RAPPORT Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer : 14.1.001 Klacht Verzoekers stellen dat zij als direct-belanghebbenden door de gemeente niet zijn betrokken bij de plannen voor de herinrichting van de speelplek in de heemtuin. Ondanks hun bezwaren en klachten tegen de vervanging van de speeltoestellen en de gevoerde procedure voelen zij zich in deze door de gemeente nog steeds niet gehoord. Bevoegdheid Verzoekers hebben op verschillende momenten hun bezwaren en klachten aan de gemeente kenbaar gemaakt. Hierop heeft de gemeente ook diverse malen gereageerd. Met de afhandeling was betrokkene niet tevreden. Ik ben nu bevoegd de klacht in onderzoek te nemen. Eindoordeel 1. de brief van november 2012 De gemeente berichtte verzoekers in november 2012 over de plannen om het speeltoestel in de heemtuin te vervangen. Omdat verzoekers het hiermee niet eens waren, hebben zij per omgaande op de plannen gereageerd. De gemeente beloofde in de ontvangstbevestiging hen op korte termijn nader te zullen berichten. Dat is echter niet gebeurd. Pas op 3 juni 2013 kwam de gemeente richting verzoekers met een nadere actie. Daarmee handelde de gemeente niet conform de behoorlijkheidsnorm betrouwbaarheid. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. 2. Het onderwerp van inspraak In haar brief van november 2012 vroeg de gemeente om een reactie op de plannen voor de speelplek in de heemtuin. In de brief van 3 juni 2013 sprak de gemeente het voornemen uit om de wensen in de buurt te bespreken en te bekijken wat er mogelijk is. Verzoekers wilden geen vervanging, maar hen bleek naderhand dat er al een besluit was genomen om het aanwezige speeltoestel te vervangen. Er kon alleen over het type en het aantal vervangende speeltoestellen worden gesproken. Dat wordt in de bewuste brieven echter niet vermeld en daarmee kwam de behoorlijkheidsnorm goede informatieverstrekking in het geding. Betrokkenen moeten namelijk wel voldoende inzicht krijgen waarop de mogelijkheid van inspraak zich richt. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. 3. betrokkenheid van verzoekers bij de plannen Bij het buurtinitiatief om de speelplek in de heemtuin aan te pakken zijn verzoekers niet betrokken. Dat is de gemeente echter niet te verwijten. Met de brief van november 2012, de bijeenkomst van 12 juni 2013, de mogelijkheid om schriftelijk te reageren op de plannen en het persoonlijk gesprek op 13 november 2013 hebben verzoekers van de gemeente echter voldoende gelegenheid gekregen om hun mening over de plannen in te brengen. Daarbij constateert de Ombudsman dat het ecologische aspect van de heemtuin waar verzoekers onder andere de nadruk op legden, is meegenomen in de uitvoering van de plannen. De behoorlijkheidsnorm bevorderen van actieve deelname door de burger is door de gemeente dan ook niet geschonden. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond. Groningen, 27 maart 2014 mevrouw M.H.H. Hermans gemeentelijke Ombudsman 1
Overwegingen Dossier gemeentelijke Ombudsman: 14.1.001 0. inleiding Verzoekers woningen kijken uit op een heemtuin. Het is een afgesloten binnenterrein dat in eigendom is van de gemeente en in 2003 is ingericht als ecologisch gebied. De heemtuin is alleen toegankelijk voor de direct omwonenden en er staat één speeltoestel. De gemeente wil het speeltoestel vervangen door drie andere en daar zijn verzoekers het niet mee eens. Naast dat zij niet zijn betrokken bij de plannen, voelen zij zich niet gehoord in hun bezwaren en klachten over de vervanging van het speeltoestel. 