Leefsituatieonderzoek 2006 In september 2006 hebben ruim 2.100 inwoners van Lelystad een vragenlijst ingevuld over hun leefsituatie. Onderwerpen die aan inwoners zijn voorgelegd gingen over: huishouden-, werk- en financiële situatie, mobiliteit, wonen, vrije tijd, vakantie, sport, cultuur, vrijwilligerswerk, contacten, mantelzorg en gezondheidszorg. In 2004 heeft Onderzoek en Statistiek voor het eerst het Leefsituatieonderzoek onder Lelystedelingen van 18 jaar en ouder gehouden. Het onderzoek sluit zoveel mogelijk aan bij het landelijke leefsituatieonderzoek dat het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) uitvoert onder de Nederlandse bevolking. Hierdoor kan de leefsituatie van inwoners niet alleen met 2004 worden vergeleken, maar ook met landelijke trends. De resultaten van dit onderzoek worden in drie rapportages besproken: LelyStadsGeluiden 1. De leefsituatie van Lelystedelingen LelyStadsGeluiden 2. Zorg ontvangen en zorg verlenen LelyStadsGeluiden 3. De sociale staat van Lelystad Onderzoeksverantwoording en vragenlijstfrequenties In deze deelrapportage wordt kort uitgelegd hoe het onderzoek is uitgevoerd om te zorgen dat de bevindingen zo veel mogelijk de mening en beleving van een doorsnee Lelystedeling weergeven. Tevens wordt de vragenlijst gepresenteerd met percentages voor alle afzonderlijke vragen. Juni 2007
Vragenlijst en steekproef Het Leefsituatieonderzoek 2006 is gehouden in september 2006. Het onderzoek is uitgevoerd onder leden van het LelyStadsPanel en aangevuld met een willekeurige (aselecte) steekproef. Op het moment van het onderzoek bestond het panel uit 1.331 inwoners; hiervan hebben 1.142 (86% ) aan het onderzoek deelgenomen. De aanvullende steekproef is onder 2.500 inwoners verspreid, waarvan 989 (40%) de ingevulde enquête heeft teruggestuurd. Panelleden hebben de optie om de enquête via internet in te vullen; 72% maakt hier gebruik van. De andere respondenten hebben een schriftelijke vragenlijst ingevuld (zie voorbeeld achterin dit verslag). In totaal hebben dus 2.131 aan het onderzoek meegewerkt. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid De uitkomsten van deze enquête kennen een bepaalde mate van onzekerheid, vanwege het feit dat er met een steekproef uit de bevolking wordt gewerkt. De mate waarop het werkelijke getal kan afwijken van de steekproefschatting is afhankelijk van het aantal respondenten in de steekproef. De mogelijke afwijking wordt groter en dus minder nauwkeurig naarmate de steekproef kleiner is en/of de schatting de 50% nadert, zoals in tabel 1 wordt weergegeven. Tabel 1 Afwijkingsmarges rondom schattingen naar steekproefgrootte Steekproefgrootte 5% 20% 35% 50% 50 6 11,1 13,2 13,9 100 4,3 7,8 9,3 9,8 200 3 5,5 6,6 6,9 400 2,1 3,9 4,7 4,9 800 1,5 2,8 3,3 3,5 1.000 1,4 2,5 3 3,1 3.000 0,8 1,4 1,7 1,8 De kans bestaat dat het werkelijke getal ook buiten de marges van tabel 1 valt. Die marges zijn zo berekend dat 95% van de steekproefschattingen wél binnen de afwijkingsmarge vallen. Wil men echter 99% zekerheid, dan worden de afwijkingsmarges groter. Deze zekerheid noemt men de betrouwbaarheid. Overeenkomstig de landelijke richtlijnen voor beleidsonderzoek worden de schattingen in dit onderzoek met de afwijkingsmarges van een 95% betrouwbaarheid geïnterpreteerd. We spreken in dit onderzoek van een relatie (bijvoorbeeld tussen leeftijd en waardering voor vrijetijdsvoorzieningen) als de kans dat deze relatie niet voor alle inwoners op gaat, minder dan 1% is. In