STAD BRUSSEL Departement Openbaar Onderwijs ---------- Brussel, 20 januari 2009. PVR / 4.09.01.20.doc BESTENDIGE ONDERRICHTING N 4 (voor alle schoolse en bijschoolse inrichtingen) BETREFT: Toepassing van de wetgeving betreffende de psychosociale belasting op het werk. Maatregelen voor al het personeel 1. Wettelijke referenties De notie van "Psychosociale belasting op het werk" wordt met name vermeld in de wetten van 04.08.1996 (Belgisch Staatsblad van 18/09/96), 10.01.2007 en 06.02.2007 (Belgisch Staatsblad van 06/06/07) evenals in het koninklijke besluit van 17.05.2007 (Belgisch Staatsblad van 06/06/07). Deze laatste werden vooraf gegaan door de wet van 11/06/2002 (Belgisch Staatsblad van 22/06/2002) en het koninklijk besluit van 11/07/2002 (Belgisch Staatsblad van 18/07/2002), de ministeriele omzendbrief van 11/07/2002 (Belgisch Staatsblad van 18/07/2002). Deze wetgevingen geven de definities weer alsook de te volgen procedures wanneer een personeelslid geconfronteerd wordt met een psychosociale belasting zoals geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk veroorzaakt door een ander personeelslid of door een derde. 2. Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk 2.1 Definities Psychosociale belasting: elke belasting van psychosociale aard die haar oorsprong vindt in de uitvoering van het werk of die voorkomt naar aanleiding van de uitvoering van het werk en die schadelijke gevolgen heeft voor de lichamelijke of psychische gezondheid van de persoon.. Stress: een door een werknemer of groep van werknemers als negatief ervaren toestand die gepaard gaat met klachten of disfunctioneren in lichamelijk, psychisch en/of sociaal opzicht en die het gevolg is van het feit dat een werknemer niet in staat is om te voldoen aan de eisen en verwachtingen die hen vanuit zijn werksituatie gesteld worden. Stress te wijten aan de arbeidsvoorwaarden, relationeel leed ervaren bij bepaalde interpersoonlijke of groepsconflicten, geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk creëren een psychosociale belasting. 2.2. Actiemiddelen a) Interne oplossing binnen de inrichting of binnen het Departement Openbaar Onderwijs
Wanneer een personeelslid geconfronteerd wordt met een psychosociale belasting op het werk, kan het zich eventueel tot de verantwoordelijke van deze situatie wenden en/of tot een hiërarchische overste. Deze zal hem helpen een oplossing te vinden door te luisteren, de situatie te analyseren, b) Interne procedure (bij de I.D.P.B.W. van de Stad) Het personeelslid kan zich wenden tot een vertrouwenspersoon of tot een preventieadviseur (Psychosociaal) verbonden aan de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk. De vertrouwenspersoon of preventieadviseur (Psycho-sociaal) ontvangt het personeelslid in alle vertrouwelijkheid en objectiviteit en zal mogelijke oplossingen voorstellen, o.a. adviezen, bemiddeling, het contact opnemen met de hiërarchie, 3. Geweld en pesterijen of ongewenst seksueel gedrag 3.1 Definities Geweld op het werk: elke feitelijkheid waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Zoals bijvoorbeeld: - Agressieve gebaren. - Dreigen met lichamelijk geweld. - Lichamelijke agressie (stoten geven, spuwen, op de voeten trappen, ). - Beschadiging/overhoop halen van het werkmateriaal of van persoonlijke bezittingen van het personeelslid. - Geldafpersing met lichamelijke intimidatie. Pesterijen op het werk: meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen, buiten of binnen de onderneming, die plaatsvinden gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd en die zich inzonderheid uiten in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen onder meer verband houden met godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht, ras of etnische afstamming. Zoals bijvoorbeeld: - Binnendringen in het privé-leven. - Treiteren. - Uitlatingen die een persoon in zijn waardigheid treffen. Spot, misplaatste humor, racisme, seksisme, - Kwaadwillige geruchten, ongegronde beschuldigingen, Ongewenst seksueel gedrag op het werk: elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Zoals bijvoorbeeld: - Ongewenst seksueel gedrag zonder lichamelijk contact (ongepaste toenaderingspogingen, zinspelingen of opmerkingen met seksuele gevoelswaarde, ). - Ongewenst seksueel gedrag met lichamelijk contact.
