Personeelsmonitor Gemeenten 2014



Vergelijkbare documenten
Personeelsmonitor GEMEENTEN

Personeelsmonitor 2011 Samenvatting

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Personeelsmonitor GEMEENTEN

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Monitor gemeenten 2012

Personeelsmonitor Gemeenten 2015

Monitor gemeenten 2012

Personeelsmonitor Gemeenten 2018

Monitor gemeenten Personeel in Perspectief

Monitor gemeenten Personeel in Perspectief

Monitor gemeenten Personeel in Perspectief

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Sociaal jaarverslag 2012

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

Sociaal Jaarverslag. P&O de Kempen juni 2016

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Personeelsmonitor Decentrale overheidssectoren

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014

ontvangen - 6 JULI 17

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Sociaal Jaarverslag Wageningen University & Research 2016

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Aantal medewerkers West-Brabant

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

SOCIAAL JAARVERSLAG 2010

Personeelsmonitor Decentrale overheidssectoren

Gemeente Nijmegen in cijfers Sociaal Jaarverslag 2013

Sociaal jaarverslag Regio Gooi en Vechtstreek

SOCIAAL JAARVERSLAG 2013

Gegevensdefinities en berekeningen. Personeelsmonitor Gemeenten 2014

Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013

Inleiding Jaarlijks wordt het sociaal jaarverslag opgemaakt waarmee verantwoording wordt afgelegd over de gemeentelijke bedrijfsvoering.

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Gemeente Nijmegen in cijfers Sociaal Jaarverslag 2015

Gemeente Nijmegen in cijfers Sociaal Jaarverslag 2014

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

Kortetermijnontwikkeling

Jaarrapportage Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

Ziekteverzuim. Personeelsmonitor Gemeenten 2015

Sociaal jaarverslag 2015

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Sociaal Jaarverslag 2013

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Personeelsgegevens. Totaal aantal medewerkers

Sociaal jaarverslag Personeelsbestand Medezeggenschap

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

Verdeling volgens geslacht binnen de KBC Groep

Sociaal Jaarverslag Milieudienst West-Holland

Sociaal jaarverslag 2017

Gemeente Nijmegen in cijfers Sociaal Jaarverslag 2017

koef lits NIEUWJAARSRECEPTIE: Het bestuursbureau wenst jullie een Zalig Kerstfeest en een Voorspoedig 2016

Feitelijke informatie In de bijlage treft u het sociaal jaarverslag over 2015 aan. Dit betreft een cijfermatige analyse van de gegevens over 2015.

Gemeente Nijmegen in cijfers Sociaal Jaarverslag 2016

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Vragenlijst Personeelsmonitor Gemeenten 2011

Arbeidsmarktanalyse Elektrotechnische detailhandel Chantal Nijhuis/Wilco Brinkman april en oktober 2014

Vernet Health Ranking. Verzuim in de branche. Ontwikkeling van verzuim. Gemiva-SVG Groep. Vernet-ID Gehandicaptenzorg

GEMEENTE WEERT. Strategisch personeelsbeleid

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Personeelsplanning 2017

Sociaal Jaarverslag 2011

VROUWEN EN MANNEN BIJ AKZO NEDERLAND

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Gegevensdefinities en berekeningen. Personeelsmonitor Gemeenten 2015

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

RAPPORT HR-monitor 2016

Analyse instroom

Meten = Weten Inventarisatie van leeftijdsgerelateerde personeelscijfers in uw onderneming

Kengetallen Mobiliteitsbranche

6,5. Vernet Viewer Q Voorbeeldviewer. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

Bedrijfsscan Arbeidsmarktmonitor Metalektro tweede helft 2015

HR Monitor Sector Waterschappen in Beeld

Een doorkijk in het personeelsbestand van het Rijk Wat vertellen de cijfers?

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Wachtdagen en ziekteverzuim

Sociaal Jaarverslag 2012

M Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Transcriptie:

Personeelsmonitor Gemeenten 2014

leeswijzer De Personeelsmonitor 2014 is enigszins veranderd ten opzichte van eerdere jaargangen. In plaats van een uitgebreid rapport is er dit jaar gekozen voor een meer beknopte publicatie bestaande uit highlights, een samenvatting en een tabellenboek. Naast dit digitale rapport is er een aantal factsheets samengesteld met daarin de belangrijkste kengetallen per gemeentegrootteklasse op een rij. Meer informatie over berekeningen en definities is te vinden in het Gegevenswoordenboek. Tot slot zijn de belangrijkste tabellen en figuren uit de Personeelsmonitor via de website van A+O fonds gemeenten beschikbaar. 2

Inhoud Highlights 5-7 Samenvatting 8-14 Tabellen en figuren 15-67 1 Formatie en bezetting 20-30 2 Instroom, doorstroom, uitstroom 31-45 3 Ziekteverzuim 46-50 4 Externe inhuur 51-52 5 Opleiding en ontwikkeling 53-55 6 Bezuinigingen en gevolgen voor de bezetting 56-59 7 Strategische Personeelsplanning 60-61 8 Primaire arbeidsvoorwaarden 62-65 9 Effecten decentralisatie en professionalisering 66-68 BijlageN 69-70 Bijlage 1 Responsverantwoording 69 Bijlage 2 Methodiek wijziging Personeelsmonitor 2014 70-71 Colofon 72 3

4

Ziekteverzuim % freq 0-verzuim 5,2% 5,3% 1,16 1,47 40% 34% 2014 2010 het verzuimpercentage is vrijwel gelijk gebleven terwijl de meldingsfrequentie is gedaald en het 0-verzuim is gestegen gemiddelde leeftijd ruim 48 jaar slechts 11% is jonger dan 35 jaar ruim 30% is ouder dan 60 jaar bezetting is in 5 jaar met bijna 12% afgenomen met 21.120 naar 157.980 personen met 18.690 naar 130.030 fte instroom jongeren (<35 jr) ouderen(>55 jr) 36% uitstroom 18% jongeren (<35 jr) ouderen(>55 jr) binnen 5 jaar zien gemeenten Abraham 50 13% 52% 47,5 48,1 46,9 46,3 45,8 2010 2011 2012 2013 2014 50 jaar 49 jaar 48 jaar 47 jaar 46 jaar 45 jaar 44 jaar verwachtingen brengen licht aan het einde van de tunnel groei opleidingsbudget daling bezuinigingen bezetting zal gelijk blijven 5

highlights Weinig lichtpunten op de gemeentelijke arbeidsmarkt... Al ruim drie jaar zit de gemeentelijke arbeidsmarkt op slot. Daar is in 2014 geen verandering in gekomen. Eigenlijk geldt er al een aantal jaar een vacaturestop die de instroom van nieuwe medewerkers zo goed als onmogelijk maakt. De onzekere economische vooruitzichten en bezuinigingen bij gemeenten hebben ervoor gezorgd dat veel mensen voor zekerheid kiezen, waardoor vrijwillige uitstroom sterk is teruggelopen. Ondanks de grote decentralisaties en veranderingen waar gemeenten mee te maken hebben en die van invloed zijn op de competenties, kennis en vaardigheden die medewerkers van gemeenten nodig hebben, zijn er weinig tot geen tekenen van herstel te bespeuren. De belangrijkste trends in de opbouw van de gemeentelijke bezetting blijven vergrijzing en ontgroening. De opbouw van de populatie wordt een steeds belangrijkere factor en het wordt ook steeds ingewikkelder om hier op bij te sturen. Gemeente ziet Abraham De gemiddelde leeftijd ligt inmiddels boven de 48 jaar en als deze ontwikkeling zich doorzet, ziet de gemeentelijke bezetting binnen vijf jaar Abraham. Er werkten in 2014 meer medewerkers van 60 jaar of ouder bij gemeenten dan medewerkers onder de 35 jaar. Als er gesproken wordt over de instroom van jongeren, dan hebben we het feitelijk over de leeftijdscategorie 30-35 jarigen. De gemiddelde leeftijd van de instroom is 40 jaar. Abraham 50 Eén van de instrumenten om hier iets aan te doen is het generatiepact. De recente oproep in de CAO om een dergelijk pact af te sluiten heeft in 2014 bij enkele gemeenten gehoor gevonden. Ook het aanbod van werkervaringsplaatsen voor jongeren, een andere manier om hier iets aan te doen, was in 2014 te klein om een verschil te maken. 6

