17%) in West zijn 55 jaar of ouder. Aantal ouderen in de wijk west (absoluut) Leeftijdscategorie Aantal bewoners 55+ 4.548 65+ 2.596 80+ 873 Bron: WistUData/ GBA In de subwijk Oog in Al wonen relatief de meeste ouderen. In de buurt Welgelegen/ den Hommel is ruim 1 op de 5 inwoners zelfs 80 jaar of ouder. Hier is ook verzorgingshuis "De Wartburg" gevestigd. De leeftijdsverdeling in de wijk is als volgt: Bevolkingssamenstelling West naar leeftijd en subwijk in procenten Leeftijdscategorie Lombok, Leidseweg Nw Engeland, Schepenbuurt Oog in Al, Welgelegen Totaal % % 0-24 jarigen 34% 34% 31% 33% % 25-44 jarigen 43% 44% 33% 40% % 45-54 jarigen 8% 9% 12% 9% % 55+ 15% 14% 24% 17% % 65+ 8% 7% 16% 10% % 80+ 2% 2% 7% 3% Totaal aantal inwoners (absoluut) 8.301 10.512 7.441 26.254 Bron: WistUData/ GBA Als we kijken naar de etnische samenstelling van de groep 55-plussers zien we dat 73% van Nederlandse afkomst is. Ruim 12% van de 55-plussers in West is van Turkse of Marokkaanse afkomst. Dit percentage is hoog in vergelijking met Utrecht (6%). 1 Andere kwetsbare groepen zijn o.a. lichamelijk en verstandelijk gehandicapten. Het SCP (2002) gaat er in de rapportage gehandicapten vanuit dat circa 0,69% van de Nederlandse bevolking een verstandelijke beperking heeft. 23,5% van de bevolking heeft een lichamelijke beperking (12,8% met een lichte beperking, 5% met een matige en 1,8% met een ernstige beperking). Aantallen zijn evenwel afhankelijk van de definitie. 8 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Etnische samenstelling van de groep 55+ers in West Etniciteit Absoluut Als % van totaal aantal 55+ ers Nederlandse 55+ ers 3340 73% Marokaanse 55+ ers 303 7% Turkse 55+ers 266 6% Surinaams/ Antilliaanse 55+ ers 112 3% Overig 527 12% Totaal 4.548 Bron: WistUData/ GBA 8% wijkbewoners belemmerd in sociale activiteiten door gezondheids- of emotionele problemen Uit de VolksgezondheidsMonitor Utrecht (VMU, 2003) blijkt dat de ruime meerderheid van de volwassen bewoners in West voelt zich gezond voelt. 22% ervaart de eigen gezondheid als matig tot slecht. 8% van de volwassen wijkbewoners wordt vaak of voortdurend belemmerd in het ondernemen van sociale activiteiten als gevolg van de gezondheid of emotionele problemen. Het gaat hierbij dan om naar schatting 1.700 volwassenen in West. Eén op de drie wijkbewoners geeft aan één of meerdere lichamelijke beperkingen te hebben. Eén op de vijf wijkbewoners geeft aan door deze beperking problemen te hebben bijvoorbeeld op het werk, bij het wonen, bij het vervoer of bij het sporten en recreëren. Deze problematiek in West wijkt niet veel af van de Utrechtse situatie. Ervaren gezondheid en beperkingen in west Ervaren problemen % uit VMU schatting absoluut aantal volwassenen in West dat eigen gezondheid als matig/ slecht ervaart 22% 4.650 aantal volwassenen in West voortdurend of meestal belemmerd in sociale activiteiten door gezondheid/ emotionele problemen 8% 1.700 aantal volwassenen in West met lichamelijke beperkingen 34% 7.225 aantal volwassenen in West met lichamelijke beperkingen die problemen ondervinden in bijv. werk, wonen, vervoer of vrije tijd 20% 4.250 Bron: VMU 2003/ Bevolkingspublicatie 2005 Vrijwilligerswerk in West Van de bewoners (16+) van West geeft 31% aan actief te zijn als vrijwilliger. Omgerekend naar het aantal bewoners in de wijk gaat het om naar schatting 6.600 mensen. Ruim één op de vier mensen is actief voor de buurt en 91% van de bewoners geeft aan zich verantwoordelijk te voelen voor de buurt. In Oog in Al/ Welgelegen zijn relatief iets meer mensen actief als vrijwilliger en voelen meer mensen zich verantwoordelijk voor de buurt dan in de andere twee subwijken. In Nieuw Engeland/ Schepenbuurt zijn relatief iets meer mensen actief voor de buurt. Buurtactiviteit en vrijwilligerswerk in west Subwijk % actief in de buurt % verantw. voor buurt % actief als vrijwilliger Lombok/ Leidseweg 25% 88% 29% Nieuw Engeland/ Schepenbuurt 29% 90% 29% Oog in Al/ Welgelegen 27% 94% 35% West 27% 91% 31% Utrecht 25% 90% 31% Bron: WistUData 9 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Uit een publicatie van het SCP (Vrijwilligersorganisaties onderzocht, 2005) blijkt dat 38% van de vrijwilligersorganisaties een tekort aan vrijwilligers ervaart. Bij organisaties op het vlak van zorg- en hulpverlening is dit zelfs 45%. Overigens moet hierbij vermeld worden dat de reële tekorten (het aantal openstaande vacatures) fors lager ligt. Het verloop is niet groot. Vrijwilligers die met ouderen werken verbinden zich meestal voor lange tijd aan een organisatie. De vrijwillige thuiszorg kampt met problemen voor werving van vrijwilligers voor het afleggen van huisbezoeken. In Utrecht ervaart ongeveer de helft van de vrijwilligersorganisaties een tekort aan vrijwilligers. Organisaties in de zorg- en dienstverlening hebben de meeste moeite met het werven van vrijwilligers. (Partners in Samenleven, nulmeting vrijwilligerswerk Utrecht, 2002, svm, NOV) Mantelzorg in West Volgens de Volksgezondheidsmonitor Utrecht (VMU) van de GG&GD heeft 4% van de mensen in West mantelzorg ontvangen. Omgerekend naar het aantal inwoners krijgen dus naar schatting 1050 mensen mantelzorg. 