3.2. Verplichtingen voor elk personeelslid Het personeelslid wordt gehouden aan drie verplichtingen: Positief deelnemen aan de politiek van preventie ingesteld in het kader van de bescherming van de personeelsleden tegen geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag (voorbeeld: zijn collega s eerbiedigen, bijdragen tot een positieve werksfeer, ); Zich onthouden van elk daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk; Zich onthouden van elk misbruik van de klachtenprocedure. 3.3. Actiemiddelen Het personeelslid dat meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag kan beroep doen op de volgende actiemiddelen. 3.3.1. Indien de andere partij een personeelslid is. a) Interne oplossing binnen de inrichting of het Departement Openbaar Onderwijs Wanneer een personeelslid meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk vanwege een ander personeelslid kan het, op eigen initiatief, proberen om met de andere partij een dialoog op te starten. Indien deze poging moeilijk blijkt te zijn of niet helpt, kan het personeelslid zich wenden tot een hiërarchische overste die het zal helpen een oplossing te vinden door te luisteren naar beide partijen, door een bemiddeling, b) Interne procedure (bij de I.D.P.B.W. van de Stad) B1. Informele interne procedure Het personeelslid kan zich wenden tot een vertrouwenspersoon of tot een preventieadviseur (Psychosociaal) verbonden aan de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk. De vertrouwenspersoon of preventieadviseur (Psycho-sociaal) ontvangt het personeelslid in alle vertrouwelijkheid en objectiviteit en zal mogelijke oplossingen voorstellen, o.a. adviezen, bemiddeling, het contact opnemen met de hiërarchie, De vertrouwenspersoon of preventieadviseur (Psycho-sociaal) handelt enkel met toestemming van de klager. De toestemming van beide partijen (de klager en de andere partij) is noodzakelijk bij een bemiddeling B2.Formele interne procedure Het personeelslid kan in de volgende gevallen een met reden omklede klacht indienen bij de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur (Psycho-sociaal): - wanneer de bemiddeling noch door de klagende partij, noch door de andere partij gewenst is; - wanneer de klagende partij een einde wenst te stellen aan de opgestarte informele interne procedure; - wanneer de bemiddeling niet tot een oplossing leidt; - wanneer de feiten blijven aanhouden. Enkel de preventieadviseur (Psycho-sociaal) onderzoekt de klacht en dit op volledig onafhankelijke en onpartijdige wijze. Bij het afsluiten van zijn onderzoek en analyses wordt een schriftelijk advies gericht tot de Stadssecretaris die de nodige maatregelen zal laten bekrachtigen door het College van Burgemeester en Schepenen.
Indien het College echter nalaat de nodige maatregelen te nemen of indien feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk doorgaan na de maatregelen die het College genomen zou hebben, zal de preventieadviseur (Psycho-sociaal) zich wenden tot het Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Dit beroep op de dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk kan enkel gebeuren met het akkoord van de klagende partij. Het is echter wenselijk dat elk personeelslid bij voorkeur, in de mate van het mogelijke, gebruikt maakt van de informele procedure waarbij het hoofddoel is de problemen oplossen op de werkvloer door bijvoorbeeld verzoening. Contactpersonen Vertrouwenspersonen Guido LEBEGGE Martine LECHANTEUR Preventieadviseurs (Psycho-sociaal) Anne DRAPS Nathalie LUYTEN Op het adres: Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk Emile Jacqmainlaan 1 1000 Brussel 02 279 26 12 c) Toezicht op het Welzijn op het Werk Het personeelslid kan rechtstreeks beroep doen op de algemene directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk verbonden aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Adres voor de Directie Brussel: : Ernest Blerotstraat 1 1070 Brussel Tel. : 02 233 45 46 Fax : 02 233 45 23 E-mail : tww.brussel@werk.belgie.be Het is belangrijk om te weten dat deze dienst het geval niet zal onderzoeken en het personeelslid terugsturen zal naar de preventieadviseur (Psycho-sociaal) van de Stad d) Juridische procedure Het personeelslid kan beroep aantekenen bij de bevoegde rechtbanken zoals de Raad van State, een Arbeidsrechtbank, een Correctionele Rechtbank. 3.3.2. Wanneer de andere partij een derde is a) Procedure Wanneer een personeelslid denkt, bij de uitvoering van zijn taak, het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag door derden (publiek, leverancier, ouder van een leerling, ), kan hij beroep doen op de actiemiddelen beschreven in punt 2.3.1..
