Betreft: aanbieding samenvatting innovatiecontracten en human capital agenda s

Vergelijkbare documenten
Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top!

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

BIJLAGE 1a ONDERTEKENING NEDERLANDS KENNIS & INNOVATIE CONTRACT OP 2 APRIL 2012

Eerste reactie op innovatiecontracten en human capital agenda s van de topsectoren

ONDERTEKENING NEDERLANDS KENNIS & INNOVATIE CONTRACT OP 2 APRIL 2012

14 december 2011 Amandus Lundqvist voorzitter topteam HTSM

Innovatie-instrumenten voor bedrijven in Nederland. Naar de top! Ino Ostendorf MT-lid directie Innovatie & Kennis

3x3 voor de technologische industrie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Holland High Tech High Tech Solutions for Global Challenges Topsector High Tech Systemen en Materialen

Het creëren van een innovatieklimaat

Topsector HTSM. Innovatie Contract LRN Subthema (Aero)space

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Big Science for Business Erik Prins

HAN en duurzame energie

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Agendabrief Topsectoren 2017 Verbinden om te vernieuwen

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Subsidiekansen.. SLIMME FINANCIERING VAN INNOVATIES. Wim Kan zei ooit: Subsidie is kunstmest. Maar hoeveel kunstmest is er nog?

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

28753 Publiek-private samenwerking Bedrijfslevenbeleid. Brief van de minister van Economische Zaken

Het Bedrijfslevenbeleid

Navigatie topsectoren

Nederlands Kennis-en Innovatiecontract d.d. 11 december 2017

32673 Voordracht ter vervulling van twee vacatures in de Hoge Raad

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Samenvatting. Balans van de topsectoren

Nederland: de Maritieme Wereldtop

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Stand van zaken Topsectorenbeleid

BETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN

Ondernemen in de kansrijke groeimarkten van de Topsectoren

Innovatiecontract High Tech Systemen & Materialen. Bart Reijnen Voorzitter SpaceNed

Human Capital is de motor voor onze kenniseconomie. Werkplan Human Capital Topsectoren Roadmap

Tuinbouwakkoord. Preambule

Infrastructuur landsdeel Noordvleugel. 5 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 31 scholen en 15

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

RVO? uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid. RVO voert namens de overheid beleid uit voor ondernemend Nederland. thema s:

Infrastructuur landsdeel Noord. 4 Centres of expertise (penvoerders)

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 2 juni 2014 Betreft Beleidsdoorlichting Groen onderwijs

Voorstel inrichting TKI HTSM. Fred van Roosmalen Roadmapdag Eindhoven 25 juni 2012 Executive Council Utrecht 26 juni 2012

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Groot Composiet II Houtkoolschets

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Toespraak door Minister van Bijsterveldt, bij de Industriepoort in Den Haag, op 28 maart [NB. Het gesproken woord geldt!]

Betreft: topsectorenaanpak Den Haag, 17 juni 2011.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Hier komt uw titel te staan 1

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid

Uitvoeringsagenda Onderwijs en Arbeidsmarkt Commissie BE & M, 8 februari 2018

Koersvast en bijsturen. Agenda Topsectoren 2014

Uitvoeringskader Watertechnologie Bijlage Succesvolle watertechnologieprojecten

Analyse integrale aanpak arbeidsmarktbeleid Zuidoost-Nederland Samenvatting

Stand van zaken Topsectorenbeleid

Arbeidsmarktagenda 21

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Topsectoren. Bouwstenen van Bedrijvenbeleid. Hoofdstuk: In opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie van het ministerie van Economische Zaken

Uitvoeringsprogramma Deltapoort

Kansen voor groei. Nederland aan kop in luchten ruimtevaart

Samen sterker in het buitenland met de overheid als partner

Presentatie EDB Nicole Ottenheim Gemeente Venlo. Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen. Hans Aarts Fontys Hogescholen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MKB als speerpunt van topsectoragrofood

Hoe gebruiken we de Maritieme Strategie om maritieme innovatie te stimuleren?