3% van de bewoners heeft aangegeven mantelzorg te geven. Het gaat hierbij om mensen die de afgelopen zes maanden meer dan vijf uur per week én langer dan drie maanden mantelzorg heeft gegeven. In West zijn (volgens deze definitie) naar schatting 788 mantelzorgers 2. Volgens het SCP (Mantelzorg in cijfers, 2003) geven meer vrouwen (58%) dan mannen mantelzorg. De gemiddelde leeftijd van een mantelzorger is 49 jaar. Alleenstaanden geven minder vaak mantelzorg dan paren. Sociale contacten Eén op de vier (23%) bewoners in West gaat minder dan één keer peer week op bezoek, of krijgt bezoek van vrienden, familie, kennissen of collega's. 17% van de wijkbewoners is hierover ontevreden. Bijna één op de vijf (18%) mensen heeft niemand om persoonlijke problemen mee te bespreken. (VMU 2003). In de bewonersenquête (NUP) van 2004 geeft 5% van de wijkbewoners aan onvoldoende sociale contacten te hebben. Sociale cohesie in de wijk De cohesie in de buurt wordt in West beoordeeld met een 6,1. In Oog in Al/ welgelegen is men veel positiever dan in Nieuw Engeland/ Schepenbuurt. Het algemene rapportcijfer over de buurt is een 7,5. Ook hier zien we dat Oog in Al/ Welgelegen beter scoort dan de andere twee subwijken. Rapportcijfer sociale cohesie in de subwijken van West Subwijk Rapportcijfer cohesie % actief in de buurt Lombok Leidseweg 6,1 25% Nieuw Engeland/ Schepenbuurt 5,7 28% Oog in Al/ Welgelegen 6,6 27% Utrecht 5,8 25% Bron: Wijken monitor 2005 2 Het aantal mantelzorgers is sterk afhankelijk van de definitie die men kiest. 3,7 miljoen mensen in Nederland bieden gratis hulp aan familie of bekenden die vanwege gezondheidsproblemen ondersteuning nodig hebben. Bij de criteria "meer dan 8 uur per week én meer dan 3 maanden hulp geven" zijn er 750.000 mantelzorgers in Nederland. (SCP, 2003) De definitie van de GG&GD heeft vrij strikte selectiecriteria. 10 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

2 Signalering van vragen en behoeften Aveant, het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp, Welzijnsorganisatie Portes en het Steunpunt Mantelzorg Utrecht hebben een breed scala aan redelijk aanvullend aanbod in Utrecht en in West. Voor ondersteuning van mantelzorgers is zeer beperkt aanbod. De signalering van problemen of vragen bij cliënten is in het algemeen eerder afwachtend dan outreachend te noemen. Aveant gaat uit van geen bericht is goed bericht. Cliënten ervaren verschillende problemen die hen beperken in het zelfstandig functioneren. Veel genoemd zijn lichamelijke beperkingen, eenzaamheid en administratieve problemen. De organisaties bedienen allemaal een iets verschillende groep cliënten. Allochtonen en mensen in een sociaal isolement worden slecht bereikt. Portes weet allochtonen wel te bereiken. Hoewel de organisaties vinden dat hun aanbod redelijk aansluit op elkaar en op de vraag geeft ongeveer één op de vijf ouderen aan ontevreden te zijn over ouderenvoorzieningen. Eén op de vier wijkbewoners heeft behoefte aan sociaal-culturele activiteiten. In het vorige hoofdstuk heeft u gelezen over de wijk West en haar bewoners. Hiermee heeft u een beeld van de context van de proeftuin. In dit hoofdstuk gaan we in op de organisaties die betrokken zijn bij de proeftuin en hun manier van signaleren van vragen en behoeften bij cliënten. Kennismaking met de betrokken organisaties Vier organisaties zijn in de stuurgroep betrokken bij de Wmo-proeftuin in West: Stichting Aveant, Meldpunt vrijwillige thuishulp, Steunpunt Mantelzorg Utrecht en Portes. Met de uitvoerders van de organisaties is een interview gehouden. Hierin hebben zij hun visie gegeven op hun manier van werken en op de proeftuin. De organisaties hebben een verschillend aanbod op het vlak van formele of informele zorg, ondersteuning en sociale activiteiten. Een kennismaking: Stichting Aveant is een fusie van Thuiszorg Stad Utrecht en stichting Cascade. Vanuit het zorgcentrum West "hart van Lombok" wordt zowel intramurale als extramurale zorg geboden. Het gaat hierbij om formele professionele zorg, van verpleeghuiszorg tot enkelvoudige huishoudelijke verzorging. Daarnaast biedt Aveant nog aanvullende diensten, zoals maaltijdverzorging en bezoekdiensten. Aveant heeft 144 cliënten in West die enkelvoudige of meervoudige huishoudelijke zorg krijgen van 45 medewerkers. Deze cliënten vormen in eerste instantie de doelgroep van de proeftuin. De teamleider huishoudelijk werk is betrokken bij de Wmo proeftuin. Hij stuurt de huishoudelijk werkers aan, begeleidt hen bij het signaleren van behoeften van de cliënten en is verantwoordelijk voor doorverwijzingen zowel binnen Aveant, als naar de andere organisaties. Het meldpunt vrijwillige thuishulp is een stedelijke