Het personeelslid kan eveneens beroep doen op gespecialiseerde instellingen teneinde een aangewezen psychologische steun te bekomen (posttraumatisch onderhoud). De gegevens van deze instellingen zijn hieronder hernomen en zijn eveneens beschikbaar via het secretariaat van het Gezondheidstoezicht op de werknemers (02/279.26.12). De steun aangeboden door deze is gratis. Diensten Slachtofferhulp. Centrum Algemeen Welzijnswerk Archipel, Slachtofferhulp Groot Eiland 84 1000 BRUSSEL Tel : 02 514 40 25 Centrum Algemeen Welzijnswerk Leuven Redingenstraat 6 3000 LEUVEN Tel : 016 21 01 03 Centrum Algemeen Welzijnswerk De Mare, Centrum Slachtofferhulp Lodewijk de Raetstraat 13 2020 ANTWERPEN Tel : 03 247 88 30 Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen, Slachtofferhulp Sint Jansstraat 17 2200 HERENTALS Tel : 014 23 02 42 Centrum Algemeen Welzijnswerk Het Welzijnshuis, Centrum Slachtofferhulp G. Gezellestraat 54 2830 WILLEBROEK Tel : 03 886 28 10 Centrum Algemeen Welzijnswerk Sonar, Team Slachtofferhulp Plantenstraat 127 3500 HASSELT Tel : 011 23 23 40 Centrum Algemeen Welzijnswerk Sonar - Tongeren Maastrichter Steenweg 47 3700 TONGEREN Tel : 012 23 07 82 Centrum Algemeen Welzijnswerk 't Dak-Teledienst VZW, Slachtofferhulp Dendermonde Kerkplein 30 9200 DENDERMONDE Tel : 052 25 99 55 Centrum Algemeen Welzijnswerk Visserij, Slachtofferhulp Visserij 153 9000 GENT Tel : 09 225 42 29
Centrum Algemeen Welzijnswerk Zuid-Oost-Vlaanderen, Slachtofferhulp Ponettestraat 87 9600 RONSE Tel : 055 20 83 32 Centrum Algemeen Welzijnswerk De Viersprong, Slachtofferhulp Garenmarkt 3 8000 BRUGGE Tel : 050 47 10 47 Centrum Algemeen Welzijnswerk De Papaver, Slachtofferhulp H. Cartonstraat 10 8900 IEPER Tel : 057 20 51 86 Centrum Algemeen Welzijnswerk Stimulans, Slachtofferhulp Groeningestraat 28 8500 KORTRIJK Tel : 056 21 06 10 De ziekenhuizen van het Irisnetwerk. (Voor consultaties met een psychiater). Universitair Verplegingscentrum Brugmann Van Gehuchtenplein 4 1020 BRUSSEL Tel : 02 477 27 77 Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter Hoogstraat 322 1000 BRUSSEL Tel: 02 535 39 25 Site César De Paepe Alexianenstraat 11 1000 BRUSSEL Tel : 02 506 71 78
b) Verklaring van feiten van geweld. Het personeelslid dat het slachtoffer meent te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag vanwege een derde vreemd aan de Administratie zou dit moeten melden aan een hiërarchische overste. Deze mededeling kan met name gebeuren door een "verklaring van feiten van geweld", waarvan zich op elke werkplek het formulier moet bevinden. Wanneer een "verklaring van feiten van geweld" anoniem ingevuld wordt door een personeelslid dat het slachtoffer meent te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag zal het door de hiërarchische overste, vervolgens het departementshoofd doorgestuurd worden naar een vertrouwenspersoon of een preventieadviseur (Psycho-sociaal) verbonden aan de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk. De verklaringen worden opgenomen in een centraal "Geweldregister" van de Stad waartoe enkel de Stadssecretaris, een vertrouwenspersoon, een preventieadviseur (Psycho-sociaal) en een met toezicht belaste ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg toegang tot hebben. Of er nu een "verklaring van feiten van geweld" opgemaakt werd of niet, het departementshoofd en zijn hiërarchische lijn zal erop toezien dat alle preventiemaatregelen genomen worden teneinde nieuwe risico s te vermijden. Dit register betreft in het bijzonder, in het geval van schoolinrichtingen : - de geweldplegingen en pesterijen van een leerling ten opzichte van een personeelslid; - de geweldplegingen en pesterijen van een ouder van een leerling, oud-leerling of elke andere derde ten opzichte van een personeelslid. Het doel is de hiërarchie op de hoogte te brengen van feiten van geweld, gepleegd door derden, opdat zij preventiemaatregelen zou kunnen invoeren om nieuwe risico s te vermijden. Op de register van feiten van geweld moeten de daden waarvan de auteurs collega s van het personeelslid zijn niet genoteerd worden; de leerlingen en studenten die een werkvorm uitvoeren voorzien in hun studieprogramma in de onderwijsinrichting, de personen die een beroepsopleiding volgen waarvan het programma van de vorming een werkvorm voorziet die al dan niet uitgevoerd wordt in de inrichting, de personen verbonden door een leercontract, de stagiaires, noch de daden die zich voordoen op de weg van en naar het werk. Deze register is enkel toegankelijk voor de Stadssecretaris, de vertrouwenspersoon, de preventieadviseur (Psychosociaal) en voor de beambte, belast met het toezicht, van de Federale Dienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. het formulier voor de verklaring van feiten van geweld bevindt zich op de volgende pagina