1. de gemeentelijke brief van november 2012 Tot hun verbazing ontvingen verzoekers in november 2012 een brief van de gemeente over een plan om het speelveldje in de heemtuin op te knappen. Het plan van een aantal buurtbewoners was om het bestaande speeltoestel te verwijderen, de grond onder het speeltoestel te verhogen en te voorzien van kunstgras en daarop drie nieuwe speeltoestellen (klimtorentje met glijbaan, een schommel en een duikelrekje) te plaatsen. De gemeente vroeg aan de bewoners rond de heemtuin vóór 16 november 2012 met hun eventuele reactie op de plannen te komen. Verzoekers stellen niet betrokken te zijn bij deze plannen. Zij hebben hierop per omgaande gereageerd en hun bezwaren tegen de vernieuwing van de speelplek kenbaar gemaakt. Tevens is door een andere omwonende een handtekeningenlijst naar de gemeente gestuurd met 28 handtekeningen tegen het voorgestelde plan. Op een ontvangstbevestiging na bleef het stil. Tot 3 juni 2013, toen werden zij uitgenodigd voor een bijeenkomst om de wensen van de buurt nogmaals te bespreken en te kijken naar wat mogelijk is. Tijdens het onderzoek van de Ombudsman legt de gemeente uit dat de levensduur van een speeltoestel ongeveer 15 jaar is. Afhankelijk van het gebruik kan de vervanging daarvoor enkele jaren naar voren of naar achteren worden geschoven. In dit geval viel het plan om te vervangen samen met het verzoek van 22 buurtbewoners om de speelplek op het binnenterrein aan te pakken. De wens was om de speelplek op te hogen en enkele speeltoestellen bij te plaatsen. De brief met de handtekeningenlijst heeft OCSW aan de Ombudsman verstrekt. De gemeente stelt dat er voor de vervanging voldoende draagvlak was. Dat is naar aanleiding van de gemeentelijke brief van november 2013 nog eens bevestigd. Toen hebben naast de 22 buurtbewoners nog 11 buurtbewoners hun handtekening onder het initiatief gezet. De gemeente stimuleert haar bewoners om meer betrokken te zijn in hun wijk en woonomgeving. In dat kader roept de gemeente haar burgers ook op om met initiatieven te komen. Verzoekers buurtgenoten hebben dat gedaan. Nu de gemeente hun verzoek serieus heeft opgepakt, stelt de Ombudsman vast dat de gemeente in dat opzicht heeft voldaan aan de behoorlijkheidsnorm luisteren naar de burger zodat die zich gehoord en gezien voelt. De verbazing van verzoekers over dit initiatief van hun buurtgenoten is echter begrijpelijk. Zij waren daar niet bij betrokken. Hoewel dit de gemeente niet te verwijten is, voelden verzoekers zich door de brief van november 2012 wel overvallen. Met die brief informeert de gemeente alle omwonenden over de voorgenomen plannen en vraagt hen om een reactie. Verzoekers hebben daaraan gehoor gegeven. Daarna bleef echter het van de zijde van de gemeente (lang) stil. Dit terwijl zij volgens de ontvangstbevestiging binnenkort zouden worden geïnformeerd. 2
Van de gemeente mag verwacht worden dat zij doet wat zij zegt en als dat onverhoopt niet lukt betrokkenen hierover informeert. Nu dat in het geval van verzoekers niet is gebeurd, kwam de behoorlijkheidsnorm betrouwbaarheid in het geding. Dit onderdeel van de klacht is dan ook niet behoorlijk. 2. het onderwerp van inspraak Op 3 juni 2013 ontvingen omwonenden van Stiel, die namens de gemeente/het wijkteam Nieuw Lokaal Akkoord (NLA) het proces begeleidde, een uitnodiging voor een bijeenkomst op 12 juni 2013. Het onderwerp van de bijeenkomst was de vervanging van het speeltoestel. In de brief wordt gemeld dat het plan even stil heeft gelegen vanwege tegengeluiden. Om echter te voorkomen dat de gemeente het toestel uiteindelijk zelf zou gaan vervangen, was het voorstel om met de buurt nog een keer bij elkaar te komen om nogmaals de wensen van de buurt te bespreken en te kijken wat er mogelijk was. Verzoekers stellen dat anders dan de brief doet voorkomen zij met de brief van 3 juni 2013 pas voor het eerst zijn uitgenodigd om over de kwestie te praten. De gemeente verwijst in dat kader naar het verslag