Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds
INHOUDSOPGAVE BALANS PER 31 DECEMBER 3 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 4 TOELICHTING 5 1. ALGEMEEN 5 2. BALANS 9 3. STAAT VAN BATEN EN LASTEN 13 CONTROLEVERKLARING ACCOUNTANT 17 BIJLAGE 1: BELEGGINGSSTATUUT 19 BIJLAGE 2: VERLOOP VERMOGEN 21 2
BALANS PER 31 DECEMBER ACTIEF 2014 PASSIEF 2014 VASTE ACTIVA RESERVES EN FONDSEN BELEGGINGEN RESERVES (8) Effecten (1) 23.287.722 22.555.754 Stichtingskapitaal 135 135 Legaten (2) p.m. p.m. Continuïteitsreserve 956.000 765.000 Reservebron van inkomsten 25.382.423 26.116.838 26.338.558 26.881.973 VLOTTENDE ACTIVA FONDSEN / EC's (9) VORDERINGEN Bestemmingsfondsen 1.293.609 1.505.296 Interest (3) 90.798 113.696 Dividendbelasting (4) 5.408 10.140 27.632.167 28.387.269 Overige vorderingen (5) 878.523 782.195 Rekening-courant Stichting Vrienden (6) - - 974.729 906.031 KORTLOPENDE SCHULDEN Crediteuren 22.353 10.919 LIQUIDE MIDDELEN (7) 9.784.690 11.025.333 Saldo lopende projecten (10) 5.276.360 5.293.917 Rekening-courant Stichting (6) Vrienden - - Overige schulden en overlopende passiva (11) 1.116.262 795.014 6.414.975 6.099.850 TOTAAL 34.047.141 34.487.118 TOTAAL 34.047.141 34.487.118 3
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2014 BATEN GIFTEN EN SCHENKINGEN Bijdrage St.Vrienden ongeoormerkt (12) 217.247 841.404 Bijdrage Stichting Vrienden en overig geoormerkt (13) 985.673 892.536 Schenking Fonds Jurrewitz (14) 4.860 4.120 1.207.780 1.738.060 BELEGGINGEN Rente obligaties 346.967 417.687 Dividend (15) 191.726 145.135 Overige rente-opbrengsten 120.234 152.433 Gerealiseerd koersresultaat (16) 60.806 579.227 719.733 1.294.482 KOSTEN Bankkosten/provisie (17) 471 8.644 Bewaarloon effecten 75.163 63.619 Algemene kosten (18) 216.020 193.826 Bijdrage kosten Stichting Vrienden (19) 421.063 315.435-712.717-581.524 BESCHIKBAAR VOOR DOELSTELLING 1.214.797 2.451.018 BESTEDINGEN Wetenschappelijke Adviesraad 19.621 20.849 Wetenschappelijk Onderzoek (20) 2.596.706 2.208.620 Patiëntenzorg Erasmus MC (21) 306.708 230.854 Patiëntenzorg buiten Erasmus MC (22) 15.717 16.880 TOTAAL BESTEED AAN DOELSTELLING 2.938.752 2.477.203 Saldo -1.723.955-26.185 Ongerealiseerd koersresultaat (23) 968.857 1.339.722 RESULTAAT -755.101 1.313.537 4
1. ALGEMEEN TOELICHTING DOEL EN ACTIVITEITEN Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds (hierna: Sophia Fonds) heeft ten doel: 1. de bevordering van het medisch wetenschappelijk onderzoek ten dienste van de kindergeneeskunde in het algemeen en meer in het bijzonder in het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam (hierna: het Erasmus MC-Sophia); 2. de ondersteuning van de zorg voor en de behartiging van de belangen van het zieke kind in het algemeen en meer in het bijzonder de ondersteuning van de patiëntenzorg in het Erasmus MC-Sophia; 3. al hetgeen dat tot het voorgaande bevorderlijk kan zijn. Het Sophia Fonds tracht dit doel te bereiken door het voeren van het beheer over het vermogen van de Stichting en door het uitkeren van de opbrengst van haar vermogen en andere gelden aan genoemde activiteiten. Het Sophia Fonds werkt samen met een andere stichting waarmee het Sophia Fonds nauw verbonden is: Stichting Vrienden van het Sophia (hierna: Stichting Vrienden). De besturen van Stichting Vrienden en Sophia Fonds kennen een personele unie: de bestuursleden fungeren in die hoedanigheid bij beide stichtingen. Zij oefenen hun functie onbezoldigd