ROC LEEUWENBORGH MAASTRICHT/SITTARD REGLEMENT ONGEWENST GEDRAG

Transcriptie

1 ROC LEEUWENBORGH MAASTRICHT/SITTARD REGLEMENT ONGEWENST GEDRAG

2 Inhoudsopgave Voorwoord 1 Reglement inzake ongewenst gedrag 2 Klachtenregeling ongewenst gedrag 4

3 VOORWOORD In deze nota Preventie en bestrijding van ongewenst gedrag wordt aangegeven op welke wijze het College van Bestuur van ROC Leeuwenborgh in overleg met de diverse geledingen ongewenst gedrag tussen personeel en deelnemers, personeel onderling alsook deelnemers onderling wil voorkomen en bestrijden. Daarbij wordt beleid t.a.v. ongewenst gedrag geïntegreerd in het instellingsbeleid gericht op deelnemers en medewerkers. Dit uit zich o.a. in het feit dat het beleid ter bestrijding en voorkoming van ongewenst gedrag wordt opgenomen en verwerkt in een ROC-breed te formuleren deelnemersstatuut en in het personeels- en arbo-beleid van ROC Leeuwenborgh. Het College van Bestuur streeft ernaar binnen de school een klimaat te creëren waarin ieders persoonlijke integriteit wordt gerespecteerd. Het is er zich van bewust dat zijn opstelling ten opzichte van ongewenst gedrag en de houding en reactie hierop bij een klacht van groot belang zijn voor het gedrag van deelnemers en personeelsleden binnen de organisatie. Wanneer zowel bij het management als bij de onderwijsgevend - en onderwijsondersteunend personeel duidelijk is wat onder ongewenst gedrag wordt verstaan is er al veel gewonnen. Naast het kunnen herkennen en signaleren van ongewenste gedragingen is het noodzakelijk dat onderwijsgevenden en deelnemers weten dat zij met eventuele klachten of problemen bij iemand terecht kunnen voor advies en hulp.

4 REGLEMENT INZAKE ONGEWENST GEDRAG Artikel 1 Begripsbepalingen Ongewenst gedrag: Onder ongewenst gedrag worden begrepen alle vormen van seksuele intimidatie, racisme, andere vormen van discriminatie en geweld. Seksuele intimidatie door een betreffend persoon als ongewenst ervaren seksueel getinte aandacht, toenadering of verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard. Racisme en discriminatie Iedere uiting in woord, gebaar of geschrift van een persoon of groep van personen binnen de instelling waarbij sprake is van ontoelaatbare opvattingen over achterstelling van mensen, van doelbewuste belediging van of grievend handelen jegens anderen. Deze uitingen kunnen betrekking hebben op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras of welke grond dan ook. Agressie en geweld Voorvallen waarbij het bevoegd gezag, een persoon die werkzaamheden verricht ten behoeve van de instelling of een deelnemer psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de arbeid of de leersituatie. Seksuele intimidatie, racisme, andere vormen van discriminatie en geweld kan zich o.a. voordoen in de volgende relaties: tussen werkgever en degene die werkzaamheden verricht ten behoeve van de instelling tussen degenen die werkzaamheden verrichten onderling tussen de werkgever en deelnemer/stagiaire(s) tussen stageverlener dan wel medewerker/pupil/patiënt in stageverlenend bedrijf/instelling tussen degene die werkzaamheden verricht ten behoeve van de instelling en deelnemer tussen degene die werkzaamheden verricht ten behoeve van de instelling en stagiaire(s) tussen deelnemers onderling tussen stagiaires onderling Instelling ROC Leeuwenborgh Artikel 2 Verbod ter zake van seksuele intimidatie, racisme, andere vormen van discriminatie en geweld Een ieder die werkzaamheden verricht voor ROC Leeuwenborgh dan wel onderwijs aan de instelling volgt, in de zin van artikel , sub f. van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, of anderszins deel uitmaakt van de gemeenschap van de instelling wordt geacht zich te onthouden van elke vorm van ongewenst gedrag.

5 Artikel 3 Aangifteplicht 1. Ieder die kennis draagt van een geval van verkrachting binnen de instelling is het verplicht daarvan aangifte te doen bij politie of justitie. Voor alle andere zedenmisdrijven geldt dat een ieder bevoegd is aangifte te doen. 2. De aangifteplicht, zoals genoemd in lid 1, geldt eveneens wanneer iemand kennis draagt van een geval van verkrachting dat zich heeft voorgedaan in een externe organisatie, waarbinnen een deelnemer van de instelling onderricht in de praktijk van het beroep ontvangt, dan wel als stagiaire werkzaam is. 3. Een persoon die ten behoeve van de instelling werkzaamheden verricht en kennis heeft van een geval van ontucht, aanranding of verkrachting binnen de instelling zal het bevoegd gezag hiervan op de hoogte stellen. Artikel 4 Werkingssfeer De werkingssfeer van dit reglement strekt zich uit over alle gedragingen genoemd in artikel 1 die in redelijkheid tot de verantwoordelijkheid van de instelling kunnen worden gerekend. Artikel 5 Klachtenprocedure en vertrouwenspersoon In overleg met de personeelsgeleding van de centrale medezeggenschapsraad komt het bevoegd gezag een klachtenregeling overeen en wijst hij vertrouwenspersonen aan. De klachtenregeling wordt gelijktijdig met het reglement vastgesteld. Artikel 6 Sociaal jaarverslag In het sociaal jaarverslag wordt als onderdeel van het personeelsbeleid aandacht besteed aan de werking van dit reglement. Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden Indien er zich omstandigheden voordoen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag. Artikel 8 Inzage Het bevoegd gezag stelt alle belanghebbenden op de hoogte van dit reglement en legt een exemplaar van dit reglement ter inzage voor eenieder op elke locatie op een vrij toegankelijke plaats. Artikel 9 Inwerkingtreding Dit reglement treed in werking met ingang van 1 november 1998.