Personeelsopbouw zit lager verzuimpercentage in de weg Een andere plaats waar de opbouw van de populatie een rol begint te spelen, is bij het ziekteverzuim. Ondanks een sterk gedaalde verzuimfrequentie en een toename van het nulverzuim is het verzuimpercentage in de afgelopen jaren nauwelijks veranderd. Dat komt omdat het langdurig verzuim, van meer dan een jaar, onverminderd hoog blijft. Dat wordt dan weer veroorzaakt door het grote aandeel oudere medewerkers in de bezetting. Bij deze groep speelt langdurige ziekte een grote rol. Gemeenten maken werk van hun personeelsbeleid Aan de vergrijsde populatie zitten twee kanten. Aan de ene kant levert dit knelpunten op voor de bedrijfsvoering, zoals hierboven geschetst bij het ziekteverzuim of in oplopende salariskosten. Aan de andere kant wijzen de cijfers erop dat gemeenten oog hebben voor het belang van werkzekerheid voor haar medewerkers. Ze voldoen daarbij ook aan de wens van het kabinet om medewerkers langer te laten doorwerken. Daarnaast blijken gemeenten goed in staat om bezuinigingen en reorganisaties intern op te lossen. Het aantal gedwongen ontslagen is nihil en er wordt veel werk gemaakt van de mobiliteit en flexibiliteit van medewerkers. En met succes want de interne mobiliteit is opgelopen. Opvallend hierbij is dat de opleidingskosten die door gemeenten gemaakt worden slechts licht stijgen. Gezien de inspanningen die gemeenten moeten leveren op het gebied van de drie decentralisaties en de invulling van nieuwe rollen die gevraagd worden, ligt een grotere stijging van deze uitgaven voor de hand. Dat dit niet gebeurt kan betekenen dat opleiding en training vaak met gebruik van eigen middelen en on-the-job plaatsvindt. Het kan ook betekenen dat gemeenten externe kennis inhuren. Vooruitblik Er is een begin gemaakt met het aanpakken van de grootste opgaven voor gemeenten: Decentralisaties, bezuinigingen en reorganisaties. Maar van een gezonde ontwikkeling van het personeelsbestand is voorlopig nog geen sprake. Met name ook de interne organisatie van gemeenten zal de komende jaren veel aandacht vragen. Voor de decentralisaties geldt dat er wel een transitie heeft plaatsgevonden maar nog geen transformatie. Voor de komende jaren blijft de scheve personeelsopbouw het grootste zorgpunt. Aan de ene kant moet alles op alles gezet worden om een eind te maken aan de vacaturestop. Aan de andere kant zijn investeringen in het huidige personeel met aandacht voor mobiliteit, flexibiliteit en persoonlijke ontwikkeling van cruciaal belang om de dienstverlening van gemeenten op peil te houden. 7

In 2014 werkten in totaal 158.000 personen bij gemeente, 3,5 procent minder dan in 2013 samenvatting Nederland kende in 2014 403 gemeenten 1. Gezamenlijk waren er bij deze gemeenten 157.980 personen werkzaam, gemeten op 31 december 2014. Daarmee is de bezetting met 3,5 procent gedaald ten opzichte van een jaar eerder (31 december 2013). De daling van de bezetting is zichtbaar in alle gemeentegrootteklassen. De daling was het grootst voor gemeenten met meer dan 100.000 inwoners (excl. G4), namelijk 4,4 procent. De drie belangrijkste manieren zijn: het selectief vervullen van vacatures, het bevorderen van de uitstroom van ouderen, en een (gedeeltelijke) vacaturestop. De bezetting daalt sinds 2009, maar de snelheid van afname is de afgelopen jaren toegenomen 8 68 procent van de gemeenten die in 2014 te maken hebben gehad met bezuinigingen, geeft aan dat de bezuinigingen gevolgen hebben gehad voor de bezetting Evenals in 2013, betekent de daling van de bezetting in 2014 niet in alle gevallen ook daadwerkelijk een verlies van de werkgelegenheid. Zo nam de bezetting bij verschillende gemeenten af als gevolg van privatisering of verzelfstandiging. Desondanks geeft 79 procent van de gemeenten aan dat er in 2014 sprake was van bezuinigingen. Hiervan geeft vervolgens bijna 68 procent te kennen dat deze bezuinigingen hebben geleid tot een daling van de bezetting. Ook is aan gemeenten gevraagd op welke manieren zij in 2014 de bezetting hebben teruggebracht. 1 In de Personeelsmonitor 2014 wordt echter uitgegaan van 393 ambtelijke organisaties. Meer informatie hierover in bijlage 2. De bezetting bij gemeenten daalt al sinds 2009. In dat jaar werkten er nog ruim 179.000 personen bij alle gemeenten in Nederland. In de periode 2009-2014 is de afname in totaal bijna 12 procent. De mate waarin de bezetting daalt is de afgelopen jaren wel toegenomen. Zo daalde in 2010 de bezetting met 1,4 procent. In 2013 is dat opgelopen tot 3,3 procent en in 2014 daalde de bezetting met 3,5 procent. 54 procent van de gemeenten verwacht volgend jaar een gelijke of grotere formatie Aan gemeenten is gevraagd wat hun verwachting is ten aanzien van de formatie in het komende jaar. 46 procent van de gemeenten verwacht dat de formatie lager zal uitvallen. Toch denkt ook 20 procent dat de formatie het komende jaar hoger uitvalt, terwijl 34 procent een gelijkblijvende formatie verwacht.

Bijna 40 procent van de gemeentelijke bezetting zit in salarisschaal 7 t/m 9 - het aandeel in schaal 10 of hoger neemt toe Op 31 december 2014 zat een groot deel van de gemeentelijke bezetting (40 procent) in salarisschaal 7 t/m 9. Sinds 2010 neemt het aandeel gemeenteambtenaren in schaal 7 t/m 9 echter af en vindt er een verschuiving plaats naar de salarisschalen 10 en hoger. Zo zat eind 2014 32 procent van de bezetting in schaal 10 t/m 12 en 5 procent van de bezetting in schaal 13 en hoger. In 2010 waren deze percentages 30 en 5 procent. Gemiddelde leeftijd gemeenteambtenaren stijgt snel Een trend die al jaren zichtbaar is, is de vergrijzing van de gemeentelijke bezetting. De gemiddelde leeftijd van de gemeenteambtenaar is de afgelopen jaren dan ook toegenomen. In 2010 was de gemiddelde leeftijd nog 45,8 jaar en is in 2014 gestegen naar 48,1 jaar. Dit komt onder andere doordat het aandeel personen jonger dan 35 jaar in de bezetting afneemt. In 2014 was dit aandeel 11 procent, in 2013 was dit nog 13 procent. Als deze trend zo doorzet, dan passeert de gemiddelde leeftijd nog voor 2020 de grens van 50 jaar. Wat verder opvalt is dat ten opzichte van 2010 het aantal mannen onder gemeenteambtenaren is gedaald met 13,5 procent. Het aantal vrouwen daalde in die periode met 7,2 procent. Dit resulteert in een groeiend aandeel van vrouwen binnen de gemeentelijke bezetting. Eind 2014 was dit aandeel 49 procent, vergeleken met 47 procent in 2010. Het gemiddelde bruto salaris is in 2014 gestegen met 0,7 procent tot 3.039 De verschuiving naar de hogere salarisschalen heeft er toe geleid dat het gemiddelde bruto maandsalaris van gemeenteambtenaren (exclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering en ongecorrigeerd voor deeltijd) de afgelopen jaren is gestegen. Eind 2010 was het gemiddelde bruto maandsalaris nog 2.832, eind 2014 is dit gestegen tot 3.039. Vergeleken met eind 2013 betekent dat een stijging van 0,7 procent. Deze stijging wordt deels veroorzaakt door een cao-verhoging. De hoge gemiddelde leeftijd van de gemeenteambtenaar is ook terug te zien in het aandeel medewerkers dat in de eindschaal (hoogste periodiek van de salarisschaal) zit. Het aandeel eindschalers is in 2014 gestegen. Eind 2014 was dit aandeel 78 procent. 9