uit. De gelden die via Stichting Vrienden worden geworven voor wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg in het Erasmus MC-Sophia vormen een substantieel onderdeel van de totale steun van het Sophia Fonds aan het Erasmus MC-Sophia. Alle kosten welke zijn verbonden aan de fondsenwerving door Stichting Vrienden (inclusief de kosten van het personeel van de beide stichtingen) worden volledig betaald uit het vermogen van het Sophia Fonds; de door Stichting Vrienden geworven gelden komen aldus voor 100% ten goede aan de doelstelling: projecten in het Erasmus MC-Sophia. Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 41126788. JAARVERSLAGGEVING Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. Tenzij anders vermeld luiden bedragen in Euro s ( ). De jaarrekening is vastgesteld in de bestuursvergadering op 14 juni 2016. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Uitgangspunt voor de waardering van activa en passiva is de historische kostprijs, dan wel de nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben, met uitzondering van rente op obligaties, welke worden verantwoord in het jaar van ontvangst. 5
EFFECTEN Aandelen worden gewaardeerd tegen de beurskoers ultimo boekjaar; obligaties worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Ontvangen stockdividenden worden gewaardeerd tegen de beurswaarde op het moment van beschikbaar stellen van het dividend. De stockdividenden worden verantwoord via de staat van baten en lasten. JAARLIJKSE UITKERINGEN Het Sophia Fonds kent de volgende uitkeringen met hantering van een aantal uitgangspunten: UITKERINGEN TEN BEHOEVE VAN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK: ONDERZOEKSPROJECTEN De definitieve uitkering aan wetenschappelijke onderzoeksprojecten wordt door het bestuur vastgesteld na beoordeling van de projecten door de Wetenschappelijke Advies Raad (hierna: WAR). Beschikbaar gestelde, doch niet bestede subsidiebedragen van afgelopen projecten vloeien terug in het vermogen van het Sophia Fonds. Geoormerkte giften van derden ten behoeve van door het bestuur goedgekeurde wetenschappelijke onderzoeksprojecten worden door het bestuur beschikbaar gesteld aan de betreffende projecten. FELLOWPROJECTEN; ENDOWED CHAIRS Voor bedrijven, fondsen en andere geïnteresseerden bestond sinds 1998 de mogelijkheid een symbolische stoel (zogenoemde Endowed Chair door derden, hierna: EC ) in het leven te roepen, waarop jonge artsen als fellow mochten plaatsnemen om onderzoek te doen. Eigen wetenschappelijk onderzoek wordt hiermee verder uitgebouwd en ontwikkeld. De derde verschafte daartoe de nodige financiering; het Sophia Fonds beheert de aan de EC s gealloceerde middelen. Hiervoor zijn binnen het Sophia Fonds stamvermogens gecreëerd met de bedoeling uit de renteopbrengsten, aangevuld met gelden uit fondsenwerving, uitkeringen te doen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat een EC over zoveel gelden zou beschikken dat uit de opbrengsten elke keer een nieuwe fellow kon starten. Later is dit niet haalbaar gebleken en heeft het bestuur besloten om de bestaande EC s uit te putten en op den duur op te heffen. Op dit moment zijn nog 4 EC s operationeel, te weten de EC Roparun, de EC Chronisch Zieke Kinderen, de EC Kinder- en Jeugdpsychiatrie met speciale aandacht voor autisme en aanverwante ontwikkelingsstoornissen en de EC New Horizon. In totaal hebben de EC s in 226.729 besteed ten behoeve van hun activiteiten. UITKERINGEN