Verordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 2000.

Vergelijkbare documenten
Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

Verordening spaarloonregeling

Uitkeringsverordening raadsleden Zoetermeer 1994 Versie geldig van 12 april 1994 tot 25 december 2004

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid.

ANW- Hiaat Reglement 2015

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

Voorstel van het presidium inzake vaststelling van de Verordening voorzieningen raadsleden 2013.

rv 90 Bestuursdienst. nr. BZ Uitkeringsverordening raadsleden. Den Haag, 1 maart Aan de gemeenteraad.

gelet op het resultaat van het overleg in de commissie van georganiseerd overleg (GO) van 22 november 2000;

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

Ministerie van Binnenlandse Zaken

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Postbus AX Bergen op Zoom. Stichting Sociaal Fonds Essent

overwegende dat het aanbeveling verdient om de bezoldigingsverordening te actualiseren;

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012

Eerste Kamer der Staten-Generaal

4",..,,,.' B .C-. E R N H EZ E. gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2014;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gemeente Den Haag. rv 126. Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van vervallen huishoudtoets.

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd.

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

Verordening Stimuleringsfonds. voor de minima

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De beleidsregels treden in werking op het tijdstip waarop de verordening bestuursrechterlijke geldschulden in werking treedt: 4 december 2012.

Begripsomschrijving. Carlar hoofdstuk 18 suppl. m.i.v

Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bezoldigingsverordening gemeente Leeuwarderadeel 2005.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden.

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet BMWE 2015

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

REGLEMENT. Toeslagregeling per

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul; nr. verordening en beleidsregel Kinderopvang,

Voorstel van het presidium inzake wijziging Verordening voorziening raadsleden 2007.

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand;

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Verordening verhoging en verlaging bijstandsnormen

BEZOLDIGINGSREGELING

B&W. Agendapunt, dinsdag 9 december Wijziging diverse artikelen in de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA)

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 2015 gemeente Midden-Drenthe 1

IKAP-Regeling rijkspersoneel

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING

Verordening individuele studietoeslag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015

Onderwerp : Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 januari 2015.

Verordening individuele studietoeslag Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015

VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG GEMEENTE DEVENTER 2015

Bekendmaking Verordening individuele studietoeslag gemeente Druten 2015 en Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Druten 2015

REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A

Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar

Regeling zorgverzekering

Vredes- en humanitaire operaties 2019

Verordening individuele studietoeslag

Afstemmingsverordening WWB

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

Gelezen de voordracht van het presidium van 17 november 2014; Gelezen de voordracht van de commissie Z,C&M van 16 februari 2015;

Verordening. Individuele Studietoeslag Scherpenzeel 2015

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag gemeente Haarlem.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d.10 november 2009; gezien het advies van de commissie Burger van 24 november 2009;

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

Verordening individuele studietoeslag 2016

Verordening sociaal medisch geïndiceerde kinderopvang Heemstede 2013

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no.

Pensioenreglement ANW-hiaat. McCain Foods Holland B.V. Stichting De Nationale Algemeen Pensioenfonds. Versie: 1.5

Verordening op de Wet sociale werkvoorziening

Regeling tegemoetkoming woon-werkverkeer en kosten verhuizing Universiteit Maastricht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening individuele studietoeslag Zevenaar 2018

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2 EA94/U juli 1994

GEMEENTE DORDRECHT. VERORDENING WWV-vervangende maatregel. Begripsomschrijvingen Artikel l

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Stichting Pensioenfonds ANWB. Aanvullend Reglement TIJDELIJK PARTNERPENSIOEN (ANW-hiaat verzekering)

Artikel 31. Toelichting. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2014, vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