het formulier voor de verklaring van feiten van geweld bevindt zich op de volgende pagina
VERKLARING VAN FEITEN VAN GEWELD. Beschrijving van de feiten. (te vervolledigen door het personeelslid dat zich slachtoffer voelt. Zijn identiteit moet niet vermeld worden). Inrichting:... Adres:... Plaats:... Datum en uur:... Naam van de dader (indien bekend):... Relaas van de feiten ::........................... In te voeren preventiemaatregelen. (te vervolledigen door het hoofd van de inrichting en door het Departementshoofd). Hoofd van de inrichting (visa en datum), Departementshoofd (visa en datum),
3.3.3. Opmerking: indien de voorwaarden vervuld zijn, dient er eveneens een verklaring voor een arbeidsongeval opgesteld te worden voor de feiten van geweld of ongewenst gedrag Indien een daad van geweld, pestrij of ongewenst seksueel gedrag beschouwd kan worden als werkongeval, volgens de algemeen aanvaarde definitie, moet er een verklaring voor een werkongeval ingediend worden, onafhankelijk van de hier boven beschreven procedures. In dat geval, kan het personeelslid dat zich slachtoffer acht, herstel van de opgelopen letsels bekomen (soms psychologische letsels) 3.3.4. Rol van de hiërarchie: a) De hiërarchische lijn Wanneer feiten van geweld of ongewenst gedrag zich voor gedaan hebben, kan het gehoor of de bijstand dat de personeelsleden die zich slachtoffer achten eveneens komen van de hiërarchische lijn (met inbegrip van de Algemene Directie van het Departement Openbaar Onderwijs, en van de Pedagogische Inspectie). b) De Directie van de inrichting Een essentiële rol is hier weggelegd voor het schoolhoofd: - als onmiddellijke overste, kent hij het personeelslid dat zich slachtoffer acht, en kan hij van kortbij de omstandigheden van de feiten overzien, waardoor zijn steun doeltreffender zal zijn; - voor deze opdracht kan hijzelf raad en bijstand vragen bij de hiërarchische lijn; - anderzijds kan hij collega s uit de inrichting, die nauw met het personeelslid dat zich slachtoffer acht samenwerken, aanmoedigen opdat ook zij een vorm van bijstand zouden verlenen; - hij kan al preventiemaatregelen treffen om nieuwe risico s te vermijden; c) De Stad De Gemeentelijke Overheid stelt samen met de psychosociale preventieadviseur een risicoanalyse op, als basis voor de preventiemaatregelen die moeten genomen worden.
Klacht bij de gerechtelijke overheden Elk personeelslid dat zich slachtoffer acht, heeft het recht klacht in te dienen bij de politiediensten. In dat geval, gaat de politie over tot het verhoor van het slachtoffer en stelt een proces-verbaal op (P.V.), voorgelegd (voor handtekening) aan het personeelslid dat zich slachtoffer acht, ter goedkeuring, die recht heeft op een kopie met informatie zoals nr. van de P.V. en het bevoegde parket. De gerechtelijke overheid (het parket) bekomt een kopie van alle PV s en beslist over het te geven gevolg. Via een verklaring ingediend op het secretariaat van het Parket, kan het personeelslid dat zich slachtoffer acht en schade heeft ondervonden tengevolge van een inbreuk, de hoedanigheid van slachtoffer bekomen, waardoor het op de hoogte zal gehouden worden van het juridisch gevolg. Indien het personeelslid dat zich slachtoffer acht, herstel wil eisen, zal het zich burgerlijke partij moeten stellen, via een verklaring voor de bevoegde rechter. Een informatie van de gerechtelijke overheden is mogelijk via contact met de gerechtelijke assistent belast met het onthaal van de slachtoffers (adres op Internet, op de site van http://www.just.fgov.be/nl_htm/organisation/html_org_justitiehuizen/mj-plan.html).