TEN BEHOEVE VAN PATIËNTENZORG PATIËNTENZORGPROJECTEN IN EN BUITEN HET ERASMUS MC-SOPHIA De patiëntenzorgprojecten in het Erasmus MC-Sophia worden vrijwel geheel gefinancierd uit door giften van Stichting Vrienden geworven gelden. Vanuit het Erasmus MC- Sophia kunnen projecten worden ingediend bij het Sophia Fonds. Door de afdelingshoofden wordt beoordeeld of de aanvragen voldoen aan de gestelde criteria. Alle aanvragen dienen te worden goedgekeurd door het hoofd van het cluster Sophia en het bestuur van de Sophia Stichtingen. Het Sophia Fonds dient op haar beurt de projecten in bij Stichting Vrienden, die voor deze projecten fondsen tracht te werven. Op basis 6
van de ontvangen bedragen van Stichting Vrienden wijst het bestuur van het Sophia Fonds subsidies toe aan projecten volgens een opgestelde prioriteitenlijst. Restantgelden van projecten kunnen bij bestuursbesluit worden toegekend aan goedgekeurde en soortgelijke projecten. Voor patiëntenzorgprojecten buiten het Erasmus MC-Sophia worden, naast de jaarlijkse dotatie volgens de meerjarenbegroting, garantiesubsidies toegekend ten laste van het Sophia Fonds tot een door het bestuur vastgestelde limiet waaronder de uitstaande garanties worden geadministreerd. Ter zake van elke garantie wordt een einddatum vastgesteld. Beschikbaar gestelde, doch niet bestede subsidiebedragen van afgelopen projecten vloeien terug in het vermogen van het Sophia Fonds. OVERIGE UITKERINGEN Ten laste van het vrij beschikbare vermogen van het Sophia Fonds kan het bestuur, binnen de doelstelling, besluiten tot overige uitkeringen. VERBONDEN PARTIJEN Het Sophia Fonds ondersteunt wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg in het Erasmus MC-Sophia te Rotterdam. De gelden voor deze ondersteuning ontvangt de stichting mede van Stichting Vrienden van het Sophia. VERMOGEN EN BELEGGINGEN Het Sophia Fonds beschikt over een aanzienlijk vermogen. Dit vermogen bestaat voor een klein deel uit vast vermogen; de rest van het vermogen is vrij beschikbaar vermogen. Het vaste vermogen bestaat uit bestemmingsreserves verkregen uit fondsenwerving (met aanvullingen vanuit het Sophia Fonds). Dit betreft de hiervoor genoemde EC serden (EC s). De jaarlijkse rente over dit vaste vermogen wordt toegevoegd aan het vaste vermogen. De rest van het vermogen van het Sophia Fonds is vrij beschikbaar. De basis daarvan is in 1967 gelegd met de gelden verkregen uit de verkoop van het oude Sophia Kinderziekenhuis aan het Rijk (i.v.m. de overgang van de particuliere instelling naar Rijksinstituut). Een groot gedeelte van het vermogen wordt belegd. De opbrengsten uit het vermogen worden door het Sophia Fonds gebruikt, samen met de door Stichting Vrienden geworven gelden, om wetenschappelijk onderzoek in het Erasmus MC-Sophia te ondersteunen. Alle kosten welke zijn verbonden aan de fondsenwerving door Stichting Vrienden (inclusief de kosten van de desbetreffende personeelsleden van de beide stichtingen) worden volledig betaald uit het vermogen van het Sophia Fonds; de door Stichting Vrienden geworven gelden komen aldus voor 100% ten goede aan de doelstelling. Het beleggingsbeleid is primair gericht op beleggingen voor de langere termijn. Het beleggingsdoel is redelijk conservatief. Bij het doen van beleggingen wordt rekening gehouden met de regels van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zie ook: bijlage 1, Beleggingsstatuut. Overigens heeft het bestuur in december en februari 2016 besloten om het vermogensbeheer anders in te richten. De reeds lang met de bank bestaande adviesrelatie is beëindigd en het beheer van het vermogen is middels een vermogensbeheer contract ondergebracht bij twee banken, waaronder de bank waarmee het Sophia Fonds al vele jaren een goede werkrelatie had. Hierover meer in het jaarverslag over 2016. 7
