Studentenwoonwensen Den Haag. Onderzoek naar de woonwensen van studenten in Den Haag

Vergelijkbare documenten
Studentenwoonwensen Leiden. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk NH Delft

Studentenwoonwensen. Maastricht. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk NH Delft

Studentenhuisvesting. Leiden

Studentenwoonwensen Leiden

Lokale Monitor. Studentenhuisvesting. Eindrapport voor de gemeente Apeldoorn. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Apeldoorn

Landelijke Monitor. Studentenhuisvesting. Uitgevoerd in opdracht van Kences. ir. C. Poulus. Augustus 2013 r cp WON

LANDELIJKE MONITOR STUDENTENHUISVESTING

LANDELIJKE MONITOR STUDENTENHUISVESTING

HET APOLLO MODEL. studentenhuisvesting op.

Amsterdam (incl Diemen en Amstelveen)

Onderzoek naar studentenhuisvesting

Sleutels gevonden in Leiden? De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2012

Monitor Studentenhuisvesting. Uitgevoerd in opdracht van Kences. ir. C. Poulus. September 2012 r cp WON

Sleutels gezocht in Leiden. De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2009

JE BENT STUDENT EN JE WILT WAT IN EINDHOVEN. Woonwensenonderzoek onder studenten van de TU/e, Fontys Hogescholen en Design Academy

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren

Maria Hoop - gemeente Echt-Susteren

Dieteren - gemeente Echt-Susteren

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren

Ospel - gemeente Nederweert

JONGERENPEILING WONEN IN EDE

Geachte voorzitter, DSO/ RIS Aan de voorzitter van de Commissie Ruimte. H. Berendsen. Dienst Stedelijke Ontwikkeling


Check Je Kamer Rapportage 2014

Verhuis- en woonwensen van starters

Leeronderzoek: Enquête Studentenhuisvesting Propedeuse 2015/2016

Lokale Monitor. Studentenhuisvesting. Utrecht Auteur: René van Hulle, Co-auteurs: Lies Hooft, Bert Marchal, Jamie Zwaneveld en Maarten Vijncke

Doelgroepen TREND A variant

Lokale Monitor. Studentenhuisvesting. Leiden 2018

Lokale Monitor. Studentenhuisvesting. Utrecht René van Hulle. Oktober ABF Research Verwersdijk NH Delft

Check je Kamer Rapportage 2015

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Factsheet wonen Harderwijk

Landelijke Monitor. Studentenhuisvesting. Editie 2017: Vragenlijsten

Studenten aan lerarenopleidingen

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Omnibusenquête deelrapport. Studentenhuisvesting

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Factsheet Wonen met Zorg. Regio Zaanstreek

Rapport. StudentenWoonMonitor. Utrecht 2011

Woningbehoefteonderzoek jongeren Hengelo en Borne

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

VAN ZEECONTAINER TOT GRACHTENPAND. Een woonwensenonderzoek onder Amsterdamse studenten

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

5 Starters op de markt voor koopwoningen

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

Woningbehoefte onderzoek

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

Omnibusenquête Deelrapport wonen

Student City. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam. Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey. December 2007 r cp

FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING. Kengetallen Kences

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Fact sheet Wonen in Huizen 2017

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum

Woonwensenonderzoek Valkenswaard %

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

LANDELIJKE MONITOR STUDENTENHUISVESTING

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017

Fact sheet Wonen in Almere 2017

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017

Onderzoek Studentenhuisvesting 2009

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017

Groeiende kloof tussen vraag en aanbod in vrije huursector

De vraag naar. studentenhuisvesting. En het effect daarop van de. kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017

De vraag naar. studentenhuisvesting. En het effect daarop van de. kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs

Fact sheet Wonen in Velsen 2017

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Rapport Studentenmonitor Leeuwarden 2010

# $% % & ' ( )*' + %&'& ',-./+

MONITOR STUDENTENHUISVESTING

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek 2017 > Leidschendam-Voorburg

Onderzoek kleine kernen

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017

Fact sheet Wonen in Amstelveen. Kerncijfers

De Nederlandse woningmarkt Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research)

Uitkomsten enquête woonwensen jongeren Midden-Delfland

MONITOR STUDENTENHUISVESTING

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

Fact sheet Wonen in Bloemendaal 2017

Transcriptie:

Studentenwoonwensen Den Haag 2015 Onderzoek naar de woonwensen van studenten in Den Haag Uitgevoerd in opdracht van DUWO Studentenhuisvesting en gemeente Den Haag Maarten Vijncke & René van Hulle 10 maart 2015 r2015-0006mv 14253-WRG ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300

Copyright ABF Research 2015 De informatie in dit rapport is met de grootste zorg samengesteld. ABF Research aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten, onnauwkeurigheden of onvolledigheden. Het gebruik van (onderdelen van) dit rapport is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Inhoudsopgave Samenvatting... 7 1 Inleiding... 11 1.1 Populatie en respons... 11 1.2 Weging... 11 1.3 Leeswijzer... 12 2 Huidige woonsituatie... 13 2.1 Totaalbeeld... 13 2.1.1 Naar leeftijd... 14 2.1.2 Naar type woonruimte... 15 2.2 Studenten wonend buiten Den Haag... 16 2.3 Studenten wonend in Den Haag... 16 2.4 Uitwonende studenten binnen en buiten Den Haag... 17 2.4.1 Woonlasten & woonquote... 17 2.4.2 Woonoppervlakte... 18 2.4.3 Delen van voorzieningen... 19 3 Verhuisgeneigd... 21 3.1 Totaalbeeld... 21 3.2 Verhuistermijn... 22 3.2.1 Naar leeftijd... 22 3.2.2 Naar huidige woonsituatie... 23 3.3 Verhuisredenen... 24 4 Gewenste woonsituatie... 25 4.1 Totaalbeeld... 25 4.2 Woonlocatie... 26 4.3 Mate van zelfstandigheid... 27 4.4 Woonlasten... 28 4.5 Woonoppervlakte... 29 4.6 Delen van voorzieningen... 30 5 Vraag & aanbod... 31 5.1 Totaalbeeld... 31 5.2 Naar type woonruimte... 32 5.3 Naar type woonruimte, woonlocatie en prijsklasse... 32 6 Prognose studenten 2014-2022... 35 6.1 Totaalbeeld... 35 6.2 Ontwikkeling primaire en secundaire doelgroep... 35 7 Starters... 37 7.1 Totaalbeeld... 37 7.2 Naar prijsklasse... 37 Bijlage 1: Begrippenlijst... 39 Bijlage 2: Woonlocaties in Den Haag... 41 Bijlage 3: Socrates... 45 r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015

Samenvatting Voor het vormen van beleid hebben DUWO en gemeente Den Haag behoefte aan een gedegen lokaal onderzoek naar studentenhuisvesting in Den Haag. Om in deze behoefte te voorzien is er een enquête onder studenten in Den Haag uitgezet waarin vragen gesteld zijn over de huidige woonsituatie, verhuisgeneigdheid en woonwensen. De uitkomsten van deze enquête worden in dit rapport besproken. Short stay en deeltijd studenten worden buiten beschouwing gelaten. Daarnaast wordt ook ingegaan op de vraag en aanbod van woningen in Den Haag en het aanbod van woningen in het goedkope huursegment. In totaal hebben 1.342 van de 27.600 studenten de vragenlijst op een bruikbare manier ingevuld. Huidige woonsituatie Van de 27.600 studenten wonen er 12.800 bij hun ouders, van wie 3.400 binnen Den Haag. De overige 14.800 studenten zijn uitwonend, van wie 8.600 studenten binnen Den Haag wonen. Van alle studenten woont 56 procent buiten de studiestad. De zelfstandigheid op het gebied van wonen van studenten neemt toe naarmate de leeftijd toeneemt; zo woont van de 18-jarigen 74 procent thuis en woont van de 26-plussers 40 procent in een zelfstandige woning. Van de studenten die in Den Haag wonen is 43 procent in het centrum gevestigd. DUWO is met name in het centrum een belangrijke verhuurder. Particuliere verhuurders zijn vooral in de rand van het centrum het sterkst vertegenwoordigd. Van de studenten die buiten het centrum en de rand ervan wonen geldt dat 46 procent nog thuiswonend is. 46 procent van de uitwonende studenten woont op een kamer met gedeelde voorzieningen, 21 procent op een kamer met eigen voorzieningen en 33 procent in een zelfstandige woning. Voor een kamer met gedeelde voorzieningen betalen studenten gemiddeld 380 euro huur inclusief bijkomende woonlasten, na aftrek van eventuele huurtoeslag. Voor een kamer met eigen voorzieningen wordt 390 euro betaald en voor een zelfstandige woning wordt gemiddeld 570 euro inclusief betaald. De woonquote, de woonlasten als percentage van het inkomen, bedraagt gemiddeld circa 47 procent. Voor een kamer met gedeelde voorzieningen is dit percentage vergelijkbaar (46 procent), voor een zelfstandige woonruimte hoger (56 procent). Studenten op kamers met gedeelde voorzieningen hebben een kamer van gemiddeld 20 vierkante meter en douche, toilet en keuken worden gedeeld door 3 tot 5 personen. Een kamer met eigen voorzieningen is gemiddeld 27 vierkante meter. Verhuisgeneigd 35 procent van de studenten wil binnen een jaar verhuizen. 20 procent wil na een jaar of langer verhuizen. De overige 45 procent van de studenten heeft geen concrete verhuisplannen. De groep die binnen een jaar wil verhuizen vormt de groep van circa 9.800 verhuisgeneigden. Van de studenten op kamers met gedeelde voorzieningen wil 47 procent binnen een jaar verhuizen. Bij thuiswonende studenten en studenten op kamers met gedeelde voorzieningen is dit 37 procent. Studenten die reeds zelfstandig wonen hebben de laagste verhuisgeneigdheid (18 procent). Voor thuiswonende verhuisgeneigde studenten springt er een specifieke verhuisreden uit, namelijk het verlaten van het ouderlijk huis. Uitwonende studenten geven vaak r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 7