van het wijkteam NLA van 11 september 2013. Daarin wordt het volgende gesteld: Na het besluit van het wijkteam van 4 september 2012 kwamen enkele bezwaren tegen het plan binnen. Wegens de wisseling van opbouwwerkers (van Stiel) heeft het proces hierop even stil gelegen. De eerste actie van de nieuwe opbouwwerker was met de voorstanders en met de tegenstander (die handtekeningen van meerdere bewoners had verzameld) apart een gesprek te hebben. Uit deze gesprekken bleek bij beide partijen voldoende ruimte om met elkaar in overleg te gaan om zo tot een oplossing te komen. In overleg met deze partijen is besloten om een bewonersavond te organiseren. De Ombudsman constateert dat de in het verslag genoemde tegenstander niet één van de verzoekers was. Het nog een keer bij elkaar komen had dan ook geen betrekking op hen. Twee van de verzoekers hebben de bijeenkomst bezocht. Tot hun verbazing stond het besluit om het speeltoestel te vervangen al vast en kon er enkel gepraat worden over welke speeltoestellen er voor in de plaats zouden komen. Tijdens het onderzoek van de Ombudsman stelt de gemeente dat het uitgangspunt van meet af aan is geweest dat het speeltoestel zou worden vervangen. Het besluit daartoe was op 4 september 2012 al genomen. De bedoeling van de bijeenkomst was enkel om te praten over de invulling van die vervanging (het aantal en het type speeltoestellen). Als dat inderdaad de bedoeling was, constateert de Ombudsman dat de brieven van en namens de gemeente hierin onvoldoende inzicht verschaften. Zowel het verzoek om een reactie op een plan (november 2012) als het voornemen om de wensen van de buurt te bespreken en te bekijken wat mogelijk is (juni 2013) kunnen anders worden geïnterpreteerd. Over het besluit van 4 september 2012 om het speeltoestel te vervangen, wordt in beide brieven niet gesproken. Terwijl dat voor de gemeente wel het uitgangspunt was. In deze heeft de gemeente zich dan ook niet gehouden aan de behoorlijkheidsnormen goede informatieverstrekking. Deze norm brengt namelijk met zich mee dat de gemeente zorgt dat de burger de juiste informatie krijgt en dat deze informatie klopt en volledig en duidelijk is. De Ombudsman stelt derhalve vast dat de gemeente zich wat dit onderdeel van de klacht betreft jegens verzoekers niet behoorlijk heeft gedragen. Twee van de verzoekers waren helaas verhinderd om de bijeenkomst op 12 juni 2013 te bezoeken. Wel hebben zij nogmaals schriftelijk hun bezwaren kenbaar gemaakt. Met één van de verzoekers heeft naderhand nog een gesprek plaatsgevonden. De andere verzoeker zou volgens de gemeente hebben laten weten geen tijd voor een gesprek te hebben. 3
Hoewel dit door de bewuste verzoeker wordt betwist, kan ook de Ombudsman zich niet aan die indruk onttrekken. Betrokkene had namelijk geschreven: Aangezien ik op 12 juni en de periode daarna niet in Groningen ben en in de korte periode ervoor geen tijd heb om met u een afspraak te maken, reageer ik nogmaals schriftelijk. 3. betrokkenheid van verzoekers bij de plannen Verzoekers hebben op 7 juli 2013 naar aanleiding van de bijeenkomst op 12 juni 2013 en het verslag daarvan bij het wijkteam NLA een bezwaarschrift over het proces tot nu toe ingediend. Zij voelden zich niet gehoord. Vooral nu hen bleek dat het besluit om het speeltoestel te vervangen allang op 4 september 2012 was genomen en de inspraak hierover naar hun mening een farce was. Naar aanleiding van het bezwaar werd het voor Stiel duidelijk dat voor- en tegenstanders van de plannen niet nader tot elkaar zouden komen. Omdat er een knoop moest worden doorgehakt, is toen een subsidieaanvraag ingediend bij het wijkteam NLA om in deze kwestie een beslissing te nemen. Volgens het verslag van de vergadering van het wijkteam zijn verzoekers bezwaren