organisatie waar mensen met een hulpvraag naar kunnen bellen en heeft primair een doorverwijsfunctie naar vrijwilligersorganisaties. Mensen bellen het meldpunt en worden doorverwezen naar de aangesloten organisaties. Het is dus een soort loket, met een doorverwijsfunctie naar 9 organisaties met 19 verschillende soorten activiteiten/ projecten op het vlak van informele zorg en ondersteuning. In het netwerk zijn naar schatting 650 vrijwilligers en circa 17 (fte) betaalde krachten actief. Via het meldpunt zijn in 2004 253 mensen doorverwezen naar dit netwerk. Daarnaast vinden mensen hun weg rechtstreeks naar de bij het meldpunt aangesloten organisaties. Overeenkomst tussen de activiteiten is dat ze uitgevoerd 11 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

worden door vrijwilligers en gericht zijn op individuele hulp bij mensen thuis, bijvoorbeeld maatjesprojecten, huisbezoeken, praktische klussen of stervensbegeleiding. Het meldpunt zorgt er voor dat de aangesloten organisaties elkaar kennen en dat vrijwilligers en hulpvragen goed met elkaar gematched worden. In de proeftuin draagt de meldpuntmedewerker bij door het netwerk van en kennis over vrijwilligerswerk in zorg en welzijn ter beschikking te stellen. Het Steunpunt Mantelzorg Utrecht (onderdeel van Stade) biedt ondersteuning aan mensen die voor hun zieke of gehandicapte familielid, buur of kennis zorgen. Het is een stedelijke organisatie. Dit doen zij door onder andere telefonische consultatie, lotgenotencontact, themabijeenkomsten en voorlichting. Naast het bieden van ondersteuning wil het steunpunt de problematiek van mantelzorgers onder de aandacht brengen bij zorgaanbieders. Het steunpunt heeft 1,25 fte aan consulenten en geen vrijwilligers. Het steunpunt denkt mee en geeft mantelzorgers een plek in de proeftuin. Welzijnsorganisatie Portes heeft een dienstencentrum in West waar diverse welzijnsactiviteiten en ouderenadvies wordt aangeboden. De ouderenadviseur is betrokken bij de proeftuin. Als ouderen vragen of problemen hebben zoekt de ouderenadviseur mee naar oplossingen. Mensen kunnen komen met vragen over met name zorg, wonen, welzijn en financiën. De ouderenadviseur wordt geholpen door vrijwillige contactmedewerkers die o.a. tolken voor Turkse en Marokkaanse ouderen. Ook is er 16 uur allochtone ouderen advisering. Het dienstencentrum biedt verder activiteiten voor ouderen op het gebied van ontmoeting en ontspanning (bijv. bingo), sport, ontplooiing (bijvoorbeeld taalles), zorg (bijv. trombosedienst) en ondersteuning (bijvoorbeeld administratie thuis). In 2004 heeft het dienstencentrum 354 bewoners van West met hun aanbod bereikt. Naast het dienstencentrum voor ouderen biedt Portes welzijnsactiviteiten voor jongeren, kinderen en volwassenen. De ouderenadviseur geeft aan de maatschappelijke kaart van West goed te kennen. Deze expertise kan hij inzetten in de proeftuin waarin hij zal meedenken. Overzicht betrokken organisaties Wmo proeftuin West Soort aanbod Werkgebied Aantal cliënten in 2004 Aantal betaalde krachten Aveant Professionele enkelvoudige huishoudelijke zorg. Stad Utrecht met wijkgerichte inzet huishoudelijk werkers in west 144, waarvan 26 meervoudige en 118 enkelvoudige huishoudelijke zorg krijgen. 45 in West in de enkelvoudige en meervoudige huishoudelijke zorg Meldpunt vrijwillige thuishulp Vrijwillige zorg of ondersteuning bij mensen thuis. Steunpunt Mantelzorg Utrecht Ondersteuning aan mantelzorgers. Stad Utrecht Stad Utrecht West Portes Advies aan 55+ers, welzijnsactiviteiten voor ouderen, jeugd en volwassenen 253 via meldpunt. Naar schatting 2600 bij platform in Utrecht 269 in Utrecht 492 in West Circa 17 fte voor alle bij het meldpunt aangesloten organisaties 1,25 fte in Utrecht Aantal vrijwilligers geen Circa 650 geen 52 Bron: betrokken organisaties 1,16 fte ouderenadvies. 1,7 fte overig dienstencentrum plus stagiaire en administratie. 12 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Naast de vier interviews met de betrokken organisaties is er een gesprek geweest met Sting, de landelijke beroepsvereniging verzorging, die de cursus voor de huishoudelijk werkers heeft verzorgd. Sting heeft cursusmateriaal voor de huishoudelijk werkers ontwikkeld en de eerste twee cursusgroepen getraind. De cursus is overgedragen aan trainers van Aveant. Zij zullen waarschijnlijk ook een module voor vrijwilligers en mantelzorgers geven. Verder zijn zij niet betrokken bij de proeftuin. Huidige signalering De proeftuin is erop gericht behoeften aan ontspanning, ontplooiing, ontmoeting en ondersteuning beter en eerder te signaleren. Hoe weten de betrokken organisaties op dit moment wat hun cliënten nodig hebben? Huidige signalering is niet outreachend De werkwijze van de vier betrokken organisaties is in het algemeen niet-outreachend. De organisaties maken hun aanbod kenbaar en cliënten nemen zelf contact op als zij van de aangeboden diensten gebruik willen maken. Ook professionele