FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Vergelijkbare documenten
FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS DES ACCIDENTS DU TRAVAIL

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Daling van het aantal ongevallen op de arbeidsplaats (-2 %) en op de arbeidsweg (-19 %) in 2011, ondanks een stijging van de werkgelegenheid (+2,4 %)

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

VERSLAG INZAKE DE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2005 IN BELGIË

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Arbeidsongevallen uitzendkrachten Hoofdstuk 2

De arbeidsongevallen in de bouwsector

Analyse van de arbeidsongevallen in de houtsector 2002

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

DE VEILIGHEIDSGRADEN VAN DE GRAFISCHE SECTOR

onevenredig verzwaarde risico s

EVOLUTIE VAN DE ONGEVALLEN VAN 1996 TOT 2004 September 2006

Persbericht Preventie en Interim

DE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS OPLEIDINGSINSPANNINGEN

Jobstudenten zomer Sterke daling van de arbeidsongevallen dankzij sensibilisatieacties van Preventie en Interim

Sociale Maribel: impact van de afwijkingen op het arbeidsvolume. o 24 april 2015 VVOS Oost- Vlaanderen

ARBEIDSONGEVALLEN BIJ JONGE WERKNEMERS MAI 2006

VERANTWOORDELIJKHEID INLENER EN UITZENDBUREAU HENDRIK DE LANGE, DIRECTEUR PREVENTIE EN INTERIM

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR

Statistieken inzake arbeidsongevallen bij jonge werknemers in Colloquium «Start veilig!»

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE ZEEVISSERIJ VAN 2006 TOT 2008

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Aantal ongevallen op de werkplek

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Sectorrapport: Social Profit

Willy Borsus : Beterschap in de horecasector

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE UITZENDSECTOR ( ) 28 oktober 2008

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN MOBILITEIT EN ARBEIDSWEGONGEVALLEN BETREFFENDE DE ONDERNEMINGEN MET ZETEL IN HET BRUSSELSE GEWEST 2003 JUNI 2005

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 17 januari 2006;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Stuur dit formulier binnen de 8 dagen na het ongeval naar de verzekeraar, samen met het medisch attest van

ANALYSE VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE TEXTIELSECTOR IN 2005 April 2007

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Formulier C - Dienstjaar 2007

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Sectoren / paritaire comités Methodologie

Extra s. Arbeiders en bedienden van de hotelnijverheid (Horeca) paritair comité 302. Rechtsbronnen. Het begrip extra

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Statistieken. Een blik op de tewerkstelling in de paritaire comités van de metaalsector

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

WERKINGSDOCUMENT. Vanuit juridisch standpunt gebeuren de toekenningen aan één specifieke werkgever.

ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR VAN DE UITZENDARBEID 2004 Maart 2006

Fiche 3: tewerkstelling

Tewerkstelling in de bouw staat onder druk: dringend nood aan sterke maatregelen

NIEUWE OPZEGTERMIJNEN VANAF Toepassing in de tijd van de nieuwe reglementering

Sensibilisatiecampagne jobstudenten i.be

Paritair comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of diensten leveren

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Huidige regels gelegenheidsarbeid horeca

Evolutie van de ongevalsaangiften

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

De gezondheidszorg: de tewerkstelling in cijfers

Gepubliceerd. CRB evalueert interprofessioneel akkoord Arbeidsmarktbeleid. Inhoud van het Technisch Verslag 2003

Q & A - opeenvolgende dagcontracten

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Onderhavig advies licht toe hoe de NAR de uitvoering van het principeakkoord van 23 januari 2012 ziet.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

KB Verzwaarde risico s. Gewijzigd door :

Sociale Maribel: impact van de aanvragen tot afwijking op het arbeidsvolume op het aantal toegekende arbeidsplaatsen.