De opdracht van het bestuur van het Sophia Fonds is zoveel mogelijk geld uit te keren ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek, zonder daarbij de verantwoordelijkheid voor de continuïteit uit het oog te verliezen. Zoals gezegd, het bestuur van het Sophia Fonds streeft naar structureel sluitende begrotingen door alle uitgaven te financieren uit gerealiseerde inkomsten. Echter, het bestuur meent dat bij wijze van uitzondering in bepaalde jaren een beperkt verlies kan worden geaccepteerd. Dat geldt voor het jaar, en naar verwachting ook voor het jaar 2016, enerzijds als gevolg van gedaalde inkomsten uit fondsenwerving en anderzijds uit gedaalde inkomsten (en een ook in de toekomst te verwachten daling in inkomsten) uit het ver-mogen (structureel lagere rente). Daarbij kijkt het bestuur naar de continuïteit op langere termijn, enerzijds van het vermogen, anderzijds van de uitgaven conform de doelstelling. De volgende prioriteitstelling wordt hierbij door het bestuur in acht genomen: 1. kosten; te verdelen in kosten Stichting Vrienden, kosten WAR, algemene kosten Sophia Fonds en kosten beheer vermogen; 2. subsidies aan wetenschappelijke onderzoeksprojecten WAR; 3. subsidies aan patiëntenzorgprojecten buiten het Erasmus MC-Sophia; 4. vergoeding fictieve rente EC s; 5. bijzondere projecten in het Erasmus MC-Sophia. 8
2. BALANS BELEGGINGEN (1) EFFECTEN OBLIGATIES 2014 Overheden 299.000 324.000 Bedrijven 7.715.000 8.015.000 Overige obligaties 850.000 965.000 8.864.000 9.304.000 De obligaties zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De beurs- waarde van de obligaties bedraagt per 31 december 9.532.222. AANDELEN Onroerend goed 896.218 822.180 Beleggingsfondsen 12.497.148 12.429.574 Overig 1.030.356-14.423.722 13.251.754 Totaal 23.287.722 22.555.754 (2) LEGAAT ONDER VRUCHTGEBRUIK Dit legaat omvat het blote eigendom van 9/80e deel van 330.170 aandelen Akzo Nobel N.V. à 2,27 nominaal. Aan familieleden is levenslang het recht van vruchtgebruik toegekend bij testament. Bij overlijden van deze familieleden komt het Sophia Fonds de volle eigendom toe. Ultimo bedroeg de beurswaarde van 37.144 aandelen Akzo Nobel N.V. (koers 61,50) 2.284.356 (2014: 2.141.352). Het legaat wordt als P.M. gewaardeerd. VORDERINGEN (3) INTEREST De nog te ontvangen interest heeft betrekking op bankrenten. 9
(4) DIVIDENDBELASTING De te ontvangen dividendbelasting heeft betrekking op de in ingehouden belasting op de ontvangen dividenden. (5) OVERIGE VORDERINGEN 2014 Nog te ontvangen giften Stichting Vrienden ongeoormerkt 217.247 364.085 Nog te ontvangen giften Stichting Vrienden geoormerkt 564.547 317.429 Nog te ontvangen nalatenschap Stichting Willem H. Kröger 92.517 92.517 Overig 4.213 8.164 878.523 782.195 (6) REKENING COURANT STICHTING VRIENDEN Stichting Vrienden beheert op haar naam liquide middelen van het Sophia Fonds op een private banking spaarrekening. De rente hiervan is bestemd voor het Sophia Fonds. (7) LIQUIDE MIDDELEN 2014 Rekening-courant tegoed 50.03.59.857 181.709 306.182 Private banking spaarrekening 40.65.72.852 3.337.710 4.539.537 Vermogensspaarrekening 53.26.51.952 1.000.000 1.000.000 Private banking spaarrekening 41.41.17.085 5.265.137 5.177.976 Beleggersrendementrekening 52.20.88.805 134 1.638 9.784.690 11.025.333 10