de rapportages wordt dan gesproken in termen als aanzienlijk, behoorlijk, in belangrijke mate of noemenswaardig. Weging Om resultaten over alle inwoners te presenteren en vergelijkingen te maken met het Leefsituatieonderzoek van 2004 is weging toegepast. Dit komt er op neer dat in alle (4) stadsdelen (plus het centrum /overig gebied) bevolkingsgroepen naar sekse (2) en leeftijdscategorie (4) en opleidingsniveau zijn onderscheiden. Op basis van deze vier kenmerken zijn de respondenten herwogen, om te zorgen dat alle (5 x 2 x 4 x 3 =) 120 bevolkingsgroepen evenredig zijn vertegenwoordigd. Om te voorkomen dat bepaalde respondenten te zwaar wegen, is bij de weging een maximum van 4,0 toegepast. Hierdoor komt het totaal aantal gewogen respondenten (2119) iets lager uit. Wijkindeling Waar in de rapportages een onderscheid naar wijk is gemaakt, betreft dit de wijkindeling die gemeente Lelystad momenteel hanteert. In het volgende overzicht is vermeld op welke CBS-buurten de wijknamen betrekking hebben. Zuiderzeewijk (Noordoost) Atolwijk (Noordoost) Boswijk (ZO) Waterwijk (ZO) KeKoGoSc (Noordwest) Kustwijk (Noordwest) Botter (Zuidwest) Haven (ZW) Overig L stad Zuiderzeewijk, Lelycentre, Groene Velden, Jagersveld Atol-West, Atol-Oost, Archipel- Rozengaard, Oostrandpark Wold, Horst, Kamp, Griend, Zoom Waterwijk, Landerijen Kempenaar, Kogge, Gondel, Schouw Punter, Jol, Galjoen, Kuststrook, Karveel, Boeier, Golfpark, Golfresort, Parkhaven Botter, Tjalk, Schoener, Landstrekenwijk Lelystad-Haven, Hollandse Hout Stadshart, Industrie, Buitengebied
Achtergrondkenmerken De respondenten uit het onderzoek kunnen worden ingedeeld op basis van een aantal persoons- en gezinskenmerken. Deze kenmerken worden hieronder nader belicht. Geslacht Net als in de rest van Nederland ligt de verhouding tussen mannen en vrouwen in Lelystad rond de verdeling 50%-50%. De onder mannen is echter lager: 43% van de respondenten was man en 57% vrouw. Door herweging realiseren we vrijwel dezelfde verhouding als in de populatie. Tabel 2: Responsverdeling naar geslacht Mannen Vrouwen Totaal Panel 524 618 1142 Steekproef 391 598 989 Gewogen totaal Leeftijd 1053 1066 2119 Jongeren doen in het algemeen minder vaak mee aan onderzoek, en dat geldt ook bij dit onderzoek. Zo heeft van de jongeren (tot 30 jaar) in de aselecte steekproef slechts 21% de vragenlijst ingevuld. Onder inwoners van 55+ jaar is dit 51%. Door herweging is de vertegenwoordiging van de verschillende leeftijdsgroepen meer in overeenstemming gebracht met hun aandeel in de Lelystadse bevolking. De mate van correctie is uit tabel 3 af te leiden. Tabel 3: Responsverdeling naar leeftijd Panel Aselect Gewogen 18-29 jaar 9% 17% 21% 30-39 jaar 18% 20% 21% 40-54 jaar 34% 30% 30% 55 plus 39% 33% 28% Stadsdeel Ook de naar stadsdelen wijk enigszins af van hoe inwoners over de verschillende stadsdelen zijn verdeeld. In tabel 4 is te zien hoe er is herwogen. Tabel 4: Responsverdeling naar stadsdeel Panel Aselect Gewogen Noordoost 19% 22% 21% Zuidoost 30% 28% 30% Noordwest 25% 26% 25% Zuidwest 24% 21% 22% Overig 2% 3% 2% Opleidingsniveau Voor de rapportages is ook herwogen voor afwijkingen tussen de en de populatie Lelystedelingen wat betreft verschillen in opleiding. De opleiding van Lelystedelingen is geschat op basis van het opleidingsniveau van respondenten van de steekproef bij het leefsituatieonderzoek van 2004 en 2006. In tabel 4 is te zien dat het aandeel hoog opgeleiden onder leden van het LelyStadsPanel veel hoger ligt. Tabel 4: Responsverdeling naar opleidingsniveau Panel Aselect Gewogen Laag opgeleid 22% 39% 37% Middelbaar opl. 36% 35% 37% Hoog opgeleid 42% 26% 26% Huishoudensituatie De soort huishouden waarin men woont is nog een persoonskenmerk waarop geen weging wordt toegepast, al heeft het een zekere relevantie voor de leefsituatie van personen. Tabel 5: Responsverdeling naar huishouden Gewogen Totaal Schatting O&S 1 persoonshh. 