OPEENVOLGENDE DAGCONTRACTEN Nieuwe regelgeving 01/10/ FAQ

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 SEXIES VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TYPE-ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR UITZENDARBEID,

Gelet op de aanvraag van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie van 30 maart 2004;

Loonsverhoging juni 2018

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

AANPASSING VAN DE VERPLICHTINGEN BETREFFENDE HET WELZIJN VAN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 DECIES VAN 4 MAART 1986 BETREFFENDE DE EINDEJAARSPREMIE VAN DE UITZENDKRACHTEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Transcriptie:

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Oktober 2011 De arbeidsongevallen in de uitzendarbeidsector in 2010 1 Inleiding De arbeidsongevallen van de uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd op basis van drie selectiecriteria van de gegevens in het datawarehouse van het Fonds voor arbeidsongevallen: de beroepscategorie, de Nace-code van de uitzendarbeidsector (Nace 2008-78200) of het paritair comité voor de uitzendarbeid (PC 322). Idealiter zouden we tot een relatief gelijkaardig resultaat moeten komen voor de drie criteria. In de praktijk is dit niet het geval. In 2010 werden er immers 11 836 ongevallen op de arbeidsplaats geregistreerd bij werknemers die tot de beroepscategorie van de uitzendkrachten behoren, 12 680 ongevallen bij werknemers waarvan de werkgever Nace-code 78200 heeft en 10 468 ongevallen bij werknemers die onder het PC 322 vallen. Wanneer we die drie populaties met elkaar kruisen, komen we tot de verdeling in onderstaande figuur.

Pagina 2 / 5 98,4 % van de slachtoffers die in de gegevensbank werden gecodeerd (bron: de verzekeringsonderneming) als uitzendkrachten (beroepscategorie: uitzendarbeiders, uitzendbedienden, uitzendstudenten) hadden een werkgever met een Nace-code 78200 (informatie RSZ). Die 11 643 uitzendkrachten vertegenwoordigen 91,8 % van alle slachtoffers waarvan de werkgever tot de uitzendarbeidsector behoort. Het is waarschijnlijk dat een deel van de 12 680 werknemers van de sector Nace 78200 die, op basis van het criterium "beroepscategorie", niet als uitzendkrachten worden onderscheiden, desalniettemin echte uitzendkrachten zijn. Die 613 werknemers vallen immers onder het paritair comité 322 (verschillend van het PC 322.01 van de dienstencheques) (informatiebron: RSZ). Onder de andere slachtoffers van de ondernemingen van de sector Nace 78200 zouden we de werknemers van de uitzendbureaus zelf moeten terugvinden. 10 468 slachtoffers van 2010 vielen onder het paritair comité 322. 91,4 % van die slachtoffers werden door de verzekeringsonderneming gecategoriseerd als uitzendkrachten en behoorden tot ondernemingen van de sector Nace 78200. 2 Welk criterium kiezen voor de analyse van de sector? In 2000 werd de variabele "beroepscategorie" - die zich tot dan beperkte tot de categorieën arbeiders, bedienden, huispersoneel en uitbreiding wet - herzien om een meer gedetailleerde analyse mogelijk te maken en om, in het bijzonder, als selectiecriterium te dienen voor de jaarlijkse analyse van de arbeidsongevallen in de uitzendarbeidsector. De specifieke categorie van uitzendstudenten werd aan de nomenclatuur toegevoegd in 2005. Vanaf 2005 wordt de informatie met betrekking tot de Nace-code van de onderneming rechtstreeks door de RSZ aan de gegevensbank meegedeeld. Daarvoor werd die informatie doorgegeven door de werkgever via de ongevalaangifte. Er moet rekening worden gehouden met de wijziging van de Nace-nomenclatuur in 2008. De samenstelling van de Nace 74502 (code van de uitzendarbeid vóór 2008) is niet strikt dezelfde als die van de Nace 78200 en de vergelijking van de ongevallen vóór en vanaf 2008 moet behoedzaam worden gemaakt. Het paritair comité is in de gegevensbank van het Fonds gekend vanaf 2007 en is eveneens afkomstig van de RSZ. Het is een minder beschikbare informatie dan de Nace-code of de beroepscategorie; het paritair comité is immers maar gekend voor ongeveer 90 % van de ongevallen, terwijl de informatie met betrekking tot de Nace-code gekend is voor 98,5 % van de ongevallen en die met betrekking tot de beroepscategorie voor alle ongevallen. De keuze van de variabele "beroepscategorie" voor de jaarlijkse analyse van het Fonds is gerechtvaardigd omdat deze variabele expliciet naar de uitzendkrachten verwijst. Met de Nace-code lukt dit niet aangezien die slaat op alle ondernemingen van de uitzendarbeidsector en er hierbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen de uitzendkrachten en de personeelsleden van de uitzendbureaus. Bovendien maakt de beroepscategorie een onderscheid tussen de arbeiders, de bedienden en de studenten. Zoals bovenstaande figuur aantoont, wordt het resultaat van de selectie van de slachtoffers volgens dit criterium grotendeels bevestigd door de overige twee criteria: 98 % van de slachtoffers die door de verzekeringsonderneming als uitzendkrachten worden gecategoriseerd werken voor ondernemingen die tot de activiteitssector Nace 78200 behoren. 81 % van die slachtoffers vallen onder het paritair comité 322. Deze variabele heeft echter een zwak punt: ze is eigen aan de arbeidsongevalgegevens en heeft geen tegenhanger bij de RSZ. Hierdoor zijn het verband tussen die ongevallen en het werk en de berekening van de percentages minder duidelijk. De Nace-code die in de gegevensbank van het Fonds is toegekend aan de werkgever van het slachtoffer en de