6 KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG Artikel 1 Begripsbepalingen Ongewenst gedrag Onder ongewenst gedrag worden begrepen alle vormen van seksuele intimidatie, racisme en andere vormen van discriminatie en geweld als hieronder beschreven. Seksuele intimidatie Door een betreffend persoon als ongewenst ervaren seksueel getinte aandacht, toenadering of verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard waarbij tevens sprake is van een van de volgende punten: onderwerping aan dergelijk gedrag wordt hetzij expliciet hetzij impliciet gehanteerd als voorwaarde voor de tewerkstelling of inschrijving van een persoon; onderwerping of afwijzing van dergelijk gedrag door een persoon wordt gebruikt of medegebruikt als basis voor beslissingen die het werk of leerprestatie van de persoon raken; dergelijk gedrag heeft het doel de werk- of leerprestaties van een persoon aan te tasten en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werk- of leeromgeving te creëren, dan wel heeft het gevolg dat de werk- of leerprestaties van een persoon worden aangetast en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werk- of leeromgeving wordt gecreëerd. Racisme en discriminatie Iedere uiting in woord, gebaar of geschrift van een persoon of groep van personen binnen de instelling waarbij sprake is van ontoelaatbare opvattingen over achterstelling van mensen, van doelbewuste belediging van of grievend handelen jegens anderen. Deze uitingen kunnen betrekking hebben op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras of welke grond dan ook. Agressie of geweld Voorvallen waarbij het bevoegd gezag, een persoon die werkzaamheden verricht ten behoeve van de instelling of een deelnemer psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de arbeid of de leersituatie. Seksuele intimidatie, racisme, andere vormen van discriminatie of geweld kan zich o.a. voordoen in de volgende relaties: tussen werkgever en degene die werkzaamheden verricht ten behoeve van de instelling tussen degenen die werkzaamheden verrichten onderling tussen werkgever en deelnemer/stagiaires tussen stageverlener dan wel medewerker/pupil/patiënt in stage verlenend bedrijf/instelling tussen degene die werkzaamheden verricht ten behoeve van de instelling en deelnemer tussen degene die werkzaamheden verricht ten behoeve van de instelling en stagiaire(s) tussen deelnemers onderling tussen stagiaires onderling Instelling ROC Leeuwenborgh Klacht Een klacht is een uiting van onvrede over een behandeling, bejegening of besluit dat door de betrokkene(n) als onjuist wordt ervaren. Klager

7 De persoon die zich wendt tot de vertrouwenspersoon dan wel, indien deze persoon de geïntimideerde is, een klacht over seksuele intimidatie discriminatie. racisme, andere vormen van discriminatie en geweld indient bij de klachtencommissie. Beklaagde De persoon tegen wie de klacht is gericht. Geïntimideerde De persoon die rechtstreeks onderworpen is of wordt aan seksuele intimidatie, racisme, andere vormen van discriminatie of geweld. Klachtencommissie De door het bevoegd gezag ingestelde commissie tot wie de geïntimideerde dan wel (in geval van een minderjarige deelnemer) diens ouder(s)/verzorger(s), zich kan wenden met een klacht, en die deze klacht ter zake behandelt en hieromtrent adviseert aan het bevoegd gezag. Indien sprake is van aangifte bij politie of justitie, al dan niet gedaan door het bevoegd gezag, kan het bevoegd gezag ook zonder dat een formele klacht is ingediend de klachtencommissie om een advies terzake vragen. Vertrouwenspersoon De door het bevoegd gezag daartoe aangewezen functionaris tot wie de geïntimideerde die wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie, racisme en andere vormen van discriminatie en geweld zich kan wenden voor advies en ondersteuning. Benoemingsadviescommissie De door het bevoegd gezag ingestelde commissie die bestaat uit leden aangewezen door de geledingen ouders/deelnemers, personeel en bevoegd gezag, en die kandidaten voordraagt bij het bevoegd gezag voor de aanwijzing tot vervulling van de taak van vertrouwenspersoon. Artikel 2 Werkingssfeer Deze klachtenregeling is van toepassing op een ieder die werkzaamheden verricht voor de instelling of anderszins deel uitmaakt van de gemeenschap van de instelling en geconfronteerd wordt met seksuele intimidatie, racisme, andere vormen van discriminatie of geweld. Artikel 3 Samenstelling en zittingsduur van de klachtencommissies 3.1 Het bevoegd gezag is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie onderwijs van de stichting onderwijsgeschillen in Utrecht. Door aansluiting voldoet het bevoegd gezag aan de vereiste wettelijke bepalingen Het reglement van deze commissie is de vinden op haar website ;