Het TKI SOLAR ENERGY in het Nederlandse Energie- / Topsectorenbeleid

zuidwest Infrastructuur landsdeel Zuidwest 6 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 53 scholen en 17

Eerste Kamer der Staten-Generaal

GS brief aan Provinciale Staten

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De overheid als launching customer

DAS Lectorenbijeenkomst 13 november Annemarie Knottnerus Platform Bèta Techniek

Schaarse publieke middelen en de groeiende kloof tussen publieke en private R&D

Uw business case voor energiebesparing TKI-ISPT. RvT maart 2013

Subsidies Biobased Economy

Infrastructuur landsdeel Zuidoost. 3 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 38 scholen en 13

Human Capital is de motor voor onze kenniseconomie. Werkplan Human Capital Topsectoren Roadmap

Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020

Verleden, heden en toekomst van Publiek Private Partnerships

Economische kracht van de maritieme sector in de Zuidvleugel (van tweede Maasvlakte tot Gorinchem) verder versterken door inzet op vier lijnen:

Contextschets Techniek

D e n H a a g 2 mei T e l e f o o n n u m m e r E - m a i l

Greenport Horti Campus. Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011

We W t e-t en e n re g re e g lg e e lg v e in v g in. g

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK

dit* doorpakken in topsectoren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

FLEVO CAMPUS. Feeding the City

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Leercyclus Enschede-Dordrecht-Zwolle

Advies Universiteit van Tilburg

Wat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid?

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Transcriptie:

Aan de heer drs. M.J.M. Verhagen Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Postbus 20101 2500 EC Den Haag Betreft: aanbieding samenvatting innovatiecontracten en human capital agenda s Den Haag, 13 januari 2012 Geachte minister, Op 13 september jl. heeft het kabinet de Bedrijfslevenbrief aan de Tweede Kamer gestuurd. In deze brief kondigt het kabinet aan welke maatregelen zij zal nemen om het ondernemingsklimaat in Nederland te versterken. Wij hebben veel waardering voor deze start met het nieuwe bedrijfslevenbeleid, onder meer door het continueren van de Technologische Topinstituten (TTI s) voor 2012 en de vormgeving van een robuust fiscaal pakket voor innovatie (WBSO, RDA, innovatiebox, RDA+). Wij zien het nieuwe bedrijfslevenbeleid als de belangrijkste hervorming van dit kabinet van het economische groeibeleid. Voortvarende voortzetting hiervan, na de in september aangekondigde eerste stappen, is essentieel. De enige structurele weg uit de huidige economische recessie is immers het creëren van duurzame economische groei. Het nieuwe bedrijfslevenbeleid biedt hiervoor het fundament. Het legt accent op het realiseren van een excellent ondernemingsklimaat in algemene zin maar vernieuwend is bovenal het topsectorenbeleid dat een duidelijke strategie biedt voor het behoud en uitbouw van de Nederlandse positie op het wereldtoneel. We merken bij de bedrijven, groot en klein, een groot enthousiasme voor dit beleid. De ontwikkeling van topsectoren zal een grote uitstraling hebben naar andere bedrijvigheid in Nederland. Wanneer Nederland voor de topsectoren zeer concurrerende condities weet te bieden, zowel nationaal als voor het betreden van buitenlandse markten, opent dat ook wegen voor vele andere sectoren. Behalve voor de economische vraagsturing biedt het topsectorenbeleid tevens mogelijkheden om tegemoet te komen aan grote maatschappelijke vraagstukken. De oplossingen hiervoor, ook in de vorm van diensten, kunnen ook als export product worden benut. Met het verschijnen van de Bedrijfslevenbrief is het topsectorenbeleid in een volgende fase gekomen: het uitwerken en uitvoeren van de actieagenda s voor de topsectoren. U heeft ons gevraagd dit ter hand te nemen. Wij hebben de volgende zaken opgeleverd: Voorstellen voor Innovatiecontracten: dit zijn concrete roadmaps voor onderzoek & innovatie over de hele keten, van fundamenteel onderzoek tot demonstratieprojecten. Daarin zijn publiekprivate samenwerking in de vorm van de zgn. Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI s) het kloppende hart. Ook voor dwarsdoorsnijdende thema s als ICT, nano en bio-based economy zijn voorstellen ontwikkeld. Door de topteams is gewerkt aan het verkrijgen van commitment van diverse partijen, in het bijzonder van het bedrijfsleven. Het private commitment wat daaruit naar voren gekomen is, geeft duidelijk aan dat het bedrijfsleven zeer veel belang hecht aan dit beleid. Human capital agenda s: een agenda per topsector gericht op samenhang en zwaartepuntvorming binnen het onderwijs en tussen onderwijs en bedrijven om te komen tot hogere kwaliteit, excellentie, betere aansluiting bij de beroepspraktijk en versterking van de internationale concurrentiepositie van onderzoek en onderwijs. Aanvullend komen wij in het eerste kwartaal van 2012 nog met de zg. internationale agenda s. Bij deze brief treft u de samenvattingen aan van deze stukken waarmee we invulling geven aan onze opdracht. Voor een succesvol vervolg van het topsectorenbeleid geven wij in deze begeleidende brief 1