meegewogen in de beoordeling van de subsidieaanvraag. Het wijkteam stelt daarin dat er voor het plan ruim voldoende draagvlak bij de bewoners is, er uitgebreid overleg is geweest met alle bewoners en het plan is aangepast om tegemoet te komen aan de bezwaren. Dat laatste om het ecologische aspect van de heemtuin te waarborgen. Om die reden heeft het wijkteam NLA besloten de subsidieaanvraag voor drie speeltoestellen te honoreren. Dat verzoekers het hiermee niet eens waren, blijkt wel uit hun vervolgacties. Naar aanleiding hiervan zijn zij uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek met de voorzitter van het wijkteam. Dat vond op 13 november 2013 plaats en heeft geleid tot nader overleg in het wijkteam. In het nadere overleg heeft het wijkteam besloten om omwonenden een brief te sturen met een kaartje waarop mogelijke locaties staan en voorbeelden van toestellen waaruit kan worden gekozen. De keuze met de meeste stemmen zal worden uitgevoerd. Met de opmerking dat als een omwonende niet reageert, de gemeente ervan uitgaat dat het betrokkene niet uitmaakt wat waar wordt geplaatst. Verzoekers zijn over dit voornemen op 1 december 2013 geïnformeerd. Zij hebben op 8 december 2013 gereageerd dat dit niet was afgesproken in het overleg van 13 november 2013. Eerst zou worden uitgezocht of er (in september 2012) wel voldoende draagvlak was voor een speelvoorziening. In antwoord hierop stelde de voorzitter van het wijkteam op 9 december 2013 uitdrukkelijk dat het weghalen van het speeltoestel geen optie is en dat die hoe dan ook vervangen zal worden. Zoals hierboven al door de Ombudsman werd geconstateerd, had de gemeente onvoldoende inzichtelijk gemaakt waartegen betrokkenen zich konden weren. Na september 2013 kwam die duidelijkheid er wel, zeker met de brief van 9 december 2013. Dat betrokkenen het hier niet mee eens zijn, doet daaraan niets af. Vast staat dat het speeltoestel zal worden vervangen. Dit besluit is al op 4 september 2012 genomen en is voor betrokkenen en de Ombudsman een gegeven. De inspraak betrof in eerste instantie alleen de keuze voor het type vervangende speeltoestellen en het aantal. Na het gesprek met verzoekers op 13 november 2013 wil de gemeente omwonenden echter ook de mogelijkheid bieden om te kiezen voor een locatie waar de speeltoestellen geplaatst zouden kunnen worden. Daarmee geeft de gemeente blijk naar verzoekers te willen luisteren. 4
Verzoekers stellen dat zij als direct-belanghebbenden door de gemeente niet zijn betrokken bij de plannen voor de herinrichting van de speelplek in de heemtuin. De gemeente is echter van mening dat betrokkenen daar ruimschoots bij betrokken zijn, maar dat zij teleurgesteld zijn in de uitkomst. Inspraak kan helaas niet altijd tot een door ieder gewenste uitkomst leiden, aldus de gemeente. De vraag die nu voorligt, is of de gemeente zich heeft gehouden aan de behoorlijkheidsnorm bevorderen van actieve deelname door de burger. Deze norm brengt namelijk met zich mee dat de gemeente zich inspant om de burger actief te betrekken bij haar handelen en bij de totstandkoming en de uitvoering van beleid. Met de brief van november 2012, de bijeenkomst van 12 juni 2013, de mogelijkheid om schriftelijke reacties op de plannen in te dienen en het persoonlijk gesprek op 13 november 2013 constateert de Ombudsman dat de gemeente verzoekers voldoende gelegenheid heeft gegeven om hun visie op de plannen naar voren te brengen. De Ombudsman stelt verder vast dat met name het ecologische aspect waarop verzoeker de nadruk legden in de uitvoering van de plannen wordt meegenomen. Met betrekking tot het bevorderen van actieve deelname door verzoekers concludeert de Ombudsman dan ook dat de gemeente zich jegens verzoekers behoorlijk heeft gedragen. 5