Verordening individuele studietoeslag gemeente Stein 2015

Transcriptie:

rv 94 Bestuursdienst nr. 2000479 RIS 73725_000413 Den Haag, 4 april 2000 Aan de gemeenteraad Verordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 2000. Hierbij treft u ter besluitvorming aan de concept-verordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 2000. De aanleiding tot de nieuwe verordening gaat terug tot 1997. In 1997 is formeel een toeslag van ƒ 26,50 per maand uit de tegemoetkoming geschrapt. In materiele zin is de tegemoetkoming niet gekort, maar bevroren op het oude niveau. Door de tegemoetkoming twee jaar lang bevroren te houden is in feite een situatie ontstaan waarin de tegemoetkoming ƒ 26,50 per maand lager is dan die was geweest indien in 1997 daaromtrent geen besluit was genomen. De uit het bevriezen van de tegemoetkoming vrijvallende middelen zijn aangewend in het kader van de salarisontwikkeling 1997-1999. Tegen de achtergrond van die ontwikkelingen is met de vakorganisaties eind 1997 afgesproken een eventuele toetreding van Den Haag tot de IZA-regeling te verkennen. Na grondig onderzoek is gebleken dat de overgang naar de IZA-regeling niet kon worden geëffectueerd. Als gevolg daarvan dient te worden terug gevallen op het systeem van de tegemoetkomingsregeling. De nieuwe verordening komt in de plaats van de Tijdelijke verordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 1998/1999. Qua systeem is de nieuwe verordening gelijk aan de tijdelijke verordening die in de jaren 1998 en 1999 gold. Wat betreft de hoogte van de aanspraken geld dat ingaande 1 januari 2000 de tegemoetkoming wordt geïndexeerd. De index voor het jaar 2000 is reeds verwerkt in onderstaand besluit. De herziening van de tegemoetkoming gebeurt jaarlijks op basis van de fictieve loonkostenontwikkeling in het geval Den Haag een IZA-gemeente zou zijn. De bedoeling hiervan is dat de meerkosten op dit vlak van de tegemoetkomingsregeling ten opzichte van de situatie als ware Den Haag een IZAgemeente nominaal niet verder zullen toenemen. De in de Centrale Commissie van Overleg vertegenwoordigde vakorganisaties stemmen in met de rechtspositionele voorziening die ingaande 1 januari 2000 op het vlak van de tegemoetkoming in de premie van een ziektekostenverzekering zal gelden. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige (schriftelijke) advies dd 03-04-2000 van de commissie voor Economie en Personeel, het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 7:16, eerste lid van het Ambtenarenreglement s-gravenhage, Besluit: I. de Tijdelijke verordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 1998/1999 buiten werking te stellen voor zover deze betrekking heeft op tijdvakken eindigend na 31 december 1999; II. vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING inzake het verstrekken van een tegemoetkoming in de premie van een ziektekostenverzekering aan actief gemeentepersoneel, gewezen personeel en nabestaanden (Verordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 2000) Artikel 1 1. Belanghebbende in de zin van deze verordening is: a. degene, die in een of meer betrekkingen op basis van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage of de Arbeidsovereenkomstenverordening in gemeentedienst werkzaam is en die ten behoeve van zichzelf een particuliere ziektenkostenverzekering heeft gesloten; b. degene, die ten laste van de gemeente een uitkering ontvangt op grond van een van de hoofdstukken 9, 10, 11 of 11a van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en die onmiddellijk aan dat recht voorafgaande belanghebbende was in de zin van dit lid, onder a; raadsvoorstellen 2000 1