Pagina 3 / 5 verdeling van de tewerkstelling volgens de activiteitssectoren die door het Fonds wordt gebruikt voor de berekening van de frequentie- en ernstgraden, zijn daarentegen afkomstig van dezelfde bron, namelijk de RSZ. Daarom hebben we dit criterium gekozen voor de berekening van de graden van de sector. 3 Evolutie van de arbeidsongevallen in de sector van 2005 tot 2010 Tabel 1 geeft de evolutie weer van het aantal arbeidsongevallen van de uitzendkrachten (criterium: beroepscategorie) van 2005 tot 2010. We stellen een vermindering van het aantal ongevallen vast vanaf 2008, die nog opvallender werd in 2009. In 2010 nam het aantal echter opnieuw toe. Die evolutie weerspiegelt die van de tewerkstelling in de sector die het hoofd moest bieden aan de economische crisis. Die crisis heeft zijn eerste impact op de tewerkstelling gehad tijdens het tweede semester van 2008; de uitzendarbeidsector behoorde toen tot de sectoren die het eerst waren getroffen door die vermindering van werkgelegenheid. Zoals we zien in tabel 2 is de impact van de vermindering van de werkgelegenheid (-19,4 % van de gepresteerde uren ten opzichte van 2008) op de arbeidsongevallen (-37 % ten opzichte van 2008) het grootst bij de arbeiders. In 2010 leidde de heropleving van de werkgelegenheid voornamelijk bij de uitzendkrachten (+8,5 % gepresteerde uren) tot een stijging met 18,6 % van de ongevallen voor die categorie van werknemers. Tabel 1 - Evolutie van het aantal ongevallen bij uitzendkrachten op de arbeidsplaats en op de arbeidsweg van 2005 tot 2010 Tabel 2 - Evolutie van het aantal ongevallen bij uitzendkrachten op de arbeidsplaats volgens hun beroepscategorie van 2005 tot 2010