hulpverleners en mantelzorgers nemen contact op. Alleen Portes hanteert in een project preventief huisbezoek voor 75+ers in West een pro-actieve benadering van mogelijke cliënten. Aveant gaat uit van "geen bericht is goed bericht". Voor het signaleren van problemen of behoeften van cliënten is voorafgaand aan de proeftuin geen structuur. Als een huishoudelijk medewerker opmerkt dat mensen ergens behoefte aan hebben wordt daar nu door de organisatie niets mee gedaan, tenzij het gaat om een herindicatie van zorg. Deze kan worden aangevraagd bij het CIZ. De individuele huishoudelijk werkers reageren vaak wel op vragen en behoeften van hun cliënten. Dit gebeurt dan vanuit de privé-sfeer. s Avonds een pannetje soep langsbrengen bij een mevrouw, of even een broer langs sturen om een klusje te doen. Er wordt door de huishoudelijk werkster niet structureel doorverwezen naar professionele of vrijwillige hulpdiensten. Ongeveer de helft van de mensen die het meldpunt vrijwillige thuishulp bellen is een professionele hulpverlener of mantelzorger, de andere helft bestaat uit mensen die zelf een hulpvraag hebben. Het meldpunt probeert de behoefte of vraag van de mensen zo helder mogelijk te krijgen en verwijst dan door naar een geschikte organisatie. Het leeuwendeel van de hulpvragen naar informele zorg, contact of ondersteuning gebeurt echter direct bij de vrijwillige hulporganisaties en gaat buiten het meldpunt om. De ouderenadviseur is gevestigd in het dienstencentrum in West. Omdat het gevestigd is in de wijk, en ook andere diensten worden aangeboden is de toegang laagdrempelig. Veel mensen komen bij de ouderenadviseur terecht door mond-op-mond reclame. Naast ouderen zelf, nemen mantelzorgers, buren en professionals contact op. De ouderenadviseur benadert mensen soms proactief. Hij neemt deel aan het buurtnetwerk van zorgverleners, waarin casuïstiek besproken wordt. Medewerkers van Portes hebben in 2004 alle bewoners van 75 jaar of ouder thuis bezocht, om eventuele knelpunten door te nemen en eventueel op te lossen. Het steunpunt mantelzorg luistert naar signalen van mantelzorgers die zelf of via hulpverleners contact opnemen met de organisatie. Ze zouden graag wijkgericht gaan werken en deel willen nemen aan wijknetwerken, maar dat is met de huidige formatie niet mogelijk. 13 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Aansluiting vraag en aanbod Bereik van cliënten De vier organisaties bedienen allemaal een iets andere groep mensen. Overeenkomsten zijn dat de meeste cliënten 65+ zijn en dat vrouwen in de meerderheid zijn. Aveant en Portes hebben een aanbod specifiek in West. Het Meldpunt en het Steunpunt werken stedelijk. Bereik van cliënten door betrokken organisaties Organisatie Aantal cliënten Wie wordt er bereikt? Aveant Meldpunt vrijwillige Thuishulp Dienstencentrum Portes Steunpunt Mantelzorg Utrecht 269 in 2003 Bron: betrokken organisaties 144 (118 cliënten enkelvoudige en 26 meervoudige huishoudelijke zorg.) 253 via meldpunt. Naar schatting 2600 in heel platform. (jaarverslag 2003) 492 cliënten in het dienstencentrum, waarvan 354 mensen woonachtig in West 80% is 75+, 84% is vrouw, 95% is alleenstaand. 92% krijgt langer dan 2 jaar zorg. Alleen mensen die wegens somatische klachten zorg krijgen. Naar schatting 70% is 65+, 30% diverse groep van psychiatrische patiënten, vluchtelingen, gezinnen met problemen. 55+-ers in West. Circa 75% is vrouw. Ongeveer 30% van de cliënten is allochtoon. Overwegend mensen die voor ziek familielid die thuis woont zorgen. Vooral vrouwen Wie wordt niet/ slecht bereikt? Allochtonen Allochtonen, mensen die geïsoleerd leven onbekend Allochtonen, mannen Aveant, Meldpunt en Steunpunt hebben weinig allochtone cliënten. Portes weet deze groep beter te bereiken. Zij werken met allochtone vrijwillige contactmedewerkers. Het Steunpunt Mantelzorg start met een spreekuur voor Turkse mantelzorgers in Overvecht. Steunpunt mantelzorg en meldpunt vrijwillige thuishulp zijn zich ervan bewust dat voornamelijk de meer assertieve mensen bij hen aankloppen. Het Meldpunt heeft de indruk dat slechts het topje van de ijsberg de vrijwillige hulpdiensten weet te bereiken. Ze vermoedt dat de mensen die het het hardste nodig hebben en in een sociaal isolement leven, de hulpdiensten niet weten te vinden of niet durven benaderen. Hoeveel mensen zitten er niet thuis zonder te bellen? Problemen die cliënten ervaren De organisaties vertellen over de beperkingen die hun cliënten ervaren in het zelfstandig functioneren. De volgende problemen zijn genoemd (in willekeurige volgorde): Lichamelijke problemen door ouderdom Eenzaamheid Papierwerk/ administratie niet op orde kunnen houden Klussen in en om het huis niet gedaan krijgen Financiële problemen Slechte huisvesting Overbelasting van mantelzorgers 14 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Problemen met het organiseren van zorg Onveiligheidsgevoelens op straat Verschralend voorzieningenniveau