c. 1E. degene, die ten laste van de Stichting pensioenfonds ABP of van de gemeente recht heeft op pensioen en die onmiddellijk aan dat recht voorafgaande belanghebbende was in de zin van dit lid, onder a of b; 2E. degene, die ten laste van het Stichting pensioenfonds ABP of van de gemeente recht heeft op pensioen en die zonder onderbreking tussen het tijdvak dat hij belanghebbende was in de zin van dit lid, onder a of b, en de dag waarop het recht op pensioen aanving, op grond van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering recht had op een uitkering; d. de niet hertrouwde en niet met een levenspartner samenwonende weduwe van degene, die op de dag van zijn overlijden belanghebbende was in de zin van dit lid, onder a, b of c; e. de niet hertrouwde en niet met een levenspartner samenwonende weduwnaar van degene, die op de dag van haar overlijden belanghebbende was in de zin van dit lid, onder a, b of c, mits hij recht heeft op partnerpensioen. 2. Onder gezinsleden van belanghebbende worden verstaan: a. ten aanzien van een belanghebbende, als bedoeld in het eerste lid onder a, b of c: - de echtgenoot, die behoort tot het huishouden van de belanghebbende en aan dit besluit niet zelfstandig aanspraken ontleent en van wie de inkomsten lager zijn dan die van belanghebbende en voor wie de belanghebbende de premie van een ziektekostenverzekering heeft betaald; alsmede, b. ten aanzien van een belanghebbende, als bedoeld in het eerste lid, onder a, b, c, d of e: 1E. het kind jonger dan 16 jaar, bedoeld in artikel 7 van de Algemene Kinderbijslagwet; 2E. het kind van 16 tot 18 jaar en van 16 tot 25 jaar, bedoeld in artikel 7 respectievelijk artikel 26 van de Algemene Kinderbijslagwet; 3E. het kind van 25 of 26 jaar dat behoudens de leeftijdseis voldoet aan het bepaalde in artikel 26, eerste lid, onder a, respectievelijk tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet; 4E. het kind van 18 tot 27 jaar dat in aanmerking komt voor studiefinanciering ingevolge hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering; indien de belanghebbende voor zo'n kind de premie van een particuliere ziektekostenverzekering heeft betaald, met dien verstande dat wat betreft de gezinsleden vermeld onder 1 tot en met 3 de ter uitvoering van de artikelen 7 en 26 van de Algemene Kinderbijslagwet gestelde regelen van overeenkomstige toepassing zijn. 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder de echtgenoot van de ambtenaar mede verstaan degene, met wie de niet-gehuwde belanghebbende als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a tot en met c, samenwoont en - met het oogmerk duurzaam samen te leven - een gezamenlijke huishouding voert op basis van een geregistreerd partnerschap zoals vastgelegd in artikel 80a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gezamenlijke huishouding. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als levenspartner worden aangemerkt. Desgevraagd dient door de ambtenaar een schriftelijke verklaring van een notaris te worden overgelegd waaruit blijkt dat een samenlevingscontract als vorenbedoeld is gesloten. 4. Voor de toepassing van dit besluit wordt met een weduwe c.q. weduwnaar gelijk gesteld degene, die ten tijde van het overlijden van een belanghebbende, als in het eerste lid onder a. tot en met c. bedoeld, als levenspartner gezinslid van de belanghebbende was. 5. De echtgenoot van een belanghebbende, die ten tijde van diens overlijden geen gezinslid van hem was, is geen weduwe of weduwnaar in de zin van deze verordening. Artikel 2 1. De belanghebbende ontvangt een tegemoetkoming in ziektekosten over elke kalendermaand waarin hij een of meer betrekkingen bekleedt, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a. 2. De belanghebbende ontvangt voorts een tegemoetkoming voor een gezinslid als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a. 3. De belanghebbende ontvangt een extra tegemoetkoming voor ten hoogste één gezinslid, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, onder 1. Indien de ambtenaar en diens echtgenoot beiden aanspraak op deze tegemoetkoming hebben, elk ten behoeve van een ander kind, wordt deze toegekend aan de ambtenaar met het oudste kind jonger dan 16 jaar, dat deel uitmaakt van de gemeenschappelijke huishouding. 2 raadsvoorstellen 2000