Instroompercentage daalt verder naar 3,5 procent In 2014 was het gemiddelde instroompercentage voor alle gemeenten 3,5 procent. In 2013 was dit nog 4,1 procent. Weliswaar was er in 2013 sprake van een lichte stijging van het instroompercentage, maar over een langere periode bezien daalt de instroom al sinds 2010. Toen bedroeg het instroompercentage 7,1 procent. Deze trend doet zich in principe in alle gemeentegrootteklassen voor. Instroom jongeren tot 25 jaar daalt en de gemiddelde leeftijd van de instroom is 40 jaar Een mogelijkheid om het tij van de vergrijzende bezetting te keren, is door jongeren te laten instromen. Uit de cijfers blijkt echter dat de instroom van jongeren in de gemeentelijke bezetting juist zeer beperkt is. Weliswaar steeg het aandeel 25- tot 35-jarigen in de instroom in 2014 licht, het aandeel personen jonger dan 25 jaar in de instroom nam juist af. 41 procent van de instroom in 2014 was 45 jaar of ouder. Hierdoor was de gemiddelde leeftijd van de instroom in 2014 ruim 40 jaar (evenals in 2013). 39 procent van de gemeenten heeft geen specifiek beleid om de instroom van jongeren te bevorderen Aan gemeenten is gevraagd of zij een specifiek werving- en selectiebeleid gebruiken om de instroom van jongeren te bevorderen. 39 procent van de gemeenten laat weten geen specifiek beleid te hebben op dit gebied. Bovendien kennen gemeenten de nodige belemmeringen bij het werven van jongeren. De belangrijkste belemmeringen zijn dat er geen vacatures zijn voor starters, bezuinigingen, een gebrek aan interesse onder jongeren, een gebrek aan werkervaring/kennis en te weinig inwerkcapaciteit. Uit de cijfers blijkt verder dat 96 procent van de gemeenten geen generatiepact heeft, een instrument dat bedoeld is om in- en doorstroom te bevorderen bij gemeenten. Het is afhankelijk van de personeelsopbouw van een gemeente of dit een zinvol instrument is. Verder heeft 28 procent van de gemeenten trainees in dienst. Het merendeel van de gemeenten biedt studenten de gelegenheid om binnen hun organisatie stage te lopen. De uitstroom daalt naar 5,3 procent in 2014, maar is nog altijd 1,8 procentpunt hoger dan de instroom In 2014 stroomde 5,3 procent van de gemeenteambtenaren uit. Aan gemeenten is gevraagd naar de redenen van uitstroom. 24 procent van de bezetting stroomt uit als gevolg van vrijwillig ontslag. Eveneens 24 procent stroomt uit vanwege leeftijd- of ouderdomspensioen. 14 procent van de uitstroom komt door verzelfstandiging of privatisering. Doordat de uitstroom hoger is dan de instroom, neemt de gemeentelijke bezetting af. Met andere woorden, de uitstromende medewerkers worden slechts ten dele vervangen door nieuwe instroom. Uit de kenmerken van de uitstroom blijkt dat gemeenten het lastig vinden om jongeren vast te houden. 31 procent van de uitstroom is namelijk jonger dan 35 jaar. 10

Dit komt ook doordat jongeren vaker een tijdelijke aanstelling hebben dan hun oudere collega s. Echter in vergelijking met eerdere jaren is het aandeel jongeren in de uitstroom wel sterk gedaald. In 2010 was dit aandeel namelijk 47 procent. In 2014 steeg de doorstroom naar 4,4 procent De doorstroom betreft medewerkers die van functie en/of afdeling zijn veranderd. In 2014 was het doorstroompercentage voor alle gemeenten 4,4 procent. Dat is 0,7 procentpunt meer dan in 2013. Naar gemeentegrootteklasse bezien zijn echter behoorlijke verschillen zichtbaar. Zo nam voor gemeenten met minder dan 10.000 inwoners het doorstroompercentage sterk af: van 6,1 procent in 2013 tot 1 procent in 2014. De G4 kende in 2014 het hoogste doorstroompercentage, namelijk 7,5 procent. In 2013 was dat percentage nog 3,5 procent. De stijgende doorstroom laat zien dat gemeenten er steeds beter in slagen om zittend personeel te mobiliseren. Dit blijkt ook uit het feit dat 52 procent van de vervulde vacatures wordt ingevuld met interne kandidaten. Dit wordt voor een deel verklaard door het feit dat gemeenten er vanaf 2015 taken bij krijgen. Het betreft decentralisaties in het sociaal domein op het gebied van Werk, Jeugdzorg en AWBZ, de zogenaamde 3 decentralisaties. In de Personeelsmonitor 2014 is aan gemeenten gevraagd of zij deze decentralisaties zelf hebben ingevuld of dit hebben uitbesteed. Een ruime meerderheid van gemeenten (63 procent) geeft aan voor een mix gekozen te hebben. Een vijfde van de gemeenten heeft het zelf ingevuld (dat wil zeggen met eigen personeel). De gemiddelde opleidingsuitgaven per medewerker stijgen De gemiddelde opleidingsuitgaven per medewerker zijn in 2014 gestegen en bedroegen gemiddeld 965 per medewerker. Bij de gemeenten met 50.000-100.000 inwoners is het bestede bedrag per medewerker aan opleidingen het meest gestegen. Evenals voorgaande jaren lagen de bestede opleidingsuitgaven wel onder het begrote budget. Dit geldt voor alle gemeentegrootteklassen. De belangrijkste redenen waarom het bestede opleidingsbedrag lager ligt dan begroot zijn: opleidingen zijn geannuleerd of doorgeschoven, werkdruk/te weinig tijd en minder belangstelling/ behoefte aan complete opleidingen (meer behoefte aan 11

actualiteitendag of korte cursus). De bestede opleidingskosten bedragen gemiddeld 1,8 procent van de loonsom van de gemeenten in 2014. De opleidingskosten als percentage van de loonsom zijn daarmee stabiel gebleven. Ruim 60 procent van de gemeenten verwacht dat in de komende jaren de uitgaven aan opleidingen ongeveer gelijk zullen blijven. 64 procent van de gemeenten voert geen SPP-beleid In vergelijking met 2012 zijn er bij gemeenten weinig vorderingen te zien op het gebied van strategische personeelsplanning (SPP). Uit het onderzoek blijkt dat een meerderheid van 64 procent van de gemeenten niet bezig is met de uitvoering van SPP. Van deze groep heeft 48 procent wel plannen om aan de slag te gaan met SPP of is er beleid, maar is er nog geen uitvoering. Bij de overige 16 procent staat SPP helemaal niet op de agenda. Belangrijkste barrières om met SPP aan de slag te gaan zijn gebrek aan gezamenlijk beeld/ inzicht, tijdgebrek en onduidelijkheid over aanwezige kwaliteit. Bij de overige 36 procent van de gemeenten is men wel bezig met SPP en bij de helft van die groep zijn ook al de eerste resultaten bekend. Van de gemeenten die daadwerkelijk met SPP aan de slag zijn, is een derde bezig om met HR-instrumenten de juiste medewerkers op de juiste plek te krijgen of zelfs al aan het evalueren. Belangrijkste resultaten van SPP zijn inzicht in kwaliteit, bewustwording en interne mobiliteit. De omvang van de externe inhuur al vier jaar stabiel In 2014 besteedden gemeenten 11 procent van de loonsom aan externe inhuur. Daarmee blijft de omvang van de externe inhuur voor het vierde jaar op rij vrijwel stabiel. In 2013 waren de relatieve uitgaven aan externe inhuur het hoogst in gemeenten met 100.000 of meer inwoners (excl. G4; 14 procent). Het laagst waren deze voor de G4 en gemeenten met minder dan 10.000 inwoners (9 procent). In 2014 maakte inhuur ter ondersteuning van de bedrijfsvoering 53 procent uit van de externe inhuur. In 2013 was dit aandeel 66 procent. Het aandeel aan beleidsgevoelige en beleidsondersteunende externe inhuur stijgt van 34 naar 47 procent. Binnen de beleidsondersteunende inhuur is het aandeel ICT het grootst. Binnen de beleidsgevoelige externe inhuur is het aandeel beleidsadvies met 10 procent het grootst. De uitgaven aan inhuur ter ondersteuning van de bedrijfsvoering kunnen onderverdeeld worden in uitgaven aan uitzendkrachten en overige inhuur. Het aandeel van uitzendkrachten was in 2013 34 procent van de externe inhuur. In 2014 stijgt dit naar 39 procent. Ziekteverzuim blijft stabiel in 2014 In 2014 lag het ziekteverzuimpercentage bij alle gemeenten op 5,1 procent. Daarmee bleef het ziekteverzuimpercentage redelijk stabiel. Naar gemeentegrootteklasse bezien bleef het ziekteverzuimpercentage vrijwel in alle klassen stabiel. 12