14% 27% 2 persoonshh. 37% 30% 1 oudergezinnen 5% 5% 2 oudergezinnen 41% 22% Anders 3% 17%
Op basis van GBA gegevens schat O&S de mate waarin vijf soorten huishoudens in Lelystad voorkomen. In de rechterkolom van tabel 5 is de schatting samengevat. Uit de tabel is te zien dat het aandeel respondenten die alleen een huishouden heeft ondervertegenwoordigd is, met name ten gunste van mensen die met partner en kinderen een huishouden heeft. Die verschillen hebben een simpele verklaring: de steekproef omvat individuele inwoners en niet (vertegenwoordigers van) individuele huishoudens. De kans dat iemand uit een tweepersoonshuishouden aan het onderzoek meewerkt is dan ongeveer het dubbele van iemand uit een éénpersoonshuishouden. Deze nuance is van belang voor de interpretatie van de resultaten: de conclusies gelden voor alle inwoners (tussen 18 en 79 jaar) en niet voor alle huishoudens. Vragenlijst met antwoordfrequenties Op de volgende pagina s wordt de vragenlijst weergegeven, zoals ze aan leden van het LelyStadsPanel is voorgelegd. Een langere versie met algemene vragen over achtergrondkenmerken (blok A) is aan een steekproef van 2.500 inwoners verstuurd. Voor panelleden zijn die kenmerken bij O&S reeds bekend. De antwoorden op de vragen zijn in percentages vermeld, na herweging om steekproef verschillen in geslacht, leeftijd en stadsdeel te corrigeren. De percentages zijn steeds berekend ten opzichte van alle geldige antwoorden op de vraag. Hiermee worden geen mening of weet niet als ongeldig beschouwd, alsmede niet van toepassing of geen antwoord. Per vraag zal een optelling van afzonderlijke antwoordcategorieën niet altijd op 100% uitkomen of door afrondingsverschillen en/of doordat respondenten meerdere antwoorden konden geven. Bij veel vragen hebben respondenten de optie om weet niet / geen mening als antwoord te geven. Het percentage dat deze optie heeft aangekruist of helemaal geen antwoord heeft aangekruist is slechts bij vragen vermeld waarvan het voor meer dan 5% van alle respondenten geldt.
ALGEMENE VRAGEN Eerst vragen wij enkele persoonlijke gegevens. Een aantal daarvan heeft u bij uw aanmelding van het LelyStadsPanel al eens opgegeven, maar kunnen tussentijds gewijzigd zijn. Wij vragen u deze gegevens opnieuw, omdat bij de verwerking van deze enquêteresultaten over uw leefsituatie het voor ons van groot belang is om nuances tussen bewoners aan te brengen. Wij vragen bijvoorbeeld naar uw huidige huishouden- en werksituatie. A.1 Welke huishoudensituatie is het meest op u van toepassing? 14 Alleenstaand ga door naar vraag A.4 37 Twee volwassenen, geen (thuiswonende) kinderen 41 Twee volwassenen met thuiswonende kind(eren) 5 Eén ouder met thuiswonend(e) kind(eren) 3 Anders A.2 Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden? 2 Een persoon 8 Vijf personen 46 Twee personen 1 Zes personen 20 Drie personen 1 Meer dan zes personen 22 Vier personen A.3 Hoeveel personen daarvan zijn jonger dan 18 jaar? 57 Geen 4 Drie personen 19 Een persoon 1 Vier personen 19 Twee personen 0 Meer dan vier personen A.4 Wat is uw hoogst voltooide opleiding? 