Pagina 4 / 5 4 Evolutie van het risico op arbeidsongevallen in de uitzendarbeidsector De tabellen 1 en 2 stellen de evolutie van het aantal ongevallen in de sector in absolute cijfers voor. Wat is de evolutie in relatieve cijfers? Zoals we gezien hebben in de inleiding, wordt er best gewerkt op basis van de Nace-code aangezien er zowel voor de ongevallen als voor de tewerkstelling naar dezelfde bron wordt verwezen. De frequentie- en ernstgraden van 2008 tot 2010 zijn opgenomen in onderstaande tabel. Jaar NACE 78200 Frequentiegraad Werkelijke ernstgraad Globale ernstgraad 2008 75,05 1,32 4,11 2009 57,66 1,07 3,68 2010 61,71 1,11 3,97 Zoals werd benadrukt bij de analyse van de jaarlijkse statistieken van de privésector van 2009 en 2010, is de evolutie die gedurende de laatste drie jaar werd waargenomen voornamelijk het gevolg van de impact van de financiële crisis van het tweede semester van 2008 op de werkgelegenheid in de uitzendarbeidsector in 2009 en van de herneming van de activiteit in 2010. In een periode van verminderde economische activiteit hebben de ondernemingen immers de neiging om minder beroep te doen op uitzendkrachten. Die vermindering van het arbeidsvolume in 2009 liet zich vooral voelen bij de arbeiders die meer zijn blootgesteld aan het risico op arbeidsongevallen. De vermindering van het risico voor de arbeiders leidde niet alleen tot een daling in absolute cijfers van het aantal arbeidsongevallen bij uitzendkrachten, maar ook tot een daling van de graden van de interimsector. Het economisch herstel in 2010 heeft geleid tot een toename van het arbeidsvolume met 7,5 %, voornamelijk van de arbeiders in de uitzendarbeidsector en tot de bijbehorende stijging van de frequentie- en ernstgraden. Er moet echter worden opgemerkt dat de graden van 2010 lager zijn gebleven dan hun niveau van vóór de crisis. Om het risico op arbeidsongevallen voor uitzendkrachten correct te kunnen evalueren, moet dit risico kunnen worden vergeleken met het risico voor de werknemers die hetzelfde beroep uitoefenen in de onderneming zelf. Vandaag is die vergelijking nog niet mogelijk. In de gegevensbank van het Fonds is de informatie over het inleenbedrijf immers verre van volledig en is de kwaliteit van de informatie niet absoluut verzekerd. De informatie wordt verschaft door het uitzendbureau via de ongevalaangifte. Dankzij een campagne die de diensten voerden bij de uitzendbureaus kon de informatie over het inleenbedrijf voor 80 % van de ongevallen van 2008 worden verkregen. We stellen vast dat de inspanningen van de bureaus sindsdien zijn verminderd. Het percentage ongevallen van uitzendkrachten waarbij de informatie over de gebruiker gekend is, daalde naar 74,4 % in 2009 en naar 71,6 % in 2010. De opname van de uitzendkrachten in de berekening van de risico-index van de inleenbedrijven (Doc. TCP/6/11/07 - vergadering van 27.10.2011) zal tot een oplossing leiden voor dit probleem. Dankzij de strikte mededeling van het ondernemingsnummer van de gebruiker door het uitzendbureau bij de Dimona en de mededeling van dit ondernemingsnummer en van de Nace-sector van de gebruiker door de RSZ aan de gegevensbank van het Fonds zal het risico van de uitzendkrachten in het inleenbedrijf

Pagina 5 / 5 kunnen worden vergeleken met het risico van de gelijksoortige werknemers in die onderneming zelf. Die vergelijking kan echter niet worden doorgetrokken tot de vaststelling van de frequentie- en ernstgraden voor beide soorten werknemers aangezien het arbeidsvolume van de uitzendkrachten bij de gebruikers, in de aanbevolen oplossing voor de berekening van de risico-index, niet in voltijdse equivalenten kan worden omgezet. Er moet bijgevolg een andere - minder precieze - graad worden overwogen die gebaseerd is op het aantal (effectieve) werknemers en niet op het aantal uren blootstelling aan het risico. De gedetailleerde tabellen van het statistisch verslag van de arbeidsongevallen van de uitzendkrachten in 2010 zijn toegevoegd aan deze nota.