4. De belanghebbende ontvangt een extra tegemoetkoming voor elk gezinslid, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, onder 2, 3 en 4. 5. De tegemoetkomingen worden over een kalendermaand slechts verleend, indien de belanghebbende gedurende meer dan de helft van het aantal dagen van die maand als zodanig in dienst is geweest. De tegemoetkomingen voor gezinsleden worden over een kalendermaand slechts verleend, indien zij gedurende meer dan de helft van het aantal dagen van die maand als gezinslid kunnen worden aan gemerkt. Artikel 3 1. De belanghebbende ontvangt voor zich zelf geen tegemoetkoming over een kalendermaand, waarin hij gedurende meer dan de helft van het aantal dagen behoort tot een van de volgende categorieën: a. degenen die zelfstandig verplicht verzekerd (kunnen) zijn krachtens de Ziekenfondswet; b. degenen die medeverzekerd (kunnen) zijn ingevolge het bepaalde in artikel 4 van de ziekenfondswet; c. degenen die uit hoofde van hun (voormalige) dienstbetrekking aanspraak hebben op gehele of gedeeltelijke geneeskundige verzorging of op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten daarvan; d. degenen die uit hun dienstbetrekking geen bezoldiging genieten; e. degenen die zich anders dan voor herhalingsoefeningen in werkelijke militaire dienst bevinden. 2. De belanghebbende ontvangt over een kalendermaand waarin hij gedurende meer dan de helft van het aantal dagen behoort tot een van de in het eerste lid, onder d en e, genoemde categorieën, geen tegemoetkoming voor een gezinslid. 3. De belanghebbende ontvangt evenmin een tegemoetkoming voor het gezinslid dat tot een van de in het eerste lid genoemde categorieën behoort, dan wel uit anderen hoofde aanspraak heeft op gehele of gedeeltelijke geneeskundige verzorging, of op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten daarvan. Artikel 4 1. Indien een particuliere ziektekosten verzekering is gesloten bedraagt de tegemoetkoming: f 149,47 per maand voor de belanghebbende als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a; f 149,47 per maand voor de belanghebbende als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b; f 122,97 per maand voor de belanghebbende als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, d en e. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid bedraagt de tegemoetkoming voor de belanghebbende als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a en b, die een tegemoetkoming ontvangt voor zichzelf en een of meer gezinsleden en die bij een volledige werktijd een salaris heeft/had gelijk aan dan wel lager dan het maximumsalaris van schaal 7: f 161,47 per maand. 3. Voor de belanghebbende als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, c, d en e,die op grond van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen ingevolge de Ziekenfondswet verplicht verzekerd is en voor wie geen werkgeversdeel in de ziekenfondspremie wordt voldaan bedraagt de tegemoetkoming het bedrag gelijk aan de helft van de procentuele premie met als maximumbedrag f 122,97 per maand. Voor de belanghebbende als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, wordt, indien mede premie wordt voldaan voor dan wel door het gezinslid als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a, de tegemoetkoming vermeerderd met de helft van de ZFW-premie over het AOW-pensioen van het gezinslid. 4. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 1, tweede lid, ontvangt de belanghebbende bovendien een tegemoetkoming voor een of meer gezinsleden, als volgt: a. ten aanzien van gezinslid, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a: f 122,97 per maand; b. ten aanzien van het gezinslid, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, onder 1 : f 61,08 per maand; c. ten aanzien van de gezinsleden, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, onder 2, 3 en 4 : f 71,35 per maand. 5. Ten aanzien van de belanghebbende, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, die in een of meer betrekkingen werkzaam is, met een totale werktijd van minder dan 32 uur per week, worden de in dit artikel genoemde tegemoetkomingsbedragen, bepaald naar evenredigheid van de verhouding waarin de omvang van zijn totale werktijd bij de gemeente staat ten opzichte van een betrekking van 32 uur per week, met dien verstande, dat de uit te betalen tegemoetkomingen te zamen het bedrag van de tegemoet-komingen bij een betrekking van 32 uur per week niet overschrijden. raadsvoorstellen 2000 3