Het aanbod van de organisaties is divers en sluit redelijk aan De geïnterviewden zijn positief over de aansluiting van vraag en aanbod. Ze hebben het idee dat er voor vrijwel alle vragen of behoeftes van mensen wel een aanbod is. Het aanbod is uitgebreid en divers. Wel is er voor een aantal vragen een te beperkt aanbod of bestaan er wachtlijsten. Veel mensen willen meer uren huishoudelijke hulp. Door verscherpte indicatiestelling en het betalen van de eigen bijdrage bestaat de vrees dat mantelzorgers de zorg niet meer aan kunnen en mensen eerder in bijvoorbeeld een verpleeghuis terechtkomen 3. Gezien de beperkte diversiteit in het bereik van de organisaties vermoeden zij dat er groepen zijn die buiten de boot vallen. Dit zijn mensen die niet om hulp durven vragen, mensen die geïsoleerd leven, mensen die instanties wantrouwen of de taal onvoldoende spreken. Voor deze groepen moet een extra inspanning gedaan worden om ze te bereiken. Voorzieningen voor mantelzorgers zijn beperkt. Er zijn maar beperkt mogelijkheden voor respijtzorg, er is een gebrek aan informatie, mogelijkheden voor lotgenotencontact en bij professionele zorgverleners is onvoldoende inzicht in de problematiek van mantelzorgers. Voor gevoelens van onveiligheid en een verschralend voorzieningenniveau is geen pasklaar aanbod. Er zijn wachtlijsten voor bezoekdiensten en vrijwillige stervensbegeleiding. 44% van de ouderen is tevreden met ouderenvoorzieningen Bijna 8% van de ouderen in West heeft in 2004 gebruik gemaakt van de activiteiten in het dienstencentrum van Portes in West. Overige voorzieningen voor ouderen lopen uiteen van eettafels, sporten voor senioren, kerkelijke en multiculturele organisaties en zorgcentrum West (Aveant). In West zijn 414 seniorenwoningen, waarvan 380 reguliere seniorenwoningen en 34 servicewoningen. Volgens de VMU heeft 3% van de wijkbewoners het afgelopen jaar hulp gehad van de thuiszorg. (VMU, 2003). Dit zijn naar schatting 650 mensen, een groep die grotendeels bestaat uit ouderen 4. Minder dan de helft (44%) van de 55-plussers is tevreden met de ouderenvoorzieningen in de wijk. (WistuData, 2004) Ongeveer een vijfde is ontevreden en een derde van de ouderen heeft geen mening. In West zijn minder ouderen tevreden dan in Utrecht (49%). Dit geldt alleen voor de subwijken Nieuw Engeland, Schepenbuurt en Oog in Al/ Welgelegen. In Lombok/ Leidseweg, waar zich o.a. het dienstencentrum bevindt zijn meer (dan gemiddeld) ouderen tevreden. 3 Er zou sprake zijn van een daling van 30% indicaties thuiszorg. Dit is echter alleen genoemd in een interview en niet gecontroleerd bij het CIZ. Bij het onderzoek "cliëntstromen huishoudelijke zorg Wmo" zal aandacht worden besteed aan de verscherpte indicatiestelling. Ook wordt er aandacht besteed aan de opzeggingen thuiszorg als gevolg van de eigen bijdrage. 4 Cijfers CIZ volgen later. 15 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Tevredenheid van 55+ers met ouderen voorvoorzieningen in de buurt (Sub)wijk %(zeer) tevreden % (zeer) ontevreden % neutraal Lombok/ Leidseweg 51% 18% 31% Nw Engeland/ Schepenbuurt 42% 22% 37% Oog in Al/ Welgelegen 39% 25% 36% West 44% 22% 34% Utrecht 49% 18% 34% Bron: NUP 2005 Behoefte aan voorzieningen Bijna één op de vier wijkbewoners geeft aan behoefte te hebben aan sociaal-culturele activiteiten. Bijna één op de tien heeft behoefte aan een buurthuis. Mensen willen (indien zij op zoek zouden zijn naar hulp of ondersteuning) het liefste aankloppen bij vrienden en familie (46%) of gesprekken hebben met een deskundige (36%). 7% van de mensen zou een gesprek met lotgenoten op prijs stellen, en 4% een groepscursus. Vrijwilligers inzetten is door de mensen niet ingevuld als gewenste vorm van hulp of ondersteuning. De redenen hiervoor zijn onbekend. Het is mogelijk dat de mogelijkheden hiervoor onbekend zijn of dat de optie voor vrijwillige hulpverlening pas in beeld komt als de andere mogelijkheden zijn uitgeput. 16 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

3 Huidige samenwerking Van een intensieve samenwerking tussen formele zorg en informele zorg en aanbod op het vlak van (vrijwillige) ondersteuning en welzijnsactiviteiten is geen sprake. Wel hebben de organisaties op verschillende momenten contact met elkaar en wordt er soms naar elkaar door verwezen. Aveant verwijst alleen door binnen de eigen organisatie. Ze hebben geen kennis van de informele zorg, vrijwillige hulp of welzijnsactiviteiten in de wijk. Het Meldpunt vrijwillige thuishulp en het Steunpunt Mantelzorg werken stadsbreed en zijn goed op de hoogte van de maatschappelijke kaart. Portes kent de mogelijkheden voor ouderen in West. Aanbod, expertise en netwerken van de vier organisaties zijn grotendeels aanvullend. Aveant verwijst nu alleen door binnen de eigen organisatie Voorafgaande aan de proeftuin is de teamleider huishoudelijke zorg niet op de hoogte van de mogelijkheden voor vrijwillige thuishulp, welzijnsactiviteiten