1 Geen 4 Lager onderwijs (Lager onderwijs, basisschool, speciaal onderwijs) Lager en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (VGLO, MULO, MAVO, VMBO theoretische of gemengde 23 leerweg) 10 Hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO, HBS, VWO, MMS, Gymnasium, etc) Lager beroepsonderwijs (LTS, LHNO, LEAO, LAS, Ambachts- en Huishoudschool, LBO, VBO, VMBO basis of 9 kaderberoepsgerichte leerweg) 27 Middelbaar beroepsonderwijs (MTS, UTS, MEAO, INAS, CIOS, MBO) 20 Hoger beroepsonderwijs (HTS, HEAO, HBO, Lerarenopleiding, ALO, Sociale Academie) 7 Wetenschappelijk onderwijs (Universiteit e.d.) -1-
A.5 Welke van de volgende situaties is op u het meest van toepassing? (s.v.p. slechts één aankruisen) 5 Student, scholier, stagiair 4 Werkzoekend zonder werk 63 Werkzaam in loondienst, eigen bedrijf of praktijk, via uitzendbureau, enz. 8 Werkzaam in eigen huishouding 13 Gepensioneerd / AOW / VUT / FPU / rentenier 5 Arbeidsongeschikt, invalide 1 Werkzaam als vrijwilliger A.6 Hoeveel uur per week gemiddeld verricht u werk (en uw eventuele partner indien u samen een huishouden deelt)? U kunt meerdere categorieën invullen. Denk hierbij aan een doorsnee week uit uw leven de afgelopen maand. Uzelf Uw eventuele partner 33,2 uur betaald werk 33,0 uur betaald werk 15,9 uur onbetaald werk (huishoudelijk, vrijwilligerswerk) 17,1 uur onbetaald werk 16 Ik verricht geen werk 13 Mijn partner verricht geen werk A.7 Waar werkt u indien u buitenshuis werkt? Uzelf Uw eventuele partner 8 In de buurt waar ik woon 11 In de buurt waar wij wonen 39 Elders in Lelystad 39 Elders in Lelystad 16 Buiten Lelystad, in Flevoland 14 Buiten Lelystad, in Flevoland 29 Buiten Flevoland 32 Buiten Flevoland 8 Geen vast werkadres 4 Geen vast werkadres * Weet niet / geen mening * Weet niet / geen mening A.8 Hoeveel bedraagt het netto maandinkomen van uw huishouden (inclusief vakantiegeld en exclusief kinderbijslag)? 7 Minder dan 900 per maand 32 Tussen de 1.851 en 3.050 per maand 10 Tussen de 901 en 1.250 per maand 13 Tussen de 3.051 en 3.500 per maand 24 Tussen de 1.251 en 1.850 per maand 14 Meer dan 3.500 per maand -2-
Nu volgen een aantal zaken die u, of iemand anders in uw huishouden, misschien heeft. A.9 Kunt u aangeven welke van de volgende zaken u, of iemand anders van uw huishouden, bezit? Indien u iets niet bezit: Is dat dan om financiële redenen? Indien niet in bezit: Is dat om financiële Bezit? redenen? ja nee ja nee Auto 85 15 50 50 DVD-speler (niet bedoeld wordt een dvd-speler in pc) 89 11 17 83 Magnetron 92 18 16 84 Vaatwasmachine 71 29 18 82 Personal Computer (geen spelcomputer) 91 9 49 51 A.10 Als u uw tevredenheid met de financiële middelen van uw huishouden met een rapportcijfer van 1 tot en met 10 zou moeten beoordelen (waarbij 1 betekent dat u er zeer ontevreden mee bent en 10 betekent dat u er zeer tevreden mee bent), welk cijfer kiest u dan? Rapportcijfer (s.v.p. per regel één hokje aankruisen) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Gemiddelde: 7,0 B. WONING De volgende reeks vragen gaan over uw woonsituatie: uw woning. B.1 In welk soort woning woont u? Is dat een: 14 Vrijstaande eengezinswoning 76 Eengezinswoning (rijtjeswoning, 2 onder 1 kap) 7 Appartement, flat, boven- of benedenwoning, etagewoning, portiekwoning, maisonnette 2 Zelfstandige ouderenwoning, aanleunwoning, serviceflat 0 Jongeren-, studenten-, verpleegstersflat of -huis 1 Woning met winkel en/of werkplaats, deel van een bedrijfsgebouw, boerderij of woning bij tuindersbedrijf 0 Ander woningtype (woonboot, caravan, barak, vakantiewoning e.d.) B.2 Bent u, of is één van de leden van uw huishouden, eigenaar van de woning? 80 Ja 20 Nee -3-
