Raad van de Europese Unie Brussel, 3 oktober 2017 (OR. en) 12513/17 ADD 1 PV/CONS 49 ONTWERPNOTULEN Betreft: 3560e zitting van de Raad (Algemene Zaken), gehouden te Brussel op 25 september 2017 12513/17 ADD 1 1
PUNTEN VOOR OPENBARE BERAADSLAGING 1 Bladzijde WETGEVINGSBERAADSLAGINGEN A-PUNTEN (doc. 12341/17 PTS A 60) 1. Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds [eerste lezing]... 3 2. Ontwerprichtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad teneinde nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van "drug" op te nemen en tot intrekking van Besluit 2005/387/JBZ van de Raad [eerste lezing]... 4 3 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad [eerste lezing]... 5 B-PUNTEN (12340/17 OJ CONS 46) 4. Presentatie van de prioriteiten van het Estse voorzitterschap... 5 * * * 1 Beraadslagingen over wetgevingshandelingen van de Unie (artikel 16, lid 8, van het Verdrag betreffende de Europese Unie), andere openbare beraadslagingen en openbare debatten (artikel 8 van het reglement van orde van de Raad). 12513/17 ADD 1 2
WETGEVINGSBERAADSLAGINGEN (Openbare beraadslaging overeenkomstig artikel 16, lid 8, van het Verdrag betreffende de Europese Unie) A-PUNTEN (doc. 12341/17 PTS A 60) 1. Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDOgarantiefonds [eerste lezing] = Vaststelling van de wetgevingshandeling PE-CONS 43/17 DEVGEN 157 ACP 74 RELEX 599 ECOFIN 614 CADREFIN 82 ASIM 83 MAMA 122 COEST 166 COAFR 196 CODEC 1194 De Raad heeft het standpunt in eerste lezing van het Europees Parlement goedgekeurd en de voorgestelde handeling vastgesteld, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De Hongaarse en de Luxemburgse delegatie onthielden zich van stemming. (Rechtsgrondslag: artikel 209, lid 1, en artikel 2012, lid 2, VWEU). Verklaring van Luxemburg "Wat het "Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) en tot instelling van de EFDOgarantie en het EFDO-garantiefonds" betreft, is Luxemburg van mening dat het stellig mogelijk zou zijn geweest een solider regelgevingskader vast te stellen en meer rekening te houden met de standpunten van de Raad, indien de lidstaten meer tijd was gegund om de onderhandelingsdocumenten te bestuderen en de vergaderingen van het Coreper voor te bereiden. Luxemburg betreurt het dat in het voorgestelde pakket te veel belang wordt gehecht aan migratie vergeleken bij ontwikkelingssamenwerking, en blijft uitgaan van migratie in brede zin, in plaats van zich te beperken tot de illegale migratie waarvan sprake is in de algemene oriëntatie van de Raad. Wat het beheer van activa betreft, acht Luxemburg het bijzonder teleurstellend dat deze taak niet is toegewezen aan de Europese Investeringsbank. De taken van de verschillende Europese instellingen mogen niet worden door elkaar lopen en het is niet passend dat de Europese Commissie in deze context activa beheert. Bovendien is de Europese Investeringsbank een financiële instelling die is onderworpen aan alle internationale en Europese normen inzake governance, met duidelijk taakomschrijvingen en waterdichte afscheidingen op het vlak van onder meer risicobeheer en interne controle. Luxemburg kan bijgevolg niet akkoord gaan met het voorgestelde pakket en heeft daarom besloten zich te onthouden in deze kwestie, die in de toekomst geen precedent voor dit soort instrumenten mag vormen." 12513/17 ADD 1 3
2. Ontwerprichtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad teneinde nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van "drug" op te nemen en tot intrekking van Besluit 2005/387/JBZ van de Raad [eerste lezing] = Vaststelling van het standpunt van de Raad in eerste lezing en van de motivering van de Raad 11655/1/17 REV 1 CODEC 1309 CORDROGUE 106 DROIPEN 110 JAI 737 SAN 309 + REV 1 ADD 1 10537/17 CORDROGUE 86 DROIPEN 91 JAI 624 SAN 265 CODEC 1103 + COR 1 + ADD1 goedgekeurd door het Coreper (2e deel) op 20.9.2017 De Raad heeft zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld, overeenkomstig artikel 294, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, evenals zijn motivering; de Oostenrijkse delegatie stemde tegen. Overeenkomstig de betrokken aan de Verdragen gehechte protocollen hebben de delegaties van Denemarken en het Verenigd Koninkrijk niet aan de stemming deelgenomen. (Rechtsgrondslag: artikel 83, lid 1, VWEU). Verklaring van de Oostenrijkse delegatie "Wij onderschrijven de hoofddoelstelling, namelijk "de toepassing van de op illegale drugshandel toepasselijke strafrechtelijke bepalingen van de Unie uitbreiden tot nieuwe psychoactieve stoffen die ernstige risico's voor de volksgezondheid en, in voorkomend geval, sociale risico's met zich meebrengen" (overweging 9). Wij zijn echter van mening dat niet alle bepalingen van Kaderbesluit 2004/757/JBZ op nieuwe psychoactieve stoffen van toepassing moeten zijn. Wat betreft de in artikel 2, lid 1, punten a), c) en d), van Kaderbesluit 2004/757 vermelde gedragingen, dient naar ons oordeel aan de lidstaten de vrijheid te worden gelaten om te bepalen of de in punt c) vermelde gedragingen in bezit hebben of aankopen al dan niet als strafbaar feit moeten worden aangemerkt. Aangezien de richtlijn minimumnormen bevat, staat het elke lidstaat vrij om verder te gaan maar de lidstaten mogen er niet toe worden verplicht, krachtens het Unierecht, dergelijk gedrag strafbaar te stellen. Een dergelijke beperktere aanpak van de Uniewetgever zou stroken met het subsidiariteitsbeginsel in het algemeen en tevens met de bij de Verdragen gestelde voorwaarden voor wetgeven op strafrechtelijk gebied: "Het Europees Parlement en de Raad kunnen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij richtlijnen minimumvoorschriften vaststellen betreffende de bepaling van strafbare feiten en sancties in verband met vormen van bijzonder zware criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie die voortvloeit uit de aard of de gevolgen van deze strafbare feiten of uit een bijzondere noodzaak om deze op gemeenschappelijke basis te bestrijden." (Artikel 83, lid 1, VWEU) Wij zijn van mening dat het in bezit hebben of aankopen van nieuwe psychoactieve stoffen op zichzelf niet volstaat voor de vervulling van de geciteerde (gemarkeerde) criteria van het Verdrag." 12513/17 ADD 1 4
Verklaring van het Verenigd Koninkrijk "Het Verenigd Koninkrijk is van oordeel dat zowel Protocol (nr. 19) als Protocol (nr. 21), gehecht aan de Verdragen, van toepassing is op de Richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel, wat de definitie van drug betreft. Overeenkomstig artikel 7 van Protocol (nr. 21), wordt Protocol (nr. 19) betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, door Protocol (nr. 21) onverlet gelaten. Derhalve heeft het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Protocol (nr. 19) betreffende het Schengenacquis, dat is gehecht aan de Verdragen, aangegeven dat het niet wenst deel te nemen aan de richtlijn. Voor alle duidelijkheid zij erop gewezen dat het Verenigd Koninkrijk geen gebruik maakt van zijn recht om overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Protocol (nr. 21) betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat is gehecht aan de Verdragen, deel te nemen aan de aanneming en toepassing van de richtlijn. Het Verenigd Koninkrijk neemt dan ook niet deel aan de aanneming en toepassing van deze richtlijn." 3. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (eerste lezing) = Politiek akkoord 11583/17 PECHE 306 CODEC 1298 goedgekeurd door het Coreper (1e deel) op 20.9.2017 De Raad heeft het politiek akkoord, als vervat in de bijlage bij document 11593/17, bevestigd. B-PUNTEN 4. Presentatie van de prioriteiten van het Estse voorzitterschap Het voorzitterschap heeft een overzicht gegeven van de prioriteiten voor zijn termijn, met name wat betreft de werkzaamheden van de Raad Algemene Zaken. Dit punt kwam aan de orde tijdens de openbare zitting. 12513/17 ADD 1 5