Uitzondering hierop vormen gemeenten met minder dan 10.000 inwoners en gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners. In die gemeentegrootteklassen daalde het ziekteverzuimpercentage in 2014 naar respectievelijk 3,8 procent en 4,8 procent. De G4 kenden in 2014 wederom het hoogste ziekteverzuimpercentage (5,9 procent), het laagst was dit bij gemeenten met minder dan 10.000 inwoners (3,8 procent). Ziekteverzuim blijft boven landelijk gemiddelde Het gemeentelijk verzuimpercentage is de afgelopen vijf jaar nauwelijks veranderd. Dat geldt ook voor het landelijk verzuimpercentage. Het verzuim bij gemeenten ligt 1,3% boven het landelijk verzuimpercentage (3,8 procent). In de landelijke cijfers zitten echter relatief veel kleine organisaties (<100 medewerkers) met een laag ziekteverzuim. De verzuimcijfers van gemeenten bevatten echter relatief veel grote organisaties (>100 medewerkers). Als de landelijke ziekteverzuimcijfers worden uitgesplitst naar organisatiegrootte, dan blijkt dat het ziekteverzuim bij gemeenten nog altijd hoger ligt dan landelijk. Het verschil wordt echter wel kleiner. Het ziekteverzuim van gemeenten ligt dan 0,5 procentpunt boven het ziekteverzuimpercentage van grote organisaties (>100 medewerkers). Positieve verschuivingen in indicatoren van ziekteverzuim Op het moment dat het ziekteverzuim wordt uitgesplitst naar verzuimduur (kort, middellang, lang en extra lang) dan ontstaan er verschuivingen. Zo nam het kort en middellang verzuim af in 2014. Ook is het nulverzuim, het aandeel van de gemeentelijke bezetting dat zich niet heeft ziek gemeld, in 2014 gestegen van 34 naar 40 procent. Tot slot is het gemiddeld aantal keer dat gemeenteambtenaren zich ziekmelden gedaald van 1,34 naar 1,14. Langdurig verzuim blijft wel aandachtspunt Ondanks de daling in het kort en middellang verzuim, steeg het lang en extra lang verzuim. De oorzaak hiervan ligt in de ouder wordende bezetting. Gemiddeld genomen melden oudere werknemers zich minder vaak ziek, maar als ze zich ziek melden dan is het vaak voor een langere tijd. Gezien de almaar stijgende gemiddelde leeftijd van de gemeentelijke bezetting betekent dat voor gemeenten dat zij relatief gezien vaker te maken hebben met langdurig zieken en dat maakt het moeilijker om het ziekteverzuimpercentage te verlagen. 13

14

tabellen en figuren 1 FORMATIE EN BEZETTING (P. 20-30) Figuur 1.1 Gemeentelijke bezetting in personen naar gemeentegrootteklasse in 2014, in procenten Tabel 1.1 Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting in personen en fte s in 2009 tot en met 2014* Figuur 1.2 Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting in personen naar gemeentegrootteklasse in 2010 tot en met 2014 Tabel 1.2 Ontwikkeling van het aantal fte s per 1.000 inwoners naar gemeentegrootteklasse in 2010 tot en met 2014 Tabel 1.3 Procentuele verandering van de gemeentelijke bezetting in personen per jaar in 2010 tot en met 2014 Tabel 1.4 Gemeentelijke bezetting in personen naar geslacht en naar gemeentegrootteklasse in procenten in 2010 en 2014 Tabel 1.5 Het aantal mannen en vrouwen naar gemeentegrootteklasse in 2014 Tabel 1.6 Het aantal voltijders en deeltijders in personen naar gemeentegrootteklasse in procenten in 2010 en 2014 Tabel 1.7 Het aantal voltijders en deeltijders naar gemeentegrootteklasse in 2014 Tabel 1.8 Gemeentelijke bezetting in personen naar leeftijdsklasse en gemeentegrootteklasse in procenten in 2014 Figuur 1.3 Landelijke werkzame beroepsbevolking en de gemeentelijke bezetting in personen naar leeftijdsklasse in procenten in 2014 Figuur 1.4 Gemeentelijke bezetting naar leeftijd en geslacht in personen in 2010 en 2014 Tabel 1.9 Gemeentelijke bezetting naar leeftijdscategorie in 2010 en 2014 Figuur 1.5 Gemiddelde leeftijd van de bezetting (figuur links) en het percentage personen jonger dan 35 jaar en ouder dan 55 jaar van de bezetting (figuur rechts) in 2010 tot en met 2014 Tabel 1.10 Gemeentelijke bezetting in personen en aantal dienstjaren binnen de gemeente en gemeentegrootteklasse in procenten in 2014 Tabel 1.11 Gemeentelijke bezetting in fte naar soort aanstelling en gemeentegrootteklasse in procenten in 2010 en 2014 Tabel 1.12 Meest voorkomende en gebruikte flexibele contractvormen bij gemeenten in procenten in 2014 Figuur 1.6 Verdeling gemeenten op basis van het uitgevoerde beleid ten aanzien van het flexibele deel van de bezetting, in procenten in 2014 Figuur 1.7 Verdeling tussen vaste en flexibele bezetting in gemeenten, in procenten in 2014, naar gemeentegrootteklasse Tabel 1.13 Aantal leidinggevenden per 100 medewerkers naar gemeentegrootteklasse, 2010 tot en met 2014 Tabel 1.14 Percentage vrouwelijke leidinggevenden naar gemeentegrootteklasse, 2010 tot en met 2014 Tabel 1.15 Aantal werkervaringsplekken en aanstellingen (contract van minimaal 1 jaar) voor jongeren tot 27 jaar, uitgedrukt per 100 medewerkers in 2014, naar gemeentegrootteklasse Tabel 1.16 percentage gemeenten met trainees in dienst en totaal aantal trainees dat in het betreffende jaar begonnen is (absoluut, gewogen) naar gemeentegrootteklasse in 2013 en 2014 Tabel 1.17 Percentage stagiairs naar opleidingsniveau en gemeentegrootteklasse in 2014 Tabel 1.18 Aantal stageplekken bij gemeenten, in procenten van de bezetting, in 2014 15