6. Het bepaalde in het vijfde lid vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van belanghebbenden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen b, c, d of e, indien dit vijfde lid ten tijde van het ontslag of het overlijden van betrokkene van toepassing is. 7. Ten aanzien van de belanghebbenden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, d en e komt de over de tegemoetkoming verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen ten laste van de belanghebbenden. 8. Ten aanzien van de belanghebbende als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a en b is het bedrag van de tegemoetkomingen zodanig dat - na toekenning van de overhevelingstoeslag ingevolge de Wet overhevelingstoeslag opslagpremies en na aftrek van de verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen volgens de tabel voor bijzondere beloningen ingevolge de Wet op de loonbelasting 1964 - de in dit artikel genoemde bedragen worden uitbetaald. 9. Ten aanzien van de belanghebbende die om principiële redenen blijkens een schriftelijke verklaring niet particulier verzekerd is tegen ziektekosten en die niet (mee)verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet, is dit besluit van overeenkomstige toepassing. 10. De belanghebbende die in verband met de WTZ-standaardpolis op grond van de Verordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 1984 aanspraak had op een aanvullend bedrag, behoudt dit bedrag. Artikel 5 1. De tegemoetkomingen worden op schriftelijke aanvraag van de belanghebbende toegekend. De aanvraag geschiedt op formulieren door burgemeester en wethouders vastgesteld onder bijvoeging van het op het uitkeringstijdvak betrekking hebbende polisblad voor alle verzekerden waarvoor tegemoetkoming wordt verzocht. Uitbetaling vindt slechts plaats indien de aanvraag juist en volledig is ingevuld en het polisblad en/of de polisbladen is/zijn bijgevoegd. Uitbetaling vindt voorts niet plaats dan nadat de belanghebbende de overige gegevens heeft verstrekt die naar het oordeel van burgemeester en wethouders nodig zijn om de aanspraak en de omvang daarvan vast te stellen. 2. De aanspraak op tegemoetkoming over een uitkeringstijdvak vervalt, indien een verzoek, als in het eerste lid bedoeld, niet binnen zes maanden na afloop van dat tijdvak is ingediend. 3. Burgemeester en wethouders kunnen regelen stellen met betrekking tot de wijze waarop de voor de uitvoering van dit besluit benodigde gegevens door de belanghebbende moeten worden verstrekt en met betrekking tot de personen of instanties, aan wie die gegevens moeten worden verstrekt. Artikel 6 Indien aan een belanghebbende als gevolg van de omstandigheid dat hij onjuiste gegevens of onvolledige gegevens heeft verstrekt of gegevens heeft verzwegen meer aan tegemoetkoming heeft genoten dan waarop hij aanspraak had, kunnen burgemeester en wethouders: a. hetgeen teveel is uitbetaald terugvorderen of verrekenen met uit te keren tegemoetkomingen aan hem of aan zijn rechtverkrijgenden dan wel aan degene die als weduwe of weduwnaar belanghebbende is geworden; b. bepalen, dat de aanspraak op tegemoetkoming tijdelijk of blijvend vervalt. Artikel 7 De uit te betalen bedragen komen voor rekening van de tak van dienst: a. ten laste waarvan op het tijdstip van uitbetaling de bezoldiging van de belanghebbende komt; b. ten laste waarvan de belanghebbende of degene, aan wiens overlijden de hoedanigheid van belanghebbende wordt ontleend laatstelijk voor het ontslag uit gemeentedienst of laatstelijk voor het overlijden tegemoetkoming ontving. Artikel 8 1. Burgemeester en wethouders stellen nadere regelen ter uitvoering van deze verordening, waaronder die met betrekking tot de tijdvakken, die overigens voor groepen van belanghebbenden verschillend kunnen luiden, waarover de tegemoetkoming betaalbaar zal worden gesteld en die met betrekking tot de berekening van de tegemoetkoming over die tijdvakken of delen daarvan. 2. Burgemeester en wethouders stellen de regelen die zij ter aanvulling van deze verordening nodig achten voor gevallen waarin deze verordening niet of niet genoegzaam voorziet. Artikel 9 1. Burgemeester en wethouders herzien ingaande 1 januari 2001 jaarlijks de bedragen genoemd in artikel 4, eerste, tweede, derde en vierde lid. 4 raadsvoorstellen 2000

2. De herziening geschiedt met inachtneming van de loonkostenontwikkeling die zich ten aanzien van de belanghebbenden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, voor de werkgever zou hebben voorgedaan, indien de gemeente Den Haag toegetreden zou zijn tot de gemeenschappelijke regeling IZA- Nederland. 3. De uit de herziening voortvloeiende aanpassing per maand wordt bepaald door toename van de fictieve IZA-werkgeversbijdrage te delen door het gewogen aantal belanghebbenden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, en hun gezinsleden, en vervolgens met inachtneming van de verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen als bedoeld in artikel 4, negende lid, te herleiden tot een netto bedrag. 4. Met inachtneming van de in dit artikel vermelde randvoorwaarden, geschiedt de berekening van de netto verhoging van de tegemoetkomingsbedragen voor het overige overeenkomstig de in de bijlage voor het jaar 2000 opgenomen berekening. Artikel 10 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 2000. 2. Deze verordening treedt heden in werking en werkt terug tot 1 januari 2000. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van *) De secretaris, De voorzitter, *) 13 april 2000 De bij dit voorstel behorende bijlage ligt voor de raadsleden in de leeskamer (map nr. 8 ) en voor een ieder in het Gemeentelijk Informatiecentrum aan het Spui 70 ter inzage. Burgemeester en wethouders van Den Haag. De secretaris, J.A.M. Kroese-Duijsters. De burgemeester, W.J. Deetman. raadsvoorstellen 2000 5