aan wat op de verschillende onderdelen naar onze opvatting vereist is om het beleid ook echt waar te kunnen maken. Innovatiecontracten De afgelopen maanden is met veel energie door bedrijven en kennisinstellingen gewerkt aan inhoudelijke ambitieuze en aansprekende agenda s. Bij het bedrijfsleven heeft zich dit vertaald in concrete intentieverklaringen en directe commitments. Om over te kunnen gaan tot het sluiten van definitieve innovatiecontracten is nu een aantal zaken van belang. Snel duidelijkheid over inzet publieke middelen Door de bedrijven in de topsectoren wordt nu allereerst gevraagd aan het kabinet, en in het bijzonder aan de minister van EL&I, nu op basis van de voorstellen voor innovatiecontracten per topsector helderheid te bieden over de concrete inzet van de publieke middelen voor kennis en innovatie uit de in de Bedrijfslevenbrief beschikbaar gestelde middelen ad 1,5 mld per jaar. Daarnaast wordt de minister gevraagd de topteams te informeren over de resultaten van de gesprekken met de regionale overheden die in de tweede helft van januari door hem met de landsdelen worden gevoerd. Indien we begin februari helderheid hebben over de inzet van publieke middelen per topsector verwachten vervolgens dat in goed overleg met de kennisinstellingen en de rijksoverheid de innovatiecontracten in maart kunnen afsluiten. Daarbij kan recht worden gedaan aan de kerntaak van NWO, namelijk de borging van excellent onderzoek in Nederland. Het gaat daarbij niet alleen om de omvang van de middelen overeenkomstig de innovatiecontracten, maar ook om de manier waarop de middelen worden ingezet (vraagsturing, programmatisch, beoordeling op wetenschappelijke kwaliteit en impact). Het topsectorenbeleid dient daarbij een herkenbare positie bij NWO te hebben met één toegankelijk loket per topsector. Bij de rijksoverheid moet bij de inzet van innovatiemiddelen voor de topsectoren centraal staan hoe de eigen departementale doelstellingen de doelstellingen in de innovatiecontracten kunnen versterken. Een aantal sectoren (zoals logistiek en creatieve industrie) geeft daarbij aan dat het huidige instrumentarium niet helemaal past bij de manier waarop in deze sectoren wordt geïnnoveerd. Deze sectoren willen graag met u in overleg om te bezien of maatwerk mogelijk is. De overheid zou daarnaast snel invulling moeten geven aan het innovatiegericht inkopen en de daaraan in de Bedrijfslevenbrief gekoppelde doelstelling van 2,5%. Op deze wijze kan de overheid een grotere meerwaarde vervullen als launching customer, drager van showcases en validatie-omgeving voor nieuwe kennis. Duidelijkheid over TKI s en RDA+ Bij de vormgeving van de concept innovatiecontracten was vaak nog onduidelijkheid over de precieze definitie van de nieuwe Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI). We zijn er vanuit gegaan dat de huidige TTI s kwalificeren als TKI s, en dat een TKI het gehele spectrum aan activiteiten omvat in de keten van kennis, kunde naar kassa. Hierbij moet aandacht zijn voor een zorgvuldige transitie in 2013 van de TTI s naar de in de innovatiecontracten aangegeven TKI s, zowel financieel als procesmatig. Het laatste betekent dat essentiële elementen van de TTI (vraagsturing, programmatisch, beoordeling op wetenschappelijke kwaliteit en impact) overeind moeten blijven. Bij een aantal van de TTI's (zoals Holst) vraagt dit om besluitvorming op zeer korte termijn. Ook vragen we aandacht voor het vasthouden en uitbouwen van de participatie van buitenlandse bedrijven binnen de TTI s/tki s. Bij de TKI s kan een duidelijk kader voor afspraken over het Intellectuele Eigendom (IP-rechten) niet ontbreken. Wij vragen u hierin te voorzien uiteraard daarbij rekening houdend met de specifieke kenmerken van de verschillende sectoren.. Binnen dit kader moeten IP-rechten voortvloeiend uit toegepast en meer competitief onderzoek behoren bij het daarin investerende bedrijfsleven. Ons oorspronkelijke voorstel was om de cash bijdrage van bedrijven aan een TKI fiscaal te ondersteunen via een RDA+ door deze cash bijdrage aan een TKI dubbel aftrekbaar te maken voor de 2