2 INSTROOM, DOORSTROOM, UITSTROOM (P. 31-45) Figuur 2.1 Instroom-, doorstroom- en uitstroompercentage in 2010 tot en met 2014 Figuur 2.2 Instroompercentage alle gemeenten (lijndiagram) en naar gemeentegrootteklasse (tabel) in procenten in 2010 tot en met 2014 Tabel 2.1 Kenmerken van de instroom in procenten in 2010 tot en met 2014 Tabel 2.2 Aantal openstaande vacatures in aantal fte s naar gemeentegrootteklasse, peildatum 31 december 2013 en 2014 Tabel 2.3 top 5 functiegebieden met het grootste aantal vacatures en top 5 functiegebieden waarin vacatures moeilijk vervulbaar waren in 2014 (tussen haakjes posities in 2013) Tabel 2.4 Verdeling aantal vervulde vacatures naar intern en extern, in procenten naar gemeentegrootteklasse in 2014 Tabel 2.5 Kanalen gebruikt voor werven nieuwe medewerkers en de effectiviteit van deze kanalen, aantal gemeenten in procenten in 2010 en 2014 Tabel 2.6 Welke onderdelen van hun werving-en selectiebeleid hebben gemeenten gebruikt om de instroom van jongeren te bevorderen, in procenten in 2014 Tabel 2.7 Top 5 belemmeringen bij het werven van jongeren in 2014 Tabel 2.8 Aantal gemeenten met generatiepact en de vorm van het generatiepact in procenten Figuur 2.3 Doorstroompercentage alle gemeenten (lijndiagram) en naar gemeentegrootteklasse (tabel) in procenten in 2010 tot en met 2014 Tabel 2.9 zijn er afspraken gemaakt om loopbaanontwikkeling en vakmanschap van medewerkers te stimuleren? naar gemeentegrootteklasse, in procenten in 2014 Tabel 2.10 Top 5 meest gebruikte instrumenten om mobiliteit te bevorderen, aantal gemeenten in procenten in 2014* Tabel 2.11 Functie van regionale mobiliteitsnetwerk, aantal gemeenten in procenten in 2014 Figuur 2.4 Uitstroompercentage alle gemeenten (lijndiagram) en naar gemeentegrootteklasse (tabel) in procenten in 2010 tot en met 2014 Tabel 2.12 Top 5 belangrijkste resultaten mobiliteitsnetwerken in 2014 Tabel 2.13 Verdeling aantal personen die uitstromen naar redenen van uitstroom in procenten in 2010 tot en met 2014 Figuur 2.5 Procentuele verdeling uitstroom naar geslacht en leeftijd, 2014 Tabel 2.14 Kenmerken van de uitstroom in procenten in 2010 tot en met 2014 Tabel 2.15 Uitstroom 2014 als percentage van de bezetting 2013, naar kenmerken Tabel 2.16 Prognose uitstroom in 2015 tot en met 2019 16

3 ZIEKTEVERZUIM (P. 46-50) Figuur 3.1 Ziekteverzuimpercentage naar gemeentegrootteklasse in 2013 en 2014 Tabel 3.1 Gemeentelijke verzuimnorm en best practice per gemeentegrootteklasse in procenten in 2013 en 2014 Figuur 3.2 Ontwikkeling ziekteverzuim van gemeenten en landelijk, 2000-2014 Tabel 3.2 Verdeling ziekteverzuim naar kort, middellang, lang en extra lang verzuim naar gemeentegrootteklasse in 2014 in procenten Figuur 3.3 Opbouw verzuimpercentage in kort, middellang, lang en extra lang verzuim naar gemeentegrootteklasse in 2014 Figuur 3.4 Percentage nulverzuim per gemeentegrootteklasse in 2013 en 2014 Figuur 3.5 Meldingsfrequentie per gemeentegrootteklasse in 2013 en 2014 Figuur 3.6 Gemiddeld aantal langdurig zieken (extra lang) per 100 medewerkers naar leeftijdsklasse en geslacht in 2014 Figuur 3.7 Verdeling langdurig zieken (extra lang) en bezetting naar leeftijdsklasse en geslacht in procenten 2014 4 EXTERNE INHUUR (P. 51-52) Tabel 4.1 Uitgaven aan externe inhuur in euro s uitgedrukt in procenten van de loonsom plus externe inhuur per gemeentegrootteklasse, 2010-2014 Tabel 4.2 Verdeling van de externe inhuur naar soort inhuur in procenten, 2010-2014* 5 opleiding en ontwikkeling (P. 53-55) Tabel 5.1 Begrote en bestede opleidingskosten per medewerker naar gemeentegrootteklasse in euro s in 2012-2014 Tabel 5.2 Bestede opleidingskosten in procenten van de loonsom per gemeentegrootteklasse in 2010-2014 Tabel 5.3 Maakt het opleidingsbeleid onderscheid in specifieke doelgroepen? in procenten Tabel 5.4 Belangrijkste redenen waarom er in 2014 meer/minder is uitgegeven aan opleidingen dan begroot 6 bezuinigingen en gevolgen voor de bezetting (P. 56-59) Figuur 6.1 Verwachte ontwikkeling van de formatie in 2015 Tabel 6.1 Percentage gemeenten dat te maken heeft gehad met bezuinigingen, naar gemeentegrootteklasse in 2013 en 2014 Tabel 6.2 Is als gevolg van de bezuinigingen het aantal FTE s bij gemeenten afgenomen? Zo ja, met hoeveel? In procenten in 2014 Tabel 6.3 Top 5 belangrijkste manieren waarop de bezetting door gemeenten is teruggebracht in procenten in 2014 Tabel 6.4 Aantal boventallige medewerkers in procenten van de bezetting, naar gemeentegrootteklasse in 2014 Tabel 6.5 aantal boventallige medewerkers dat in 2014 is herplaatst (binnen of buiten de eigen gemeente) in procenten van de bezetting, naar gemeentegrootteklasse 17

7 strategische personeelsplanning (P. 60-61) Tabel 7.1 Staat Strategische Personeelsplanning op de agenda bij gemeenten? Procentuele verdeling 2013 en 2014 Tabel 7.2 Procentuele verdeling van gemeenten naar de diverse fasen in Strategische Personeelsplanning in 2012, 2013 en 2014 Tabel 7.3 Top 5 belangrijkste barrières die gemeenten tegenkomen bij de invoering van Strategische Personeelsplanning in 2014 Tabel 7.4 Top 5 resultaten van Strategische Personeelsplanning voor gemeenten in 2014 Tabel 7.5 Percentage medewerkers waarmee HR-gesprekken zijn gevoerd (plannings-, functionerings-, beoordelingsgesprek), in 2013 en 2014 8 primaire arbeidsvoorwaarden (P. 62-65) Tabel 8.1 Gemeentelijke bezetting naar salarisschaal, naar gemeentegrootteklasse, geslacht en leeftijdsklasse in procenten in 2014 Tabel 8.2 aantal medewerkers dat in de eindschaal (hoogste periodiek van de salarisschaal) zit, naar gemeentegrootteklasse in procenten in 2013 en 2014 Tabel 8.3 Ontwikkeling gemiddelde bruto maandsalaris*, naar geslacht en gemeentegrootteklasse, in euro s in 2010 tot en met 2014, gecorrigeerd/niet gecorrigeerd voor deeltijd Figuur 8.1 Bruto maandsalaris naar geslacht en leeftijd in euro s in 2014, gecorrigeerd voor deeltijd 9 effecten decentralisatie en professionalisering (P. 66-67) Tabel 9.1 Manier waarop gemeenten de 3 decentralisaties hebben ingevuld, naar gemeentegrootteklasse, in procenten in 2014 Tabel 9.2 Verdeling van de nieuwe en verdwenen functies in het kader van de 3 decentralisaties in gemeenten Figuur 9.1 Wijze waarop medewerkers worden gefaciliteerd in hun nieuwe rollen in 2014 Bijlage 1 (P. 69) Tabel bijlage 1.1 Aantal gemeenten waarvan geanonimiseerde salarisbestanden zijn gebruikt voor de Personeelsmonitor 2014 Tabel bijlage 1.2 aantal gemeenten dat deelgenomen heeft aan de enquête Personeelsmonitor 2014 en het percentage van de respons in het totaal aantal werkzame personen 18

19

1 formatie en bezetting Het aantal ambtenaren dat werkzaam is bij Nederlandse gemeenten blijft in beweging. Factoren die daar invloed op hebben zijn de pensionering van de babyboomgeneratie en de bezuinigingen bij de overheid. Maar ook processen als privatisering of verzelfstandiging hebben invloed op de bezetting van gemeenten. Om deze bewegingen te kunnen volgen, analyseert de Personeelsmonitor Gemeenten de jaarlijkse ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting en haar onderliggende kenmerken. Figuur 1.1 Gemeentelijke bezetting in personen naar gemeentegrootteklasse in 2014, in procenten Figuur 1.2 Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting in personen naar gemeentegrootteklasse in 2009 tot en met 2014 (x1.000) 0 10 20 30 40 50 60 10.000 tot 20.000 inwoners 20.000 tot 50.000 inwoners 29 8 1 23 <10.000 inwoners G4 G4 >100.000 inw. (excl. G4) 21 >100.000 inwoners (excl. G4) 50.000 tot 100.000 inwoners 18 50.000-100.000 inwoners Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI 20.000-50.000 inwoners Tabel 1.1 Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting in personen en fte s in 2009 tot en met 2014* Alle gemeenten: 2009 2010 2011 2012 2013 2014 In personen 179.100 176.650 172.620 169.360 163.780 157.980 In fte s 156.720 154.670 151.480 147.920 143.240 138.030 * De methode voor het bepalen van de gemeentelijke bezetting is in de Personeelsmonitor 2014 gewijzigd. Voor een uitgebreide uitleg van deze wijziging zie Bijlage 2. Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI 10.000-20.000 inwoners <10.000 inwoners Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI 2009 2010 2011 2012 2013 2014 20