aan behoefte te hebben aan meer privacy, een eigen douche en toilet, grotere woonoppervlakte en lagere woonlasten. Woonwensen Van de 9.800 verhuisgeneigde studenten is 57 procent op zoek naar woonruimte binnen Den Haag. Verhuisgeneigde studenten die nu niet binnen Den Haag wonen hebben vaker de voorkeur om wederom buiten Den Haag te gaan wonen dan studenten die binnen Den Haag wonen. Naarmate studenten ouder worden neemt de voorkeur voor een zelfstandige woning toe en de voorkeur voor een kamer met gedeelde voorzieningen neemt af. Ruim 50 procent van de studenten die binnen een jaar wil verhuizen zoekt een zelfstandige woning. Voor een kamer met gedeelde voorzieningen willen studenten ongeveer 360 euro huur betalen inclusief bijkomende lasten, na aftrek van eventuele huurtoeslag. Met 360 euro is dit vergelijkbaar voor kamers met eigen voorzieningen. Dit ligt hoger bij zelfstandige woningen (450 euro). Een kamer met gedeelde voorzieningen zou gemiddeld 19 vierkante meter moeten zijn. Als de kamer eigen voorzieningen heeft is dit 26 vierkante meter. In het geval van een kamer met gedeelde voorzieningen zijn studenten bereid toilet te delen met ruim 3 personen en douche en keuken met ruim 4 personen. Vraag & aanbod In Den Haag zijn er ongeveer 1.280 starters, 610 vestigers, 1010 doorstromers en 320 verlaters. De drie groepen studenten die op zoek zijn naar woonruimte in Den Haag (starters, vestigers en doorstromers) zorgen gezamenlijk voor een vraag naar 2.900 woonruimten. De doorstromers en verlaters laten woonruimten achter en creëren zo samen een aanbod van 1.330 woonruimten. Dit betekent dat er in Den Haag een behoefte is aan 1.570 extra woonruimten. Als dit wordt uitgesplitst naar type woonruimte blijkt dat er sprake is van een overschot van 150 kamers met gedeelde voorzieningen. Daartegenover staat een tekort van respectievelijk 830 kamers met eigen voorzieningen en 890 zelfstandige woningen. Kwalitatief is er vraag naar vrijwel elke combinatie van locatie (centrum, buiten centrum, overig binnen de gemeente), type (kamers gedeelde voorzieningen, kamers eigen voorzieningen, zelfstandige woonruimte) en prijs (goedkoop, duur). Uitzondering hierop zijn de dure kamer in het centrum met gedeelde voorzieningen, goedkope en dure kamers met gedeelde voorzieningen buiten het centrum en de dure zelfstandige woning buiten het centrum. Prognose studenten 2014-2022 Op basis van de prognose van studentenaantallen uit 2014 kan een blik in de toekomst worden geworpen. Het betreft een trendraming waarin geen effecten van het sociaal leenstelsel zijn verwerkt. De verwachting is dat het totaal aantal in Den Haag studerenden tussen 2014 en 2022 met ruim 4.000 zal toenemen en dat de primaire doelgroep met 1.200 groeit. De secundaire doelgroep zal groeien van bijna 6.000 naar bijna 7.000. Starters De markt waarin studenten zich begeven is niet enkel toegespitst op studentenwoningen. Een deel van hen is op zoek naar een woning op de normale woningmarkt, maar dan wel voornamelijk naar een huis in de goedkoopste segmenten van de huursector (huurprijs tot 555 euro). De verhuiskansen blijven ongeveer gelijk. Als wordt ingezoomd op verschillende prijsklassen binnen het goedkope segment, dan valt op dat bij huurprijzen tot 361 euro de verhuiskans daalt. 8 r2015-0006mv

Studentenwoonwensen Den Haag 2015 9

1 Inleiding DUWO en de gemeente van Den Haag hebben behoefte aan een gedegen lokaal onderzoek naar studentenhuisvesting in Den Haag voor het vormen van beleid. Jaarlijks worden door ABF Research in opdracht van Kences door heel Nederland enquêtes over studentenhuisvesting uitgezet onder studenten aan hbo en wo. De respons in 2014 was voor de gemeente Den Haag te laag om lokale analyses uit te voeren en een gedegen rapport te schrijven. Om toch in de behoefte te voorzien is de enquête nogmaals onder de studenten uitgezet met als resultaat voldoende respons om de gewenste analyses uit te voeren. Dit rapport beschrijft de uitkomsten hiervan. Short stay en deeltijd studenten worden buiten beschouwing gelaten. 1.1 Populatie en respons In het kader van het onderzoek zijn studenten die studeren in Den Haag benaderd met het verzoek een vragenlijst in te vullen. Alle Haagse hoger onderwijs instellingen hebben daarvoor e-mails verstuurd naar hun studenten. In totaal zijn er 27.620 personen die voltijds studeren aan een hoger onderwijsinstelling in Den Haag. 5 procent heeft de enquête ook daadwerkelijk ingevuld, wat neer komt op 1.342 respondenten. Daarnaast zijn er 435 personen die de enquête hebben ingevuld, maar zijn afgevallen op één (of meer) van de onderstaande criteria: Studeert niet meer in Den Haag; Volgt een deeltijd hbo-opleiding; Is een short stay student. Tabel 1.1 geeft een overzicht van de bruikbare respons per onderwijsinstelling. Bij steekproefonderzoeken dient rekening te worden gehouden met betrouwbaarheidsmarges en representativiteit van de antwoorden. Hoe hoger de respons, hoe groter de betrouwbaarheid en hoe kleiner de marge. Tabel 1.1 Bruikbare respons per hoger onderwijsinstellingen HO-instelling respons # studenten Responspercentage De Haagse Hogeschool 807 20170 4% Hogeschool der Kunsten Den Haag 85 1430 6% Hogeschool InHolland 65 2440 3% Hotelschool The Hague 106 1030 10% Universiteit Leiden 223 2480 9% - waarvan Leiden University College 49 0 NVT Anders 46 0 NVT International Institute of Social Studies Den Haag 10 0 NVT 1.2 Weging Om ervoor te zorgen dat de response van de studenten representatief is voor het totaal aantal studenten wordt gewerkt met weegfactoren. Bijvoorbeeld als de totale populatie uit 1.000 studenten bestaat en slechts 100 personen de enquête hebben ingevuld, dan worden alle studenten gemiddeld 10 keer meegerekend. r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 11

Daarnaast vormt de respons mogelijk geen juiste afspiegeling van de totale populatie. Om deze reden krijgt niet iedere respondent dezelfde weegfactor. Op basis van leeftijd, geslacht, type onderwijs en woonsituatie krijgen respondenten die ondervertegenwoordigd zijn een hogere weegfactor en oververtegenwoordigde respondenten een lagere weegfactor. De samenstelling van de totale populatie naar deze kenmerken is afkomstig uit de registratiegegevens van DUO (uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs). Figuur 1.1 geeft een overzicht van het aandeel studenten uit de gehele populatie dat de enquête heeft ingevuld en de bijbehorende weging per kenmerk van de student. Zo hebben bijvoorbeeld 6 procent van alle vrouwen in de populatie de enquête ingevuld. Vrouwelijke respondenten hebben daarom een gemiddelde weegfactor van 16. Per vrouw kan de weegfactor echter weer variëren vanwege over- of ondervertegenwoordiging bij andere kenmerken zoals leeftijd. Figuur 1.1 Responspercentage (balk) en gemiddelde weegfactor (getal) per kenmerk van de studenten 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% Man Vrouw 28,9 16,4 <20 20-21 22-23 >=24 10,4 21,7 28,5 41,4 hbo wo 23,1 9,8 Thuiswonend binnen Den Haag Thuiswonend buiten Den Haag Uitwonend binnen Den Haag Uitwonend buiten Den Haag Buitenlands binnen Den Haag Buitenlands buiten Den Haag 34,4 25,0 16,4 29,3 8,0 42,1 Totaal 20,6 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beeld geschetst van de huidige woonsituatie van studenten; In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op welke studenten willen verhuizen en de achterliggende reden; In hoofdstuk 4 worden de woonwensen van de verhuisgeneigde studenten besproken; In hoofdstuk 5 worden vraag en aanbod van studentenhuisvesting tegen elkaar afgezet en wordt de bijbehorende spanning besproken; In hoofdstuk 6 wordt in het verlengde van de studentenhuisvesting het goedkopere segment van de woningmarkt in beeld gebracht. 12 r2015-0006mv