RESERVES EN FONDSEN (8) RESERVES 2014 Stand per 1 januari 26.881.838 25.176.168 Resultaatbestemming -543.415 1.705.670 Stand 31 december 26.338.423 26.881.838 Waarvan: Continuïteitsreserve 956.000 765.000 Reservebron van inkomsten 25.382.423 26.116.838 Overeenkomstig bijlage 1 van de Richtlijn 650 Fondsenwervende instellingen van het CBF is de post continuïteitsreserve op de balans opgenomen. Uitgangspunt voor de hoogte van de continuïteitsreserve is de eis dat de stichting tenminste voor een periode van één jaar aan haar verplichtingen uit hoofde van de doelstelling moet kunnen voldoen. Op basis van de financiële toetsing van het CBF op 4 juni 2014 wordt de continuïteitsreserve nu berekend als 1,5 maal de werkelijke bestedingen van algemene kosten en uitvoeringskosten eigen fondsenwerving. (9) FONDSEN / EC S BESTEMMINGSFONDSEN 2014 Stand per 1 januari 1.505.296 1.897.428 Resultaatbestemming -211.687-392.132 Stand per 31 december 1.293.609 1.505.296 SPECIFICATIE: Endowed Chair SAR/autisme en aanverwante stoornissen 68.650 135.175 Endowed Chair Roparun Fonds 898.862 1.000.388 Endowed Chair Step/Chronisch Zieke Kinderen 182.933 181.123 Endowed Chair New Horizon 143.164 188.609 Stand per 31 december 1.293.609 1.505.296 Voor een verloop per EC wordt verwezen naar bijlage 2 van deze jaarrekening. 11
KORTLOPENDE SCHULDEN (10) SALDO LOPENDE PROJECTEN Dit betreft de saldi van toegezegde en bestede bedragen van lopende projecten van wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg. De eventuele overschotten bij afloop van de projecten zullen terugvloeien naar het beschikbaar vermogen van het Sophia Fonds. (11) OVERIGE SCHULDEN EN OVERLOPENDE PASSIVA 2014 Wetenschappelijke Adviesraadkosten 2.775 - Verplichtingen inzake projectkosten patiëntenzorg 15.884 3.993 Verplichtingen inzake kosten wetenschappelijk onderzoek 634.948 438.619 Verplichting inzake Stichting Vrienden 421.063 315.435 Salariskosten 19.283 9.391 Bankkosten 18.341 17.671 Reserveringen 2.750 4.048 Overig 1.218 5.856 1.116.262 795.014 NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN EN GESTELDE ZEKERHEDEN Alle kosten welke zijn verbonden aan de fondsenwerving door Stichting Vrienden worden volledig betaald uit het vermogen van het Sophia Fonds; de door Stichting Vrienden geworven gelden komen aldus voor 100% ten goede aan de doelstelling: projecten in het Sophia. Het Sophia Fonds heeft in het kader van wetenschappelijke onderzoeks- en fellow-projecten in en eerdere jaren meerjarige toezeggingen gedaan, over de jaren 2016 tot en met 2019, voor een bedrag (per einde ) van circa 9,35 miljoen ten laste van het vrije vermogen en bijna 866.900 ten laste van het vastgelegd vermogen. De toezeggingen worden jaarlijks pas omgezet in daadwerkelijke (verplichtingen tot) uitkering(en) aan de diverse projecten, na toetsing door de Wetenschappelijke Adviesraad en het bestuur; de fellowprojecten (EC s) pas na goedkeuring door het bestuur. 12