1 formatie en bezetting Tabel 1.2 Ontwikkeling van het aantal fte s per 1.000 inwoners naar gemeentegrootteklasse in 2010 tot en met 2014 2010 2011 2012 2013 2014 Alle gemeenten 9,3 9,1 8,8 8,5 8,2 G4 17,8 17,1 16,2 15,6 14,8 >100.000 inwoners (excl. G4) 9,2 8,6 8,4 8,4 7,8 50.000 tot 100.000 inwoners 8,1 8,5 8,3 7,7 7,7 20.000 tot 50.000 inwoners 7,0 7,0 6,9 6,7 6,4 10.000 tot 20.000 inwoners 8,7 8,0 7,9 7,6 7,4 <10.000 inwoners 12,2 10,0 9,4 9,2 8,9 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI Tabel 1.3 Procentuele verandering van de gemeentelijke bezetting in personen per jaar in 2010 tot en met 2014 2010 2011 2012 2013 2014 Alle gemeenten -1,4-2,3-1,9-3,3-3,5 G4-3,8-2,9-4,4-3,3-3,9 >100.000 inwoners (excl. G4) 2,4-7,0-1,4-2,2-4,4 50.000 tot 100.000 inwoners -2,7 5,0-1,1-4,9-2,4 20.000 tot 50.000 inwoners 0,0-0,1-0,8-3,1-3,5 10.000 tot 20.000 inwoners -4,0-6,9-0,9-3,5-2,7 <10.000 inwoners -9,6-16,5-4,9-1,3-3,9 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI 21

1 formatie en bezetting Tabel 1.4 Gemeentelijke bezetting in personen naar geslacht en naar gemeentegrootteklasse in procenten in 2010 en 2014 Tabel 1.5 Het aantal mannen en vrouwen naar gemeentegrootteklasse in 2014 2010 2014 Man Vrouw Man Vrouw Alle gemeenten 53 47 51 49 G4 54 46 53 47 >100.000 inwoners (excl. G4) 52 48 51 49 50.000 tot 100.000 inwoners 53 47 50 50 20.000 tot 50.000 inwoners 53 47 51 49 10.000 tot 20.000 inwoners 54 46 50 50 <10.000 inwoners 53 47 53 47 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI Man Vrouw Alle gemeenten 81.310 76.670 G4 19.320 16.890 >100.000 inwoners (excl. G4) 17.100 16.620 50.000 tot 100.000 inwoners 14.040 13.830 20.000 tot 50.000 inwoners 23.330 22.010 10.000 tot 20.000 inwoners 6.470 6.390 <10.000 inwoners 1.050 940 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI Tabel 1.6 Het aantal voltijders en deeltijders in personen naar gemeentegrootteklasse in procenten in 2010 en 2014 Tabel 1.7 Het aantal voltijders en deeltijders naar gemeentegrootteklasse in 2014 22 2010 2014 Voltijd deeltijd Voltijd Deeltijd Alle gemeenten 59 41 58 42 G4 66 34 67 33 >100.000 inwoners (excl. G4) 58 42 59 41 50.000 tot 100.000 inwoners 59 41 57 43 20.000 tot 50.000 inwoners 56 44 54 46 10.000 tot 20.000 inwoners 54 46 52 48 <10.000 inwoners 53 47 50 50 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI voltijd Deeltijd Alle gemeenten 91.960 66.020 G4 24.210 12.000 >100.000 inwoners (excl. G4) 19.770 13.950 50.000 tot 100.000 inwoners 15.930 11.940 20.000 tot 50.000 inwoners 24.400 20.940 10.000 tot 20.000 inwoners 6.650 6.220 <10.000 inwoners 1.000 990 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI

1 formatie en bezetting Tabel 1.8 Gemeentelijke bezetting in personen naar leeftijdsklasse en gemeentegrootteklasse in procenten in 2014 <25 25-35 35-45 45-55 55-60 60> Gem. jaar jaar jaar jaar jaar jaar leeftijd Figuur 1.3 landelijke werkzame beroepsbevolking en de gemeentelijke bezetting in personen naar leeftijdsklasse in procenten in 2014 Alle gemeenten 1 10 24 34 17 14 48,1 G4 0 11 25 33 17 13 47,8 >100.000 inwoners (excl. G4) 1 10 25 34 17 14 48,2 50.000 tot 100.000 inwoners 1 10 25 33 17 14 47,9 20.000 tot 50.000 inwoners 1 10 24 35 17 14 48,2 10.000 tot 20.000 inwoners 1 11 23 35 17 13 48,1 <10.000 inwoners 1 10 21 33 19 15 48,9 Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI >60 jaar 55-60 jaar 45-55 jaar 0 5 10 15 20 25 30 35 40 Figuur 1.4 Gemeentelijke bezetting naar leeftijd en geslacht in personen in 2010 en 2014 35-45 jaar 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 2010 2014 2010 2014 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 25-35 jaar <25 jaar Landelijk werkzame beroepsbevolking Gemeenten Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI 23

1 formatie en bezetting Tabel 1.9 Gemeentelijke bezetting naar leeftijdscategorie in 2010 en 2014 V verandering in 2010-2014 2010 2014 absoluut Relatief in % Jonger dan 25 jaar 2.560 1.070-1.490-58 25 tot 35 jaar 26.190 16.250-9.940-38 35 tot 45 jaar 47.710 38.580-9.130-19 45 tot 55 jaar 58.180 53.740-4.440-8 55 tot 60 jaar 27.160 26.710-450 -2 60 jaar en ouder 14.860 21.640 6.780 46 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI Figuur 1.5 Gemiddelde leeftijd van de bezetting (figuur links) en het percentage personen jonger dan 35 jaar en ouder dan 55 jaar van de bezetting (figuur rechts) in 2010 tot en met 2014 50 jaar 36 31 49 jaar 32 48,1 27 27 47,5 28 48 jaar 24 25 46,9 24 46,3 47 jaar 45,8 20 46 jaar 18 16 15 14 45 jaar 13 14 11 44 jaar 10 2010 2011 2012 2013 2014 2010 2011 2012 2013 2014 24 Gemiddelde leeftijd bezetting Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI Percentage ouder dan 55 jaar Percentage jonger dan 35 jaar

1 formatie en bezetting Tabel 1.10 Gemeentelijke bezetting in personen en aantal dienstjaren binnen de gemeente en gemeentegrootteklasse in procenten in 2014 K korter dan 3 jaar 3 tot 10 jaar 10 jaar of meer Alle gemeenten 13 38 49 G4 13 46 41 >100.000 inwoners (excl. G4) 13 32 55 50.000 tot 100.000 inwoners 14 37 49 20.000 tot 50.000 inwoners 13 39 48 10.000 tot 20.000 inwoners 12 36 52 <10.000 inwoners 12 35 53 Gemiddelde lengte dienstverband (in jaren) 2010 2014 Landelijke beroepsbevolking 10,0 10,8 Gemeenten 10,4 11,9 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI 25