Vennootschapsbelasting (Vpb). Uit onze gesprekken met bedrijven blijkt dat het voor een effectievere stimulans gewenst is de vormgeving aan te passen. Met een extra afdrachtskorting op de loonbelasting (naast de huidige WBSO regeling) in plaats van een dubbele aftrek in de Vpb wordt het vooral voor MKB bedrijven, denk aan startende en snel groeiende bedrijven die voorshands geen fiscale winst genereren, interessanter te participeren in de TKI s. Voor dit type bedrijven vragen we ook aandacht voor de verzilverings-problematiek rondom de RDA. Aansluiting MKB Het innoverend MKB moet voldoende aansluiten bij de TKI s. Dat moet naar onze opvatting ook kunnen. Bij de huidige TTI s is rond de 60% van de betrokken bedrijven MKB. Ook de verschillende voorstellen voor innovatiecontracten laten zien dat er veel perspectief zit in de deelname van het MKB bij de TKI s. De betrokkenheid van het MKB kan worden vergroot door ook bij samenwerkingsverbanden van MKB bedrijven die collectief investeren in een TKI, de bijdrage aan de TKI fiscaal te faciliteren door middel van de RDA+. Voorts is voor een aantal topsectoren (Agro-food, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen) het voortbestaan van collectieve organisatie van R&D investeringen van MKB, zoals nu via de huidige produktschappen, een belangrijke voorwaarde voor participatie in TKI s. Verder kan het innovatiefonds MKB+ aan slagkracht winnen door verbinding te leggen met initiatieven uit de regio. Daarbij moet wel sprake blijven van 1 loket (te weten het innovatiefonds MKB+), zodat ondernemers weten waar ze terecht kunnen. Europese dimensie Recentelijk heeft de Europese commissie het programma Horizon 2020 gelanceerd. De Europese commissie stelt voor 80 miljard voor dit programma te reserveren. Via het topsectorenbeleid, met de innovatiecontracten en de daarin voorgestelde TKI s kan Nederland optimaal voorsorteren op deze middelen. We vragen het kabinet om de TKI s centraal te stellen bij de inzet voor de komende periode en daarmee te streven naar verhoging van de bedrijfsparticipatie tot een derde. Horizon 2020 vraagt meer dan KP7 van de lidstaten een bijdrage. Op deze matchingsvraag moet een adequaat Nederlands antwoord komen. Op zeer korte termijn (eerste helft van dit jaar) speelt deze matchingsproblematiek al in een aantal nu lopende Europese programma s (JTI s, Eureka-programma s, Eurostars voor het innovatieve MKB). Hiervoor moet een oplossing komen, anders laat Nederland middelen liggen in Brussel en komen bepaalde innovatiecontracten niet van de grond. De Nederlandse contributie aan het Europese Ruimtevaart-programma (ESA) moet op het huidige niveau worden gehandhaafd om de vestiging van ESTEC in Noordwijk niet in gevaar te brengen. Human capital agenda s Doel van de aanpak via human capital agenda's (HCA s) is dat onderwijs en bedrijfsleven duurzame partners worden, waarbij de vraag van het bedrijfsleven sterker leidend wordt. Ook worden voorstellen gedaan om de aantrekkingskracht van de topsectoren op (toekomstige) werknemers te vergroten. Onderwijs en bedrijfsleven in de topsectoren hebben de handschoen opgepakt. De overheid moet deze plannen nu ondersteunen. Het is goed dat de human capital agenda's een prominente plaats hebben gekregen in de hoofdlijnenakkoorden tussen OCW en de VSNU en de HBO Raad. De 'profilering' van universiteiten en hogescholen moet zo worden uitgewerkt dat de topsectoren agenda's medebepalend worden voor de profilering in het hoger onderwijs. De topteams zijn beschikbaar om daarover in overleg te treden met de universiteiten en hogescholen. De topteams gaan ervan uit dat het kabinet met de onlangs ingestelde review commissie voorziet in een adequate ex ante toetsing van profileringsvoorstellen aan de human capital agenda's (en de innovatiecontracten voor wat betreft het onderzoek). 3