3. STAAT VAN BATEN EN LASTEN BATEN GIFTEN EN SCHENKINGEN (12) ONGEOORMERKTE GIFTEN 2014 Bijdrage Vrienden 217.247 841.404 (13) GEOORMERKTE GIFTEN T.b.v. wetenschappelijk onderzoek Bijdrage Stichting Vrienden: Kindergeneeskunde 212.727 391.939 Kinderchirurgie - 550 Kinder- en Jeugdpsychiatrie/psychologie 8.000 17.800 Kinderthoraxcentrum 66.041 2.250 Onderzoek Hersenen van Kinderen (Kerst ) 394.629 263.485 681.397 676.024 T.b.v. patiëntenzorg Bijdrage Stichting Vrienden: Patiëntenzorg/Sophia TV 69.661 130.306 Indiv. patiëntenprojecten/patiëntenprojecten buiten Sophia - - Projecten in het Erasmus MC Sophia 234.616 86.206 304.276 216.512 GEOORMERKTE GIFTEN TOTAAL 985.673 892.536 (14) SCHENKING / NALATENSCHAP Uitkering Fonds Jurrewitz 4.860 4.120 13
BELEGGINGEN (15) DIVIDEND 2014 Cash dividend 66.004 85.751 Stockdividend 125.722 59.384 191.726 145.135 16/17 GEREALISEERD KOERSRESULTAAT/BANKKOSTEN Het resultaat beleggingen alsmede het ongerealiseerde koersresultaat is in wederom positief, waardoor het totale resultaat uitkomt op ruim 1,69 miljoen. KOSTEN (18) ALGEMENE KOSTEN 2014 Accountants- en advieskosten 25.904 6.958 Administratie- en vergoedingskosten 133.453 108.658 Bestuurs- en overige kosten 55.168 71.589 Kantoormeubilair/-machines 1.495 6.621 216.020 193.825 (19) BIJDRAGE KOSTEN STICHTING VRIENDEN De bijdrage kosten Stichting Vrienden van 421.063 heeft betrekking op de bijdrage van het Sophia Fonds in de kosten van Stichting Vrienden. 14
BESTEDINGEN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, PATIENTENZORG EN OVERIGE UITKERINGEN Dit betreft de op basis van bestuursbesluiten ter beschikking gestelde subsidies, aangesproken garantiesubsidies en uitkeringen. Daarnaast de dotatie vanuit Sophia Fonds vanwege de verantwoording van de kosten van de Endowed Chairs door derden. (20) WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK 2014 Verantwoording EC s door derden 226.729 423.437 Verantwoording wetenschappelijke onderzoeksprojecten: Subsidies Sophia Fonds 1.195.916 1.244.868 Kinderthoraxcentrum 658.142 2.250 Geoormerkte giften Stichting Vrienden en overig 29.353 410.289 Sporten voor Sophia: Kindergeneeskunde-Endocrinologie 191.374 Kerstactie: gift afd. Kindergeneeskunde-Neonatologie 394.629 263.485 2.469.414 1.920.892 Overschot subsidie afgelopen projecten 99.437 135.709 2.369.977 1.785.183 2.596.706 2.208.620 (21) PATIËNTENZORG BINNEN HET ERASMUS MC-SOPHIA Verantwoording patiëntenzorgprojecten: Subsidies Sophia Fonds 8.233 14.657 Giften Stichting Vrienden en overige 304.276 216.512 312.509 231.169 Overschot subsidie afgelopen projecten 5.801 315 306.708 230.854 15
(22) PATIENTËNZORG BUITEN HET ERASMUS MC-SOPHIA 2014 Verantwoording patiëntenzorgprojecten: Subsidies Sophia Fonds 24.550 24.450 Gift Stichting Vrienden - - 24.550 24.450 Overschot subsidie afgelopen projecten 8.833 7.570 15.717 16.880 (16/23) KOERSRESULTATEN De koersresultaten zijn als Gerea- Ongerea- Gerea- Ongereavolgt nader toe te lichten: liseerd liseerd liseerd liseerd 2014 2014 Beleggingsfondsen/aandelen - 968.857 498.929 1.339.722 Obligaties 60.806-80.298-60.806 968.857 579.227 1.339.722 16
17
18
BIJLAGE 1. BELEGGINGSSTATUUT NB: Dit statuut is in februari 2016 inhoudelijk gewijzigd, bij de overgang naar discretionair vermogensbeheer. Het gewijzigde statuut zal aan de jaarrekening 2016 worden gehecht. I INLEIDING Dit beleggingsstatuut is bedoeld om een helder en eenduidig kader (waaronder taken en verantwoordelijkheden) te scheppen voor het beheer van de effecten (incl. liquiditeiten). In dit beleggingsstatuut zullen de doelstellingen voor het beleggen worden geformuleerd en de randvoorwaarden waaronder deze doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. II BELEGGINGSDOELSTELLING Het beleggingsbeleid is primair gericht op beleggingen voor de langere termijn (langer dan 30 jaar). Het beleggingsdoel is behoud van het vermogen, met inbegrip van inflatie, waarbij tevens jaarlijks wordt gestreefd naar een direct beleggingsresultaat (rente, couponinkomsten, dividend) van ca. EUR 750.000. III BESLISSINGSNIVEAUS BELEGGINGSBELEID Het beleggingsbeleid kan worden verdeeld over drie niveaus van beslissingen, te weten: 1. Strategisch beleggingsbeleid, resulterend in de zgn. 