26

1 formatie en bezetting Tabel 1.11 Gemeentelijke bezetting in fte naar soort aanstelling en gemeentegrootteklasse in procenten in 2010 en 2014 2010 2014 Vast tijdelijk Vast tijdelijk Figuur 1.6 verdeling gemeenten op basis van het uitgevoerde beleid ten aanzien van het flexibele deel van de bezetting, in procenten in 2014 Alle gemeenten 93 7 97 3 G4 91 9 97 3 >100.000 inwoners (excl. G4) 92 8 97 3 50.000 tot 100.000 inwoners 93 7 97 3 20.000 tot 50.000 inwoners 94 6 96 4 10.000 tot 20.000 inwoners 94 6 95 5 <10.000 inwoners 96 4 99 1 Aantal gemeenten 233 233 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2010 en 2014, bewerking Etil/RMI Gelijk houden flexibele deel van bezetting 26 Vergroten flexibele deel van bezetting door meer medewerkers in vaste dienst op flexibele basis in te zetten 19 Tabel 1.12 Meest voorkomende en gebruikte flexibele contractvormen bij gemeenten in procenten in 2014 19 35 Meest voorkomende contractvormen Meest gebruikte contractvormen Detacheringsovereenkomsten 90 20 Payrolling 85 33 Uitzendkrachten 81 22 ZZP-ers 77 6 Aanstellingen voor bepaalde tijd 61 7 Anders 3 2 Aantal gemeenten 255 255 Verkleinen flexibele deel van bezetting Vergroten flexibele deel van bezetting door meer medewerkers op flexibele basis aan te stellen N=176, Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI 27

1 formatie en bezetting Figuur 1.7 verdeling tussen vaste en flexibele bezetting in gemeenten, in procenten in 2014, naar gemeentegrootteklasse Tabel 1.13 Aantal leidinggevenden per 100 medewerkers naar gemeentegrootteklasse, 2010 tot en met 2014 2010 2011 2012 2013 2014 G4 >100.000 inw. (excl. G4) 50.000-100.000 inwoners 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Alle gemeenten 7,2 6,9 6,6 6,1 6,2 G4 8,8 8,5 8,5 7,7 7,9 >100.000 inwoners (excl. G4) 8,4 8,3 6,9 6,1 6,3 50.000 tot 100.000 inwoners 5,6 5,6 6,4 5,4 5,1 20.000 tot 50.000 inwoners 5,2 5,4 5,1 5,2 5,3 10.000 tot 20.000 inwoners 6,1 6,1 6,0 5,8 6,0 <10.000 inwoners 7,4 7,3 7,8 7,7 8,7 Aantal gemeenten 238 310 244 253 245 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2010-2014, bewerking Etil/RMI 20.000-50.000 inwoners 10.000-20.000 inwoners Tabel 1.14 Percentage vrouwelijke leidinggevenden naar gemeentegrootteklasse, 2010 tot en met 2014 2010 2011 2012 2013 2014 <10.000 inwoners Vaste bezetting Flexibele bezetting N=163, Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI Alle gemeenten 30 31 31 31 32 G4 34 34 35 35 35 >100.000 inwoners (excl. G4) 30 32 30 34 34 50.000 tot 100.000 inwoners 31 30 31 29 32 20.000 tot 50.000 inwoners 26 25 26 28 29 10.000 tot 20.000 inwoners 21 23 25 24 25 <10.000 inwoners 21 25 28 26 20 Aantal gemeenten 238 310 244 253 245 28 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2010-2014, bewerking Etil/RMI

1 formatie en bezetting Tabel 1.15 Aantal werkervaringsplekken en aanstellingen (contract van minimaal 1 jaar) voor jongeren tot 27 jaar, uitgedrukt per 100 medewerkers in 2014, naar gemeentegrootteklasse werkervaringsplekken Aanstellingen Alle gemeenten 0,8 0,6 G4 0,4 0,5 >100.000 inwoners (excl. G4) 0,7 0,7 50.000 tot 100.000 inwoners 1,3 0,5 20.000 tot 50.000 inwoners 0,7 0,6 10.000 tot 20.000 inwoners 0,9 1,0 <10.000 inwoners 0,5 0,8 Aantal gemeenten 221 228 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI Tabel 1.16 Percentage gemeenten met trainees in dienst en totaal aantal trainees dat in het betreffende jaar begonnen is (absoluut, gewogen) naar gemeentegrootteklasse in 2013 en 2014 2013 2014 percentage gemeenten totaal aantal percentage gemeenten totaal aantal met trainees in dienst trainees begonnen met trainees in dienst trainees begonnen Alle gemeenten 23 240 28 340* G4 100 50 100 80 >100.000 inwoners (excl. G4) 50 60 59 100 50.000 tot 100.000 inwoners 37 40 50 50 20.000 tot 50.000 inwoners 27 80 26 70 10.000 tot 20.000 inwoners 10 10 17 30 <10.000 inwoners 0 0 0 0 Aantal gemeenten 215 215 242 242 * Als gevolg van afrondingsverschillen tellen de verschillende gemeentegrootteklassen niet op tot 340. Bron: Enquête Personeelsmonitor 2013 en 2014, bewerking Etil/RMI 29

1 formatie en bezetting Tabel 1.17 Percentage stagiairs naar opleidingsniveau en gemeentegrootteklasse in 2014 V vmbo MBO HBO WO Anders Alle gemeenten 7 39 39 7 7 G4 13 36 30 8 13 >100.000 inwoners (excl. G4) 1 37 48 11 3 50.000 tot 100.000 inwoners 5 50 37 6 3 20.000 tot 50.000 inwoners 5 43 42 3 7 10.000 tot 20.000 inwoners 6 40 49 3 3 <10.000 inwoners 9 38 53 0 0 N = 171, Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI Tabel 1.18 Aantal stageplekken bij gemeenten, in procenten van de bezetting, in 2014 Alle gemeenten 8 G4 8,8 >100.000 inwoners (excl. G4) 10,3 50.000 tot 100.000 inwoners 6,6 20.000 tot 50.000 inwoners 6,1 10.000 tot 20.000 inwoners 6,2 <10.000 inwoners 4,9 Aantal gemeenten 184 N = 171, Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI 30

2 instroom, doorstroom, uitstroom Er zijn drie stromen die de omvang van de gemeentelijke bezetting bepalen: de instroom, de doorstroom en de uitstroom van werknemers. De instroom bestaat uit nieuwe medewerkers die door gemeenten worden aangetrokken. De doorstroom zijn medewerkers die van functie en/of afdeling zijn veranderd. Tot slot gaat het bij de uitstroom om medewerkers die uit dienst treden bij gemeenten. In dit hoofdstuk komen al deze stromen aan bod en worden zowel de ontwikkeling als de kenmerken van de stromen beschreven. Figuur 2.1 2010 2011 2012 2013 2014 Instroom-, doorstroom- en uitstroompercentage in 2010 tot en met 2014 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 7,1 4,0 8,6 4,7 4,9 6,7 3,9 4,0 6,6 4,1 3,7 7,4 4,1 3,5 4,4 5,3 Instroompercentage Doorstroompercentage UItstroompercentage Figuur 2.2 Instroompercentage alle gemeenten (lijndiagram) en naar gemeentegrootteklasse (tabel) in procenten in 2010 tot en met 2014 Instroompercentage Alle gemeenten 8 7 6 5 4 3 2 1 0 7,1 2010 2011 2012 2013 2014 Alle gemeenten 7,1 4,7 3,9 4,1 3,5 G4 9,2 4,1 2,9 3,3 3,0 >100.000 inwoners (excl. G4) 6,7 4,3 3,9 5,7 3,2 50.000 tot 100.000 inwoners 6,1 4,3 3,7 3,9 4,1 20.000 tot 50.000 inwoners 6,6 5,4 4,6 3,8 3,6 10.000 tot 20.000 inwoners 6,7 5,5 4,5 4,0 4,3 <10.000 inwoners 5,3 6,9 4,7 4,1 3,1 4,7 3,9 4,1 3,5 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI 31

2 instroom, doorstroom, uitstroom Tabel 2.1 kenmerken van de instroom in procenten in 2010 tot en met 2014 2010 2011 2012 2013 2014 NAAR GESLACHT Man 47 50 49 51 43 Vrouw 53 50 51 49 57 NAAR ARBEIDSDUUR Voltijd 57 54 53 53 50 Deeltijd 43 46 47 47 50 NAAR LEEFTIJDSKLASSE Jonger dan 25 jaar 9 10 7 12 9 25 tot 35 jaar 33 31 29 23 27 35 tot 45 jaar 29 27 27 24 24 45 tot 55 jaar 21 21 23 26 23 55 tot 60 jaar 6 7 8 9 10 60 jaar en ouder 2 4 5 6 7 NAAR SALARISSCHAAL Schaal 1-3 3 4 8 11 20 Schaal 4-6 21 20 20 17 15 Schaal 7-9 42 40 37 35 33 Schaal 10-12 25 25 24 24 19 Schaal 13 en hoger 4 4 4 4 3 Niet nader gespecificeerde schaal 5 8 6 10 9 Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI 32