en verschillende vormen van ondersteuning. Hij is niet op de hoogte van de maatschappelijke kaart in West en Utrecht. Er wordt door Aveant dan ook niet doorverwezen naar andere organisaties, zoals het welzijnsaanbod in de wijk of de vrijwillige hulpdiensten. Indien de cliënt recht heeft op aanvullende zorg zoals geïndiceerd door het CIZ wordt dat uiteraard geleverd door Aveant. Meldpunt vrijwillige thuishulp kent maatschappelijke kaart van Utrecht Voor het meldpunt vrijwillige thuishulp is doorverwijzen van hulpvragers de primaire functie. Zij doen dit hoofdzakelijk naar de 9 organisaties aangesloten bij het platform. Indien nodig wordt doorverwezen naar een andere organisatie. Het meldpunt kent de maatschappelijke kaart van Utrecht goed, maar heeft geen specifiek overzicht van de mogelijkheden in de wijk West. Tot op heden weet het meldpunt niet wat er verder met de doorverwijzing gebeurt. In de zomer 2005 komt hierin verandering, omdat dan begonnen wordt met het opvolgen van de doorverwijzingen. Alle hulpvragers worden dan teruggebeld om te achterhalen of zij goed terecht zijn gekomen. Steunpunt mantelzorg verwijst rechtstreeks naar vrijwillige hulpdiensten Het steunpunt mantelzorg is goed op de hoogte van de mogelijkheden voor informele zorg en ondersteuning in Utrecht. Daarom verwijst het steunpunt nooit door naar het meldpunt, maar altijd direct naar de bij het platform aangesloten organisaties. Op klantniveau heeft het steunpunt contact met de ouderenadviseur, via het 55+ netwerk. Portes goed ingevoerd in West De ouderenadviseur heeft goed overzicht over de mogelijkheden voor welzijn, ontspanning, ontplooiing en ondersteuning in West en is tevens op de hoogte van de maatschappelijke kaart in de stad Utrecht. Doorverwijzen is een belangrijke activiteit voor de ouderenadviseur. De ouderenadviseur verwijst rechtstreeks door naar de vrijwillige hulpdiensten, zonder tussenkomst van het meldpunt. Ook verwijst hij nooit door naar het steunpunt mantelzorg. Mantelzorgers zijn volgens hem meer op zoek naar oplossingen voor de zorg van hun zieke familielid of buur dan voor zichzelf. De ouderenadviseur heeft als bemiddelaar voor cliënten wel eens contact met Aveant, bijvoorbeeld als mensen een conflict hebben, of acuut hulp nodig hebben terwijl er een wachtlijst is. 17 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

4 Verwachtingen ten aanzien van de proeftuin Betrokken organisaties zijn optimistisch over de kansen die de Wmo-proeftuin biedt. De afstemming van professionele en vrijwillige hulp en activiteiten kan resulteren in betere hulp voor de cliënten. Er zijn ook punten die aandacht behoeven. Is het management van Aveant 100% bereid een centrale rol in de Proeftuin op zich te nemen? Zijn de huishoudelijk werkers voldoende uitgerust om goed te kunnen signaleren en doorverwijzen? Daarnaast wordt gewaarschuwd voor bureaucratisering en mogelijke concurrentie tussen professionele en vrijwillige zorg en dienstverlening. Kansen Afstemming professionele en vrijwillige hulp Deelnemende organisaties zijn positief over de kansen die de proeftuin creëert. Deelnemers zijn bereid en enthousiast om ermee aan de slag te gaan. Door een betrekkelijk eenvoudige ingreep als het geven van een signaalfunctie aan huishoudelijk werkers wordt gebruik gemaakt van de kennis die zij hebben over de mensen waar ze een paar uur per week bij in huis komen. Soms zijn de huishoudelijk werkers de enigen die bij die mensen over de vloer komen. De afstemming tussen diverse vormen van professionele hulp, vrijwillige hulp en (welzijns) activiteiten zal er voor zorgen dat: organisaties elkaar beter weten te vinden, aanbod goed afgestemd wordt, de mogelijkheden beter bekend zijn en; de cliënt beter geholpen wordt. Netwerk biedt mogelijk positieve neveneffecten Neveneffect zou kunnen zijn dat er meer vrijwilligers komen bij de vrijwillige hulpdiensten, bijvoorbeeld doordat ouderen die behoefte hebben aan sociale activiteiten zich aanmelden. De vrijwillige hulpdiensten hopen verder hun klantenbestanden meer kleur te geven, doordat de allochtone clienten van Portes en Aveant hen beter weten te vinden. Het Steunpunt Mantelzorg wil via de proeftuin meer aandacht vragen voor mantelzorgers en professionele en vrijwillige hulp ook voor hen beter ontsluiten. Persoonlijke betrokkenheid wordt onderdeel van professie Sting ziet voor de huishoudelijk werkers een belangrijke kans. De proeftuin doet recht aan hun persoonlijke betrokkenheid bij cliënten en biedt hen professionele mogelijkheden om hier iets mee te doen. Aandachtspunten Tijdens de gesprekken hebben de geïnterviewden een aantal aandachtspunten geformuleerd, waar bij de uitvoering van de proeftuin en de evaluatie op gelet moet worden. 