De human capital agenda's hebben zeker ook betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. Verschillende topsectoren maken zich grote zorgen over de dreigende tekorten in het MBO in met name de techniek. Ook in het MBO dient het opleidingenaanbod waar nodig te worden aangepast op basis van de agenda's. In het Samenwerkingsverband Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) kunnen hierover sluitende afspraken worden gemaakt. Daarbij moet de bevoegdhedenregeling worden verruimd om het onderwijs optimaal gebruik te kunnen laten maken van de kennis en kunde uit het bedrijfsleven. Cruciaal is dat de arbeidsmarktrelevantie van het middelbaar en hoger onderwijs wordt vergroot. Onderwijsinstellingen moeten worden gestimuleerd zich te richten op opleidingen die voor de Nederlandse samenleving en welvaartsontwikkeling van groot belang zijn. We kunnen het ons niet permitteren om in het onderwijs er vanuit te gaan dat iedere opleiding dezelfde bijdrage levert aan de arbeidsmarkt en welvaart. Opleidingen voor tekortsectoren, zoals voor techniek, die van groot belang zijn voor onze welvaart moeten niet op dezelfde manier behandeld worden als opleidingen met een slecht arbeidsmarktperspectief en een lage welvaartsbijdrage. In het middelbaar en hoger onderwijs moet bij de toegang en financiering meer worden gedifferentieerd. Dit zou invulling kunnen krijgen met de inzet van instrumenten als selectie, collegegelddifferentiatie en ultiem een numerus fixus voor opleidingen met een beperkt arbeidsmarktperspectief. Verschillende topsectoren benadrukken in de HCA's het belang van bètatechnische opleidingen op alle niveaus. Door structurele oorzaken neemt de kwantitatieve en kwalitatieve schaarste aan bètatechnisch personeel op alle niveaus toe. Bedrijven, onderwijsinstellingen, regionale en nationale overheden zullen zich langdurig en intensief moeten inspannen om te voorkomen dat deze schaarste zal leiden tot welvaartsverlies voor ons land. Om bèta- en techniekonderwijs een krachtige impuls aan te geven wordt daarom een Masterplan bèta en techniek vormgegeven. Daarin worden bovenstaande elementen uit de HCA's in een integraal plan samengebracht, activiteiten op elkaar afgestemd en de hiervoor bepleite differentiatie in financiering en toegang van onderwijs naar arbeidsmarktrelevantie geconcretiseerd Het Masterplan richt zich op de hele onderwijsketen, van basisonderwijs tot en met het wetenschappelijk onderwijs. Het Masterplan bèta en techniek wordt uiterlijk 7 februari aan het kabinet aangeboden. Ook het bedrijfsleven kan een rol spelen door bijvoorbeeld arbeidsmarktrelevante opleidingen aantrekkelijker te maken door private excellentiebeurzen beschikbaar te stellen en door te investeren in publiekprivate samenwerking, zoals de Centra voor Innovatief vakmanschap en de Centres of Expertise. Waar het scholing betreft zouden vanuit werkgevers- en werknemerskant de O&O fondsen kunnen worden betrokken. De overheid kan hier een aanvullende bijdrage leveren, bijvoorbeeld door aanpassen van publieke bekostiging (zodat investeren in arbeidsmarktrelevante opleidingen aantrekkelijker wordt) en of - naar analogie van RenD-samenwerking met de RDA+onderwijssamenwerking fiscaal te faciliteren. Internationale agenda s De Nederlandse export is binnen en buiten de topsectoren sterk gericht op de Europese Unie. Deze positie moet worden veiliggesteld en versterkt, maar bovenal uitgebouwd, mede gelet op de ontwikkelingen in Europa, door een sterke expansie op opkomende markten buiten de EU. Overigens zijn voor delen van onze economie bijvoorbeeld de Aziatische markten al dominant. Dit zal als leidraad gelden voor de internationale agenda s die in het voorjaar van 2012 worden opgeleverd. In deze agenda s zullen we ook in ingaan op de koppeling met het OS instrumentarium. Zo hebben de topsectoren Agro&Food, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen en Water voorstellen voor projecten in het buitenland (daarbij wordt gedacht aan pilots in India, Rusland, Vietnam, Afrika, bijvoorbeeld Ethiopië, Zuid Afrika en Beijing) waarvoor dit instrumentarium ingezet zou moeten worden. De topteams kijken uit naar de activiteiten van de regiegroep ter versterking van het vestigingsklimaat. Bijzondere aandacht vragen we daarbij voor de mogelijkheid om buitenlandse kennismigranten aan te trekken en het behoud van een concurrerend fiscaal klimaat. 4