'strategische mix'. 2. Tactisch beleggingsbeleid, resulterend in de zgn. 'tactische mix'. 3. Operationeel beleggingsbeleid, resulterend in de feitelijke invulling van de portefeuille. Ad 1. Strategisch beleggingsbeleid Het strategisch beleggingsbeleid wordt voor de lange termijn vastgesteld. Een van de belangrijkste aspecten is de vaststelling van de strategische beleggingsmix, dat wil zeggen de verdeling van het te beleggen vermogen over obligaties, aandelen en liquide middelen. In de "Strategische Mix" (ook wel "Asset Allocatie genoemd) zijn de gewichten van de verschillende beleggingscategorieën in de portefeuille bij normale verwachtingen ten aanzien van risico en rendement vastgelegd. Tevens vormen de bandbreedtes rond deze strategische beleggingsmix een onderdeel van het beleggingsbeleid. Deze zijn bepalend voor de bewegingsvrijheid van de penningmeester. Minimum Maximum Zakelijke waarden (aandelen + onroerend goed) 20% 40% Vastrentende waarden (obligaties + liquiditeiten) 60% 80% Deze afspraak impliceert dat, bij gunstige verwachtingen over de rendementen van zakelijke waarden, tot maximaal 40% van de portefeuille in aandelen & onroerend goed mag worden belegd. Indien deze verwachtingen minder gunstig zijn, zal de allocatie naar deze assetcategorieën verlaagd kunnen worden, tot een minimum van 20%. Hetzelfde geldt ten aanzien van de obligaties + liquiditeiten (dat wil zeggen tussen 60% en 80% van de portefeuille zal hierin zijn belegd). Verder gelden de volgende verfijningen ten aanzien van aandelen/obligaties: - er mogen geen effecten (aandelen, obligaties, structured products) van bedrijven in depot worden genomen die activiteiten hebben waarbij sprake is van kinderarbeid, pornografie, productie van of handel in wapens en/of verkoop van tabak. - aandelen: uit hoofde van risicospreiding dient zoveel mogelijk gebruik gemaakt te worden van beleggingsfondsen; - obligaties: de obligaties dienen minimaal een Investment Grade-rating te hebben, bij voorkeur AAA-A. In een individueel geval is BBB toegestaan; - de obligatieportefeuille dient zoveel mogelijk dakpansgewijs opgebouwd te zijn i.v.m. de jaarlijkse cashflowbehoefte en uitschakeling van het herbeleggingsrisico; - valuta's: in principe alleen Euro. 19
Vooralsnog is het beleggingsbeleid gericht op een stabiele cashflow èn stabiele waardegroei van het belegde vermogen, met als streefrendement een totaal rendement (som van inkomsten en vermogenswinst) van jaarlijks 6%. Ad 2. Tactisch beleggingsbeleid Het tactisch beleggingsbeleid betreft het korte termijnbeleid dat wordt vastgesteld (voor bijv. 12 maanden); de penningmeester is verantwoordelijk voor de uitvoering. Het tactische beleggingsbeleid dient altijd binnen de kaders van het strategisch beleggingsbeleid te blijven. De tactische beslissingen mogen jaarlijks worden ingevuld op de volgende beleidspunten: - de tactische allocatie tussen beleggingscategorieën, in casu de allocatie tussen aandelen, obligaties, onroerend goed en liquiditeiten; - binnen