33

2 instroom, doorstroom, uitstroom Tabel 2.2 Aantal openstaande vacatures in aantal fte s naar gemeentegrootteklasse, peildatum 31 december 2013 en 2014 2013 2014 Alle gemeenten 1.695 1.791 >100.000 inwoners (incl. G4) 549 487 50.000 tot 100.000 inwoners 301 377 20.000 tot 50.000 inwoners 619 758 10.000 tot 20.000 inwoners 209 170 <10.000 inwoners 17 0 Aantal gemeenten 215 227 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2013 en 2014, bewerking Etil/RMI Tabel 2.4 verdeling aantal vervulde vacatures naar interne en externe kandidaten, in procenten naar gemeentegrootteklasse in 2014 Interne kandidaten Externe kandidaten Alle gemeenten 52 48 G4 76 24 >100.000 inwoners (excl. G4) 55 45 50.000 tot 100.000 inwoners 50 50 20.000 tot 50.000 inwoners 38 62 10.000 tot 20.000 inwoners 29 71 <10.000 inwoners 6 94 Aantal gemeenten 211 211 Tabel 2.3 Top 5 functiegebieden met het grootste aantal vacatures en top 5 functiegebieden waarin vacatures moeilijk vervulbaar waren in 2014 (tussen haakjes posities in 2013) Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI Functiegebieden met grootste aantal vacatures functiegebieden met moeilijk vervulbare vacatures 1 (4) Welzijn/Jeugdzorg 1 (3) Financieel/economisch 2 (1) Sociale zaken/werkgelegenheid 2 (1) Automatisering/ICT 3 (3) Financieel/economisch 3 (5) Sociale zaken/werkgelegenheid 4 (-) Automatisering/ICT 4 (-) Welzijn/Jeugdzorg 5 (-) Dienstverlening/facilitair 5 (4) Ruimtelijke ordening/milieu N=235 N n=260 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2013 en 2014, bewerking Etil/RMI 34

2 instroom, doorstroom, uitstroom Tabel 2.5 kanalen gebruikt voor werven nieuwe medewerkers en de effectiviteit van deze kanalen, aantal gemeenten in procenten in 2010 en 2014 2010 2014 Gebruikt Meest effectief Gebruikt Meest effectief Eigen website van de gemeente 100 28 84 43 Regionaal mobiliteitsnetwerk 41 8 53 27 Andere vacaturewebsites 77 20 42 26 Personeelsadvertenties 89 24 34 10 Werving- en selectiebureaus/uitzendbureaus (commercieel bureau) 48 6 34 15 Werkenbijdeoverheid.nl 29 11 Intern mobiliteitsbureau of intern loopbaancentrum 43 4 27 10 Social media (Facebook, Twitter, LinkedIn) 14 0 19 10 Anders 6 1 14 5 Het informele circuit/relaties 22 4 13 0 Traineeprojecten 20 2 12 2 Eigen medewerkers als ambassadeurs 20 2 12 2 UWV/reïntegratiebedrijf 28 0 8 1 Open sollicitaties 14 1 1 0 Opleidingsinstituten (HBO-opleidingen & universiteiten) 7 0 15 5 Aantal gemeenten 241 241 260 252 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2010 en 2014, bewerking Etil/RMI 35

2 instroom, doorstroom, uitstroom Tabel 2.6 welke onderdelen van hun werving-en selectiebeleid hebben gemeenten gebruikt om de instroom van jongeren te bevorderen, in procenten in 2014 Stageplekken 53 Traineeprogramma s 22 Specifieke startersfuncties 6 Voorlichtingsactiviteiten op scholen 2 Het vrijmaken van budget door gefaseerde uitstroom van oudere medewerkers 2 Anders 6 Geen specifiek beleid 39 Aantal gemeenten 261 Tabel 2.8 Aantal gemeenten met generatiepact en de vorm van het generatiepact in procenten Ja 4 Ja, in de vorm 80% werken, 90% salarisdoorbetaling, 100% pensioenopbouw 23 Ja, maar een andere vorm 77 Nee 96 Aantal gemeenten 246 10 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI Tabel 2.7 Top 5 belemmeringen bij het werven van jongeren in 2014 1 Geen vacatures (voor starters), bijv. als gevolg van weinig uitstroom 2 Bezuinigingen (te weinig budget) 3 Geen interesse onder jongeren 4 Werkervaring / gebrek aan kennis 5 Te weinig inwerkcapaciteit Aantal gemeenten: 93 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI 36

2 instroom, doorstroom, uitstroom Figuur 2.3 Doorstroompercentage alle gemeenten (lijndiagram) en naar gemeentegrootteklasse (tabel) in procenten in 2010 tot en met 2014 8 7 6 5 4 4,0 4,9 4,0 3,7 4,4 3 Doorstroompercentage Alle gemeenten 2 1 0 2010 2011 2012 2013 2014 Alle gemeenten 4,0 4,9 4,0 3,7 4,4 G4 4,7 4,5 3,5 3,5 7,5 >100.000 inwoners (excl. G4) 4,9 7,9 4,1 4,9 5,7 50.000 tot 100.000 inwoners 4,3 3,7 5,7 4,4 4,4 20.000 tot 50.000 inwoners 2,9 3,9 3,6 2,9 2,4 10.000 tot 20.000 inwoners 1,9 4,0 2,3 1,6 2,4 <10.000 inwoners 0,8 4,2 11,1 6,1 1,0 N=208, Bron: Salarisbestanden gemeenten, bewerking Etil/RMI 37

2 instroom, doorstroom, uitstroom Tabel 2.9 zijn er afspraken gemaakt om loopbaanontwikkeling en vakmanschap van medewerkers te stimuleren? Naar gemeentegrootteklasse, in procenten in 2014 ja Nee Alle gemeenten 81 19 G4 100 0 >100.000 inwoners (excl. G4) 96 4 50.000 tot 100.000 inwoners 88 12 20.000 tot 50.000 inwoners 86 14 10.000 tot 20.000 inwoners 73 27 <10.000 inwoners 45 55 Aantal gemeenten 244 244 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI Tabel 2.11 functie van regionale mobiliteitsnetwerk, aantal gemeenten in procenten in 2014 Plaatsen interne vacatures 85 Plaatsen externe vacatures 69 Gezamenlijk trainen & opleiden 45 Loopbaanadvies 35 Gezamenlijke inkoop opleidingen (HR diensten) 29 Arbeidsmarktcommunicatie 27 Gezamenlijke inhuur 27 Begeleiding van werk naar werk 26 Anders 12 Aantal gemeenten 203 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI Tabel 2.10 Top 5 meest gebruikte instrumenten om mobiliteit te bevorderen, aantal gemeenten in procenten in 2014* 1 Ontwikkelgesprekken 67 2 Individueel loopbaanbudget 37 3 Loopbaangesprekken met loopbaanadviseur 28 4 Uitleen/Detachering 28 5 Loopbaanoriëntatietrajecten/loopbaantrainingen 22 Aantal gemeenten 257 Tabel 2.12 Top 5 belangrijkste resultaten mobiliteitsnetwerken in 2014 1 Mobiliteit van personeel/detachering bij andere gemeenten 2 Plaatsen en invullen van vacatures 3 Gezamenlijk inhuren en opleiden van personeel 4 Kennisuitwisseling 5 Kostenbesparing Aantal gemeenten: 143 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI *Naast de top 5 zijn ook genoemd: snuffelstages en uitwisselingsdagen, interne of regionale ontwikkel- en loopbaansite, klussenbank, strategische personeelsplanning, competentiemanagement, EVC trajecten, stages (intern/extern), omscholingstrajecten, ontwikkel- en mobiliteitsmarkten en vergroten interne/externe schil. 38 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014, bewerking Etil/RMI