2 Huidige woonsituatie Dit hoofdstuk schetst de huidige woonsituatie van studenten. Belangrijk onderscheid hierbij is of studenten uit- of thuiswonend zijn en of de studenten binnen of buiten Den Haag wonen. In paragraaf 2.1 wordt de totale populatie naar deze categorieën uitgesplitst en wordt de woonsituatie van alle studenten besproken. In paragraaf 2.2 worden de studenten die buiten Den Haag woonachtig zijn eruit gelicht. Voor de studenten die wonen in Den Haag wordt dit in paragraaf 2.3 besproken. Tot slot wordt in paragraaf 2.4 ingezoomd op de uitwonende studenten voor zowel wonend binnen als buiten Den Haag. 2.1 Totaalbeeld In totaal zijn er 27.600 studenten die in Den Haag aan een hoger onderwijsinstelling studeren. In figuur 2.1 wordt deze groep uitgesplitst naar thuiswonende studenten binnen en buiten Den Haag en uitwonende studenten binnen en buiten Den Haag. Bij de uitwonende studenten wordt in deze figuur ook nog het onderscheid gemaakt naar type woonruimte. Figuur 2.1 Aantal studenten naar woonsituatie en type woonruimte Studenten Totaal: Thuiswonend: Binnen Den Haag: 27620 (100%) 12810 (46%) 3370 (12%) WO: 2480 WO: 630 WO: 120 HBO: 25140 HBO: 12190 HBO: 3250 Buiten Den Haag: Kamers GV: 9440 (34%) 3990 (14%) WO: 500 WO: 380 HBO: 8940 HBO: 3610 Uitwonend Binnen Den Haag: Kamers EV: 14800 (54%) 8640 (31%) 1830 (7%) WO: 1850 WO: 1010 WO: 330 HBO: 12950 HBO: 7640 HBO: 1500 Buiten Den Haag: Kamers EV: 6160 (22%) 630 (2%) WO: 850 WO: 10 HBO: 5310 HBO: 620 Kamers GV: Zelfstandig: 2500 (9%) 2830 (10%) WO: 590 WO: 300 HBO: 1900 HBO: 2530 Zelfstandig: 3030 (11%) WO: 240 HBO: 2790 In tabel 2.1 worden de kerncijfers van de studenten naar de verschillende woonsituaties en woonsoorten gepresenteerd. De gemiddelde leeftijd, de hoogte van de huur en de kameroppervlakte nemen allen toe als de mate van zelfstandigheid op het gebied van wonen (van gedeelde voorzieningen naar zelfstandige woonruimte) hoger is. r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 13

Tabel 2.1 Kerncijfers studenten per woonsituatie en type woonruimte Aantal Gem Leeftijd % Man Huur M2 Kamer Thuiswonend binnen Den Haag Thuiswonend 3.370 22 55% Thuiswonend buiten Den Haag Thuiswonend 9.440 21 48% Uitwonend binnen Den Haag Kamers GV 2.900 21 42% 410 21 Kamers EV 1.520 22 49% 480 27 Zelfstandig 2.040 24 39% 610 Uitwonend buiten Den Haag Kamers GV 1.960 22 52% 340 19 Kamers EV 560 22 68% 490 30 Zelfstandig 2.590 24 41% 700 Buitenlands binnen Den Haag Kamers GV 1.090 23 39% 460 20 Kamers EV 310 23 43% 600 24 Zelfstandig 790 24 59% 620 Buitenlands buiten Den Haag Kamers GV 540 23 49% 390 16 Kamers EV 70 30 0% 440 20 Zelfstandig 440 22 6% 610 Totaal 27.620 22 47% 510 22 2.1.1 Naar leeftijd In figuur 2.2 en figuur 2.3 komt naar voren dat naarmate de leeftijd van een student toeneemt, ook de mate van zelfstandigheid op het gebied van wonen toeneemt. Studenten tot en met 18 jaar wonen vrijwel allemaal thuis, terwijl van de studenten van 26 jaar en ouder 40 procent een zelfstandige woning heeft. Figuur 2.2 Aantal studenten naar woonsituatie per leeftijd 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500-17 jaar 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 jaar Thuiswonend binnen Den Haag Thuiswonend buiten Den Haag eo Uitwonend binnen Den Haag Uitwonend buiten Den Haag Buitenlands binnen Den Haag Buitenlands buiten Den Haag 14 r2015-0006mv

Figuur 2.3 Verdeling studenten naar woonsituatie per leeftijd 100% 80% 60% 40% 20% 0% 18 en jonger 19 20 21 22 23 24 25 26 en ouder Thuis bij ouders Kamers gedeelde voorzienbinnengen Kamers eigen voorzienbinnengen Zelfstandig huur Zelfstandig koop Anders 2.1.2 Naar type woonruimte Van de studenten die uitwonend zijn in Den Haag woont 46 procent op een kamer met gedeelde voorzieningen, 21 procent op een kamer met eigen voorzieningen en 33 procent in een zelfstandige woonruimte. Figuur 2.4 geeft getailleerd inzicht in het aantal studenten naar type woonruimte. Figuur 2.4 Aantal studenten naar type woonruimte per woonsituatie Thuiswonend binnen Den Haag Thuiswonend buiten Den Haag Uitwonend binnen Den Haag - 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 Uitwonend buiten Den Haag Buitenlands binnen Den Haag Buitenlands buiten Den Haag Thuis bij ouders Kamers eigen voorzienbinnengen Zelfstandig koop Kamers gedeelde voorzienbinnengen Zelfstandig huur Anders Studentenwoonwensen Den Haag 2015 15

2.2 Studenten wonend buiten Den Haag 56 procent van de studenten woont buiten de studiestad. In figuur 2.5 zijn de belangrijkste andere woongemeenten weergegeven. Figuur 2.5 Aantal studenten naar woonsituatie in de top-15 woongemeenten (buiten Den Haag) Zoetermeer Leiden Rotterdam Westland Delft Leidschendam-Voorburg Rijswijk Pijnacker-Nootdorp Amsterdam Katwijk Alphen aan den Rijn Teylingen Gouda Haarlemmermeer Dordrecht - 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 Thuiswonend Uitwonend Buitenlands 2.3 Studenten wonend in Den Haag Er zijn drie mogelijke woonlocaties binnen Den Haag gedefinieerd: centrum, rand centrum en overig binnen de gemeente. In figuur 2.6 is weergegeven hoe de studenten over deze locaties zijn verdeeld. In bijlage 2 is terug te vinden hoe de berekening om tot deze locaties te komen is uitgevoerd. Figuur 2.6 Aantal studenten naar verhuurder per woonlocatie - 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 Centrum Rand Centrum Overig binnen gemeente DUwo (Andere) woningcorporatie Particuliere verhuurder Weet ik niet/ onbekend Andere verhuurder Koop/ anders Thuiswonend 16 r2015-0006mv

Figuur 2.6 geeft inzicht in het aantal studenten per type woonlocatie. Van de 8.640 uitwonende studenten woont 52 procent in het centrum van de stad. Als wordt ingezoomd op de eigenaar van de woningen dan valt op dat DUWO binnen het centrum een groot aandeel heeft (36 procent), maar niet daarbuiten. Het aandeel particuliere verhuurders is overal in de gemeente groot. 46 procent van de studenten die in Den Haag wonen, maar niet in het centrum of de rand ervan, zijn nog thuiswonend. 2.4 Uitwonende studenten binnen en buiten Den Haag 2.4.1 Woonlasten & woonquote Voor de woonlasten is gekeken naar de woonlasten inclusief bijkomende woonlasten, na aftrek van eventuele huurtoeslag. Figuur 2.7 laat zien dat de woonlasten die een student betaalt toenemen naarmate de mate van zelfstandigheid op het gebied van wonen toeneemt. Voor studenten op kamers met gedeelde voorzieningen geldt dat 79 procent maximaal 450 euro per maand kwijt is aan woonlasten. Voor kamers met eigen voorzieningen is percentage ongeveer even groot. Van degenen die zelfstandig wonen betaalt ruim de helft minimaal 500 euro per maand. Figuur 2.7 Verdeling studenten naar maandelijkse woonlasten (inclusief bijkomende lasten en huurtoeslag) per type woonruimte 0% 20% 40% 60% 80% 100% Kamers GV 6.480 Kamers EV 2.460 Zelfstandig 5.860 Totaal 14.800 <200 200-249 250-299 300-349 350-399 400-449 450-499 500 EM Tabel 2.2 geven de gemiddelde woonlasten, inkomen en woonquote in detail weer (inclusief huurtoeslag). Gemiddeld is een student voor een kamer met gedeelde voorzieningen ruim 380 euro per maand kwijt, voor een kamer met eigen voorzieningen 390 euro en voor een zelfstandige woonruimte 570 euro. Studenten op kamers zijn gemiddeld 47 procent van hun inkomen kwijt aan woonlasten, als er geen voorzieningen gedeeld worden is dit 46 procent en voor een zelfstandige woonruimte 56 procent. In tabel 2.3 is dezelfde tabel weergegeven waarbij de huurtoeslag niet is meegenomen in de huurprijs. Studentenwoonwensen Den Haag 2015 17