de obligatieportefeuille het durationbeleid; - binnen de aandelenportefeuilles het sectorbeleid; - het gebruik van alternatieve beleggingen Ad 3. Operationeel beleggingsbeleid De penningmeester is de dagelijkse uitvoerder van het operationele beleggingsbeleid. Onder het operationeel beleggingsbeleid wordt verstaan de aan- en verkoop van individuele vermogenstitels (selectie van aandelen, obligaties e.d.); dit is een continu proces. De activiteiten op dit beleidsniveau dienen binnen de kaders van het strategisch beleggingsbeleid en het tactisch beleggingsbeleid te blijven. IV DUURZAAMHEID BELEGGINGEN Bij het doen van beleggingen wordt rekening gehouden met de regels van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Aan de bank waar de beleggingen worden geadministreerd is opdracht gegeven er zorg voor te dragen dat er geen beleggingen plaatsvinden in wapen- en tabaksindustrie en in bedrijven die gebruik maken van kinderarbeid. Ook mag er geen betrokkenheid bestaan met de porno-industrie. V ORGANISATORISCHE ASPECTEN Beleggingscommissie Ter waarborging van een effectief en efficiënt toezicht op de penningmeester is een beleggingscommissie ingesteld, bestaande uit de leden van het dagelijkse bestuur van de Stichting. Een update van de transacties in de portefeuille wordt in de vergaderingen van het dagelijkse bestuur besproken. De beleggingscommissie heeft periodiek (bijvoorbeeld elk kwartaal) overleg met de penningmeester. De taak van deze commissie is erop toe te zien dat de penningmeester binnen de aan hem verstrekte bewegingsvrijheid opereert, de performance kritisch te beoordelen en te adviseren inzake het strategisch beleid en eventuele aanpassingen van de beleggingsrichtlijnen en keuze van de bank. Rapportages Op kwartaalbasis geeft de penningmeester het dagelijkse bestuur inzicht in de samenstelling van de effectenportefeuille per ultimo van het kwartaal, alsmede van de mutaties hierin (portefeuille-overzichten). Hiermee kan worden beoordeeld of het belegd vermogen binnen de opgestelde beleggingskaders blijft. Tevens rapporteert de penningmeester de performance tegenover de gekozen benchmark. Als benchmark is gekozen voor het streefrendement van 6%. De beleggingscommissie komt op kwartaalbasis bijeen. De penningmeester zal de genoemde rapportages periodiek ook aan het algemeen bestuur voorleggen. Administratie Namens de penningmeester voert het bureauhoofd de administratie van de effectenportefeuille, mede ter controle op de effectenrapportage van de bank. Het beleggingsstatuut is vastgesteld door het bestuur van het Sophia Fonds Fonds op 3 september 2009. 20
BIJLAGE 2. VERLOOP VERMOGEN STEP/ Totaal Sophia Fonds Roparun Fonds Chronisch Zieke Kinderen SAR/autismeaanverwante stoornissen New Horizon Stand 1 januari 28.387.269 26.881.973 1.000.388 181.123 135.175 188.608 RESULTAATBESTEMMING Rentevergoeding endowed chairs derden 15.042-9.996 1.810 1.351 1.885 Wetenschappelijke projecten t.l.v. endowed chairs 226.729- - 111.523- - 67.876-47.330- Toerekening resultaat aan: Vastgelegd vermogen 211.687- - 101.526-1.810 66.525-45.445- Vrij beschikbaar vermogen 543.414-543.414- Stand 31 december 27.632.168 26.338.559 898.862 182.933 68.650 143.163 RENTEVERGOEDING EC S DERDEN Dit betreft een jaarlijks achteraf vast te stellen rentepercentage als vergoeding aan de EC s van derden. Het percentage wordt berekend over het saldo per 1 januari van elk jaar. Voor geldt een percentage van 1,00%. 21