B.3 Hoeveel slaap-, woon, en studeer- of werkkamers zijn er in uw woning? Ruimten die uitsluitend in gebruik zijn voor bedrijf of beroep tellen niet mee. 4,4 kamers B.4 Hoeveel vierkante meter is de oppervlakte van uw woonkamer? Als u het niet precies weet, mag u schatten. 40,1 m² C. VEILIGHEID Het volgende blokje gaat over veiligheid. C.1 Voelt u zich wel eens onveilig? 40 Ja 60 Nee ga door naar vraag C.3 C.2 Voelt u zich vaak, soms, of zelden onveilig? 4 Vaak 58 Soms 38 Zelden C.3 Zijn er in uw wijk of buurt plekken of straten waar u s avonds liever niet alleen zou komen? 40 Ja 60 Nee -4-
D. TEVREDENHEID Dan volgen nu enkele vragen over uw tevredenheid met onderdelen van uw leefsituatie. U kunt steeds een rapportcijfer geven van 1 tot en met 10, waarbij 1 betekent dat u er zeer ontevreden mee bent en 10 betekent dat u er zeer tevreden mee bent. D.1 Hoe tevreden bent u met: Rapportcijfer (s.v.p. per regel één hokje aankruisen) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1. Uw woning? gemiddeld 7,8 2. Uw woonomgeving? gemiddeld 7,4 3. Uw vrienden en kennissenkring? gemiddeld 7,7 4. Uw maatschappelijke positie? gemiddeld 7,3 5. De opleiding die u (tot nu toe) heeft gehad? gemiddeld 7,3 6. Het leven dat u op dit moment leidt? gemiddeld 7,5 7. De Lelystadse samenleving? gemiddeld 6,5 8. Het gemeentebestuur van Lelystad? gemiddeld 6,2 D.2 In welke mate vindt u zichzelf een gelukkig mens? 16 Erg gelukkig 64 Gelukkig 17 Niet gelukkig, niet ongelukkig 3 Niet zo gelukkig 1 Ongelukkig Nu volgen een aantal stellingen over contacten met vrienden en kennissen. D.3 Hieronder staan enkele uitspraken: zou u willen aangeven of ze op u van toepassing zijn? U kunt telkens antwoorden met ja, soms of nee. Ja Soms Nee Weet niet 1. Er zijn mensen met wie ik goed kan praten 83 16 2 * 2. Ik voel me van andere mensen geïsoleerd 2 19 78 * 3. Er zijn mensen bij wie ik terecht kan 85 13 3 * 4. Er zijn mensen die me echt begrijpen 72 24 4 * 5. Ik maak deel uit van een groep vrienden 57 18 25 * 6. Mijn sociale contacten zijn oppervlakkig 15 34 51 * -5-
E. VRIJETIJDSBESTEDING De volgende vragen gaan over uw vrijetijdsbesteding. E.1 Hoe vaak bent u afgelopen 12 maanden met vakantie geweest? Een vakantie is een verblijf buiten de eigen woning voor recreatieve doeleinden met tenminste vier opeenvolgende overnachtingen. 22 Geen enkele keer 35 Eén keer 43 Meer dan 1 keer E.2 Bent u in afgelopen 12 maanden in het buitenland op vakantie geweest? 81 Ja 19 Nee E.3 Bent u in het bezit van een abonnement voor het openbaar vervoer? 25 Ja, van de Nederlandse Spoorwegen (NS Jaarkaart, NS Trajectkaart, OV-kaart, kortingskaart) 1 Ja, van de bus, tram of metro 2 Ja, van beide (zowel de Nederlandse Spoorwegen, als van bus, tram, metro) 72 Nee Hieronder staat een aantal soorten verenigingen en organisaties. Wilt u aangeven of u daar lid van bent of niet? E.4 Bent u lid van een: 1. Zang-, muziek- of toneelvereniging 5 95 2. Sportvereniging 35 65 3. Hobbyvereniging 9 91 4. Politieke organisatie 6 94 5. Vakbond, werknemers- of werkgeversorganisatie 22 78 6. Bibliotheek 34 66 7. Vereniging met godsdienstig doel (geen kerkgenootschap) 6 94 8. Overige vereniging(en) of organisatie(s) 24 76 * Indien u ook lid bent van overige vereniging(en) of organisatie(s): van hoeveel verenigingen of organisaties is dat dan? gemiddeld 2,0 verenigingen/ organisaties ja nee E.5 Heeft u de afgelopen 12 maanden een sport beoefend? Niet: vissen en denksporten zoals schaken, dammen of kaarten. 58 Ja 42 Nee ga door naar vraag E.8 E.6 Hoeveel sporten beoefende u totaal? gemiddeld 1,6 sporten -6-