Tabel 2.2 Gemiddelde maandelijkse woonlasten (inclusief bijkomende lasten en huurtoeslag) per woonsituatie en type woonruimte Kamers Gedeelde Voorzieningen Kamers Eigen Voorzieningen Zelfstandige woonruimte Woonlasten Inkomen Woonquote Woonlasten Inkomen Woonquote Woonlasten Inkomen Woonquote Uitwonend binnen Den Haag 380 830 47% 370 980 38% 520 1.010 52% Uitwonend buiten Den Haag 340 830 41% 390 730 53% 620 1.110 56% Buitenlands binnen Den Haag 450 700 64% 540 650 83% 560 930 61% Buitenlands buiten Den Haag 390 820 47% 580 790 74% Totaal 380 800 47% 390 860 46% 570 1.020 56% Waarvan binnen Den Haag 400 790 51% 400 930 43% 530 990 54% Waarvan buiten Den Haag 350 830 42% 370 670 56% 610 1.060 58% Tabel 2.3 Gemiddelde maandelijkse woonlasten (inclusief bijkomende lasten, zonder huurtoeslag) per woonsituatie en type woonruimte Kamers Gedeelde Voorzieningen Kamers Eigen Voorzieningen Zelfstandige woonruimte Woonlasten Inkomen Woonquote Woonlasten Inkomen Woonquote Woonlasten Inkomen Woonquote Uitwonend binnen Den Haag 400 830 49% 480 980 49% 610 1.010 60% Uitwonend buiten Den Haag 340 830 41% 490 730 68% 700 1.110 64% Buitenlands binnen Den Haag 450 700 65% 600 650 92% 620 930 67% Buitenlands buiten Den Haag 390 820 47% 610 790 77% Totaal 390 800 49% 500 860 58% 650 1.020 64% Waarvan binnen Den Haag 420 790 53% 500 930 54% 610 990 62% Waarvan buiten Den Haag 350 830 43% 490 670 72% 690 1.060 65% 2.4.2 Woonoppervlakte Figuur 2.8 geeft inzicht in de woonoppervlakte van studenten op kamers (voor studenten met een zelfstandige woning is deze informatie niet beschikbaar). Van de studenten die op kamers met gedeelde voorzieningen wonen heeft 57 procent een kamer van maximaal 20 vierkante meter. Bij studenten op kamers met eigen voorzieningen heeft 83 procent een kamer van 20 vierkante meter of meer. In tabel 2.4 is te zien dat de gemiddelde oppervlakte van de kamer bij deze groep met 27 vierkante meter gemiddeld 7 vierkante meter meer is dan van de studenten met gedeelde voorzieningen. Figuur 2.8 Verdeling woonoppervlakte in klassen per type woonruimte 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Kamers GV 6.480 Kamers EV 2.460 Totaal 8.950 < 10 m2 10-12 m2 12-14 m2 14-16 m2 16-18 m2 18-20 m2 20-25 m2 25-30 m2 > 30 m2 Tabel 2.4 Gemiddelde woonoppervlakte in vierkante meters per woonsituatie en type woonruimte Kamers GV Kamers EV Totaal Uitwonend binnen Den Haag 21 27 23 Uitwonend buiten Den Haag 19 30 21 Buitenlands binnen Den Haag 20 24 21 Buitenlands buiten Den Haag 16 17 Totaal 20 27 22 Waarvan binnen Den Haag 21 26 23 Waarvan buiten Den Haag 18 29 20 18 r2015-0006mv

2.4.3 Delen van voorzieningen Figuur 2.9 geeft voor de studenten die op kamers met gedeelde voorzieningen wonen weer hoeveel bewoners de voorzieningen delen. Douche en toilet worden slechts bij respectievelijk 11 en 9 procent van de studenten door 6 of meer bewoners gedeeld. Bij de keuken ligt dit met 24 procent beduidend hoger. Een douche wordt gedeeld door gemiddeld 3,6 personen. Bij een toilet zijn dit er 3,4 en bij een keuken 4,6. Tabel 2.5 geeft hier een gedetailleerd overzicht van. Figuur 2.9 Verdeling grootteklassen van aantal personen die voorzieningen delen worden per type voorziening 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Douche 6.480 Toilet 6.480 Keuken 6.480 <=2 3-5 6-9 >=10 Tabel 2.5 Gemiddeld aantal personen die voorzieningen delen per type voorziening en woonsituatie Douche Toilet Keuken Uitwonend binnen Den Haag 3,3 3,1 4,1 Uitwonend buiten Den Haag 4,3 4,0 5,3 Buitenlands binnen Den Haag 3,3 3,2 4,7 Buitenlands buiten Den Haag 3,7 3,6 4,6 Totaal 3,6 3,4 4,6 Waarvan binnen Den Haag 3,3 3,1 4,3 Waarvan buiten Den Haag 4,2 3,9 5,1 Studentenwoonwensen Den Haag 2015 19

3 Verhuisgeneigd Dit hoofdstuk gaat in op de verhuisgeneigdheid van studenten. In paragraaf 3.1 wordt in beeld gebracht welk deel van de totale populatie in Den Haag studerende personen binnen één jaar wil verhuizen. In paragraaf 0 wordt er gekeken binnen welke termijn studenten willen verhuizen. Tot slot worden de motieven om te verhuizen van verhuisgeneigden besproken in paragraaf 3.3. 3.1 Totaalbeeld Ongeveer 35 procent van de studenten wil binnen een jaar verhuizen. Voor de thuiswonende studenten is het aandeel verhuisgeneigden 37 procent. Van de studenten op kamers met gedeelde voorzieningen is bijna de helft verhuisgeneigd. Voor studenten in een zelfstandige woonruimte is dit slechts 18 procent. Figuur 3.1 geeft de aantallen verhuisgeneigden weer voor de verschillende type woonruimtes. Figuur 3.1 Aantal verhuisgeneigde studenten per huidige type woonruimte Studenten Totaal: Niet verhuisgeneigd: 27620 (100%) 17860 (65%) WO: 2480 WO: 1350 HBO: 25140 HBO: 16510 Thuiswonend: Kamers GV: 4760 (17%) 3020 (11%) WO: 310 WO: 490 HBO: 4460 HBO: 2530 Verhuisgeneigd: 9760 (35%) WO: 1130 HBO: 8630 Kamers EV: Zelfstandig: 910 (3%) 1070 (4%) WO: 190 WO: 150 HBO: 720 HBO: 920 r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 21

3.2 Verhuistermijn Uit figuur 3.2 blijkt dat 45 procent van de studenten nog geen concreet idee heeft over de gewenste verhuistermijn, 35 procent wil binnen één jaar verhuizen en de overige studenten willen wel verhuizen, maar niet binnen een jaar. Figuur 3.2 Verdeling gewenste verhuistermijn van studenten 900 ; 3% 3.380 ; 12% Reeds gevonden 3.650 ; 13% Binnen een half jaar Half jaar tot jaar Meer dan een jaar Nog geen plannen 5.210 ; 19% Weet niet 9.100 ; 33% 5.380 ; 20% 3.2.1 Naar leeftijd Figuur 3.3 laat zien dat de gewenste verhuistermijn weinig verandert naar mate studenten ouder worden. Figuur 3.3 Verdeling gewenste verhuistermijn van studenten per leeftijd 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 18 en jonger 19 20 21 22 23 24 25 26 en ouder Reeds gevonden Binnen een half jaar Half jaar tot jaar Meer dan een jaar Nog geen plannen Weet niet 22 r2015-0006mv

3.2.2 Naar huidige woonsituatie Uit figuur 3.4 blijkt dat vooral studenten die thuis wonen vaak binnen een jaar willen verhuizen. Bij de uitwonende studenten is de verhuistermijn langer, vooral als de student in een zelfstandige woning woont. Figuur 3.4 Verdeling gewenste verhuistermijn van studenten per woonsituatie 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Thuiswonend 12.810 Op kamers 8.940 Zelfstandig 5.860 Totaal 27.620 Reeds gevonden Binnen een half jaar Half jaar tot jaar Meer dan een jaar Nog geen plannen Weet niet Uit figuur 3.5 blijkt dat studenten die binnen Den Haag wonen vaker op korte termijn op zoek naar een nieuwe woonruimte willen dan studenten die momenteel buiten Den Haag wonen. Figuur 3.5 Verdeling studenten naar gewenste verhuistermijn per woonsituatie 0% 20% 40% 60% 80% 100% Thuiswonend binnen Den Haag 3.370 Thuiswonend buiten Den Haag 9.440 Uitwonend binnen Den Haag 6.450 Uitwonend buiten Den Haag 5.110 Buitenlands binnen Den Haag 2.190 Buitenlands buiten Den Haag 1.050 Totaal 27.620 Reeds gevonden Binnen een half jaar Half jaar tot jaar Meer dan een jaar Nog geen plannen Weet niet Studentenwoonwensen Den Haag 2015 23