18 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Rolverdeling tussen organisaties nog niet duidelijk Bij aanvang van het project is de rolverdeling tussen de betrokken organisaties voor de uitvoerenden nog niet duidelijk. Zij weten nog niet goed te omschrijven wat de eigen rol is. Ook zijn verwachtingen ten aanzien van de huishoudelijk werkers hoog, terwijl de teamleider huishoudelijk werk juist een grotere rol voor zichzelf weggelegd ziet. Proeftuin staat of valt bij inzet teamleider en huishoudelijk werkers Aveant is in de eerste fase de spil in de proeftuin. De huishoudelijk werkers krijgen een nieuwe taak erbij, door behoeften te signaleren en op een professionele manier met die signalen om te gaan. Ofwel door de cliënten zelf door te verwijzen naar verschillende aanbieders, ofwel door signalen door te geven aan de teamleider. Vervolgens moet er snel en adequaat gereageerd worden. Hierover zijn door een aantal geïnterviewden vragen gesteld: Hebben huishoudelijk werkers de capaciteiten om behoeften goed te signaleren? Is een cursus afdoende? Moet hiervoor niet herhaaldelijk aandacht zijn? Is het management van Aveant voldoende gemotiveerd om deze nieuwe taak op zich te nemen? Krijgen huishoudelijk werkers voldoende steun en begeleiding bij hun nieuwe taak? Heeft Aveant voldoende kennis van de maatschappelijke kaart in West? Proeftuin kost tijd en vrijwilligers Als de proeftuin gaat lopen en uitbreiden betekent dat extra werk voor de betrokken organisaties. Naar verloop van tijd en bij uitbreiding van de proef kan dit knelpunten opleveren in formatie en vrijwilligers. Pas op voor kastje naar de muur Het is mogelijk dat de proeftuin bureaucratisch wordt, waardoor cliënten van het kastje naar de muur worden gestuurd. Doorverwijzen moet zo snel, rechtstreeks en zo adequaat mogelijk. Concurrentie Het aanbod van vrijwillige en professionele hulp is niet alleen aanvullend maar soms ook concurrerend. Wanneer krijgt een cliënt professionele steun en wanneer is een cliënt aangewezen op vrijwilligers? De mogelijkheid bestaat dat vrijwilligers de taken van professionals op zich gaan nemen. Wanneer is dit geoorloofd? Waar ligt de grens? Bemoeien De scheiding tussen aandacht hebben voor behoeften en je bemoeien met iemands privé-situatie is dun. Huishoudelijk werkers moeten hierin goed begeleid en ondersteund worden. Goede afstemming met de cliënt is belangrijk. Indien bemoeizorg nodig is (die de klant in eerste instantie weigert) kan dit tot loyaliteitsconflicten leiden tussen huishoudelijk werker en cliënt. Dit soort ingewikkelde casuïstiek moet zorgvuldig besproken worden in de proeftuin. Samenwerking tussen organisaties Er bestaat de kans dat de betrokken medewerkers veel met elkaar samenwerken, maar dat dit niet wordt ingebed in de organisaties. Dit is wel nodig voor de continuïteit van de proeftuin. 19 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

5 Aanknopingspunten voor de evaluatie We zijn tevreden met de proeftuin als na 2 jaar de cliënten zorg, hulp en activiteiten krijgen die zij nodig hebben 1. Als mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen 2. Als mensen die ondersteuning willen het gevoel hebben snel en adequaat geholpen zijn. 3. Als we allochtonen en sociaal geïsoleerde mensen beter weten te bereiken. 4. Als mantelzorgers ook gericht informatie voor zorg, hulp en activiteiten weten te vinden. er een bruisend netwerk van vrijwillige en professionele zorg, hulp en activiteiten ontstaat 5. Als Aveant goed vragen en problemen kan signaleren en doorverwijzen 6. Als er een stijgende lijn is in het gebruik van de verschillende diensten 7. Als de inzet van zorg, activiteiten, hulp gestroomlijnd is, zo efficiënt en effectief mogelijk 8. Als er een bruisend netwerk is ontstaan waarin de vier organisaties doordrongen zijn van elkaars mogelijkheden we meer vraaggericht en outreachend gaan weken 9. Als de organisaties erin slagen meer outreachend te werken en minder afwachten tot mensen naar ze toekomen. In de evaluatie kunnen deze door de betrokken organisaties geformuleerde criteria aan bod komen. Daarnaast zal uitgebreid aandacht worden besteed aan het verloop van de implementatie van de proeftuin en het proces van signaleren doorverwijzen en samenwerking. Lastig meetbaar is echter of mensen door de proeftuin langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De causaliteit is moeilijk aan te tonen en de looptijd van de proef is kort. Bronnen voor de evaluatie In de evaluatie van de WMO-proeftuin kunnen we gebruik maken van verschillende bronnen: Uitgebreidere registraties door huishoudelijk werkers/ de teamleider van Aveant. (punt 2, 3, 4,5) Minimale registraties door Portes, steunpunt en meldpunt (punt 6, 8) Gesprekken met betrokken organisaties (punt 2 t/m 9) Kwalitatieve diepte0-interviews cliënten (punt 2, 4,5, 9) Gegevens van het CIZ, VMU, NUP e.a Registratie Voor de evaluatie van de Wmo proeftuin is het noodzakelijk dat de betrokken organisaties een aantal zaken gaan registreren. 