Tot slot De nadruk ligt in deze fase op de innovatiecontracten, de HCA s en de internationale agenda s. De punten die in deze brief staan verwoord zijn belangrijke punten om het enthousiasme dat de afgelopen maanden is losgekomen ook vast te houden en vragen om stevige besluiten van dit kabinet. Het topsectorenbeleid gaat bovendien om integraal beleid. Het gaat om de verschillende facetten die de vestigingsplaats van een onderneming bepalen. Dit gaat natuurlijk om een excellente kennisinfrastructuur en een stimulerend innovatieklimaat waar de innovatiecontracten en de HCA s nieuwe impulsen voor geven. over gaan, Daarnaast zijn meer zaken van belang, van regulering op productmarkten (nationaal en Europees) tot het infrastructuurbeleid, van het arbeidsmarktbeleid tot de overheid als launching customer en van het exportkrediet (verzekerings)instrumentarium tot de fiscaliteit. We kijken uit naar de uitwerking van de beleidsinitiatieven op deze terreinen die in de Bedrijfslevenbrief zijn aangekondigd. Hoogachtend, De voorzitters van de topteams, (w.g.) Drs. C.C. t Hart Topsector Agrofood (w.g.) Drs. L.M.L.H.A. Hermans Topsector Tuinbouw (w.g.) Ing. A.H. Lundqvist Topsector High Tech (w.g.) Dr.ir. M.A.M. Boersma Topsector Energie (w.g.) Drs. L. van Wijk Topsector Logistiek (w.g.) Mr. V. van der Chijs Topsector Creatieve Industrie (w.g.) Dr. R.W. van Leen MBA Topsector Life Sciences (w.g.) Ir. R. Willems Topsector Chemie (w.g.) Drs.ing. J.Bout Topsector Water (w.g.) Drs. S. van Keulen Topsector Hoofdkantoren Een afschrift van deze brief sturen wij naar de voorzitter van VNO-NCW en de voorzitter van MKB Nederland. 5