3.3 Verhuisredenen Tabel 3.1 geeft de motieven van studenten om te verhuizen weer. Voor thuiswonende studenten springt er een specifieke verhuisreden uit, namelijk het verlaten van het ouderlijk huis. Uitwonende studenten geven vaak aan behoefte te hebben aan meer privacy, een eigen douche en toilet, grotere woonoppervlakte en lagere woonlasten. Daarnaast speelt bij 19 procent ook mee dat het campuscontract afloopt. Tabel 3.1 Verdeling verhuisredenen van verhuisgeneigde studenten per huidige woonsituatie (één student kan meerdere redenen hebben en de opgetelde percentages komen daarom boven de 100 procent uit) Thuiswonend Thuiswonend Uitwonend Uitwonend Buitenlands Buitenlands binnen Den Haag buiten Den Haag binnen Den Haag buiten Den Haag binnen Den Haag buiten Den Haag ouderlijk huis verlaten 84% 84% 1% 4% 0% 0% wil meer privacy 53% 50% 20% 27% 22% 29% eigen douche en toilet 26% 12% 17% 24% 21% 18% eigen keuken 21% 11% 10% 24% 20% 18% wil groter wonen 22% 10% 22% 23% 25% 30% wil goedkoper wonen 13% 4% 20% 18% 45% 55% wil op andere plek binnen stad wonen 21% 18% 14% 17% 25% 40% campuscontract loopt af 0% 0% 20% 18% 23% 0% wil bekenden/leuke huisgenoten 24% 13% 12% 8% 17% 8% studie binnen andere stad 0% 12% 13% 22% 12% 8% wil samenwonen 37% 17% 21% 8% 10% 0% relatie beëindigd 0% 1% 2% 1% 0% 0% Anders namelijk: - werk/stage elders 0% 1% 12% 3% 4% 13% - meer zelfstandigheid/vrijheid 0% 1% 0% 0% 0% 0% - gedwongen (antikraak ed) 0% 0% 2% 7% 0% 0% - wil naar studiestad/minder reistijd 0% 7% 1% 0% 0% 0% - wil naar koopwonbinneng 0% 2% 1% 0% 0% 0% - wil buitenruimte 0% 0% 0% 0% 0% 0% - wil naar buitenland 0% 1% 1% 4% 3% 0% - einde onderhuur 0% 0% 2% 1% 0% 0% - wil naar andere stad algemeen 3% 0% 1% 0% 0% 0% - overig 1% 5% 5% 9% 15% 41% * Bij de verhuisreden anders namelijk zijn via een open-antwoord mogelijkheid meerdere antwoorden gegeven. Deze zijn gecategoriseerd in 10 onderwerpen, welke onderaan de tabel worden weergeven. 24 r2015-0006mv

4 Gewenste woonsituatie Dit hoofdstuk gaat over de woonwensen van de verhuisgeneigde studenten die in hoofdstuk 3 zijn besproken. In paragraaf 4.1 wordt in beeld gebracht hoeveel studenten willen verhuizen en wat hun gewenste woonsituatie en type woonruimte is. De gewenste woonlocatie wordt in paragraaf 4.2 besproken. De gewenste mate van zelfstandigheid wordt behandeld in paragraaf 4.3, de gewenste woonlasten in paragraaf 4.4 en het gewenste woonoppervlakte in paragraaf 4.5. Tot slot bespreekt paragraaf 4.6 voor de studenten die een voorkeur hebben om een kamer in plaats van een zelfstandige woning te huren welke voorzieningen zij willen delen. 4.1 Totaalbeeld Figuur 4.1 geeft inzicht in de gewenste woonsituatie en gewenste type woonruimte van verhuisgeneigde studenten. Van de 9.800 in Den Haag studerende studenten die binnen een jaar willen verhuizen zijn er 5.600 op zoek naar een woonruimte in Den Haag. De overige studenten zoeken een woonruimte buiten Den Haag, van wie er 1.000 naar het buitenland willen (voornamelijk van De Haagse Hogeschool en de Hoge Hotelschool). De studenten die in het buitenland willen gaan wonen worden in het vervolg van dit hoofdstuk buiten beschouwing gelaten. Figuur 4.1 Aantal verhuisgeneigde studenten per gewenste woonsituatie en type woonruimte Studenten Totaal: Niet Verhuisgeneigd 27620 (100%) 17860 (65%) WO: 2480 WO: 1350 HBO: 25140 HBO: 16510 Naar buitenland Kamers GV: 1030 (11%) 1330 (20%) WO: 110 WO: 310 HBO: 920 HBO: 1020 Verhuisgeneigd Binnen Den Haag: Kamers EV: 9760 (35%) 6610 (68%) 2010 (30%) WO: 1130 WO: 790 WO: 270 HBO: 8630 HBO: 5820 HBO: 1750 Buiten Den Haag: Kamers EV: 2070 (21%) 230 (11%) WO: 230 WO: 50 HBO: 1830 HBO: 180 Kamers GV: Zelfstandig: 480 (23%) 3270 (49%) WO: 80 WO: 210 HBO: 400 HBO: 3050 Zelfstandig: 1360 (66%) WO: 110 HBO: 1250 r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 25

4.2 Woonlocatie Voor de woonlocaties in Den Haag zijn twee verschillende indelingen beschikbaar, namelijk; woonlocatie volgens de landelijke studentenmonitor en volgens de Gemeente Den Haag (zie bijlage 2 voor toelichting). Beide indelingen worden hier gepresenteerd. Figuur 4.2 laat zien dat verhuisgeneigde studenten die nu niet in Den Haag wonen vaker de voorkeur hebben om wederom buiten Den Haag te gaan wonen dan studenten die binnen Den Haag wonen. Buitenlandse studenten vormen hierop een uitzondering. Als zij buiten de stad wonen hebben ze vaker de voorkeur voor Den Haag als volgende woonlocatie, dan de buitenlandse studenten die reeds in Den Haag zijn gevestigd. Van de studenten die willen verhuizen naar een locatie in Den Haag hebben de uitwonende studenten van buiten Den Haag en de buitenlandse studenten een sterkere voorkeur voor het centrum ten opzichte van de uitwonende studenten in Den Haag en de thuiswonende studenten. Figuur 4.2 Verdeling verhuisgeneigde studenten per gewenste woonlocatie (indeling volgens de landelijke studentenmonitor en volgens de Gemeente Den Haag) naar huidige woonsituatie 0% 20% 40% 60% 80% 100% Thuiswonend binnen Den Haag Thuiswonend buiten Den Haag 1.050 3.330 Uitwonend binnen Den Haag Uitwonend buiten Den Haag Buitenlands binnen Den Haag Buitenlands buiten Den Haag Totaal 2.000 1.240 760 350 8.730 Centrum Rand Centrum Overig binnen gemeente buiten Den Haag 0% 20% 40% 60% 80% 100% Thuiswonend binnen Den Haag Thuiswonend buiten Den Haag Uitwonend binnen Den Haag Uitwonend buiten Den Haag Buitenlands binnen Den Haag Buitenlands buiten Den Haag Totaal 1050 3330 2000 1230 760 350 8730 Centrum Rand Centrum 1 Rand Centrum 2 Overig gemeente Buiten Den Haag 26 r2015-0006mv

Figuur 4.3 Verdeling verhuisgeneigde studenten per gewenste woonlocatie (indeling volgens de Gemeente Den Haag) naar gewenste woonsituatie 4.3 Mate van zelfstandigheid Ruim 50 procent van de studenten die binnen een jaar wil verhuizen zoekt een zelfstandige woning. Figuur 4.4 laat zien dat dit vooral terug te zien is bij studenten die nu nog thuis wonen. Een vijftigtal studenten geeft aan (weer) thuis te willen wonen na verhuizing, zij zijn verder niet meegenomen in deze paragraaf. Figuur 4.4 Verdeling verhuisgeneigde studenten per gewenste woonsituatie naar type woonruimte 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Thuiswonend binnen Den Haag Thuiswonend buiten Den Haag Uitwonend binnen Den Haag Uitwonend buiten Den Haag Buitenlands binnen Den Haag Buitenlands buiten Den Haag Totaal 8.680 350 760 1.240 1.980 3.310 1.050 Kamers GV Kamers EV Zelfstandig Studentenwoonwensen Den Haag 2015 27

Figuur 4.5 laat zien dat naar mate studenten ouder worden de vraag naar een zelfstandige woning toeneemt. De vraag naar kamers met eigen voorzieningen blijft ongeveer gelijk totdat studenten ouder worden dan 23 jaar. De groeiende vraag naar zelfstandige woningen gaat dan ook vooral ten koste van de vraag naar kamers met gedeelde voorzieningen. Figuur 4.5 Verdeling gewenste woonsituatie van verhuisgeneigde studenten per leeftijd 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 18 en jonger 19 20 21 22 23 24 25 26 en ouder Kamers GV Kamers EV Zelfstandig 4.4 Woonlasten Uit figuur 4.6 blijkt dat 57 procent van de studenten die een kamer met gedeelde voorzieningen wil gaan betrekken een huur tot 400 euro per maand inclusief bijkomende lasten, na aftrek van eventuele huurtoeslag, over heeft voor hun woonruimte. Voor een kamer met eigen voorzieningen is dit 62 procent. 30 procent van de studenten die een zelfstandige woning wil heeft woonlasten van 500 euro of meer hiervoor over. Figuur 4.6 Verdeling gewenste woonlasten (inclusief bijkomende lasten en huurtoeslag) van verhuisgeneigde studenten per gewenste woonsituatie 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Kamers GV 1.810 Kamers EV 2.250 Zelfstandig 4.620 Totaal 8.680 <200 200-249 250-299 300-349 350-399 400-449 450-499 500 EM 28 r2015-0006mv