E.7 Hoe vaak sport u gemiddeld? 10 Minder dan 1 keer per maand 16 1 tot 3 keer per maand 30 1 keer per week 44 Vaker, namelijk gemiddeld 2,8 keer per week De volgende vragen gaan over uitgaan. E.8 Wilt u aangeven hoe vaak u in de afgelopen 12 maanden de volgende culturele voorzieningen heeft bezocht? Niet bezocht 1 keer per jaar 2-3 keer per jaar 4-11 keer per jaar 1 keer per maand of vaker 1. Concert van klassieke muziek 86 8 3 2 1 2. Popconcert 76 15 7 1 1 3. Opera 96 3 1 0 0 4. Toneelvoorstelling 80 14 5 1 0 5. Balletuitvoering 95 4 1 0 0 6. Cabaretvoorstelling 79 14 6 1 0 7. Musical 74 20 5 0 0 8. Film 45 18 24 11 2 9. Museum 55 19 18 7 1 10. Dansavond of houseparty 82 6 7 4 2 E.9 Heeft u hobby s? Zoals musiceren, zingen, ballet, toneelspelen, schilderen of tekenen, handwerken, doe-het-zelven, verzamelen, computeren, wandelen of fietsen. 86 Ja Zo, ja hoeveel? 3,2 hobby s 14 Nee -7-
F. VRIJWILLIGERSWERK Wij willen u een aantal vragen stellen over vrijwilligerswerk. Als voorbeeld van vrijwilligerswerk kunt u bijvoorbeeld denken aan informele hulp aan zieken of ouderen in de buurt, kantinewerk, bestuurswerk, organisatie van evenementen. Het gaat in elk geval om bezigheden die u onverplicht en onbetaald doet. Hieronder zijn een aantal organisaties of verenigingen waarvoor men onbetaald vrijwilligerswerk kan doen. F.1 Doet u vrijwilligerswerk voor een: ja nee 1. Zang-, muziek- of toneelvereniging 3 97 2. Sportvereniging 12 88 3. Hobbyvereniging 4 96 4. Politieke organisatie 3 97 5. Vakbond, werknemers- of werkgeversorganisatie 3 97 6. Bibliotheek 1 99 7. Godsdienstige of levensbeschouwelijke organisatie 10 90 8. School, crèche of peuterspeelzaal (bv. oudercommissie, schoolbestuur of andere hulp op school) 12 88 9. Buren-, bejaarden- of gehandicaptenhulp 12 88 10. Een organisatie met maatschappelijke doelen (bv. mensenrechten, natuur- of dierenbescherming) 6 94 11. Een buurtvereniging of buurtcentrum 3 97 12. Overige vereniging(en) of organisatie(s) 14 86 * Indien u ook actief bent voor overige vereniging(en) of organisatie(s): voor hoeveel verenigingen of organisaties is dat dan? 1,4 verenigingen / organisaties F.2. Hoeveel uur per week verricht u gemiddeld vrijwilligerswerk? Denk hierbij aan een doorsnee week uit uw leven in het afgelopen jaar 3,9 uur per week -8-
G. HULP AAN BEKENDEN (MANTELZORG) De volgende vragen gaan over het verlenen van mantelzorg. Mantelzorg is de zorg die u geeft aan een bekende uit uw omgeving, zoals uw partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorg wordt niet betaald. (N.B. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger). Het gaat niet om de normale huishoudelijke verrichtingen in uw eigen huishouden. G.1 Geeft u momenteel mantelzorg of heeft u de afgelopen 12 maanden mantelzorg gegeven? 16 Ja, ik geef die mantelzorg nu nog 6 Ja, maar ik geef die mantelzorg nu niet meer 78 Nee ga nu door naar vraag H.1 G.2 Voor wie zorgt u (of heeft u gezorgd)? (Indien u voor meer personen zorgt/zorgde, graag degene aankruisen voor wie u het meest zorgt/zorgde) 15 Iemand uit eigen gezin (partner of kind) 51 Ouder of schoonouder 9 Ander familielid (broer, zus, zwager, schoonzus, e.d.) 15 Een vriend/ vriendin/ kennis 6 Iemand uit de buurt 4 Anders, namelijk G.3 Waaruit bestaat (of bestond) de zorg? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk) 55 Huishoudelijke hulp (schoonmaken, koken, boodschappen doen, verzorging huisdieren, e.d.) 34 Persoonlijke verzorging (hulp bij wassen en aankleden, medicijngebruik, bewegen, eten en drinken e.d.) 51 Vervoer naar en/ of begeleiding bij activiteiten/ bezoeken buitenshuis 8 Anders, namelijk G.4. Hoeveel uur per week verricht(te) u gemiddeld deze zorg? Denk hierbij aan een doorsnee week uit uw leven in het afgelopen jaar 9,4 uur per week -9-
G.5 Sommige mensen voelen zich erg belast door de verzorging van een ander. Zij vinden de zorg zwaar en moeilijk vol te houden. Voor andere mensen geldt dat minder. Alles bij elkaar genomen, hoe belast voelt (of voelde) u zich? 43 Niet of nauwelijks belast ga nu door naar vraag H.1 39 Enigszins belast 13 Tamelijk zwaar belast 3 Zeer zwaar belast 1 Overbelast (kan de zorg eigenlijk niet meer volhouden) G.6 Zou u steun willen ontvangen om deze belasting te verminderen? 17 Ja, namelijk op de volgende wijze: 83 Nee H. GEZONDHEID Nu volgen tot slot enkele vragen over uw gezondheid. H.1 Heeft u last van een of meer langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps? 34 Ja Ook ouderdomsklachten of specifieke ouderdomsziekten tellen mee. 66 Nee ga door naar vraag H.6 * Weet niet H.2 Kunt u aangeven in welke mate u hierdoor belemmerd wordt? Sterk Licht Niet belemmerd belemmerd belemmerd Bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden thuis? 18 50 32 Uw vrijetijdsbesteding, bij het sporten of reizen? 26 51 23 Het uitvoeren van dagelijkse bezigheden op school/werk? (alleen 18 42 39 beantwoorden als u 12 uur of meer per week werkt of een opleiding volgt) H.3 Maakt u gebruik van de volgende diensten? Ja Nee, maar ik zou Nee het wel willen 1. Verpleging of verzorging door de thuiszorg 5 3 92 2. Huishoudelijke hulp door de thuiszorg 6 7 87 3. Maaltijden aan huis (Tafeltje dek je) 1 1 98 4. Vervoerhulpmiddelen zoals rollator, rolstoel of scootmobiel 6 2 92 5. Aanpassingen in uw woning 5 3 92 6. Dagopvang/dagbesteding 1 1 99-10-
H.4 Krijgt u regelmatig (niet betaalde) zorg van familie, vrienden, kennissen of buren? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk) 11 Ja, huishoudelijke hulp (schoonmaken, koken, boodschappen doen, verzorging huisdieren, e.d.) 1 Ja, persoonlijke verzorging (hulp bij wassen en aankleden, medicijngebruik, bewegen, eten en drinken e.d.) 6 Ja, vervoer naar en/ of begeleiding bij activiteiten/ bezoeken buitenshuis 5 Ja, andere hulp, namelijk 37 Nee ga door naar vraag H.6 H.5 Hoeveel uur per week krijgt u gemiddeld deze hulp? 7,5 uur per week H.6 Wat vindt u, over het algemeen genomen, van uw gezondheid? 8 uitstekend 19 zeer goed 57 goed 14 matig 2 slecht TOT SLOT U bent nu aan het einde van deze enquête. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking. Als u nog aanvullende opmerkingen heeft, dan kunt u die hieronder kwijt. Deze ruimte is niet bedoeld voor het doen van verzoeken e.d. aan de gemeente. Hiervoor dient u apart een brief te schrijven aan: Gemeente Lelystad, Postbus 91, 8200 AB LELYSTAD Het ingevulde enquêteformulier kunt u in de bijgeleverde antwoordenvelop uiterlijk vrijdag 29 september terugsturen aan Onderzoek en Statistiek van de Gemeente Lelystad. U kunt uw enquête ook aan de publieksbalie van het Stadhuis inleveren. -11-