20 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Aveant De aanbevolen registratie door de huishoudelijk medewerkers is gebaseerd op de cursus tijdens de afwas die zij hebben gevolgd. Het gaat hierbij om registratie op cliëntniveau van: Signalering van vragen en behoeftes: Hoe gaat het met de cliënt op het vlak van lichaam, leefomstandigheden, meedoen en groei & ontwikkeling. De doorverwijzing: is de cliënt doorverwezen naar een organisatie? Zo ja, naar welke organisatie. De follow-up: Heeft de cliënt gebruik gemaakt van de doorverwijzing? Zo ja: is het bevallen? Zo nee: is verdere actie nodig? Voorgesteld wordt dat de huishoudelijk werkers doorlopend signalen en doorverwijzingen bijhouden. In de bijlage treft u het registratieformulier aan. Portes, Steunpunt en meldpunt Voorgesteld wordt dat Portes, Steunpunt Mantelzorg en Meldpunt Vrijwillige Thuishulp het aantal cliënten uit West registreren en nagaan of deze zijn doorverwezen via de Wmo proeftuin. 21 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Bijlage 1: vraagpuntenlijst 1. Introductie Doel van het gesprek: 0-meting huidige stand van zaken Plek in gehele evaluatie Rol van BI Afbakening enkelvoudige huishoudelijke hulp in West Plaats van de proeftuin binnen gehele Wmo 2. Introductie geïnterviewde Functie Aanbod van de organisatie Rol van de organisatie in de proeftuin Wmo in West 3. Signaleren De proeftuin is erop gericht behoeften aan ontspanning, ontplooiing, ontmoeting en ondersteuning beter en eerder te signaleren. Hoe gebeurt dit nu bij uw organisatie? Omschrijf de cliënten van uw organisatie. Welke mensen worden vooral bereikt? Welke mensen worden niet bereikt? (Allochtoon/ autochtoon, hoger/ lager opgeleiden, sociale situatie, alleenstaanden/ andere huishoudens, lichamelijke/ geestelijke problematiek, actieve mensen/ eenzame mensen etc ) Hoe komen cliënten bij uw organisatie terecht? Welke problemen in de persoonlijke sfeer komen uw cliënten tegen, die hen beperken in het zelfstandig functioneren? (dus niet aanpassingen aan het huis e.d.) Wat gebeurt er als een cliënt een vraag/ behoefte heeft waar u geen antwoord op heeft? (doorverwijzen? Contacten met welke organisaties?) Voor welke vragen/ behoeftes van uw doelgroep is geen aanbod? Kunt u dan aangeven waar "blinde vlekken" in het aanbod zitten? Aan welk type aanbod is er een tekort? (bv. wachtlijsten, veel vraag naar, weinig aanbod) Hoe komt dat? 4. Huidige samenwerking Kunt u omschrijven hoe de huidige samenwerking is tussen Meldpunt vrijwillige thuiszorg, Steunpunt Mantelzorg, Portes (ouderenadviseur) en Aveant (huishoudelijk werk) Wat gaat goed Wat gaat niet goed (Hoe) wordt er doorverwezen? 5. Evaluatie criteria De proef start met het signaleren van behoeften aan vrijwilligers, activiteiten, mantelzorgondersteuning bij cliënten van Aveant in de wijk West die enkelvoudige huishoudelijke hulp krijgen. Vraag naar en aanbod van activiteiten sluit dan beter aan en mensen worden in een vroeg stadium gewezen op mogelijkheden. In een tweede fase wordt de signalering uitgebreid, naar signalering door mantelzorgers en vrijwilligers. De proef loopt 2 jaar. 22 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Wanneer bent u tevreden met dit proefproject? Waar ziet u mogelijke problemen? 6. Registratie De huishoudelijk werkers zullen een (minimaal) aantal zaken moeten gaan registreren om de proef succesvol te kunnen laten verlopen. Welke dingen zijn dat volgens u? Van welke registraties door uw organisatie kunnen we gebruik maken bij de evaluatie van de proeftuin? - Waar komt cliënt vandaan - Gegevens cliënten (leeftijd, woonplek, woonvorm, gezinssituatie, soort problematiek, soort activiteit/ aanbod) - Kan aan vraag cliënt voldaan worden - Gegevens contacten met andere organisaties - Gegevens (succesvolle) doorverwijzingen 7. Huidige capaciteit Van uw organisatie heb ik de volgende gegevens nodig (kan bijvoorbeeld schriftelijk, hoeft niet tijdens het gesprek) Aantal cliënten totaal en in West, en verwachte aantal cliënten na 2 jaar proeftuin Type aanbod dat zij krijgen Capaciteit van medewerkers totaal, in West en verwachte capaciteit nodig voor de proeftuin Capaciteit aan vrijwilligers totaal, in West en verwachte capaciteit nodig voor de proeftuin 23 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht

Bijlage 2: registratieformulier Aveant Wat heb ik gesignaleerd? Naam Cliënt: Adres : 1. Op welk vlak signaleer ik vragen of behoeften bij mijn cliënt? (Denk aan de cursus Tijdens de afwas.) Lichaam Leefomstandigheden Meedoen Groei en ontwikkeling Iets anders, namelijk: Ik signaleer geen vragen of behoeften 2. Waaraan merk ik dat de cliënt deze vragen/ behoeften heeft? 3. Heb ik gereageerd op deze vraag van mijn cliënt? Ja, ik heb mijn cliënt zelf geattendeerd op de volgende activiteit(en): Ja, ik heb het signaal van mijn cliënt besproken met mijn teamleider en mijn cliënt daarna geattendeerd op de volgende activiteit(en): Ja, ik heb het signaal van mijn cliënt gerapporteerd aan mijn teamleider. Nee, omdat 24 0-meting Wmo-proeftuin West, Gemeente Utrecht