Tabel 4.1 geeft inzicht in de gemiddelde woonlasten inclusief bijkomende lasten die studenten bereid zijn te betalen. Voor een kamer met gedeelde voorzieningen is dit ongeveer 360 euro. Dit bedrag is vergelijkbaar met dat voor een kamer met eigen voorzieningen. Dit ligt hoger bij zelfstandige woningen (450 euro). In tabel 4.2 is weergegeven hoe de huurprijzen er uit zien als de huurtoeslag niet is meegenomen. Tabel 4.1 Gemiddelde gewenste woonlasten (inclusief bijkomende lasten en huurtoeslag) van verhuisgeneigde studenten per gewenst type verhuisbeweging (zie bijlage 1 voor definities) Kamers GV Kamers EV Zelfstandig Verhuist buiten Den Haag 340 410 460 Starter 310 370 450 Vestiger 350 240 350 Doorstromer 400 400 450 Verlater 420 580 Totaal 360 360 450 Tabel 4.2 Gemiddelde gewenste woonlasten (inclusief bijkomende lasten en exclusief huurtoeslag) van verhuisgeneigde studenten per gewenst type verhuisbeweging (zie bijlage 1 voor definities) Kamers GV Kamers EV Zelfstandig Verhuist buiten Den Haag 380 480 560 Starter 360 460 540 Vestiger 350 380 480 Doorstromer 420 450 540 Verlater 420 620 Totaal 390 450 540 4.5 Woonoppervlakte Figuur 4.7 laat zien dat 47 procent van de studenten die op een kamer met gedeelde voorzieningen wil gaan wonen de voorkeur geeft aan een kamer van ten minste 20 vierkante meter. Voor een kamer met eigen voorzieningen is dit 82 procent. Voor studenten met een zelfstandige woning is geen informatie over het woonoppervlakte beschikbaar. Figuur 4.7 Verdeling gewenst aantal vierkante meter woonoppervlakte van verhuisgeneigde studenten per gewenste woonsituatie 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Kamers GV 4.060 Kamers EV 2.250 1.810 Totaal < 10 m2 10-12 m2 12-14 m2 14-16 m2 16-18 m2 18-20 m2 20-25 m2 25-30 m2 > 30 m2 Studentenwoonwensen Den Haag 2015 29

Tabel 4.3 geeft inzicht in de gemiddelde gewenste oppervlakte. Voor een kamer met gedeelde voorzieningen is dit 19 vierkante meter en bij een kamer met eigen voorzieningen is dit 26 vierkante meter. Tabel 4.3 Gemiddelde gewenst aantal vierkante meter woonoppervlakte van verhuisgeneigde studenten per gewenst type verhuisbeweging Kamers GV Kamers EV Verhuist buiten Den Haag 17 24 Starter 20 26 Vestiger 19 28 Doorstromer 21 24 Verlater 17 Totaal 19 26 4.6 Delen van voorzieningen Deze paragraaf richt zich uitsluitend op studenten die een kamer met gedeelde voorzieningen wensen. Figuur 4.8 geeft inzicht in de wens met hoeveel bewoners de voorzieningen worden gedeeld. Nagenoeg alle studenten willen dat de douche en het toilet door maximaal 5 personen wordt gedeeld. Voor de keuken geldt dat 15 procent deze ook met meer dan 5 personen zou willen delen. Figuur 4.8 Verdeling gewenst aantal personen die voorzieningen delen van verhuisgeneigde studenten per voorziening 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Douche 1.810 Toilet 1.810 Keuken 1.810 <=2 3-5 6-9 >=10 Studenten willen, zoals uit tabel 4.4 blijkt, dat een douche gemiddeld door 4,1 personen wordt gedeeld. Voor het toilet is dit 3,3 personen en voor de keuken 4,2 personen. Tabel 4.4 Gemiddeld gewenst aantal personen die voorzieningen delen van verhuisgeneigde studenten per gewenst type verhuisbeweging Douche Toilet Keuken Verhuist buiten Den Haag 6,6 3,5 4,1 Starter 3,4 3,3 5,1 Vestiger 3,8 3,4 4,7 Doorstromer 3,0 3,0 3,5 Verlater 3,3 3,3 3,5 Totaal 4,1 3,3 4,2 30 r2015-0006mv

5 Vraag & aanbod Dit hoofdstuk gaat over de vraag naar woonruimte, het aanbod van woonruimten en de mismatch tussen beide in Den Haag. Er wordt hiervoor gekeken naar studenten die binnen een halfjaar willen verhuizen. Studenten die buiten Den Haag wonen en een woonruimte buiten Den Haag zoeken worden in dit hoofdstuk buiten beschouwing gelaten. In paragraaf 5.1 wordt de omvang van de vraag en het aanbod in beeld gebracht. In paragraaf 5.2 wordt de mismatch tussen vraag en aanbod uitgesplitst naar het gewenste type woonruimte van verhuisgeneigde studenten. In de slotparagraaf wordt deze uitsplitsing nog verder uitgewerkt naar woonlocatie en prijsklasse. 5.1 Totaalbeeld Figuur 5.1 laat zien dat er ongeveer 1.280 starters, 610 vestigers, 1010 doorstromers en 320 verlaters zijn. De drie groepen studenten die op zoek zijn naar woonruimte in Den Haag (starters, vestigers en doorstromers) zorgen gezamenlijk voor een vraag naar 2.900 woonruimten. De doorstromers en verlaters laten woonruimten achter en creëren zo samen een aanbod van 1.330 woonruimten. Door de vraag naar woonruimten en het aanbod van woonruimten van elkaar af te trekken wordt duidelijk of er extra woonruimte gewenst is bovenop de bestaande voorraad. In Den Haag komt dit neer op een behoefte aan 1.570 extra woonruimten. Figuur 5.1 Vraag en aanbod aantal woonruimten per type verhuisbeweging Studenten Totaal: Thuiswonend: Verhuisgeneigd: 27620 (100%) 12810 (46%) 1970 (7%) WO: 2480 WO: 630 WO: 180 HBO: 25140 HBO: 12190 HBO: 1790 Uitwonend: Starters (vraag): Zoekt buiten Den Haag: Verhuist niet als student: Zoekt binnen Den Haag 14800 (54%) 1280 (5%) 530 (2%) 160 (1%) WO: 1850 WO: 150 WO: 30 WO: 0 HBO: 12950 HBO: 1120 HBO: 510 HBO: 160 Verhuisgeneigd: 2580 (9%) WO: 330 HBO: 2250 Zoekt binnen Den Haag: Zoekt buiten Den Haag: Verhuist niet als student: * 1620 (6%) 620 (2%) 340 (1%) WO: 200 WO: 70 WO: 60 HBO: 1420 HBO: 550 HBO: 280 Doorstromers (vraag/aanbod) Vestigers (vraag) Verlaters (aanbod) Woont Buiten Den Haag: Aanbod: Woont binnen Den Haag Woont Buiten Den Haag Woont binnen Den Haag Woont binnen Den Haag 1010 (4%) 610 (2%) 320 (1%) 300 (1%) 270 (1%) WO: 140 WO: 60 WO: 40 WO: 30 WO: 50 HBO: 870 HBO: 540 HBO: 270 HBO: 280 HBO: 220 * In dit schema is ook het aanbod opgenomen van studenten die niet meer als student verhuizen. Zij worden niet meegenomen in de bepaling van vraag en aanbod. Reden is dat tegenover deze uitstroom een onbekende instroom staat van toekomstige studenten die een woonruimte (zullen) vragen. Verondersteld wordt dat er evenveel studenten aan een opleiding starten als dat er stoppen. r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 31

5.2 Naar type woonruimte Tabel 5.1 geeft inzicht in voor welke type woonruimte de vraag het aanbod overstijgt. Er blijkt niet alleen een tekort aan woonruimten te zijn, maar ook een overschot. Het aanbod van kamers met gedeelde voorzieningen is 150 woonruimten meer dan de vraag naar dit type. Er is een tekort van 830 kamers met eigen voorzieningen en een tekort van 890 zelfstandige woningen. Tabel 5.1 Vraag en aanbod aantal woonruimten per type verhuisbeweging, woonsituatie en type woonruimte Vraag Aanbod Totaal Kamers GV Kamers EV Zelfstandig Totaal Kamers GV Kamers EV Zelfstandig Starters Thuiswonend in Den Haag 240 20 130 100 Thuiswonend buiten Den Haag 1030 160 400 480 Vestigers Uitwonend buiten Den Haag 380 10 120 250 Buitenlands buiten Den Haag 230 160 70 0 Doorstromers Uitwonend in Den Haag 720 190 200 320 720 410 110 200 Buitenlands in Den Haag 300 120 80 110 300 200 30 80 Verlaters Uitwonend in Den Haag 220 180 10 30 Buitenlands in Den Haag 100 30 0 70 Totaal 2900 660 990 1250 1330 800 160 370 Totaal vraag -/- aanbod 1570-150 830 890 5.3 Naar type woonruimte, woonlocatie en prijsklasse Tabel 5.2 laat de mismatch tussen vraag en aanbod zien rekening houdend met gewenste type woonruimte, gewenste prijsklasse en gewenste woonlocatie. Vrijwel alle mogelijke combinaties van de drie kenmerken laten een tekort van het aanbod zien. Uitzondering hierop zijn goedkope kamer met eigen voorzieningen in het centrum, goedkope kamer met eigen voorzieningen aan de rand van het centrum en dure kamer met gedeelde voorzieningen buiten het centrum. Tabel 5.3 geeft inzicht in de opbouw van de vraag en het aanbod naar type verhuisbeweging. Tabel 5.2 Vraag en aanbod aantal woonruimten per type woonruimte, woonlocatie en prijsklasse Aanbod Vraag Woonsituatie huidig Totaal Totaal Verschil woonsituatie over 6 maanden* centrum Kamers gedeeld goedkoop 1.100 110 160-50 1.150 centrum Kamers gedeeld duur 910 110 110 0 910 centrum Kamers eigen goedkoop 1.000 70 340-260 1.260 centrum kamers eigen duur 400 40 190-150 550 centrum zelfstandig goedkoop 690 40 470-430 1.120 centrum zelfstandig duur 370 70 190-120 490 Totaal centrum 4470 440 1460-1.020 5490 rand centrum Kamers gedeeld goedkoop 340 50 90-40 370 rand centrum Kamers gedeeld duur 460 140 160-20 480 rand centrum Kamers eigen goedkoop 140 10 240-230 370 rand centrum kamers eigen duur 60 20 160-130 200 rand centrum zelfstandig goedkoop 410 70 210-150 550 rand centrum zelfstandig duur 280 40 150-120 390 Totaal rand centrum 1690 340 1020-680 2370 buiten centrum Kamers gedeeld goedkoop 320 70 60 10 300 buiten centrum Kamers gedeeld duur 860 320 80 240 620 buiten centrum Kamers eigen goedkoop 100 0 30-30 120 buiten centrum kamers eigen duur 130 10 30-20 150 buiten centrum zelfstandig goedkoop 650 80 170-80 730 buiten centrum zelfstandig duur 430 70 60 10 420 Totaal buiten centrum 2480 550 420 130 2360 Totaal uitwonend 8650 1330 2890-1.570 10210 * Woonsituatie als iedere student de door hem gewenste woonruimte naar type woonruimte, prijsklasse en woonlocatie zou krijgen binnen de komende zes maanden. 32 r2015-0006mv

Tabel 5.3 Vraag en aanbod aantal woonruimten per type verhuisbeweging, type woonruimte, woonlocatie en prijsklasse Aanbod Vraag Niet verhuisgeneigd Doorstromer Verlater Starter Vestiger Doorstromer centrum Kamers gedeeld goedkoop 990 90 20 60 70 40 centrum Kamers gedeeld duur 800 110 0 40 10 70 centrum Kamers eigen goedkoop 930 70 0 150 160 30 centrum kamers eigen duur 360 40 0 40 0 150 centrum zelfstandig goedkoop 650 30 10 220 140 120 centrum zelfstandig duur 300 70 0 170 0 20 Totaal centrum 4030 410 30 660 360 430 rand centrum Kamers gedeeld goedkoop 280 50 0 30 30 30 rand centrum Kamers gedeeld duur 320 90 60 30 60 80 rand centrum Kamers eigen goedkoop 120 0 10 180 20 50 rand centrum kamers eigen duur 40 20 0 130 0 30 rand centrum zelfstandig goedkoop 340 50 20 90 70 50 rand centrum zelfstandig duur 240 20 20 30 40 90 Totaal rand centrum 1350 240 100 480 210 330 buiten centrum Kamers gedeeld goedkoop 250 60 10 30 20 20 buiten centrum Kamers gedeeld duur 540 210 110 0 0 80 buiten centrum Kamers eigen goedkoop 100 0 0 10 10 0 buiten centrum kamers eigen duur 120 10 0 10 0 20 buiten centrum zelfstandig goedkoop 570 60 30 80 0 80 buiten centrum zelfstandig duur 360 40 30 0 0 60 Totaal buiten centrum 1930 370 180 140 30 260 Totaal uitwonend 7320 1010 310 1280 600 1010 Studentenwoonwensen Den Haag 2015 33

6 Prognose studenten 2014-2022 In dit hoofdstuk wordt een vooruitblik gegeven op de verwachte studentenaantallen in 2022. De gegevens volgen uit de prognose 2014 van de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2014. Het betreft een trendraming waarin geen effecten van het sociaal leenstelsel zijn verwerkt. 6.1 Totaalbeeld Er zijn anno 2014 27.600 studenten, waarvan er 25.120 een HBO-opleiding volgen. Tussen 2014 en 2022 zal het aantal studenten dat in Den Haag studeert naar verwachting met 4.080 toenemen, waarvan 3.000 HBO-studenten. Tabel 6.1 Vraag en aanbod aantal woonruimten per type verhuisbeweging, type woonruimte, woonlocatie en prijsklasse 2014 2022 2014-2022 HBO Inwonend Binnen Studiestad 3.250 3.870 620 Inwonend Buiten Studiestad 8.930 9.680 750 Uitwonend Binnen Studiestad 5.840 6.750 910 Uitwonend Buiten Studiestad 4.380 4.830 440 Buitenlands Binnen Studiestad 1.800 1.460-340 Buitenlands Buiten Studiestad 930 1.530 610 Totaal 25.120 28.120 3.000 Primaire Doelgroep 7.630 8.210 580 WO Inwonend Binnen Studiestad 120 150 30 Inwonend Buiten Studiestad 500 290-220 Uitwonend Binnen Studiestad 610 1.360 750 Uitwonend Buiten Studiestad 710 910 200 Buitenlands Binnen Studiestad 390 280-120 Buitenlands Buiten Studiestad 120 550 420 Totaal 2.460 3.540 1.080 Primaire Doelgroep 1.000 1.640 640 Totaal Alle studenten 27.590 31.660 4.080 Totaal Primaire Doelgroep 8.640 9.850 1.220 2014 2022 2014-2022 HBO 2.220 2.590 380 WO 3.760 4.330 570 Totaal Secundaire doelgroep 5.980 6.920 950 6.2 Ontwikkeling primaire en secundaire doelgroep De primaire doelgroep bestaat uit de studenten die het ouderlijk huis verlaten hebben en in de stad woont waar ook de studie gevolgd wordt. Ook de buitenlandse studenten die in de stad wonen waar ze studeren behoren tot de primaire doelgroep. In Den Haag bestaat deze groep in 2014 uit 8.640 personen. De vooruitblik over acht jaar geeft een groei van 1.220 studenten in de primaire doelgroep aan. Als gevolg hiervan zullen er in 2022 circa 9.850 studenten deel uitmaken van de primaire doelgroep in Den Haag. r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 35

Naast de primaire doelgroep is er ook een zogenoemde secundaire doelgroep. De definitie is gelijk aan die van de primaire doelgroep, met dat verschil dat de studiestad niet gelijk is aan de woonstad. Studenten die in Den Haag op kamers of zelfstandig wonen en in Delft of Leiden studeren vallen onder de secundaire doelgroep. Verwacht wordt dat deze secundaire doelgroep tussen 2014 en 2022 zal toenemen van bijna 6.000 naar bijna 7.000 studenten. 36 r2015-0006mv

7 Starters In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de vraag en het aanbod van goedkope huurwoningen (een huurprijs tot 555 euro). Uit de voorgaande hoofdstukken is gebleken dat de markt waarin studenten zich begeven niet enkel toegespitst is op studentenwoningen. Een deel van hen is op zoek naar een woning op de normale woningmarkt, maar dan wel voornamelijk een huis in de goedkoopste segmenten van de huursector. Cijfers voor dit hoofdstuk zijn afkomstig uit het Socrates-model (zie bijlage 3). De genoemde prijsgrenzen zijn ontleend aan het WoON 2012. De inflatie is niet verwerkt in de naamgeving, maar in de berekening is hier wel rekening mee gehouden. In paragraaf 7.1 wordt ingegaan op de totale ontwikkeling van het goedkope huursegment. In paragraaf 7.2 worden deze uitkomsten verder uitgesplitst in drie prijsklassen. 7.1 Totaalbeeld De totale voorraad goedkope huurwoningen zal tussen 2015 en 2025 teruglopen van 86.900 woningen naar 79.300. Dit is met name een gevolg van het huidige huurbeleid waardoor de huren harder stijgen dan op basis van de inflatie verwacht zou mogen worden. De jaarlijkse vraag naar huurwoningen in deze prijsklasse neemt licht af; van 20.200 naar 17.300. Het aanbod loopt ook licht terug; van 15.000 naar 13.300. Gevolg is dat de restvraag in dit prijssegment terugloopt van 5.500 naar 4.400 terwijl het restaanbod ongeveer gelijk blijft met 600 à 700 woningen. De leegstand zal tussen 2015 en 2025 afnemen van 1.900 naar 850. De verhuiskansen blijven ongeveer gelijk. 7.2 Naar prijsklasse Tabel 7.1, 6.2 en 6.3 geven inzicht in de ontwikkeling van de vraag en het aanbod van woningen in het goedkope huursegment voor drie prijsklassen. In het prijssegment met een huur onder de 361 euro stijgt de restvraag met 300 terwijl het restaanbod bijna 0 is. Hierdoor neemt de druk toe en daalt de verhuiskans van 76 procent naar 67 procent. Bij huurwoningen in de prijsklasse van 361 tot 460 euro blijven restvraag, restaanbod en verhuiskans ongeveer gelijk. In de prijsklasse 460 tot 555 euro zorgt een daling van de restvraag en stijging van het restaanbod ervoor dat de verhuiskans stijgt Tabel 7.1 Ontwikkelingen aantal huurwoningen met een huur van minder dan 361 euro uitgesplitst naar (rest)vraag, (rest)aanbod, leegstand en verhuiskans (Bron: Socrates 2014) Jaar Totale voorraad Vraag Aanbod Restvraag Restaanbod Leegstand Verhuiskans (%) 2015 24.600 5.300 4.000 1.300-700 76 2016 21.600 5.200 3.700 1.400-600 74 2017 20.100 5.400 3.300 1.500-600 73 2018 18.200 5.300 3.000 1.600-500 71 2019 16.900 5.100 2.900 1.500-500 71 2020 16.600 5.300 2.800 1.600-400 69 2021 16.200 5.100 2.700 1.600-400 69 2022 15.900 4.900 2.600 1.600-400 67 2023 15.500 5.200 2.500 1.700-300 68 2024 15.200 5.100 2.400 1.700-300 68 2025 14.800 4.900 2.400 1.600-300 67 r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 37

Tabel 7.2 Ontwikkelingen aantal huurwoningen met een huur van 361 tot 460 euro uitgesplitst naar (rest)vraag, (rest)aanbod, leegstand en verhuiskans (Bron: Socrates 2014) Jaar Totale voorraad Vraag Aanbod Restvraag Restaanbod Leegstand Verhuiskans (%) 2015 31.700 5.600 5.400 1.300 400 800 77 2016 31.400 5.400 5.200 1.100 400 700 80 2017 30.300 5.100 5.200 1.200 400 700 76 2018 29.900 5.200 5.100 1.200 400 600 76 2019 29.100 5.000 4.900 1.100 400 600 78 2020 28.900 4.900 4.900 1.200 400 500 76 2021 28.600 4.600 4.700 1.100 400 500 77 2022 28.300 4.700 4.700 1.100 400 400 77 2023 28.000 4.400 4.500 1.100 300 400 75 2024 27.600 4.400 4.600 1.000 400 400 77 2025 27.400 4.400 4.600 900 400 400 80 Tabel 7.3 Ontwikkelingen aantal huurwoningen met een huur van 460 tot 555 euro uitgesplitst naar (rest)vraag, (rest)aanbod, leegstand en verhuiskans (Bron: Socrates 2014) Jaar Totale voorraad Vraag Aanbod Restvraag Restaanbod Leegstand Verhuiskans (%) 2015 30.600 9.300 5.600 3.000 100 400 68 2016 31.300 9.000 5.700 2.700 100 400 70 2017 31.900 8.800 5.800 2.700 100 400 70 2018 32.200 8.700 5.800 2.600 100 400 70 2019 32.300 8.400 5.700 2.400 100 300 71 2020 32.900 8.500 6.200 2.200 200 300 74 2021 33.800 8.000 6.200 2.100 200 300 74 2022 34.700 7.800 6.200 2.000 200 300 75 2023 35.500 7.700 6.300 1.900 300 200 75 2024 36.300 7.800 6.400 1.900 300 200 76 2025 37.100 8.000 6.300 1.900 300 200 76 38 r2015-0006mv

Bijlage 1: Begrippenlijst Buitenlandse studenten Buitenlandse studenten hebben hun vooropleiding in het buitenland gevolgd. In de meeste gevallen betreft het studenten met een niet-nederlandse nationaliteit. Het is echter ook mogelijk dat het personen met de Nederlandse nationaliteit zijn. Doorstromers Uitwonende studenten van binnen Den Haag die woonruimte zoeken in Den Haag. Kamers met eigen voorzieningen (EV) Kamers met eigen douche, toilet en keuken. Kamers met gedeelde voorzieningen (GV) Kamers met gedeelde voorzieningen (zoals douche, toilet en/of keuken). Starters Thuiswonende studenten binnen of buiten Den Haag die woonruimte zoeken in Den Haag. Thuiswonend Wonend bij de ouders of verzorgers. Type woonruimte Onderscheid naar kamers met gedeelde voorzieningen, kamers met eigen voorzieningen en zelfstandige woning. Uitwonend Niet wonend bij de ouders. Verhuisgeneigdheid Wens om binnen één jaar te verhuizen. Verhuiskans De kans dat een student of huishouden binnen een jaar een woning kan betrekken in het gewenste segment. Verlaters Uitwonende studenten van binnen Den Haag die hun volgende woonruimte buiten Den Haag zoeken. r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 39

Vestigers Uitwonende studenten van buiten Den Haag die woonruimte zoeken in Den Haag. Vraag & aanbod studentenwoningmarkt Op de markt van studentenwoningen worden vraag en aanbod bepaald door instroom, uitstroom en doorstroom van studenten die willen verhuizen. Deze stromen zijn gebaseerd op de verhuiswensen van studenten. Voor de berekening van deze stromen wordt gerekend met studenten die recent woonruimte gevonden moet hebben of binnen een half jaar willen verhuizen. Daarnaast moet de student nog binnen de studietijd verhuizen. Woonlasten inclusief (bijkomende woonlasten) Ook wel bruto woonlasten genoemd. Bedrag dat maandelijks betaald wordt aan huur of hypotheek. Inbegrepen zijn kosten voor gas, water, elektriciteit, gemeentelijke heffingen, service en internet. Woonlasten exclusief (bijkomende woonlasten) Bedrag dat maandelijks betaald wordt aan huur of hypotheek. Niet inbegrepen zijn kosten voor gas, water, elektriciteit, gemeentelijke heffingen, service en internet. Eventuele huurtoeslag of hypotheekrenteaftrek is niet in mindering gebracht. Woonoppervlakte Onder woonoppervlakte wordt de oppervlakte van de woning verstaan die niet wordt gedeeld met andere personen. Hieronder valt bijvoorbeeld niet de oppervlakte van een gedeelde keuken. Woonquote Woonlasten gedeeld door het inkomen. Dit geeft een indicatie van de zwaarte van de woonlasten ten opzichte van het inkomen voor een student. Woonsituatie De woonsituatie van een student geeft aan of deze uitwonend, thuiswonend of buitenlands is en of de woonruimte zich binnen of buiten de gemeente Den Haag bevindt. Zelfstandige woning/woonruimte Een zelfstandige woonruimte, die uitsluitend door de student bewoond wordt (eventueel met partner en/of kinderen). Dit kan huur of koop zijn. 40 r2015-0006mv

Bijlage 2: Woonlocaties in Den Haag In het rapport worden twee verschillende indelingen voor de woonlocaties gehanteerd. Op de eerste plaats is uitgegaan van een indeling zoals deze wordt gebruikt door de gemeente Den Haag. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van de standaard woonlocaties zoals deze worden gehanteerd bij de landelijke studentmonitor (het landelijke onderzoek naar studentenhuisvesting). Woonlocaties gemeente Den Haag Figuur B.1 geeft de verschillende woonlocaties die de gemeente Den Haag hanteert weer. Figuur B.1 Kaart met woonlocaties in Den Haag volgens de indeling van gemeente Den Haag Centrum = Centrum, Stationswijk, Laakkwartier, Schildersbuurt-Oost, Bezuidenhout-West Rand Centrum 1 = Regentessekwartier, Zeeheldenkwartier, Willemspark, Bezuidenhout- Midden, Bezuidenhout-Oost Rand Centrum 2 = Valkenbos, Rustenburg en Oostbroek, Schilderswijk (m.u.v. Schildersbuurt- Oost), Trans-vaalkwartier, Spoorwijk Overig gemeente = Overige wijken Berekening woonlocaties landelijke studentenmonitor Vraag in de enquête Studenten hebben in de vragenlijst zowel een huidige als een gewenste woonlocatie opgegeven. De vraagformulering voor beide woonlocaties wijkt echter af. Voor de huidige woonlocatie is een concreet beeld te schetsen middels de vraag Wat zijn de 4 cijfers van je huidige postcode. Voor de gewenste locatie is er een complicerende factor; immers het maakt voor een student veelal niet uit of hij in postcode AAAA of AAAB woont, als het maar in de buurt van het centrum of in de buurt van de onderwijslocatie is. Om deze discrepantie af te vangen is gevraagd naar op hoeveel minuten fietsafstand van het centrum de respondent wil wonen. Evenzo is gevraagd naar op hoeveel minuten fietsafstand van de onderwijslocatie de respondent wil wonen. De antwoorden op deze vragen worden omgezet naar de woonlocaties centrum, rand van het centrum en overig binnen de gemeente. Van postcode naar gemiddelde fietstijd Er zijn bestanden beschikbaar waaruit tussen meerdere 5-positiepostcodes (bijv: 1011A) een kortste afstand bepaald is. In eerste instantie is deze kortste afstand gecombineerd met een gemiddelde fietssnelheid van 15 km/u. Zodoende ontstaat er een reistijd. Vervolgens is de reistijd van 5-positiepostcodes r2015-0006mv Studentenwoonwensen Den Haag 2015 41

platgeslagen naar een gemiddelde reistijd van 4-positiepostcode naar 4-positiepostcode. Per 4- positiepostcode is zo een reistijd naar het centrum bepaald. De gemiddelde reistijd per postcode is gewogen naar het aantal inwoners per postcode om tot een gemeentelijk gemiddelde reistijd naar het centrum te komen. Voor Den Haag is dit 20 minuten. Van gemiddelde fietstijd naar type locatie De postcodes waarbij de gemiddelde fietstijd tot het centrum groter is dan het gemeentelijk gemiddelde worden getypeerd als buiten (rand) centrum. Ligt een postcodegebied binnen de gemiddelde gemeentelijke fietstijd tot het centrum wordt deze in eerste instantie getypeerd als rand centrum. Voor het centrum is de factor 0,7*Gemiddelde aangehouden. Per huidige postcode is op bovenstaande wijze vastgesteld of men in het centrum woont, binnen rand centrum, of buiten (rand) centrum. In onderstaande tabel is aangegeven welke fietstijden per stad gehanteerd worden. Van gewenste fietstijd naar gewenste woonlocatie Voor de gewenste woonlocatie is gekeken naar de gewenste fietstijd die respondenten hebben aangegeven om te bepalen of zij in het centrum willen wonen, rand centrum of buiten (rand) centrum. Resulterende woonlocaties landelijke studentenmonitor In figuur B.2 is per 5-minuten-klasse aangegeven wat de gemiddelde fietstijd per postcodegebied naar het centrum is. Figuur B.2 Gemiddelde fietstijd naar centrum per postcodegebied 42 r2015-0006mv

In figuur B.3 is de fietstijd per postcodegebied doorvertaald naar de driedeling centrum, rand centrum, buiten (rand) centrum. Figuur B.3 Type woonlocatie per postcodegebied Studentenwoonwensen Den Haag 2015 43